Gemeenteblad van Haarlemmermeer
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Haarlemmermeer | Gemeenteblad 2019, 97867 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Haarlemmermeer | Gemeenteblad 2019, 97867 | Verordeningen |
Subsidieverordening restauratie gemeentelijk erfgoed 2015
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
Voorbereidende werkzaamheden: het opstellen van een restauratieplan, het opstellen van een onderhoudsplan, het verrichten van bouwhistorisch onderzoek, een haalbaarheidsonderzoek naar herbestemming of een archeologisch onderzoek voor het instandhouden of verbeteren van de cultuurhistorische waarde van het monument;
Monumentenproject: meerjarig project, waarbij een bouwtijd van 12 kalendermaanden wordt overschreden, ten behoeve van een gemeentelijk monument dat de werkzaamheden genoemd onder b., c. en d. van dit artikel te boven gaat, waarbij het monument een restauratie ondergaat en een nieuwe functie krijgt en/of waarvan de functie na leegstand wordt hersteld;
Artikel 3. Verdeling van het subsidiebudget
Het college stelt ieder jaar zo spoedig mogelijk na het vaststellen van de gemeentebegroting het subsidieplafond voor het betreffende begrotingsjaar voor subsidies krachtens deze verordening vast. Het subsidieplafond mag niet hoger zijn dan het in de gemeentebegroting terzake van de subsidies voor restaureren van monumenten opgenomen subsidiebudget.
Artikel 4. Kosten die voor subsidie in aanmerking komen
een en ander voor zover de werkzaamheden:
1̊ strekken tot restauratie van het monument en zijn monumentale waarden;
3˚ technisch noodzakelijk zijn;
4˚zijn gericht op maximaal behoud van aanwezige monumentale waarden, in het bijzonder historische materialen en constructies;
5˚ gericht zijn op het voorkomen van verval of het voorkomen van vervolgschade; en
6˚ gericht zijn op vervanging van materialen die hun functie niet meer kunnen vervullen.
2.Bij zelfwerkzaamheid zijn alleen de materiaalkosten subsidiabel.
HOOFDSTUK 5. SUBSIDIE VOOR MONUMENTENPROJECTEN
Artikel 10. Aanvullende in te dienen documenten
Voor monumentenprojectensubsidie dienen, naast het bepaalde in artikel 12, de volgende gegevens ingediend te worden:
HOOFDSTUK 6. AANVRAAG EN BESLUITVORMING
Het college beslist op een aanvraag binnen uiterlijk zestien weken na ontvangst van de volledige aanvraag.
Artikel 14. Besluit tot subsidieverlening
Het besluit tot subsidieverlening bevat in ieder geval:
HOOFDSTUK 8. OVERIGE BEPALINGEN
Artikel 18. Meldingsplicht bij wijziging omstandigheden
Een aanvrager die een subsidie heeft aangevraagd of waaraan een subsidie is verleend, doet zo spoedig mogelijk melding aan het college van omstandigheden die van belang kunnen zijn voor de beslissing op de aanvraag dan wel een beslissing tot wijziging, intrekking of vaststelling van de subsidie.
Het college kan bij de verlening van subsidie onder deze verordening nadere verplichtingen vastleggen.
Artikel 23. Zaken waarin de verordening niet voorziet
In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.
Het college kan, in bijzondere gevallen, één of meer artikelen van deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken, met uitzondering van de artikelen 1, 3 en 17, voor zover toepassing daarvan leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.
Aanvragen die zijn ingediend voor de inwerkingtreding van deze verordening worden behandeld volgens de Subsidieverordening restauratie gemeentelijke monumenten 2004. Verzoeken om vaststelling van subsidies die zijn verleend op grond van de Subsidieverordening restauratie gemeentelijke monumenten 2004 worden behandeld volgens de bepalingen van die verordening.
Een omschrijving van het begrip “subsidie” ontbreekt, omdat artikel 4:21 van de Awb daar een definitie van geeft, die dwingend is en algemene geldigheid heeft. Opname in de verordening is derhalve niet mogelijk. Desalniettemin is het zinvol op deze plaats aandacht te besteden aan de wettelijke definitie.
Onder subsidie wordt in de Awb verstaan: de aanspraak op financiële middelen door een bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen en diensten. De activiteiten behelzen in dit geval het uitvoeren van instandhoudingwerkzaamheden, zoals in de begripsbepalingen omschreven.
Met het verstrekken van subsidie aan het buitenschilderwerk van een monument wordt gestimuleerd dat eigenaren van monumenten hun object in goede staat houden en dat achterstallig onderhoud wordt voorkomen. Regulier onderhoud wordt gestimuleerd met deze subsidie.
Lid d: Voorbereidende werkzaamheden
De opstartkosten van een restauratieproject zijn vaak aanzienlijk, zonder dat de eigenaar duidelijkheid heeft over de totale kosten van het project en welk gedeelte van de kosten subsidiabel is. Door subsidie te verstrekken voor de voorbereidende werkzaamheden, wordt het onderhoud aan monumenten gestimuleerd en wordt inzicht gekregen in de fysieke staat van het gemeentelijk monumentenbestand.
De subsidieverordening is, naast het aspect onderhoud en voorbereidende werkzaamheden, uitgebreid met het begrip Monumentenprojecten. De reden voor deze verbreding is onder andere dat er afgelopen jaren door individuele partijen beroep gedaan is op het budget voor projecten die een grotere bijdrage behoeven dan het maximum subsidiebedrag van € 50.000,-. De verordening uit 2004 sloot niet meer goed aan bij deze behoeften van eigenaren. In de ingestelde reserve voor monumenten kunnen ongebruikte middelen een aantal jaren bestemd worden voor bijdragen aan grotere restauratieprojecten (nota Bestemmingsreserve monumenten, 2014.0008663, maart 2014).
Het artikel over “eigenaar” is nu opgesplitst in aanvrager (lid f) en eigenaar (lid g). De reden hiervoor is dat, met name voor grote monumentenprojecten, een natuurlijk persoon, stichting of andere rechtspersoon het project regelt en dus de mogelijkheid dient te hebben om subsidie aan te vragen.
Aan de hand van een uitspraak (ECLI:NL:CRVB:2009:BI1719) is het niet mogelijk dat de gemeente subsidie bij zichzelf aanvraagt; de aanvrager en subsidieverlener moeten te onderscheiden rechtspersonen zijn.
Artikel 3 lid 2 Verdeling van het subsidiebudget
Dit artikel bevat de basis van het subsidieplafond dat het college jaarlijks kan vaststellen. Daarin wordt het bedrag aangegeven, dat gedurende een begrotingsjaar beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies. Het subsidieplafond is naar zijn aard een beperking van de verplichting van het bestuursorgaan om aan aanspraken op financiële middelen te voldoen. Met het aangeven van een jaarlijks volume van subsidiëring wordt bereikt, dat een subsidie wordt geweigerd (artikel 4:25 Awb) als de middelen zijn uitgeput die in de begroting beschikbaar zijn gesteld. De aanvrager kan het volgende jaar alsnog de aanvraag indienen.
Artikel 4 lid 1d: Kosten die voor subsidie in aanmerking komen
De BTW die op de kosten van de werkzaamheden, de maatregelen en voorzieningen wordt geheven, wordt in principe als subsidie aan de aanvrager vergoed. Dat geldt uiteraard niet als de aanvrager op andere wijze de BTW kan verrekenen; dan vallen deze kosten weg en is er geen noodzaak tot subsidiering.
Artikel 4 lid 2 Zelfwerkzaamheid
Belangrijk is dat het monument goed en met respect voor de historische elementen wordt onderhouden. Veel eigenaren kunnen dat uitstekend zelf. Als de werkzaamheden zelf worden uitgevoerd, zijn de materiaalkosten wel subsidiabel, maar de eigen (loon-)kosten niet.
Artikel 5 lid 1 a: Voorwaarden
Het aanbestedingsbeleid is te vinden op de website van gemeente Haarlemmermeer.
Welke bescheiden bij de aanvraag om subsidie moeten worden overgelegd is in dit artikel geregeld. Overeenkomstig de Awb artikelen 4:1 en 4:4 wordt een standaardaanvraagformulier gehanteerd voor de stroomlijning van de aanvragen.
In artikel 4:5 Awb wordt de wijze van afdoening geregeld voor het geval dat de benodigde stukken ontbreken. Het bestuursorgaan moet immers kunnen beschikken over alle relevante stukken alvorens een besluit te kunnen nemen op de subsidieaanvraag. Als de aanvrager verzuimt alsnog ontbrekende stukken toe te voegen, kan besloten worden de aanvraag niet verder te behandelen.
Arti kel 12 lid 2e: Aanvullende voorwaarden monumentenprojecten
Dit artikel heeft betrekking op de voorbereiding van het tweede publiekrechtelijke moment in het subsidietraject. Voorafgaand aan het vaststellen van een subsidie zullen de aanvragers een aanvraag moeten indienen, vergezeld van een aantal stukken. Het college kan in beleidsregels afwijken van de verplichting een accountantsverslag te overleggen als naar zijn inzicht de kosten van de accountant niet opwegen tegen de hoogte van de verleende subsidie. In dat geval kan in beginsel worden volstaan met een samenstellingsverklaring. Voor de kleine subsidies kan eventueel geheel worden afgezien van een onafhankelijke controle.
Artikel 16 Besluit tot subsidievaststelling
Als blijkt dat de subsidie tengevolge van een onjuiste of onvolledige opgave is verleend dan wel een voorschrift als bedoeld in deze verordening niet is nageleefd kan het college: een besluit tot verlening van subsidie geheel of gedeeltelijk intrekken en niet of niet geheel tot uitbetaling van de subsidie overgaan en al uitbetaalde subsidie geheel of gedeeltelijk terugvorderen (afdeling 4.2.6 en 4.2.7 Awb). Een lager subsidiebedrag vaststellen dan is verleend kan alleen o.g.v. de in artikel 4:46, tweede lid genoemde gronden. Hoger vaststellen is niet mogelijk (zie o.a. ABRS 15/12/04, AB 2005, 276).
Artikelen 4:25 en 4:35 Algemene wet bestuursrecht (Awb) worden in artikel 17 genoemd. Hieronder zijn deze artikelen voluit geschreven.
Indien niet tijdig, dan wel in bezwaar of beroep of ter uitvoering van een rechterlijke uitspraak omtrent verstrekking wordt beslist, geldt de verplichting van het tweede lid slechts voor zover zij ook gold op het tijdstip, waarop de beslissing in eerste aanleg werd genomen of had moeten worden genomen.
Voor monumentenprojecten geldt dat we elk jaar ten tijde van het project een deel van de subsidie betalen op basis van facturen en uitgevoerd werk.
Artikel 23 zaken waarin de verordening niet voorziet
Als de praktijk aanleiding geeft om deze verordening aan te vullen, zal het college uiteraard voorstellen aan de raad moeten doen. Omdat de tijd die gemoeid is met de totstandkoming van zo’n aanvulling te lang kan zijn om een beslissing op te schorten (in verband met voorgeschreven termijnen of belangen van de gemeente en/of aanvragers), geeft dit artikel het college de bevoegdheid om te handelen in gevallen waarin de verordening (nog) niet voorziet.
Dit artikel is opgenomen om ten opzichte van een aanvrager in begunstigende zin te kunnen afwijken van deze verordening, met uitzondering van de bepalingen die de wettelijke basis vormen voor de subsidieverlening. Daarvoor is wel nodig dat sprake is van bijzondere omstandigheden.
De aanduiding “hardheidsclausule” geeft aan, dat zich bijzondere omstandigheden kunnen voordoen, waarin een strikte toepassing van één of meer artikelen in redelijkheid niet kan worden verlangd.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2019-97867.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.