Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Horst aan de Maas tot het wijzigen van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Horst aan de Maas (Raadsbesluit Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Horst aan de Maas)

 

Raadsbesluit

 

Bijlage van gemeentebladnummer 2020.037b;

 

De raad van de gemeente Horst aan de Maas;

 

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 18 maart 2020, gemeentebladnummer 2020.037b;

 

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en de Visie Speelautomatenhallen Gemeente Horst aan de Maas;

 

besluit:

 

vast te stellen de volgende wijziging van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Horst aan de Maas

 

ARTIKEL I

 

Afdeling 10A van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Horst aan de Maas wordt vervangen door de volgende tekst:

 

Afdeling 10a Speelautomatenhallen

Artikel 2:40a Definities

In deze afdeling wordt verstaan onder:

a. de wet: de Wet op de kansspelen;

b. speelautomaat: automaat als bedoeld in artikel 30, onder a, van de Wet;

c. behendigheidsautomaat: automaat als bedoeld in artikel 30, onder b, van de Wet;

d. kansspelautomaat: een speelautomaat die geen behendigheidsautomaat is;

e. speelautomatenhal: een inrichting, bestemd om het publiek gelegenheid te geven een spel door

middel van speelautomaten te beoefenen, als bedoeld in artikel 30 c, eerste lid, onder b, van de wet;

f. exploitant: de natuurlijke of rechtspersoon die de speelautomatenhal exploiteert;

g. beheerder: degene die met het dagelijks toezicht en de onmiddellijke leiding in de

speelautomatenhal is belast;

h. hoogdrempelige inrichtingen: inrichting als bedoeld in artikel 30, onder d, van de Wet;

i. laagdrempelige inrichtingen: inrichting als bedoeld in artikel 30, onder e, van de Wet;

j. weg: weg, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994, alsmede kampeerplaatsen en de aan de wegen of paden liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen.

Artikel 2:40b Vergunning speelautomatenhal

  • 1.

    Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een speelautomatenhal te vestigen of te exploiteren.

  • 2.

    De burgemeester kan uitsluitend voor maximaal 2 speelautomatenhallen een vergunning verlenen:

    • a.

      Één speelautomatenhal waar ten hoogste 30 kansspelautomaten mogen worden geplaatst;

    • b.

      Één speelautomatenhal waar ten hoogste 125 kansspelautomaten mogen worden geplaatst;

  • 3.

    De speelautomatenhal als bedoeld in het tweede lid onder b mag slechts gevestigd worden in een door het college aangewezen gebied.

  • 4.

    Een vergunning voor de vestiging en exploitatie van een speelautomatenhal kan slechts worden verleend voor de duur van vijftien jaar.

  • 5.

    De burgemeester kan de vergunning slechts verlenen nadat aan potentiële gegadigden door de burgemeester gedurende een nader door hem vast te stellen periode gelegenheid is gegeven een aanvraag om een vergunning in te dienen en daarmee mee te dingen naar de vergunning.

  • 6.

    De burgemeester maakt, voorafgaand aan de in het vijfde lid bedoelde periode, bekend op welke wijze en op welk moment de in het vorige lid bedoelde gelegenheid tot mededinging wordt geboden.

  • 7.

    De burgemeester beslist binnen twaalf weken na de datum waarop hij de aanvraag met bijbehorende bescheiden heeft ontvangen. De beslissing kan eenmaal voor ten hoogste twaalf weken worden verdaagd.

  • 8.

    Op de vergunning is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

Artikel 2:40c Indieningsvereisten

De exploitant dient de vergunning aan te vragen onder overlegging van:

  • a.

    de personalia van de aanvrager in natuurlijke persoon, indien aanvrager een rechtspersoon is, de gegevens van alle aandeelhouders – indien dit ook rechtspersonen zijn: alle gegevens tot de natuurlijke persoon- en de beheerder(s), voorzien van een kopie van een geldig legitimatiebewijs;

  • b.

    een bewijs van inschrijving bij de Kamer van koophandel, niet ouder dan 6 maanden;

  • c.

    een nauwkeurige beschrijving van de inrichting waarbij is opgenomen de oppervlakte daarvan, alsmede een plattegrond op schaal waarin is aangegeven op welke plaats in de speelautomatenhal en in welk aantal kansspel- en/of behendigheidsautomaten worden opgesteld en op welke plaats leeftijdscontrole plaatsvindt;

  • d.

    een document waaruit blijkt dat hij gerechtigd is over de ruimte te beschikken;

  • e.

    een nauwkeurige omschrijving van het concept van de speelautomatenhal;

  • f.

    een verklaring omtrent het gedrag van de beheerder(s) en de exploitant dan wel, indien de exploitant een rechtspersoon is, van degene(n) die de onderneming krachtens de statuten vertegenwoordigt(en).

  • g.

    overige bewijsstukken waarmee wordt aangetoond dat wordt voldaan aan artikel 30d, vierde lid van de wet;

  • h.

    een afschrift van de exploitatievergunning verkregen op grond van de Wet op de Kansspelen

  • i.

    een plan waarin wordt beschreven welke maatregelen de aanvrager neemt ter preventie en bestrijding van gokverslaving en de wijze waarop hij de gedrags- en reclamecode voor kansspelen naleeft;

  • j.

    een plan waarin wordt beschreven welke maatregelen de exploitant neemt ter bescherming van de openbare orde, veiligheid en het woon- en leefklimaat en het tegengaan van criminele activiteiten;

  • k.

    een plan waarin wordt beschreven in welke mate de speelautomatenhal gekoppeld is aan een bredere leisure voorziening en in welke mate de speelautomatenhal synergie zal opleveren ten opzichte van de andere in het gebied gevestigde bedrijven;

  • l.

    De burgemeester kan nog nadere eisen stellen aan de in te dienen bescheiden dan wel aanvullende gegevens (niet eerder genoemd) in het kader van de inrichting van de speelautomatenhal, openbare orde en veiligheid en de preventie van gokverslaving.

Artikel 2:40d Inhoud vergunning

  • 1.

    De vergunning is locatie- en (rechts)persoonsgebonden en is niet overdraagbaar.

  • 2.

    Een aandelentransactie, indien de vergunning is verleend aan een rechtspersoon, wordt in deze verordening gelijk gesteld met een wijziging van de ondernemer door indirecte overdracht van de vergunning, ten gevolge waarvan de vergunning komt te vervallen en een nieuwe vergunning dient te worden aangevraagd.

  • 3.

    In de vergunning wordt de naam van de exploitant en beheerder(s) vermeld.

  • 4.

    Aan de vergunning worden voorschriften en beperkingen verbonden. Deze hebben in elk geval betrekking op:

    • a.

      de sluitingstijden van de speelautomatenhal;

    • b.

      het toezicht in de speelautomatenhal;

    • c.

      het aantal en type speelautomaten dat mag worden opgesteld;

    • d.

      de exploitatie van de hal;

    • e.

      de inrichting van de hal;

    • f.

      in de hal is geen verkoop of aanwezigheid van alcohol toegestaan; indien in hetzelfde gebouw een of meerdere horecagelegenheden aanwezig zijn waar alcohol wordt geschonken, moeten deze strikt gescheiden zijn van de speelautomatenhal;

    • g.

      het nemen van maatregelen door de vergunninghouder om gokverslaving bij kansspelers tegen te gaan en/of te beperken;

    • h.

      het nemen van maatregelen door de vergunninghouder om criminele activiteiten tegen te gaan.

Artikel 2:40e Weigeringsgronden

  • 1.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8. wordt de vergunning geweigerd, indien:

  • a.

    niet wordt voldaan aan de bepalingen bij of krachtens de Wet op de kansspelen;

  • b.

    ten aanzien van de exploitant als natuurlijk persoon of de rechtspersoon faillissement is aangevraagd of een procedure van vereffening of surseance van betaling of akkoord aanhangig is gemaakt;

  • c.

    het maximaal aantal af te geven vergunningen voor speelautomatenhallen is verleend;

  • d.

    de beheerder(s) de leeftijd van 25 jaar nog niet heeft (hebben) bereikt;

  • e.

    door de aanwezigheid van de speelautomatenhal naar het oordeel van de burgemeester de leef- en woonsituatie in de naaste omgeving of het karakter van de winkelstraat /winkelbuurt op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed;

  • f.

    de exploitatie of vestiging van de speelautomatenhal in strijd is met een geldend bestemmingsplan, beheersverordening, exploitatieplan of voorbereidingsbesluit;

  • g.

    De ondernemer onvoldoende heeft aangetoond te kunnen en zullen bijdragen aan preventie en bestrijding van gokverslaving en het beschermen van de openbare orde, veiligheid en het woon- en leefklimaat en het tegengaan van criminele activiteiten

  • 2.

    De burgemeester kan ontheffing verlenen van het leeftijdsvereiste, gesteld in het eerste lid, onder c.

Artikel 2:40f Intrekkingsgronden

Onverminderd het bepaalde in artikel 1:6. wordt de vergunning ingetrokken, indien:

  • a.

    niet meer wordt voldaan aan de bepalingen bij of krachtens de Wet op de kansspelen;

  • b.

    ten aanzien van de exploitant als natuurlijk persoon of de rechtspersoon faillissement is aangevraagd of een procedure van vereffening of surseance van betaling of akkoord aanhangig is gemaakt;

  • c.

    zich in of vanuit de speelautomatenhal feiten hebben voorgedaan die de vrees wettigen, dat het geopend blijven van de speelautomatenhal gevaar oplevert voor de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid en/of een bedreiging vormt voor het woon- en leefklimaat in de omgeving van de speelautomatenhal;

  • d.

    De koppeling met de bredere leisure voorziening vervalt.

Artikel 2:40g Vervallen exploitatievergunning

De exploitatievergunning vervalt wanneer:

  • a.

    De exploitatie van de speelautomatenhal feitelijk is beëindigd of (gedeeltelijk) overgedragen (inclusief overdracht van aandelen);

  • b.

    Zes maanden zijn verlopen na het onherroepelijk worden van de vergunning, zonder dat van deze vergunning gebruik is gemaakt;

  • c.

    Gedurende een jaar anders dan wegens overmacht geen gebruik is gemaakt van de vergunning;

  • d.

    De verlening van een vergunning, strekkende tot vervanging van eerstbedoelde vergunning, onherroepelijk van kracht is geworden.

Artikel 2:40h Wijziging in exploitatie

Onverminderd het bepaalde in artikel 1:6 gelden de volgende bepalingen:

  • a.

    Indien een in de vergunning vermelde beheerder de hoedanigheid van beheerder heeft verloren, dient de exploitant een aanvraag tot wijziging van de vergunning aan te vragen binnen één maand nadat de beheerder zijn hoedanigheid heeft verloren onder overlegging van de in artikel 2:40 onder f en g genoemde bescheiden.

  • b.

    Indien een exploitant komt te overlijden dient, indien voortzetting van de exploitatie wordt beoogd, binnen twaalf weken een nieuwe vergunning te worden aangevraagd.

  • c.

    In alle andere gevallen van wisseling van exploitant dient binnen vier weken na overname van de speelautomatenhal een nieuwe vergunning te worden aangevraagd.

  • d.

    Zolang op een tijdig ingediende complete aanvraag niet is beslist is voortzetting van de exploitatie toegestaan, met inachtneming van de voorschriften en beperkingen, verbonden aan de van rechtswege vervallen vergunning.

ARTIKEL II

Er wordt een nieuw artikel toegevoegd aan hoofdstuk 2 Openbare Orde, Afdeling 15 Bestuurlijke ophouding, veiligheidsrisicogebieden, cameratoezicht op openbare plaatsen en gebiedsontzegging:

Artikel 2:78b Sluiting van voor het publiek openstaande gebouwen

  • 1.

    De burgemeester kan een voor het publiek openstaand gebouw of een bij dat gebouw behorend erf als bedoeld in artikel 174 van de Gemeentewet in het belang van de openbare orde, veiligheid, gezondheid of zedelijkheid of als er naar zijn oordeel sprake is van bijzondere omstandigheden voor een bepaalde duur geheel of gedeeltelijk sluiten.

  • 2.

    Onverminderd hetgeen in artikel 5:24 van de Algemene wet bestuursrecht is bepaald omtrent de bekendmaking, wordt het bevel tot sluiting tevens bekend gemaakt door een schrijven, waaruit van dat bevel tot sluiting blijkt, aan te brengen op of nabij de toegang(en) van het gebouw of erf.

  • 3.

    Een sluiting kan op aanvraag van belanghebbenden door de burgemeester worden opgeheven, wanneer later bekend geworden feiten en omstandigheden hiertoe aanleiding geven en naar zijn oordeel voldoende garanties aanwezig zijn, dat geen herhaling van de gronden die tot de sluiting hebben geleid, zal plaatsvinden.

  • 4.

    Het is de rechthebbende op en de beheerder van het gebouw of erf als bedoeld in het eerste lid verboden om, nadat het besluit tot sluiting bekend is gemaakt op de in het tweede lid aangegeven wijze, daarin bezoekers toe te laten of daarin te laten verblijven, zolang de sluiting van kracht is.

  • 5.

    Het is een ieder verboden om, nadat het bevel tot sluiting openbaar bekend gemaakt is op de in het tweede lid aangegeven wijze, in een bij dit bevel gesloten gebouw en/of erf als bezoeker te verblijven.

  • 6.

    Het in het eerste lid bepaalde geldt niet voor zover in het onderwerp van de regeling van het eerste lid elders wordt voorzien in deze verordening of in artikel 13b van de Opiumwet.

ARTIKEL III

Deze wijziging van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Horst aan de Maas treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking.

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 21 april 2020.

De raad voornoemd,

De voorzitter,

drs. R.F.I Palmen

De griffier,

mr. R.J.M. Poels

Naar boven