Wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Nijkerk 2003, maart 2020

De raad van de gemeente Nijkerk;

 

 

gelezen het collegevoorstel van 11 februari 2020;

 

 

gelet op de artikelen 149, 149a, 151a, 151b, 151c, 151d, 154 en 154a van de Gemeentewet, de artikelen 3 en 4 van de Wet openbare manifestaties, artikel 5.13 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de artikelen 2.18, eerste lid, onder f en g, en vijfde lid, 2.21 en 3.148, tweede lid, van het Activiteitenbesluit milieubeheer, artikel 30c, tweede lid, van de Wet op de kansspelen, artikel 3 van de Winkeltijdenwet, artikel 64, tweede lid, van de Wet veiligheidsregio’s en artikel 2a van de Wegenverkeerswet 1994;

 

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de volgende verordening tot wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Nijkerk 2003, maart 2020.

Artikel I

 

De Algemene plaatselijke verordening Nijkerk 2003 wordt als volgt gewijzigd:

 

A

 

In artikel 1.1 wordt ‘- bevoegd gezag: bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;’ vervangen door ‘- bevoegd gezag: bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een omgevingsvergunning als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;’.

 

B

 

In het opschrift van hoofdstuk 2 wordt na ‘OPENBARE ORDE’ ingevoegd ‘EN VEILIGHEID, VOLKSGEZONDHEID EN MILIEU’.

 

C

 

In het opschrift van hoofdstuk 2, Afdeling 1, paragraaf 1, wordt ‘Bestrijding’ vervangen door ‘Voorkomen of bestrijden’.

 

D

 

In artikel 2.1.1.1, derde lid, wordt ‘te bevinden’ vervangen door ‘zich te bevinden’ en wordt ‘het bevoegd bestuursorgaan’ vervangen door ‘het bevoegde bestuursorgaan’.

 

E

 

Het opschrift van hoofdstuk 2, Afdeling 1, paragraaf 2, vervalt.

 

F

De artikelen 2.1.2.2 tot en met 2.1.2.4 worden vernummerd tot 2.1.1.2 tot en met 2.1.1.4 en in het vernummerde artikel 2.1.1.3 wordt “de in artikel 2.1.2.2, eerste lid, genoemde termijn” vervangen door “de in artikel 2.1.1.2, eerste lid, genoemde termijn”.

 

G

Het opschrift van hoofdstuk 2, Afdeling 1, paragraaf 5, komt te luiden:

Paragraaf 5. Bruikbaarheid en uiterlijk aanzien van openbare plaatsen

 

 

H

 

In het opschrift van artikel 2.1.5.1 wordt na ‘weg’ toegevoegd “of openbare plaats” en wordt in het tweede lid “ten mnste” vervangen door “ten minste”.

 

 

I

 

In artikel 2.1.5.2, vierde lid, wordt na ‘het Wetboek van Strafrecht,’ ingevoegd ‘de Wegenwet,’.

 

 

J

 

Artikel 2.1.5.3, vierde lid, komt als volgt te luiden:

 

  • 4.

    Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Wet beheer rijkswaterstaatwerken, de waterschapskeur of de provinciale wegenverordening.

 

 

 

K

 

In het opschrift van Hoofdstuk 2, afdeling 2, wordt “Toezicht op evenementen” vervangen door “Evenementen”.

 

 

L

 

In artikel 2.2.1, eerste lid onder f wordt "in de artikelen 2.1.2.1, 2.1.4.1 en 2.3.3.1"vervangen door "in artikel 2.3.3.1”

 

M

 

In artikel 2.3.1.1, eerste lid, wordt na ‘café,’ ingevoegd ‘waterpijpcafé,’.

 

N

 

Artikel 2.3.1.2, derde tot en met zesde lid worden vervangen door:

 

  • "3.

    In afwijking van het bepaalde in artikel 1.8 kan de burgemeester de vergunning slechts geheel of gedeeltelijk weigeren als naar zijn oordeel moet worden aangenomen dat de woon- of leefsituatie in de omgeving van de openbare inrichting of de openbare orde op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed. Bij de toepassing van deze weigeringsgrond houdt de burgemeester rekening met:

    • a.

      het levensgedrag van de exploitant en de leidinggevende; en

    • b.

      de wijze van bedrijfsuitvoering door de exploitant en de leidinggevende.

  • 4.

    Geen vergunning is vereist voor een openbare inrichting die zich bevindt in een:

    • a.

      winkel als bedoeld in artikel 1 van de Winkeltijdenwet voor zover de activiteiten van de openbare inrichting een nevenactiviteit vormen van de winkelactiviteit;

    • b.

      zorginstelling;

    • c.

      museum; of

    • d.

      bedrijfskantine of -restaurant.

  • 5.

    De burgemeester verleent op verzoek of ambtshalve vrijstelling van het verbod aan openbare inrichtingen die horecabedrijf zijn als bedoeld in artikel 1 van de Drank- en Horecawet, als:

    • a.

      zich in de zes maanden voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze bepaling geen incidenten gepaard gaande met geweld, overlast op straat of drugsgebruik en -handel hebben voorgedaan in of bij de inrichting; of

    • b.

      de inrichting zich nieuw in de gemeente vestigt en er zich geen weigeringsgronden voordoen als bedoeld in het tweede of derde lid of in artikel 1.8.

  • 6.

    De vrijstelling wordt ingetrokken wanneer zich een incident heeft voorgedaan als bedoeld in het vijfde lid, onder a.

  • 7.

    Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing op de vergunning en de vrijstelling.”

 

 

O

 

Het opschrift van hoofdstuk 2, afdeling 4, komt te luiden:

Afdeling 4. Maatregelen ter voorkoming van overlast, gevaar of schade

 

P

 

Artikel 2.4.17, eerste lid onder c wordt als volgt gewijzigd:

  • c.

    buiten de bebouwde kom, zonder toezicht en zonder begeleiding;

 

Q

 

Artikel 2.4.19 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Het tweede lid komt te luiden:

  • 2.

    De eigenaar of houder van de hond aan wie een aanlijngebod is opgelegd, is verplicht de hond kort aangelijnd te houden, met een lijn met een lengte, gemeten van hand tot halsband, van ten hoogste 1,50 meter.

  • 2.

    Het derde lid, aanhef, komt te luiden:

  • 3.

    De eigenaar of houder van de hond aan wie een aanlijn- en muilkorfgebod is opgelegd, is naast de verplichting bedoeld in het tweede lid verplicht de hond voorzien te houden van een muilkorf die:

 

R

 

In het opschrift van hoofdstuk 2, afdeling 5, vervalt ‘Bepalingen ter’.

 

S

 

Het opschrift van hoofdstuk 2, afdeling 6, komt te luiden:

Afdeling 6. Consumentenvuurwerk

 

T

 

Het opschrift van hoofdstuk 2, afdeling 8, komt te luiden:

Afdeling 8. Bijzondere bevoegdheden van de burgemeester

 

U

 

De opschriften van Hoofdstuk 2 Afdelingen 9 en 10 vervallen.

 

V

 

Artikel 2.9.1 wordt vernummerd tot artikel 2.8.2.

 

W

 

Artikel 2.9.2 wordt vernummerd tot artikel 2.8.3 en in het eerste lid van dit artikel vervalt de komma na ‘gebruikt’.

 

X

 

Artikel 2.9.3 wordt vernummerd tot artikel 2.8.4

 

Y

 

Artikel 2.10.1 wordt vernummerd tot artikel 2.8.5

 

Z

 

Toegevoegd wordt een nieuw artikel 2.8.6 dat luidt als volgt:

 

Artikel 2.8.6 Openbare orde

  • 1.

    De burgemeester kan, indien de openbare orde dit naar zijn oordeel vereist, de gehele of gedeeltelijke sluiting bevelen van voor het publiek openstaande gebouwen en daarbij behorende erven als bedoeld in artikel 174 van de Gemeentewet.

  • 2.

    Onverminderd hetgeen in artikel 5:24 van de Algemene wet bestuursrecht is bepaald omtrent de bekendmaking, wordt het bevel tot sluiting tevens bekend gemaakt door een schrijven, waaruit van dat bevel tot sluiting blijkt, aan te brengen op of nabij de toegang(en) van het gebouw of het erf.

  • 3.

    Het bevel tot sluiting geldt voor bepaalde of onbepaalde tijd; in het laatste geval wordt het bevel tot sluiting opgeheven bij openbaar te maken besluit.

  • 4.

    Een ieder is verplicht toe te laten, dat het in het tweede lid bedoelde besluit ter plaatse wordt aangebracht en daar aangebracht blijft, zolang het bevel van kracht is.

  • 5.

    Het is de rechthebbende op het gebouw en/of het erf, verboden om, nadat het bevel tot sluiting bekend is gemaakt op de in het tweede lid aangegeven wijze, daarin bezoekers toe te laten of te laten verblijven.

  • 6.

    Het is een ieder verboden om, nadat het bevel tot sluiting openbaar bekend gemaakt is op de in het tweede lid aangegeven wijze, in een bij dit bevel gesloten gebouw en/of erf als bezoeker te verblijven.

 

 

AA

 

Het opschrift van hoofdstuk 4, afdeling 1, komt te luiden:

Afdeling 1. Voorkomen of beperken geluidhinder en hinder door verlichting

 

AB

 

De opschrift van artikel 2.1.5a Geluidhinder in de open lucht wordt als volgt gewijzigd:

 

Artikel 4.1.5a Geluidhinder in de openlucht

 

AC

 

In artikel 4.1.5a, vijfde lid, wordt” ‘het Bouwbesluit’ vervangen door ‘het Bouwbesluit 2012’.

 

AD

 

Artikel 4.1.6, derde lid, wordt als volgt gewijzigd:

  • 3.

    Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Wet geluidhinder, de Zondagswet, de Wet openbare manifestaties, het Vuurwerkbesluit, het Activiteitenbesluit milieubeheer, het Bouwbesluit 2012 of de provinciale milieuverordening.

 

AE

 

In het opschrift van artikel 4.4.1 wordt ‘enz.’ vervangen door ‘en dergelijke’.

 

AF

 

In het opschrift van hoofdstuk 5 wordt ‘der’ vervangen door ‘van de’.

 

AG

 

In het opschrift van hoofdstuk 5, afdeling 1, wordt na ‘Parkeerexcessen’ ingevoegd ‘en stopverbod’.

 

AH

 

In artikel 5.1.2, eerste lid onder a wordt “15 meter” vervangen door “25 meter”.

 

 

AI

 

Artikel 5.1.9a wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    In het opschrift wordt na ‘Parkeren’ ingevoegd ‘of laten stilstaan van voertuigen’.

  • 2.

    In het eerste lid wordt na ‘te parkeren’ ingevoegd ‘of te laten stilstaan’.

 

AJ

 

In artikel 5.2.1, derde lid, onder b, vervalt ‘voor het betreffende kalenderjaar’ en wordt ‘voorwaarden’ vervangen door ‘voorschriften’.

 

AK

 

In artikel 5.2.2.2, vierde lid wordt ‘de Wegenverkeerswet’ vervangen door ‘de Wegenverkeerswet 1994’.

 

AL

 

In het opschrift van hoofdstuk 5, afdeling 3, wordt na ‘Openbaar water’ ingevoegd ‘en waterstaatswerken’.

 

AM

 

In artikel 5.4.1, derde lid, wordt ‘de Wet milieubeheer’ vervangen door ‘de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, het Besluit omgevingsrecht, de Zondagswet’.

 

AN

 

Het opschrift van hoofdstuk 5, afdeling 5, komt te luiden:

Afdeling 5. Vuurverbod

 

AO

 

Het opschrift van hoofdstuk 5, afdeling 6, komt te luiden:

Afdeling 6. Asverstrooiing

 

AP

In artikel 6.1 wordt tussen "2.4.17," en "2.4.20" toegevoegd: "2.4.19," en wordt "2.9.1" vervangen door "2.8.2".

 

 

Artikel II

 

Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na de bekendmaking.

 

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Nijkerk d.d. 23 april 2020,

de griffier,

mevrouw A.G. VERHOEF-FRANKEN

de voorzitter,

de heer mr. drs. G.D. RENKEMA

Naar boven