Wijziging Algemene plaatselijke verordening Uithoorn 2020

De raad van de gemeente Uithoorn;

 

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van zaaknummer 2020-019740

Gelet op:

  • -

    Artikel 149 Gemeentewet;

Overwegende dat:

  • -

    Het gewenst is artikel 2:28 lid 2 van de Algemene plaatselijke verordening Uithoorn 2020 (hierna: APV) aan te vullen met de weigeringsgrond “dat de aanvrager van de vergunning niet van slecht levensgedrag is” én de weigeringsgrond “dat redelijkerwijs moet worden aangenomen, dat de feitelijke toestand niet met het in de aanvraag voor de vergunning vermelde in overeenstemming zal zijn”.

  • -

    Het gewenst is in artikel 5:11 lid 2 van de APV het woord “niet” toe te voegen en in lid 1 het woord “in” te verwijderen;

besluit:

  • 1.

    Artikel 2:28 APV Exploitatievergunning horecabedrijf als volgt vast te stellen:

    • 1.

      Het is verboden een openbare inrichting te exploiteren zonder vergunning van de burgemeester.

    • 2.

      De burgemeester weigert de vergunning als de exploitatie van de openbare inrichting in strijd is met:

      • a.

        een geldend bestemmingsplan, beheersverordening, exploitatieplan of voorbereidingsbesluit;

      • b.

        indien de aanvrager van de vergunning in enig opzicht van slecht levensgedrag is;

      • c.

        redelijkerwijs moet worden aangenomen, dat de feitelijke toestand niet met het in de aanvraag voor de vergunning vermelde in overeenstemming zal zijn.

    • 3.

      Onverminderd artikel 1:8 kan de burgemeester de vergunning slechts geheel of gedeeltelijk weigeren, indien naar zijn oordeel moet worden aangenomen dat de woon- en leefsituatie in de omgeving van het horecabedrijf of de openbare orde op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed.

    • 4.

      Geen vergunning is vereist voor een horecabedrijf die zich bevindt in:

      • a.

        een winkel als bedoeld in artikel 1 van de Winkeltijdenwet voor zover de activiteiten van het horecabedrijf een nevenactiviteit vormen van de winkelactiviteit en geen gebruik maakt van de weg ten behoeve van een terras;

      • b.

        een zorginstelling;

      • c.

        een museum; of

      • d.

        een bedrijfskantine of –restaurant.

    • 5.

      Onverminderd het gestelde in het derde en vierde lid kan de burgemeester de ingebruikneming van de weg ten behoeve van een of meer bij een horecabedrijf behorende terrassen weigeren:

      • a.

        indien het beoogde gebruik schade toebrengt aan de weg dan wel gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van de weg voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan;

      • b.

        indien dat gebruik een belemmering kan worden voor het doelmatig beheer en onderhoud van de weg.

    • 6.

      De burgemeester kan bepalen dat het gestelde in het eerste lid niet geldt voor een of meerdere soorten aangewezen horecabedrijven in de gehele gemeente dan wel in een of meer daarin aangewezen gedeelten van de gemeente.

  • 2.

    Artikel 5:11 APV (aantasting groenvoorzieningen door voertuigen) als volgt vast te stellen:

    • 1.

      Het is verboden met een voertuig te rijden door een park of plantsoen of een van gemeentewege aangelegde beplanting of groenstrook, of het daarin te doen of te laten staan.

    • 2.

      Dit verbod is niet van toepassing op:

      • a.

        de weg;

      • b.

        voertuigen die worden gebruikt voor werkzaamheden door of vanwege de overheid;

      • c.

        voertuigen waarmee standplaats wordt of is ingenomen op terreinen die voor dit doel zijn bestemd.

    • 3.

      Het college kan ontheffing verlenen van het verbod.

  • 3.

    Artikel 2:28 APV en artikel 5:11 APV in werking te laten treden een dag na bekendmaking.

 

Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van Uithoorn van 26 maar 2020

de griffier,

(dhr. mr. J.H. van Leeuwen)

de voorzitter,

(dhr. P.J. Heiliegers)

Naar boven