Wijziging subsidieregeling fonds historisch onderzoek Huizen

De raad van de gemeente Huizen;

 

in vergadering bijeen op 16 april 2020,

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 7 april 2020; agendapunt 7.2;

 

gelet op:

  • -

    artikel 149 van de Gemeentewet;

  • -

    gezien het advies van de raadscommissie sociaal domein;

 

b e s l u i t :

 

Wijziging subsidieregeling fonds historisch onderzoek Huizen

Artikel I

De Subsidieregeling onkostenvergoeding vrijwilligers historisch onderzoek Huizen wordt als volgt gewijzigd:

 

Artikel 7 lid 2 komt te luiden:

 

Artikel 7. Toekenningscriteria

  • 1.

    (ongewijzigd)

  • 2.

    Voor vergoeding komen uitsluitend in aanmerking:

    • a.

      Kosten van inwinnen van informatie (verwervingskosten).

    • b.

      Reiskosten (fiscaal tarief).

    • c.

      Kopieerkosten.

    • d.

      Portokosten.

    • e.

      Indien het resultaat van het onderzoek in drukvorm verschijnt en wordt verspreid: (een deel van de) drukkosten, mits de opbrengst van verkopen van het gedrukte onderzoeksresultaat mede ten goede komt aan het stimuleren van vrijwillig historisch onderzoek als bedoeld in deze regeling, met dien verstande dat de subsidie voor opmaak, drukken, digitalisering en publiceren maximaal € 1.500,-kan bedragen.

  • Personele kosten of kosten voor onderzoeksinstrumentaria komen niet voor vergoeding in aanmerking.

  • 3.

    (ongewijzigd).

  • 4.

    (ongewijzigd).

 

Artikel 9A wordt toegevoegd.

 

Artikel 9A Vergoedingsplicht bij vermogensvorming

  • 1.

    Indien een subsidie voor opmaak, drukken, digitalisering en publiceren op grond van artikel 7 van deze regeling heeft geleid tot vermogensvorming bij de subsidie-ontvanger, is deze een vergoeding verschuldigd aan het college.

  • 2.

    De vergoeding als bedoeld in het eerste lid wordt vastgesteld door het college met toepassing van artikel 4:41 Awb en alleen voor zover mede door de subsidie voor de kosten een positief saldo is ontstaan (commerciële opbrengsten subsidieobject minus kosten). De vergoeding bedraagt maximaal de totale subsidie aan de betreffende belanghebbende.

  • 3.

    Met het oog op deze verplichting dient de belanghebbende een toereikende administratie bij te houden over de uitvoering van de activiteiten waarvoor de subsidie is verstrekt en de daardoor bereikte vermogensvorming.

Artikel II

Dit besluit treedt in werking op de 3e dag na bekendmaking.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 16 april 2020

de griffier,

de voorzitter,

Naar boven