Gemeenteblad van Ede
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ede | Gemeenteblad 2019, 9193 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ede | Gemeenteblad 2019, 9193 | Verordeningen |
Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ede houdende regels omtrent subsidie peuteropvang Subsidieregeling peuteropvang Ede
Het college van burgemeester en wethouders van Ede;
gelet op de artikelen 3, 5, eerste lid, 6, vierde lid, 7, vierde lid, 12, tweede lid, 13, vierde lid, 14, derde lid, en 10 van de Algemene subsidieverordening Ede 2017 (Asv Ede 2017);
overwegende dat jonge kinderen door peuteropvang een goede start kunnen maken en eventuele achterstanden kunnen worden tegengegaan;
Subsidie wordt uitsluitend verleend per bezette peuterplaats aan geregistreerde VVE-kindercentra die gevestigd zijn in de gemeente Ede.
Artikel 4. Omvang en looptijd subsidie
Burgemeester en wethouders kunnen een subsidieplafond vaststellen voor deze regeling. Zij regelen daarbij de verdeling.
Onverminderd het bepaalde in artikel 9 van de Algemene subsidieverordening Ede 2017 kunnen burgemeester en wethouders de subsidie weigeren indien er gegronde reden bestaat om aan te nemen dat de aanvrager niet in staat zal zijn om aan zijn financiële verplichtingen te voldoen gedurende de looptijd van de subsidie.
Artikel 11. Overgangsbepaling 2019
Vastgesteld in de vergadering van 4 december 2018, zaaknummer 105651
Het college voornoemd,
drs. P.C.M. van Elteren
de secretaris,
mr. L.J. Verhulst
de burgemeester.
Bijlage 1. Behorend bij artikel 7, tweede lid
Aanwijzing van gegevens die worden geregistreerd in de Peutermonitor:
Artikel 4. Omvang en looptijd subsidie
De hoogte van de subsidie is van een aantal factoren afhankelijk. Voor kinderen zonder VVE-indicatie geldt dat maximaal 8 uur kinderopvang wordt gesubsidieerd door de gemeente. De hoogte van de subsidie is afhankelijk van de vraag of de ouders van het kind recht hebben op kinderopvangtoeslag of niet. Ouders die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag betalen een ouderbijdrage voor het gebruik van kinderopvang. Voor het bepalen van de ouderbijdrage wordt de systematiek die op Rijksniveau is vastgelegd in het Besluit kinderopvangtoeslag op overeenkomstige wijze toegepast.
Voor kinderen met VVE-indicatie geldt dat maximaal 16 uur kinderopvang wordt gesubsidieerd door de gemeente. Tot en met de eerste 8 uur is de hoogte van de subsidie voor deze kinderen gelijk aan de subsidie voor kinderen zonder VVE-indicatie. Ook het bedrag dat ouders betalen is hier gelijk. Het meerdere aan uren bovenop de eerste 8 uur is voor ouders gratis. Burgemeester en wethouders verlenen hier subsidie van €9,50 per uur.
Uitgangspunt is dat de subsidie per kalenderjaar wordt verstrekt. Voor nieuwe aanbieders van kinderopvang is het mogelijk om gedurende het jaar subsidie aan te vragen voor het resterende deel van het kalenderjaar (bijvoorbeeld voor een periode vanaf 1 september). Voor deze aanvragen geldt het bepaalde in artikel 6, tweede lid. Hierin is vastgesteld dat de subsidie minimaal 3 maanden voor start van de activiteiten moet worden aangevraagd.
Artikel 7. Aanvullende verplichtingen
Voor een geregistreerd kindercentrum gelden kwaliteitsvereisten op basis van het bepaalde krachtens de Wet kinderopvang. Burgemeester en wethouders verbinden het voldoen aan deze wettelijke kwaliteitsvereisten als verplichting aan de verlening van subsidies op grond van deze regeling.
Burgemeester en wethouders achten het niet wenselijk dat een kinderopvangorganisatie die niet voldoet aan de wettelijke kwaliteitsvereisten wél subsidie ontvangt vanuit de gemeente Ede. Hier gaat een verkeerd signaal van uit.
Het voldoen aan de wettelijke kwaliteitseisen is een doelgebonden verplichting, in de zin van artikel 4:38 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Kwalitatief goede kinderopvang draagt bij aan het doel van deze subsidie: ervoor zorgdragen dat kinderen een goede start kunnen maken in het onderwijs en hun verdere leven evenals het voorkomen van eventuele leerachterstanden.
Indien er gegronde reden is om aan te nemen dat de aanvrager niet aan deze verplichting zal kunnen voldoen, dan kan de subsidie worden geweigerd (artikel 4:35, eerste lid, onder b van de Awb). Het niet voldoen aan deze verplichting kan daarnaast ook reden zijn om de subsidie lager vast te stellen (artikel 4:46, tweede lid, onder b van de Awb). Verder kan de subsidieverlening worden verlaagd of ingetrokken (artikel 4:48, eerste lid, onder b van de Awb).
Op de verlening van deze subsidie zijn in de eerste plaats de weigeringsgronden van toepassing die zijn opgenomen in de Asv. Daarnaast is opgenomen dat burgemeester en wethouders subsidie kunnen weigeren indien er gegronde reden is om aan te nemen dat de aanvrager niet in staat zal zijn om aan zijn financiële verplichtingen te voldoen gedurende de looptijd van de subsidie. Deze weigeringsgrond is bedoeld om het risico te verkleinen dat publiek geld verloren gaat, doordat een aanvrager failliet gaat.
De beoordeling wordt uitgevoerd op basis van de jaarstukken (jaarrekening + toelichting en accountantsverklaring). Hierin wordt gekeken naar zowel de liquiditeit als de solvabiliteit. Er is afgezien van het opnemen van een vaste ratio van bijvoorbeeld verhouding vreemd vermogen ten opzichte van eigen vermogen.
Op de verantwoording van de subsidie wordt artikel 15 van de Algemene subsidieverordening Ede 2017 van toepassing verklaard. Subsidies op grond van deze subsidieregeling zijn eigenlijk altijd groter dan €50.000 per jaar. Daarmee vallen ze in de zwaarste categorie ten aanzien van de verantwoording.
In aanvulling op de algemene verantwoordingsplicht vanuit de Algemene subsidieverordening Ede 2017 worden een aantal aanvullende gegevens gevraagd. Hiervan maakt deel uit een overzicht van het aantal bezette peuterplaatsen met specificatie naar regulier / VVE en of de ouders van de peuter recht hebben op kinderopvangtoeslag. De grondslag voor de subsidie is het aantal uren dat daadwerkelijk gebruik wordt gemaakt van de peuterplaats (zie artikel 4). Het overzicht moet daarom het aantal uren per jaar bevatten dat daadwerkelijk van de peuteropvang gebruikt wordt gemaakt.
Daarnaast moet de aanvrager beschikken over een aantal documenten die zijn opgenomen in het derde lid. De accountant betrekt deze gegevens bij zijn oordeel over de getrouwheid en rechtmatigheid van de besteding van de subsidie, zoals bedoeld in artikel 15 van de Algemene subsidieverordening Ede 2017. De Algemene subsidieverordening Ede 2017 schrijft voor dat de accountantscontrole moet worden verricht aan de hand van een controleprotocol, waarmee de getrouwheid en rechtmatigheid met een voldoende mate van zekerheid kan worden vastgesteld. Hieraan is in ieder geval voldaan indien gebruikt wordt gemaakt van het Verantwoordings- en accountantsprotocol Gemeente Ede 2018.
De verantwoording is de basis voor het vaststellen van de subsidie. De vaststelling vindt plaats op basis van het daadwerkelijk gebruik van de peuteropvang tegen het daarvoor geldende uurtarief (p x q model). Er vindt dus nacalculatie plaats.
In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders afwijken van bijvoorbeeld de leeftijdsgrens, het maximaal aantal uren of het uurtarief. Het moet daarbij om situaties waarin de veiligheid, gezondheid of ontwikkeling van het kind op het spel staat. Beoogd is om toepassing te geven aan de hardheidsclausule in crisissituaties. Bijvoorbeeld als één van de ouders ernstig ziek is en daarom in de belang van de ontwikkeling van het kind het noodzakelijk is om tijdelijk voor meer uren kinderopvang te bieden.
Aan het artikel wordt alleen toepassing gegeven op voordracht van het Centrum voor Jeugd en Gezin of één van de Sociaal Teams die werkzaam is binnen de gemeente Ede. Door deze beperking wordt eraan bijgedragen dat het artikel alleen toepassing vindt in zeer uitzonderlijke situaties, in het belang van het kind.
Toepassing van dit artikel is altijd tijdelijk van aard. Het gaat hierbij om een maximale periode van negen maanden die niet kan worden verlengd. Wel is het mogelijk dat het college bijvoorbeeld eerst voor een periode van drie maanden tot afwijking besluit en daarop volgend nog eens voor een periode van zes maanden.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2019-9193.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.