Verordening op de heffing en de invordering van leges 2020

Gemeente Zwolle, bekendmaking wijziging van de verordening op de heffing en de invordering van leges 2020.

De Raad van de gemeente Zwolle;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 maart 2020

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet

besluit vast te stellen een wijziging in de tarieventabel van verordening op de heffing en de invordering van leges 2020. Het betreft een wijziging in verband met de nieuwe regels voor woonboten. De hier onderstaande artikelen worden gewijzigd of toegevoegd. De datum ingang van de heffing is 27-03-2020

 

Hoofdstuk 15 van titel 1 wordt gewijzigd/toegevoegd

1.15.5.3

voor een vergunning op grond van de Ligplaatsenverordening woonschepen::

 

1.15.5.3.1

voor het overschrijven van een vergunning voor een woonschip op een andere naam (artikel 3, achtste lid, van de Ligplaatsenverordening woonschepen)

 

 

€ 100,00

1.15.5.3.2

voor het innemen van een ligplaats met een woonschip (artikel 3, eerste lid, van de Ligplaatsenverordening woonschepen)

 

€ 250,00

1.15.5.3.3

voor het vervangen of aanpassen van een woonschip (artikel 9 van de Ligplaatsenverordening woonschepen)

 

€ 250,00

1.15.5.3.4

In het geval voor de beoordeling van een aanvraag als bedoeld in onderdeel 1.15.5.3.2 of 1.15.5.3.3 een advies uit het oogpunt van welstand moet worden gevraagd, wordt het tarief verhoogd met:

 

 

€ 81,00

1.15.5.3.4A

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 1.15.5.3.4 bedraagt het tarief, indien zich tijdens de beoordeling van de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wijzigingen voordoen en daarvoor een nieuwe welstandstoets noodzakelijk is:

 

 

€ 81,00

1.15.5.3.5

Het tarief voor het behandelen van een conceptaanvraag voor het innemen van een ligplaats met een woonschip waarvoor een vergunning op grond van artikel 3, eerste lid, van de Ligplaatsenverordening woonschepen vereist is, bedraagt:

 

 

 

€ 90,00

1.15.5.3.6

Het tarief voor het behandelen van een conceptaanvraag voor het vervangen of aanpassen van een woonschip waarvoor een vergunning op grond van artikel 9 van de Ligplaatsenverordening woonschepen vereist is, bedraagt:

 

 

 

€ 90,00

1.15.5.3.7

In het geval voor de beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in onderdeel 1.15.5.3.5 en 1.15.5.3.6 een advies uit het oogpunt van welstand moet worden gevraagd, wordt het tarief verhoogd met:

 

 

€ 81,00

 

1.15.5.3.8

Indien de aanvraag als bedoeld onder 1.15.5.3.2 en 1.15.5.3.3 is voorafgegaan door een conceptaanvraag als bedoeld onder 1.15.5.3.5 of 1.15.5.3.6, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor de vergunning als bedoeld in 1.15.5.3.2 of 1.15.5.3.3

 

1.15.5.3.9

Indien de aanvraag als bedoeld onder 1.15.5.3.2 en 1.15.5.3.3 is voorafgegaan door een conceptaanvraag als bedoeld onder 1.15.5.3.5 of 1.15.5.3.6, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van de conceptaanvraag geheven leges voor een advies uit het oogpunt van welstand, als bedoeld in onderdeel 1.15.5.3.7, in mindering gebracht op de leges als bedoeld in onderdeel 1.15.5.3.4

 

1.15.5.3.10

Indien de aanvraag tot het verlenen van een vergunning buiten behandeling wordt gelaten wordt 25% van de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van de vergunning als bedoeld onder 1.15.5.3.2 en 1.15.5.3.3 in rekening gebracht. Tevens worden, indien van toepassing, de leges zoals genoemd onder 1.15.5.3.4 en 1.15.5.3.4A in rekening gebracht.

 

1.15.5.3.11

Als een aanvrager zijn aanvraag tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in onderdeel 1.15.5.3.2 of 1.15.5.3.3, intrekt, terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De in rekening te brengen legeskosten bedragen:

 

1.15.5.3.11.1

indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 2 weken na het in behandeling nemen ervan: 25 % van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit(en) verschuldigde leges.Tevens worden, indien van toepassing, de leges zoals genoemd onder 1.15.5.3.4 en 1.15.5.3.4A in rekening gebracht.

 

 

1.15.5.3.11.2

indien de aanvraag wordt ingetrokken na 2 weken na het in behandeling nemen ervan doch voor het nemen van een besluit op de aanvraag: 40 % van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit(en) verschuldigde leges. Tevens worden, indien van toepassing, de leges zoals genoemd onder 1.15.5.3.4 en 1.15.5.3.4A in rekening gebracht.

 

1.15.5.3.11.3

indien de aanvraag op verzoek van de gemeente wordt ingetrokken en binnen vier maanden gevolgd wordt door een nieuwe aanvraag die voldoet aan het advies, dan worden de leges zoals genoemd onder 1.15.5.3.11.1 en 1.15.5.3.11.2 in mindering gebracht op de verschuldigde leges voor de nieuwe aanvraag

 

1.15.5.3.12

Als de gemeente een vergunning als bedoeld in onderdeel 1.15.5.3.2 of 1.15.5.5.3.3 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De in rekening te brengen legeskosten bedragen: 40 % van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit(en) verschuldigde leges. Tevens worden, indien van toepassing, de leges zoals genoemd onder 1.15.5.3.4 en 1.15.5.3.4A in rekening gebracht

 

 

 

In hoofdstuk 1 van titel 2 wordt toegevoegd:

2.1.1.7

Woonboot:

 

 

Een voor bewoning bestemd drijvend bouwwerk, dat niet bestemd is en niet gebruikt wordt voor de vaart.

 

 

In hoofdstuk 3 van titel 2 wordt toegevoegd:

 

Woonboot

 

2.3.1A

In afwijking van het bepaalde in onderdeel 2.3.1 tot en met 2.3.1.1.5, bedraagt het tarief voor het behandelen van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, voor een woonboot, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk, indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

 

 

 

 

€ 250,00

2.3.1A.1

In afwijking van het bepaalde in onderdeel 2.3.1.2 tot en met 2.3.1.2.5, wordt, in het geval voor de beoordeling van een aanvraag als bedoeld in onderdeel 2.3.1A een advies uit het oogpunt van welstand moet worden gevraagd, het tarief verhoogd met:

 

 

 

€ 81,00

 

In hoofdstuk 3 van titel 2 wordt gewijzigd:

 

2.3.1.3

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.2 en 2.3.1A.1 bedraagt het tarief indien zich tijdens de beoordeling van de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wijzigingen voordoen in het bouwplan en daarvoor een nieuwe welstandstoets noodzakelijk is;

 

 

 

€ 81,00

2.3.1.5.1.

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 en 2.3.1A bedraagt het tarief indien artikel 3.3, derde of zesde lid van de Wabo wordt toegepast (doorbreking aanhouding bestemmingsplan of beschermd stads- of dorpsgezicht):

 

 

€ 104,00

 

2.3.1.5.2

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 en 2.3.1A bedraagt het tarief indien artikel 3.5, derde lid van de Wabo wordt toegepast (doorbreking aanhouding exploitatieplan):

 

€ 104,00

2.5.1

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouwactiviteiten

 

 

Als een aanvrager zijn aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouwactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1.1 en 2.3.1A, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De in rekening te brengen legeskosten bedragen:

 

2.5.1.1

indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 2 weken na het in behandeling nemen ervan: 25 % van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit(en) verschuldigde leges, met een minimum van € 57,00 en een maximum van € 4.500,00. Tevens worden indien van toepassing de kosten zoals genoemd onder 2.3.1.2 of 2.3.1A.1 en 2.3.1.3 in rekening gebracht.

 

2.5.1.2

indien de aanvraag wordt ingetrokken na 2 weken na het in behandeling nemen ervan doch voor het nemen van een besluit op de aanvraag: 40 % van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit(en) verschuldigde leges. Tevens worden indien van toepassing de kosten zoals genoemd onder 2.3.1.2 of 2.3.1A.1 en 2.3.1.3 in rekening gebracht. Bovendien wordt, indien de aanvraag betrekking heeft op activiteiten waarvoor kosten zoals genoemd onder 2.3.3 zijn gemaakt, 50% van de kosten zoals genoemd onder 2.3.3 in rekening gebracht

 

2.5.3

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouwactiviteiten

 

2.5.3.1

Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouwactiviteiten als bedoeld in onderdeel 2.3.1 of 2.3.1A weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De in rekening te brengen legeskosten bedragen: 40 % van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit(en) verschuldigde leges. Tevens worden indien van toepassing de kosten zoals genoemd onder 2.3.1.2 of 2.3.1A.1 en 2.3.1.3 in rekening gebracht. Bovendien wordt, indien de aanvraag betrekking heeft op activiteiten waarvoor kosten zoals genoemd onder 2.3.3 zijn gemaakt, 50% van de kosten zoals genoemd onder 2.3.3 in rekening gebracht.

 

 

Aldus besloten in de vergadering van 20 april 2020

P. Snijders, voorzitter

A. ten Have, griffier

Naar boven