Gemeenteblad van Noordwijk
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noordwijk | Gemeenteblad 2019, 91535 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noordwijk | Gemeenteblad 2019, 91535 | Overige besluiten van algemene strekking |
Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Noordwijk houdende regels omtrent verlofregelingen Verlofregeling gemeente Noordwijk 2019
Verlofregeling gemeente Noordwijk 2019
Alle op grond van deze regeling toe te kennen verlofrechten gelden voor medewerkers met een volledig dienstverband. Voor medewerkers met een deeltijd dienstverband worden deze uren berekend conform de voor hen geldende deeltijdfactor.
Artikel 5 Overgangsrecht bovenwettelijk leeftijd- en schaalverlof
De medewerker die op 31 december 2018 reeds in dienst is van de gemeente Noordwijk / Noordwijkerhout en op 1-1-2019 feitelijk de leeftijd van 45 jaar heeft bereikt en dan meer dan 165,6 uur vakantieverlof heeft behoudt hetgeen waar hij op dat moment recht op heeft. Er vindt geen verhoging meer plaats als betrokkene ouder wordt en/of naar een hogere schaal bevorderd wordt.
Artikel 8 Landelijke, lokale feestdagen en aangewezen brugdag
Medewerkers met een deeltijd dienstverband en medewerkers – die hun 36-urige werkweek verdelen, anders dan 5 x 7,2 uur – krijgen jaarlijks naar rato van de omvang van het dienstverband, uren toegevoegd aan het bovenwettelijk verlof als zij op een landelijke en/of lokale feestdag volgens hun werkschema niet werken of volgens rooster minder dan 7,2 uur. Medewerkers met een deeltijd dienstverband en medewerkers die hun 36-urige werkweek verdelen, anders dan 5 x 7,2 uur – en die volgens werkschema wel werkzaam zijn op een landelijke en/of lokale feestdag, worden naar rato, in uren gekort op het bovenwettelijk verlof als zij volgens rooster meer werken dan 7,2 uur.
Artikel 10 Diverse verlofvormen
Binnen de gemeente zijn diverse verlofvormen van toepassing, die geregeld zijn in de Wet arbeid en zorg en/of in de CAR/UWO.
Artikel 13 Ziek tijdens vakantie
Als een medewerker ziek wordt tijdens zijn vakantie, dan worden de wegens die ziekte niet genoten vakantieverlofuren als niet opgenomen beschouwd, als de medewerker:
Artikel 14 Niet opgenomen verlof
Indien de medewerker met een volledig dienstverband in een kalenderjaar zijn opgebouwde vakantieverlof geheel of gedeeltelijk niet heeft opgenomen en het aantal niet genoten vakantieverlofuren niet meer dan 72 uur bedraagt, worden deze uren automatisch overgeboekt naar het volgende kalenderjaar. De medewerker hoeft hiervoor geen verzoek in te dienen.
Aldus vastgesteld in de vergadering van 26 januari 2019. Het college van burgemeester en wethouders van Noordwijk,
C. Hof
de secretaris
J.H.M. Hermans - Vloedbeld
de burgemeester
Artikel 6:2:1 van de CAR/UWO verplicht gemeenten een verlofregeling te hebben. De kaders hiervoor worden met name in hoofdstuk 3 en 6 van de CAR/UWO verwoord. In deze regeling is zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij de bepalingen opgenomen in de CAR/UWO.
Artikel 3 Wettelijk vakantieverlof
De wettelijke vakantieverlofuren zijn de uren die een medewerker nodig heeft om 4 weken verlof op te kunnen nemen. Voor gemeenten zijn dat er 144 (4 x 36 uur).
Wettelijk vakantieverlof vervalt 12 maanden na afloop van het kalenderjaar waarvoor ze bedoeld waren.
In artikel 3:3 is opgenomen dat een medewerker, die in de loop van een kalenderjaar wordt aangesteld of ontslagen, naar rato van de tijd die hij zijn betrekking vervult, recht heeft op verlof. De verlofrechten worden ook toegekend over gedeeltelijk gewerkte maanden. Dit past bij de doelstelling van deze verlofregeling om iedere medewerker precies dat aantal verlofuren toe te kennen, waar hij recht op heeft.
Artikel 4 Bovenwettelijk vakantieverlof
De Wet gelijke behandeling verbiedt het maken van onderscheid tussen medewerkers, tenzij er een objectieve rechtvaardigingsgrond voor is. In het kader hiervan is het leeftijd- en functieniveauverlof dat bij de gemeente Noordwijk en Noordwijkerhout bestond omgezet naar een bovenwettelijk vakantieverlof van 21,6 uur bij een volledig dienstverband voor medewerkers ongeacht leeftijd en/of schaalniveau. Hiermee komt het vakantieverlof op 165,6 uur per jaar. Medewerkers in dienst op 31 december 2018 met een hoger verlofrecht dan 165,6 uur per jaar behouden het recht op het hoger aantal vakantieverlofuren.
Ter compensatie van lokale feestdagen als Kermisdagen, Carnaval in Noordwijkerhout en 14,4 extra verlofuren in Noordwijk wordt jaarlijks bij elke medewerker met een volledig dienstverband 18,0 extra verlofuren toegevoegd.
Artikel 5 Overgangsrecht bovenwettelijk leeftijd- en schaalverlof
In dit artikel wordt het verworven recht op reeds opgebouwd leeftijd en schaalverlof gegarandeerd. Het verlof wordt ‘bevroren’ naar de situatie op 1 januari 2019. De overgangsregeling geldt voor medewerkers met het minimum aantal bovenwettelijke verlofuren op basis van leeftijd- en schaalverlof van 21,6 uur bij een fulltime dienstverband. Zij behouden het recht op de meerdere uren. Medewerkers die per 31 december 2018 minder dan 21,6 uur bovenwettelijk leeftijd- en schaalverlof hebben bij een fulltime dienstverband, ontvangen per 1 januari 21,6 uur bovenwettelijk verlof bij een fulltime dienstverband.
Voor 2019 kende de gemeente Noordwijk leeftijd verlof voor medewerkers vanaf 30 jaar. Het leeftijd verlof werd bij het bereiken van 30 jaar, 40 jaar, 45 jaar, 50 jaar, 55 jaar en 60 jaar verhoogd. Daarnaast kende de gemeente Noordwijk voor 2019 schaalverlof voor medewerkers vanaf functieschaal 10.
Voor 2019 kende de gemeente Noordwijkerhout leeftijd verlof, diensttijdverlof en schaalverlof voor medewerkers. Hierbij werd een onderscheid gemaakt tussen medewerkers in dienst voor 1997 en na 1997.
Artikel 6 Vermeerdering bovenwettelijk vakantieverlof
Artikel 6 benoemt redenen waarom een medewerker een hoger vakantieverlofrecht kan hebben met een grondslag in de CAR/UWO.
Op basis van artikel 6;2:1 vierde lid CAR/UWO hebben medewerkers die recht hebben op een toelage onregelmatige dienst en medewerkers die zich buiten de voor hen geldende werktijden, regelmatig en in belangrijke mate, beschikbaar moeten houden voor werkzaamheden recht op 14,4 uren extra vakantieverlof.
Alle medewerkers kunnen in overeenstemming met artikel 6:2, lid 2 CAR/UWO een verzoek indienen om in een daaropvolgend jaar maximaal 50,4 uur meer te werken. Deze meer te werken uren worden omgezet in uren vakantieverlof. Voor medewerkers met een deeltijdaanstelling geldt de mogelijkheid naar rato. In deze regeling is gekozen om verzoeken in principe alleen te honoreren als er voor de medewerker geen verlofstuwmeer aanwezig is.
Artikel 8 Landelijke, lokale feestdagen en aangewezen brugdag
Dit artikel geeft de mogelijkheid om lokale feestdagen aan te wijzen. Het vastleggen van een lokale feestdag heeft tot gevolg dat het aantal werkbare uren op jaarbasis daalt.
De Wet gelijke behandeling verbiedt heet maken van onderscheid tussen medewerkers met een volledige en medewerkers met een deeltijd aanstelling. Door artikel 8, lid 2 ontvangen alle medewerkers het aantal verlofuren voor feestdagen waar zij recht op hebben.
Tevens is in dit artikel een jaarlijkse vaste brugdag aan te wijzen. Moet een medewerker op een brugdag arbeid verrichten dan zal dit niet anders dan op een reguliere werkdag beloond worden.
Bezoek aan een arts vindt zoveel als mogelijk in de eigen tijd plaats. Gelet op de gemiddelde arbeidsduur van 36 uur per week voor medewerkers met een volledig dienstverband en het voor de meeste medewerkers geldende ruime dagvenster, gaat dit artikel ervan uit dat medewerkers huisarts, tandarts, specialist e.d zoveel mogelijk in eigen tijd bezoeken. Uitgangspunt voor parttimers is, dat arts bezoek in eigen tijd plaatsvindt. Mocht dit in incidentele gevallen niet mogelijk zijn, dan vindt overleg plaats met de werkgever.
De werkgever kan afwijkende maatwerkafspraken met een medewerker maken, bijvoorbeeld als er sprake is van een chronische ziekte of een intensief behandeltraject, waarvoor de medewerker veelvuldig een arts of een specialist moet bezoeken. In dat geval zal bekeken worden of de medewerker zijn afspraken met de arts of specialist (zoveel mogelijk) aan het begin of aan het eind van de werkdag kan maken.
Onder diverse verlofvormen vallen onder meer: calamiteiten- en ander kort verzuimverlof, kraamverlof, langdurend zorgverlof, zwangerschaps- en bevallingsverlof en adoptie- en pleegverlof. Meer informatie daarover is te vinden in de Wet arbeid en zorg en in de CAR/UWO.
Dit artikel zet de kaders voor de administratieve afspraken over de opname van verlof. Voor de meeste medewerkers is er als gevolg van de Werktijdenregeling meer ruimte om gedurende het jaar te wisselen in arbeidstijden en arbeidspatroon.
Een medewerker heeft het recht op het kopen van 4x de arbeidsduur per week aan verlof door het inzetten van zijn IKB. Dit betekent echter niet, dat de medewerker ook het recht heeft dit verlof in het betreffende jaar op te nemen. Ook hier geldt dat opname van verlof in overleg tussen werkgever, team en medewerker wordt opgenomen.
Artikel 14 Niet opgenomen verlof
Dit artikel geeft aan hoeveel uren er automatisch meegenomen kunnen worden naar het volgende jaar. Overigens heeft dit niet (direct) tot gevolg dat een eventueel hoger resterend aantal uren vakantieverlof vervalt. Om te voorkomen dat er verlofstuwmeren ontstaan is het van belang om tijdig te sturen op planning van vakantieopname. Dit artikel voorziet hierin.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2019-91535.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.