Gemeenteblad van Arnhem
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Arnhem | Gemeenteblad 2020, 106154 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Arnhem | Gemeenteblad 2020, 106154 | Overige besluiten van algemene strekking |
Wijziging Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst Regio Arnhem (GR ODRA)
De raad heeft op 13 februari 2019 besloten om het college van Burgemeester en Wethouders toestemming te verlenen voor de wijziging van de GR ODRA.
De wijziging Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Regio Arnhem:
De Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Regio Arnhem wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 1, eerste lid, onder b komt te luiden:
basistaken: taken bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit omgevingsrecht;
Artikel 1, eerste lid, onder e, komt te luiden:
complexe taken: basistaken ten aanzien van complexe bedrijven zijnde:
• vergunningplichtige inrichtingen als bedoeld in het Activiteitenbesluit milieubeheer die worden ingedeeld in milieucategorie 4.2 en hoger als bedoeld in de VNG-uitgave Bedrijven en milieuzonering, editie 2009 of
• inrichtingen waarop de Richtlijn industriële emissies van toepassing is als bedoeld in artikel 1.1, derde lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht of
• overige inrichtingen onder provinciaal bevoegd gezag;
Na het derde lid van artikel 1 wordt een nieuw lid ingevoegd, luidende:
4. Uitgezonderd van de complexe taken zijn de volgende vergunningplichtige inrichtingen die worden ingedeeld in milieucategorie 4.2 en hoger als bedoeld in de VNG-uitgave Bedrijven en milieuzonering, editie 2009:
• inrichtingen, die uitsluitend onder de Richtlijn industriële emissies categorie 6.6 vallen;
• inrichtingen bestemd voor cultuur, sport en recreatie (SBI 9321, 931. 1t/m 931.10, 931.B t/m 931.Den 93299);
•rangeerterreinen (SBI 491,492.2);
•trafostations (SBI 35.C4 en 35.C5) en de schakelstations van het 380 kV hoogspanningsnet;
•agrarische inrichtingen die mest verwerken als nevenactiviteit, waarbij de mest uitsluitend afkomstig van de eigen inrichting;
• inrichtingen met een helikopterlandplaats als nevenactiviteit (SBI 5223.B);
• betonmortel en –waren (SBI 23611, 2363, 2364, 2365, en 2369) de vergunningplichtige niet IPPC‐inrichtingen;
• rioolwaterzuiveringen (SBI 3700): de vergunningplichtige niet IPPC‐inrichtingen.
Artikel 4, eerste lid, komt te luiden:
1. Ter behartiging van het belang genoemd in artikel 2 brengen de deelnemers de uitvoering van de basistaken onder bij het openbaar lichaam, met dien verstande dat provincie Gelderland de uitvoering van de taken bedoeld in artikel 7.1, eerste lid, onder a en b van het Besluit omgevingsrecht onderbrengt bij de Omgevingsdienst Regio Nijmegen.
In artikel 7, eerste lid, wordt na “KPMG kwaliteitscriteria, versie 2.1” toegevoegd: dan wel de daar voorin de plaats getreden nieuwe versie of andere wet- en regelgeving.
Artikel 9 onderdeel e komt te vervallen. Onderdeel f wordt geletterd e.
Het Algemeen Bestuur stelt de begroting en de jaarrekening vast.
Het Algemeen Bestuur kan besluiten tot oprichting van en deelneming in rechtspersonen met inachtneming van het bepaalde in artikel 55a van de Wet.
Het Algemeen Bestuur kan bevoegdheden overdragen aan het Dagelijks Bestuur met uitzondering van de bevoegdheden tot het vaststellen van de begroting en wijziging en actualisatie daarvan, de vaststelling van de jaarrekening en het besluit tot oprichting van en deelneming in rechtspersonen.
Het Algemeen Bestuur kan instructies geven voor de werkwijze van het dagelijks bestuur.
Het Algemeen Bestuur beslist over alle andere aangelegenheden waarvoor de bevoegdheid niet op grond van de Wet of deze regeling aan het Dagelijks Bestuur of aan de voorzitter toekomt.
Het Gelders stelsel van Omgevingsdiensten is in 2016 geëvalueerd. Naar aanleiding van deze evaluatie is er een aantal aanbevelingen ter verbetering van het stelsel gedaan. Om de aanbevelingen te verankeren in de Gemeenschappelijke Regeling is een wijziging nodig. Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om bij betrokken partijen te inventariseren welke andere wijzigingen nodig zijn, zodat deze mee kunnen worden genomen in hetzelfde besluit.
Bij de evaluatie is geconstateerd dat de definitie van complexe taken vragen oproept en dat de praktijk niet (meer) overeenkomt met de formele vastlegging. Door de definitie in de GR en de toelichting bij de definitie te wijzigen wordt duidelijkheid en eenduidigheid over de complexe taken bereikt. In de praktijk leidt dit niet tot wijzigingen in het aantal en soort bedrijven die als complex worden aangemerkt.
Centralisering provinciale vergunningverlening Wabo
Uit de evaluatie is ook naar voren gekomen dat de kwaliteit en efficiency van de provinciale VTH-taak onder druk staat. Per 1 januari 2018 heeft provincie Gelderland de provinciale vergunningverlening centraal ondergebracht bij Omgevingsdienst Regio Nijmegen (ODRN). Met deze wijziging wordt de Gemeenschappelijke Regeling in overeenstemming gebracht met dit besluit en de werkwijze vanaf 1januari 2018.
Deelname en oprichting rechtspersoon
Uit de inventarisatie, van de werkgroep voor de wijziging van de gemeenschappelijke regeling, is gebleken dat er behoefte is aan een uitbreiding van de bevoegdheden van het Algemeen Bestuur. Er is voor gekozen om het Algemeen Bestuur de bevoegdheid te geven om te besluiten tot deelneming in of oprichting van een rechtspersoon, voor zover dit relevant is voor de taakuitvoering of belangenbehartiging van de OD’s. (Voorbeeld: omgevingsdiensten.nl, de landelijke vereniging vooromgevingsdiensten.)
Daarnaast is van de gelegenheid gebruik gemaakt om enkele verbeteringen in de tekst toe te passen.
De definitie van basistaken is in overeenstemming gebracht met de huidige wetgeving.
De definitie voor complexe taken is van belang voor een aantal stelseltaken. Afspraak is dat wanneer een individuele omgevingsdienst een complexe taak niet kan uitvoeren in overeenstemming met de kwaliteitscriteria, deze taak wordt ondergebracht bij een andere Gelderse omgevingsdienst. Afgesproken is bijvoorbeeld dat de Omgevingsdienst Regio Nijmegen, als gespecialiseerde omgevingsdienst, het milieudeel van de complexe vergunningverlening in dergelijke gevallen toelevert aan de lokale omgevingsdienst. Op deze manier wordt gezorgd dat er voldaan wordt aan de kwaliteitscriteria.
In de kwaliteitscriteria is opgenomen dat vanuit de probleemanalyse aanwijzing van bedrijven als complex kan plaatsvinden. Binnen het Gelders stelsel wordt een generieke interpretatie ten aanzien van de technische complexiteit gehanteerd. Los daarvan kunnen bevoegde gezagen, aanvullend, vanuit overige aspecten een bepaald bedrijf als complex aanwijzen.
In het Gelders stelsel geldt dat alleen vergunningplichtige bedrijven (C-inrichtingen volgens Activiteitenbesluit) van categorie 4.2 en hoger als complex worden aangemerkt. Een aantal uitzonderingen zijn opgenomen van bedrijven, die vergunningplichtig zijn en in categorie 4.2 of hoger vallen, maar die technisch niet complex zijn (in VNG uitgave scoren deze bedrijven op geen van de aspecten een effectafstand van 100 meter of meer).
De definitie van complexe taken is met deze wijziging actueel en meer toegespitst op vergunningplichtige inrichtingen.
In de definitie is de categorie ‘inrichtingen die vallen onder het Besluit risico’s zware ongevallen 2015’weggelaten ten opzichte van de vorige definitie: deze bedrijven worden namelijk al door een andere component in de definitie als complex aangemerkt.
Indien een categorie complex is, dan geldt dit voor zowel vergunningverlening als de handhaving.
Bedrijven die onder de provinciale bevoegdheid vallen zijn per definitie complex. Dit om te voorkomen dat voor een enkel provinciaal bedrijf een andere werkwijze wordt gehanteerd. Op basis van de criteria is 99% van deze provinciale bedrijven complex. Daarnaast geldt dat indien één van de aspecten complex is, het gehele bedrijf wordt aangewezen als complex. De stelseltaak is van toepassing op het gehele bedrijf.
Voorheen waren er geen uitzonderingen opgenomen op het begrip complexe taken. In de praktijk werden echter wel uitzonderingen gehanteerd voor bedrijven die onder de definitie complex vallen, maar in de praktijk niet als zodanig technisch complex zijn. Hierover waren afspraken gemaakt in het overleg van de directeuren van de omgevingsdiensten. Er is nu voor gekozen om de uitzonderingen op de als complex vastgestelde taken formeel en geactualiseerd in deze regeling vast te stellen. Zo kon een deel van de uitzonderingen vervallen, omdat de definitie van complexe taken is toegespitst op vergunningplichtige inrichtingen. Voor de praktijk heeft dit geen consequenties.
Sinds 2013 voeren zeven Gelderse omgevingsdiensten de taken uit op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving. In 2016 is er een evaluatie uitgevoerd. Eén van de conclusies was dat voor bedrijven waarvoor de provincie het bevoegd gezag is, de kwaliteit en efficiency van de taakuitvoering onder druk staat. Deze bedrijven zijn technisch complex, hetgeen betekent dat verschillende omgevingsdiensten met elkaar moesten samenwerken aan de taakuitvoering. Dit zorgde voor een grote coördinatielast, met een aantal omgevingsdiensten moesten aanvullende afspraken worden gemaakt en er was onvoldoende overzicht op de actualiteit. Gedeputeerde Staten hebben er daarom voor gekozen om de vergunningverlening te centreren bij de ODRN, teneinde het procesefficiënter te laten verlopen en de verantwoordelijkheid voor kwaliteit en actualiteit centraal te beleggen. Met deze wijziging wordt die keuze formeel geregeld. Er wordt naar artikel 7.1 lid 1 onder a en b Bor verwezen om aan te geven dat het enkel om de taken m.b.t. vergunningverlening gaat.
De toegevoegde zinsnede maakt de formulering toekomstbestendig. Het is niet noodzakelijk om de GR te wijzigen wanneer de Kwaliteitscriteria 2.1 worden vervangen door een nieuwe versie of andere wet-en regelgeving.
Bij deze wijziging krijgt het Algemeen Bestuur (in artikel 14) de bevoegdheid om te besluiten tot het oprichten van en deelnemen in een rechtspersoon. Daarvoor geldt de procedure die in artikel 55a van de Wet is vastgelegd. De benodigde instemming van de deelnemers komt (in artikel 9) voor deze bevoegdheid te vervallen. De betrokkenheid van de deelnemers wordt gewaarborgd doordat het Algemeen Bestuur alvorens het besluit te nemen dit voorlegt aan de raden en staten, zodat zij in gelegenheid worden gesteld hun wensen en bedenkingen kenbaar te maken. Bovendien zijn de deelnemers in het Algemeen Bestuur vertegenwoordigd.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2020-106154.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.