Beleidsnota vergunningverlening 2019-2020

Hoofdstuk 1: Inleiding

In deze beleidsnota is het vergunningenbeleid van de gemeente Urk beschreven. Hiermee geeft de gemeente invulling aan de Wet verbetering vergunningverlening, toezicht en handhaving (hierna VTH) die in april 2016 gemeenten verplicht om beleid vast te stellen ten aanzien van vergunningverlening in de fysieke leefomgeving.

 

Deze beleidsnota heeft een looptijd tot en met 2020. Het Handhavingsbeleid gemeente Urk 2016-2019 en deze beleidsnota vormen samen het VTH beleid van de gemeente. De concrete uitvoering van het VTH beleid wordt in het jaarlijks op te stellen uitvoeringsprogramma toegelicht. In 2019 wordt het handhavingsbeleid van de gemeente Urk herzien en het voornemen is om één VTH beleid op te stellen in 2019.

 

1.1 Reikwijdte

De reikwijdte van deze beleidsnota is beperkt tot vergunningverlening in de fysieke leefomgeving binnen de gemeente Urk. Dit beleid richt zich om deze reden op de vergunningverleningstaken die voortvloeien uit het omgevingsrecht (bouwen, ruimtelijke ordening, (brand)veiligheid, de Algemene Plaatselijke Verordening en bijzondere wetten).Taken op het gebied van sociale wetgeving en leerplicht zijn hiervan uitgesloten.

 

1.2 Samenwerkingspartners

1.2.1 Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek (OFGV)

Milieuvergunningen, meldingen in het kader van het activiteitenbesluit, bedrijfsgebonden milieuklachten en het toezicht en handhaving van milieuwetgeving wordt afgehandeld door en ondergebracht bij de OFGV. Gemeente Urk blijft hierin wel eindverantwoordelijk als bevoegd gezag. De OFGV heeft de opdracht gekregen om periodiek te rapporteren over de uitvoering van haar taken.

 

1.2.2 Samenwerking binnen Flevoland

Tussen Provincie, Waterschap en de zes gemeenten in Flevoland zijn afspraken gemaakt over de uitvoering van de Wabo-taken. Dit is vastgelegd in een bestuursovereenkomst. Het doel van samenwerking is onder meer te komen tot uniform beleid, uniforme processen en protocollen en ervoor te zorgen dat de betrokken gemeenten door middel van intergemeentelijke samenwerking de uitvoering van VTH-taken professionaliseren en de kwaliteit in de respectievelijke organisaties borgen

 

1.2.3 Regionaal overleg

Op regionaal niveau wordt regelmatig samengewerkt en afgestemd om de kwaliteit van VTH beleid naar een hoger niveau te brengen.

Hoofdstuk 2: Beleidscyclus

Eisen aan de inrichting van processen zijn wettelijk vastgelegd in de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht en de daarbij behorende algemene maatregelen van bestuur. Dit zijn de zogenaamde procescriteria. De procescriteria beschrijven de eisen die gesteld worden aan de sluitende beleidscyclus. Deze regels zijn opgesteld om de risico’s voor mens en natuur te beperken, zodat de veiligheid en gezondheid niet in het geding komt.

 

2.1 De BIG-8 als uitgangspunt

Het voldoen aan de procescriteria borgt een gesloten plan-do-check-act cyclus, die begint met het opstellen van een strategisch beleidskader (probleemanalyse, doelstellingen, prioriteiten) die daarna overgaat in de daadwerkelijke uitvoering van de VTH-taken (planmatig geborgd in een uitvoeringsprogramma). Vervolgens komt het monitoren van de geleverde prestaties op basis van kritische prestatie-indicatoren aan bod en eindigt (c.q. begint opnieuw) met het bijstellen van het beleid naar aanleiding van de ervaringen in de praktijk.

 

De BIG-8 bestaat uit twee regelkringen bestaande uit zeven stappen op beleidsniveau en uitvoerend niveau. Hieronder wordt kort aangegeven wat de stappen uit bovengenoemde ‘dubbele regelkring’ inhouden.

 

Figuur 1: BIG-8

 

  • 1.

    Rapportage en Evaluatie: In essentie betreft deze stap het analyseren van allerlei relevante elementen dan wel veranderingen voor de vergunningverlening, toezicht en handhavingsorganisatie.

  • 2.

    Strategisch Beleidskader: De uitgevoerde beleidsevaluatie, de jaarverslagen en actuele risicoanalyse leggen de basis voor de volgende stap in het proces, het strategisch beleidskader. Op basis van de risicoanalyse worden prioriteiten gesteld. Vervolgens worden in het beleid doelstellingen vastgelegd die de organisatie wil behalen ten aanzien van deze prioriteiten. Hierbij moet het ambitieniveau in lijn zijn met capaciteit.

  • 3.

    Operationeel Beleidskader: Op basis van de risicoanalyse zijn de prioriteiten gesteld en met het strategisch beleidskader is bepaald welke doelen de organisatie wil behalen. Met het operationeel beleidskader wordt duidelijk hoe de doelen behaald gaan worden rekening houdend met de prioriteiten.

  • 4.

    Programma & organisatie: Bij programma en organisatie (ook wel planning en control fase genoemd) staat het toewijzen van de noodzakelijke capaciteit en financiële middelen die nodig zijn om de gestelde doelen te kunnen bereiken centraal.

  • 5.

    Voorbereiden: Om ervoor te zorgen dat het de ambtelijke organisatie op een juiste wijze uitvoering geeft aan de uitvoering van het VTH uitvoeringsprogramma en het VTH-beleid, moet er gehandeld worden volgens vooraf vastgestelde procedures, processen en protocollen.

  • 6.

    Uitvoeren: De kern van deze stap betreft de uitvoering van bovengenoemde op het gebied van vergunningverlening en toezicht en handhaving.

  • 7.

    Monitoren: De laatste processtap is de monitoring. Met behulp van een geautomatiseerd systeem worden de resultaten en de voortgang van de uitvoering van het beleid en het uitvoeringsprogramma gemonitord. De monitoringsresultaten worden weergegeven in het jaarverslag en gebruikt voor bijsturing van de operationele cyclus en voor input op de beleidsevaluatie.

Hoofdstuk 3: Strategisch beleidskader

3.1 Omgevingsanalyse (BOR. 7.2.5)

Om (integraal) zicht te krijgen op de risico’s en ontwikkelingen binnen de gemeente Urk, is een goede omgevingsanalyse nodig. De omgevingsanalyse is uitgewerkt aan de hand van verschillende doelgroepen, te weten:

  • 1.

    Burgers;

  • 2.

    Bedrijven;

  • 3.

    Recreatie en toerisme.

Voor elke doelgroep is een profiel uiteengezet en zijn de ontwikkelingen opgesomd. Op basis van deze analyses kan het cluster vergunningverlening een inschatting maken van het aantal te verwachten aanvragen/meldingen per doelgroep. Hierdoor kan ook een berekening gemaakt worden wat betreft benodigde capaciteit. Hierdoor kan voorkomen worden dat een overschrijding van termijnen plaatsvindt, wat in sommige gevallen kan leiden tot vergunningverlening van rechtswege (uitgewerkt in het uitvoeringsprogramma). De analyses gaan ook in op de te verwachten typen bouwwerken als het gaat om wooneenheden en bedrijven, wat ook mede de aard en complexiteit van een aanvraag kan bepalen.

 

Voor de omgevingsanalyse is gebruik gemaakt van de Primos-prognose 20181, rapport Platform 312 van 2018 en cijfers van CBS/PBL3 om een profiel te maken van elke doelgroep.

 

3.1.1 Doelgroep burgers

Profiel

Tabel 1: Bevolking en huishoudens 2018-2050

Tabel 1. Gemeente Urk. Bevolking en huishoudens 2018-2050

 

2018

2020

2025

2030

2035

2040

2045

2050

inwoners

20524

21174

22550

24075

25280

26183

26842

27320

huishoudens

6203

6576

7145

7677

8100

8426

8702

9003

huishoudengrootte

3,31

3,22

3,16

3,14

3,12

3,11

3,08

3,03

Bron: Primos2018

 

Gemeente Urk telde op 14 december 2018, 20 524 inwoners. De prognoses van verschillende rapporten laten zien dat het aantal inwoners op Urk aanzienlijk toenemen: van 20.524 in 2018 naar 27.320 in 2050. De sterke groei op Urk komt vooral door de grote natuurlijke aanwas en niet zozeer door de instroom van inwoners die uit andere gemeenten naar Urk verhuizen. Deze sterke bevolkingsgroei op Urk is tegelijkertijd niet zonder meer een voordeel. Urk moet namelijk de sterke groei accommoderen op het gebied van woon-, werk- en leefomgeving. Dit is ook een van de redenen waarom het plangebied Zeeheldenwijk (vml. Schokkerhoek) is ontworpen. Op 27 juni 2017 is het bestemmingsplan vastgesteld met woningbouw en (deel) bedrijventerrein

 

Het aantal huishoudens groeit op Urk nog sterk. In de jaren tot 2030 komen er nog bijna 1.500 huishoudens bij en tot 2050 wel 2.800. Vooral het aantal huishoudens 55-74 en 75+ neemt sterk toe, bijna 2.100 tot 2050. Ook het aantal jongere huishoudens blijft nog toenemen tot 2050, namelijk 700 huishoudens.

 

Om met de bovengenoemde ontwikkelingen om te gaan, heeft de gemeente Urk haar lange termijn visie en ambities vastgesteld in een strategisch woonvisie4. In de Woonvisie wordt het bouwprogramma voor de komende jaren vastgesteld. In tabel 2 zijn de verwachtingen weergegeven.

Tabel 2: Deel van jaaroverzicht woningbouwproductie uit Woonvisie Urk 2035+

Ook zijn de bebouwingsvormen en aantallen inzichtelijk gemaakt voor de periode 2019-2022. De komende jaren zullen voornamelijk woningen gebouwd worden die geschakeld of gestapeld zijn, zoals te zien in tabel 3.

Tabel 3: Type bouwwerken 2019-2022

Bebouwingsvorm

Totaal

Locatie (aantal)

Verwachte oplevering

Gestapeld

24

Zeewijk fase 4 (24)

2019

Vrijstaand

2

4

Zeewijk fase 4 (2)

Oranjewijk fase 1 (4)

2019

Geschakeld

47

Oranjewijk fase 1 (4)

Oranjewijk fase 2 (43)

2019

Twee-onder-een-kap

26

Oranjewijk fase 2 (26)

2019

 

Gestapeld

74

Zeewijk fase 4 (24)

Oranjewijk fase 1 (50)

2020

Hof gestapeld

4

Oranjewijk fase 3 (4)

 

Vrijstaand

3

Oranjewijk fase 1 (2)

Oranjewijk fase 3 (1)

2020

2020

Geschakeld

42

Oranjewijk fase 2 (27)

Oranjewijk fase 3 (15)

2020

Hof geschakeld

20

Oranjewijk fase 2 (8)

Oranjewijk fase 3 (12)

2020

Twee-onder-een-kap

14

Oranjewijk fase 2 (12)

Oranjewijk fase 3 (2)

2020

Kangoeroe

3

Oranjewijk fase 3 (3)

2020

Waterarken

7

Oranjewijk fase 3 (7)

2020

Gestapeld zelfstandig woonzorg

64

Oslolaan 2-4 (64, vml. Wilhelminaschool)

2020-2021

 

Gestapeld

53

Oranjewijk fase 2 (25)

Oranjewijk fase 3 (28)

2021

Vrijstaand

5

Zeewijk fase 1 (2)

Oranjewijk fase 2 (3)

2021

Geschakeld

37

Oranjewijk fase 3 (37)

2021

Twee-onder-een-kap

2

Oranjewijk fase 3 (2)

2021

Kwadrant

8

Oranjewijk fase 2 (8)

2021

 

Gestapeld

44

Oranjewijk fase 3 (44)

2022

Vrijstaand

5

Oranjewijk fase 3 (5)

2022

 

3.1.2 Doelgroep bedrijven

Profiel

De groei van het aantal vestigingen, het aantal oprichtingen en het aantal snelgroeiende bedrijven zijn indicaties voor de dynamiek en de kwaliteit van het ondernemerschap op Urk. Van 2006 tot 2012 is het aantal vestigingen met 48 procent toegenomen. Afgelopen vijf jaar is het aantal vestigingen op Urk verder toegenomen met 8,7 procent. De florerende visserijsector in 2016 heeft daar waarschijnlijk iets mee te maken. De groei van het aantal vestigingen gaat vanzelfsprekend gepaard met een grotere vraag naar grond. Cluster Economische Zaken heeft de vraag naar grond vanuit de markt per branche bijgehouden. In tabel 4 is te zien hoe zich dit per branche verhoudt.

 

Om in deze groeiende vraag naar grond te voorzien, is de gemeente Urk van plan om een nieuw binnendijks bedrijventerrein te ontwikkelen ten behoeve van het visserijcluster en maritieme sector (inclusief de ontwikkeling van de Maritieme Servicehaven Noordelijk Flevoland en een Vis-experience). De ontwikkeling van het bedrijventerrein dient de vraag vanuit bedrijven van Urk en elders te faciliteren. Dit moet nog wel planologisch bestemd worden. Daarnaast is ook een (klein) deel van Zeeheldenwijk (gemengde zone) bestemd voor bedrijven met maximale milieucategorie 2.

Tabel 4: Vraag grond vanuit de markt

Branche

M2

Zeeheldenwijk

Binnendijks bedrijventerrein

Totaal per branche

Autosector

25.000

25.000

0

25.000

Kantoor/showroom

14.500

14.500

0

14.500

Wonen en werken

6.700

6.700

0

6.700

Groenboulevard

10.000

10.000

0

10.000

Tankstations

6.000

6.000

0

6.000

Auto & transport

85.000

0

85.000

85.000

Vis en voedselverwerking

16.500

0

16.500

16.500

Bouw

15.400

0

15.400

15.400

Recycling

43.000

0

43.000

43.000

Diversen

2.000

0

2.000

2.000

 

3.1.3 Doelgroep recreatie en toerisme

Het aantal evenementen en het aantal bezoekers per evenement in onze gemeente neemt ieder jaar toe. Dit is een mooie ontwikkeling, want evenementen zorgen voor vermaak, saamhorigheid en bedrijvigheid. Ook trekt het toeristen naar de gemeente Urk. De afgelopen jaren is een stijging te zien in het aantal evenementen dat op Urk georganiseerd wordt. In tabel 5 is deze stijging te zien.

 

Jaartal

Aantal vergunningaanvragen

2014

30

2015

35

2016

35

2017

75

2018

82

2019

79

 

In 2017 is een enorme stijging te zien in het aantal vergunningaanvragen voor evenementen. Dit heeft mede te maken met de gemeentelijke inzet om inwoners en evenementenorganisatoren bewust te maken dat het hebben van een vergunning noodzakelijk is om een evenement te organiseren. De verwachting is dat deze trend de komende jaren zal doorzetten.

 

Daarnaast ligt er landelijke een focus op evenementen. Verschillende incidenten, sommige met fatale afloop, vormden de oorzaak om alerter naar vergunningaanvragen te kijken. Aanscherping van het evenementenbeleid en/of het proces rondom vergunningverlening is hierdoor bij veel gemeenten op de agenda gekomen. Dit geldt ook voor de gemeente Urk.

 

Verder heeft de gemeente Urk en de Stichting Het Flevolandschap in overleg met de provincie Flevoland, de gemeente Noordoostpolder en het waterschap Zuiderzeeland een plan ontwikkeld voor de aanleg van natuur in het Urkerveld. Het doel van het plan is om een open, toegankelijk en leefbaar natuurgebied te creëren, waarbij ook aandacht is voor cultuurhistorie, educatie en recreatie. De ontwikkeling van het gebied heeft betrekking op circa 29 hectare. Het bestemmingsplan zal naar verwachting medio 2019 in werking treden.

 

3.2 Meetbare doelstellingen (BOR. 7.2.2)

In dit paragraaf worden de prioriteiten en doelstellingen wat betreft vergunningverlening uiteengezet.

 

3.2.1 Prioriteiten

Voldoen aan wettelijke afhandelingstermijn(en)

Voor veel vergunningsaanvragen gelden wettelijke termijnen waarbinnen een besluit genomen moet worden. De Wabo kent twee voorbereidingsprocedure: een reguliere met een afhandelingstermijn van 8 weken en een uitgebreide met een afhandelingstermijn van 26 weken. Het afhandelen van vergunningaanvragen binnen de gestelde termijnen is prioriteit voor de gemeente Urk. Regelmatig wordt er nagedacht over het efficiënter inrichten van processen om een snellere vergunningverlening te realiseren. Een van de redenen hiervoor is het voorkomen van overschrijding van termijnen, wat in sommige gevallen leidt tot vergunningverlening van rechtswege.

De vergunningen zijn van goede (juridische) kwaliteit

Het is van belang dat alle vergunningsaanvragen getoetst worden aan relevante wet- en regelgeving. Bij het opstellen van de vergunningen moet daarom ook rekening gehouden worden met wettelijke kaders die van toepassing zijn. Als dit niet op een juiste manier wordt gedaan, kan rechtsongelijkheid ontstaan. Hierdoor neemt de kans op gegronde bezwaarschriften toe als vergunningen juridisch niet houdbaar zijn. Zo worden bijvoorbeeld aanvragen voor een omgevingsvergunning activiteit bouwen getoetst met behulp van het landelijke toetsingsprotocol Bris-Toets, LTB2012 matrix om de (juridische) kwaliteit te garanderen.

 

3.2.2 Doelstellingen

In het visiedocument van de gemeente Urk zijn de missie en visie over de bedrijfsvoering beschreven. Ook zijn de gemeentelijke kernwaarden opgenomen in het document. De missie, visie en kernwaarden zien er als volgt uit:

Missie

Het mogelijk maken van adequaat, betrouwbaar en betaalbaar openbaar bestuur. Daarbij houden we rekening met de veelheid aan belangen in de samenleving en dragen zo bij aan het vertrouwen in de overheid.

Visie

Wij zijn er voor de inwoners en het bedrijfsleven van Urk en we maken gebruik van de kennis, kunde en kracht van de samenleving en het maatschappelijk initiatief.

We zetten in op samenwerking en faciliteren en bieden ruimte voor initiatieven.

Wij willen het bestuur volledig en onafhankelijk adviseren en voeren politieke besluiten loyaal uit.

De gedeelde waarden die hierbij horen zijn:

  • Verbinding (intern, extern, samen doen, samenwerken)

  • Verantwoording (verantwoordelijkheid dragen, vrijheid in gebondenheid, ontwikkelen, kwaliteit leveren, verantwoording afleggen).

  • Vertrouwen (open, transparant, veilige sfeer, respectvol omgaan met elkaar)

Vanuit deze missie, visie en kernwaarden zijn meetbare strategische doelstellingen opgesteld. Hierbij is gebruik gemaakt van een trechterstructuur, dat wil zeggen van abstract naar concreet ofwel van algemeen naar specifiek.

 

De gemeente Urk streeft op het gebied van vergunningverlening strategisch naar:

  • -

    Verbinding: wij willen de afstand tussen de overheid en burgers minimaliseren;

  • -

    Verantwoording: wij willen vergunningen deugdelijk opstellen;

  • -

    Vertrouwen : wij willen openheid geven over de vergunningverleningsprocedure.

Hieronder wordt omschreven hoe deze strategische doelstellingen concreet zijn gemaakt door middel van de trechterstructuur.

 

Van strategisch naar specifiek

Verbinding

Verantwoording

Vertrouwen

Begrijpelijkheid

Juridische procedures

Kwaliteit

Tijdigheid

Transparantie

Alle correspondentie is begrijpelijk.

Het voorkomen van juridische procedures

Alle vergunningen voldoen aan de wettelijke kwaliteitseisen

Alle reguliere vergunningaanvragen worden tijdig beschikt binnen de wettelijke vastgestelde termijnen van 8 weken

 

– Complete aanvragen voor minder complexe bouwwerken is het streven om binnen 6 weken de vergunning te verlenen

 

– Voor APV geldt hierbij dat de vergunning(en) minimaal 14 dagen vóór de start van de activiteit is verleend

Alle vergunningen worden verleend door middel van een transparant proces

 

Van specifiek naar operationeel

Begrijpelijkheid

Juridische procedures

Kwaliteit

Tijdigheid

Transparantie

Binnen de geldigheidsduur van dit beleid wordt alle correspondentie op begrijpelijkheid getoetst door het gebruik van sjablonen die voldoen aan de nieuwe schrijfwijzer van de gemeente Urk

Binnen de geldigheidsduur van dit beleid worden juridische procedures voorkomen door middel van (voor)overleg, voorlichting en (pre)mediation

Binnen de geldigheidsduur van dit beleid wordt de kwaliteit van de vergunningen bewaakt door het gebruik van SquitXO te optimaliseren (proces)

 

Binnen de geldigheidsduur van dit beleid wordt de kwaliteit van de vergunningen bewaakt door aanvragen waarbij de bouwkosten boven € 100.000 liggen te toetsen aan de hand van de landelijke Bris-toets (LTB2012 Matrix)

 

Binnen de geldigheidsduur van dit beleid wordt de kwaliteit van de vergunningen bewaakt door het bijhouden van de sjablonen/checklist of die voldoen aan (gewijzigde) regelgeving

Binnen de geldigheidsduur van dit beleid worden de aanvragen tijdig beschikt door het gebruik van termijnbewaking van SquitXO.

 

Binnen de geldigheidsduur van dit beleid worden de vergunningen verleend door middel van een transparant proces met behulp van SquitXO

 

Binnen de geldigheidsduur van dit beleid worden vergunningen verleend door middel van een transparant proces door complexe vergunningen middels een fysieke overdracht mondeling toe te lichten (introductie).

 

Binnen de geldigheidsduur van dit beleid worden vergunningen verleend door middel van een transparant proces door SquitXO met IKCS te koppelen om zo een aanvrager beter op de hoogte te houden van de stand van zaken van een vergunning (optimalisatie frontoffice)

 

Indicatoren/monitoring

Begrijpelijkheid

Juridische procedures

Kwaliteit

Tijdigheid

Transparantie

- Periodiek worden alle sjablonen opnieuw getoetst aan de schrijfwijzer en zo nodig aangepast

 

- Steekproefsgewijs correspondentie laten toetsen door de interne schrijfcoaches en zo nodig verwerkt in de sjablonen

 

 

(Strategische) doelstelling behaald als 90% van de correspondentie bij toetsing voldoet aan de schrijfwijzer

Kerngegevens uit SquitXO bestaande uit:

- Aantal zienswijzen

- Aantal bezwaar & beroep

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(Strategische) doelstelling behaald als 100% van de juridische procedures voorkomen is door middel van (pre)mediation

- Per kwartaal controleren of gemaakte afspraken over toepassing van SquitXO consequent worden nageleefd (o.a. besluitstatus)

- Per kwartaal sjablonen en de checklist controleren

 

 

 

(Strategische) doelstelling behaald als 90% van de gemaakte afspraken bij toetsing nageleefd worden

Kwartaalrapportages en kerngegevens uit SquitXO bestaande uit:

- datum van aanvraag en genomen besluit

- aard en complexiteit van een aanvraag

- type bouwwerk en aard van de inrichting

 

 

 

(Strategische) doelstelling behaald als 100% van de vergunningen binnen de wettelijke vastgestelde termijnen is verleend en 80% van de APV vergunning(en) minimaal 14 dagen vóór de start van de activiteit zijn verleend

- Updates SquitXO binnen 7 dagen doorvoeren

- aantal fysieke overdrachten

- aantal vragen beantwoord door de frontoffice

 

 

 

 

 

 

 

 

(Strategische) doelstelling behaald als 100% van alle updates van SquitXO binnen 7 dagen doorgevoerd zijn en 75% van de complexe vergunningen fysiek overgedragen zijn

 

3.3 Monitoring & evaluatie

Om te kunnen beoordelen of de beleidsdoelstellingen en de geplande werkzaamheden uit het uitvoeringsprogramma gehaald en uitgevoerd zijn, is het belangrijk dat de activiteiten geregistreerd worden. Monitoring is het stelselmatig en systematisch verzamelen, bewerken en verstrekken van gegevens om na te gaan of en in hoeverre het gevoerde beleid slaagt en of de gestelde doel- en taakstellingen behaald zijn. Om verantwoording te kunnen afleggen over de inspanningen en resultaten zijn verschillende gegevens nodig. Deze gegevens zijn periodiek opvraagbaar voor zowel managementdoeleinden (voortgang van de uitvoering) als voor periodieke verantwoording naar het college en de gemeenteraad.

 

Deze beleidsnota heeft een looptijd tot en met 2019. Na het verstrijken van de looptijd zal het vergunningenbeleid, samen met het handhavingsbeleid worden geëvalueerd. Het voornemen is om één VTH beleid op te stellen voor 2020-2024.

Hoofdstuk 4: Vergunningenstrategie

Dit hoofdstuk richt zich op de werkwijze voor het toetsen van activiteiten die voortvloeien uit het omgevingsrecht (bouwen, ruimtelijke ordening, (brand)veiligheid, de Algemene Plaatselijke Verordening en bijzondere wetten). Per onderwerp wordt ingegaan op welke wijze de behandeling van meldingen en aanvragen om een vergunning of ontheffing worden getoetst.

 

Uitgangspunt van de werkwijze is dat burgers, bedrijven en instellingen verantwoordelijk zijn voor het indienen van goede en volledige aanvragen. De aanvraag vormt namelijk de basis voor de te verlenen vergunning of ontheffing. De gemeente houdt zich hierbij aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, zoals het zorgvuldigheidsbeginsel, het vertrouwensbeginsel en het gelijkheidsbeginsel.

 

4.1 Omgevingsvergunning

De criteria (toetsingsgronden) waaraan een aanvraag omgevingsvergunning door het bevoegd gezag moet worden getoetst zijn wettelijk vastgesteld, net als de procedure voor het afhandelen van een omgevingsvergunning. De Wabo kent zoals eerder genoemd twee voorbereidingsprocedure, reguliere met een afhandelingstermijn van 8 weken en een uitgebreide met een afhandelingstermijn van 26 weken.

 

Een aanvraag wordt op grond van de Wabo getoetst aan het bestemmingsplan, het bouwbesluit, de bouwverordening, de redelijke eisen van welstand zoals die door de gemeenteraad zijn vastgesteld in de welstandsnota, het exploitatieplan (indien aanwezig), de Monumentenwet (indien van toepassing) en/of een provinciale bestemmingsplan.

Indien een aanvraag niet past binnen de regels van een bestemmingsplan houdt een aanvraag tevens in een verzoek om af te wijken van die regels.

 

4.1.1 Werkwijze & protocollen (werkinstructies)

Algemeen

De meeste vergunningen komen binnen via de website www.omgevingsloketonline.nl afgekort OLO. Vanuit het OLO worden de aanvragen overgebracht naar de applicatie SquitXO. Waarna een beoordeling van de aanvraag plaatsvindt aan de hand van objectieve criteria door gebruik te maken van het landelijke toetsingsprotocol Bris-toets en gebruiken daarvoor de LTB2012 matrix. Wat uiteindelijk resulteert in de verlening of weigering van de vergunning. Hoe tot een verlening of weigering van de vergunning wordt gekomen wordt hieronder beschreven. Alle aanvragen worden bekendgemaakt op de website van de gemeente Urk en in het Urkerland.

Behandeling

De aanvragen omgevingsvergunning, activiteit bouwen, worden beoordeeld door een medewerker van het cluster BWT. De aanvragen omgevingsvergunning voor de activiteit milieu worden behandeld door een medewerker van de OFGV.

 

Milieumeldingen worden beoordeeld door de OFGV. Sloop- en gebruiksmeldingen worden in eigen beheer beoordeeld en afgedaan.

 

De aanvraag omgevingsvergunning, activiteit bouwen wordt in eerste instantie getoetst op ontvankelijkheid, waarna bij ontvankelijkheid een inhoudelijke toets van de aanvraag zal volgen.

Ontvankelijkheidtoets

Bij de ontvankelijkheidstoets wordt de aanvraag getoetst of deze voldoet aan de indieningsvereisten zoals die zijn opgenomen in de Regeling omgevingsrecht (MOR). Hiervoor wordt gebruik gemaakt van checklists. Deze zijn geïntegreerd in SquitXO. Er is een checklist voor nieuwbouw, verbouw en voor overige gebruiksfuncties.

 

Ook wordt de aanvraag in deze fase getoetst aan planologie, milieu, bodem, archeologie, monumenten en flora en fauna. Voldoet een aanvraag niet aan de indieningseisen dan wordt de aanvrager een termijn geboden waarop hij de gelegenheid krijgt om de aanvraag aan te vullen. Deze termijn wordt gesteld op vier weken. In bijzondere gevallen kan deze termijn korter of langer zijn.

 

In deze fase wordt tevens beoordeeld of de aanvraag wordt behandeld volgens de reguliere of uitgebreide procedure. De aanvrager ontvangt een brief met betrekking tot de ontvankelijkheid en welke procedure zal worden toegepast.

 

Wordt de aanvraag niet of niet volledig aangevuld binnen de gestelde termijn dan wordt de aanvraag niet in behandeling genomen. De behandeling wordt hiermee afgesloten, wel blijft er een mogelijkheid tot het indienen van bezwaar.

Activiteiten in strijd met regels van ruimtelijke ordening

Voldoet een aanvraag niet aan het geldende bestemmingsplan dan zijn er drie opties om toch een omgevingsvergunning te verlenen op grond van art. 2.12 lid 1 sub a van de Wabo:

  • 1.

    Binnenplanse wijziging

    Kaders voor afwijkingen staat in het bestemmingsplan.

  • 2.

    De bij algemene maatregel van bestuur aangewezen gevallen ex artikel 4 (bijlage 2 van het Bor).

    Toetsing vindt plaats op grond van de ‘beleidsregels voor ‘buitenplanse’ afwijkingen van een bestemmingsplan, zoals die vastgesteld zijn op 21 december 2010 door het College.

  • 3.

    Project afwijking (overige gevallen)

    Deze afwijkingsprocedure is bedoeld voor aanvragen die niet kunnen worden afgedaan met de procedures als bedoeld onder 1. en 2. Voor toepassing van deze procedure dient altijd de uitgebreide procedure te worden doorlopen. De aanvrager dient altijd een ruimtelijke onderbouwing te overleggen. B&W besluiten al dan niet of zij medewerking willen verlenen. In sommige gevallen is een verklaring van geen bedenkingen nodig van de raad.

Initiatieven of aanvragen die niet passen binnen het bestemmingsplan worden besproken in het tweewekelijkse Wabo overleg. In dit Wabo overleg zijn alle vakafdelingen vertegenwoordigd die direct of indirect betrokken zijn bij de behandeling van de aanvraag, zoals:

  • cluster BWT (zaakbeheerders, welstand, medewerker Monumenten en beschermd dorpsgezicht);

  • vertegenwoordiging Realisatie en Beheer (bestemmingsplan, wegen, water, parkeren, etc).

  • adviseur Regionale brandweer;

  • medewerker economische zaken;

  • juridische ondersteuning en begeleiding;

  • adviseurs en deskundigen op aanvraag.

Inhoudelijke toets

De aanvraag wordt beoordeeld aan de hand van de criteria als bedoeld in artikel 2.10 t/m 2.19 van de Wabo, zoals:

  • bestemmingsplan;

  • bouwbesluit;

  • bouwverordening;

  • welstand;

  • algemene plaatselijke verordening;

  • exploitatieplan;

  • archeologie;

  • bodem (wordt uitgevoerd door de OFGV);

  • flora en fauna;

  • monumentenwet.

  • etc.

Planaanpassing

Indien de aanvraag in strijd is met het bestemmingsplan, het bouwbesluit, de bouwverordening of niet voldoet aan redelijke eisen van welstand wordt de mogelijkheid geboden om het plan aan te passen. De termijn die daarvoor gegeven wordt is afhankelijk van de tijd die nog resteert voor de beoordeling van de aanvraag. Indien mogelijk worden er regels (voorschriften) opgenomen waardoor de vergunning alsnog verleend kan worden.

Besluitvorming reguliere procedure

Op een aanvraag waarop de reguliere procedure van toepassing is dient binnen acht weken (niet meegerekend de benodigd tijd voor het aanleveren van aanvullende gegevens) te worden beslist. Deze termijn kan met ten hoogste acht weken worden verlengd (bijvoorbeeld indien de mogelijkheid wordt gegeven om het plan aan te passen). Overschrijding van de wettelijke beslistermijn leidt tot een van rechtswege verleende vergunning.

 

De beslissing op aanvragen worden bekend gemaakt via de website van de gemeente en gepubliceerd in het Urkerland. Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na de datum van verzending van de beschikking bezwaar indienen tegen het besluit en eventueel voorlopige voorziening (schorsing) vragen bij de bestuursrechter.

Besluitvorming uitgebreide procedure

De uitgebreide procedure wordt toegepast bij de activiteiten als bedoeld in artikel 3.10 Wabo. Een dergelijke aanvraag wordt voorbereid volgens de procedure van afdeling 3.4 van de Awb, zoals in het kort hieronder weergegeven.

  • Het bevoegd gezag stuurt de aanvrager onverwijld een ontvangstbewijs (art. 3.1 lid 2 Wabo).

  • Het bevoegd gezag stuurt de aanvrager zo snel mogelijk een bericht over de procedure en rechtsmiddelen (art. 3.1 lid 3 Wabo).

  • Wanneer een ander bestuursorgaan dan B&W bevoegd gezag is, ligt het ontwerpbesluit ook ter inzage in de gemeente waar het project in hoofdzaak zal worden uitgevoerd (art. 3.12 lid 3 Wabo).

  • Het bevoegd gezag stuurt aanvraag, ontwerpbesluit en/of het definitieve besluit aan bepaalde personen of instanties. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het orgaan dat de verklaring van geen bedenkingen afgeeft, de Inspectie of een ander bestuursorgaan dan het aangewezen bevoegd gezag.

  • Iedereen kan zienswijzen op het ontwerpbesluit indienen (art. 3.12 lid 5 Wabo). Overigens kunnen alleen belanghebbenden bezwaar maken en in beroep gaan.

  • De beslistermijn van zes maanden begint te lopen op de dag ná de dag van ontvangst van de aanvraag (art. 3.12 lid 7 Wabo).

  • Het bevoegd gezag mag de beslistermijn van zes maanden éénmaal verlengen, met ten hoogste zes weken (art. 3.12 lid 8 Wabo).

  • Voor gevallen als bedoeld in artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, onder 3º, van de Wabo (het vroegere projectbesluit) geldt een speciale procedure:

    • Het bevoegd gezag plaatst de kennisgeving van het ontwerpbesluit en de mededeling van het definitieve besluit in de Staatscourant.

    • Het bevoegd gezag stuurt de kennisgeving van het ontwerpbesluit en de mededeling van het definitieve besluit aan de eigenaar van de grond en eventuele beperkt gerechtigden daarop. Dit voor zover nodig met het oog op de toepassing van artikel 85 van de Onteigeningswet (art. 3.12 lid 2 Wabo jo. art. 6.14 lid 2 Regeling omgevingsrecht).

    • Het bevoegd gezag doet de mededeling van het definitieve besluit ook langs elektronische weg en stelt het beschikbaar op de landelijke voorziening (art. 6.14 Bor).

4.1.2 Werkafspraken

In het kader van Wabo-procedures en vergunningverlening wordt gebruik gemaakt van de volgende werkafspraken, waarvan een exemplaar is bijgevoegd.

  • 1.

    Voortraject en vooroverleg

  • 2.

    Reguliere voorbereidingsprocedure enkelvoudige aanvraag

    • 2a.

      onderdeel bouw

  • 3.

    Reguliere voorbereidingsprocedure enkelvoudige aanvraag

    • 3a.

      onderdeel ruimtelijke ordening (wijzigen gebruik)

  • 4.

    Reguliere voorbereidingsprocedure enkelvoudige aanvraag

    • 4a.

      onderdeel bouw en milieu meldingsplichtig

  • 5.

    Reguliere voorbereidingsprocedure enkelvoudige aanvraag

    • 5a.

      onderdeel milieu

  • 6.

    6. Reguliere voorbereidingsprocedure meervoudige aanvraag

    • 6a.

      onderdeel bouw, wijzigen gebruik, melding gebruik, kappen, uitrit en milieu meldingsplichtig

  • 7.

    Uitgebreide voorbereidingsprocedure enkelvoudige aanvraag

    • 7a.

      onderdeel milieu

  • 8.

    Uitgebreide voorbereidingsprocedure enkelvoudige aanvraag

    • 8a.

      onderdeel monumenten

  • 9.

    Uitgebreide voorbereidingsprocedure enkelvoudige aanvraag

    • 9a.

      onderdeel afwijken bestemmingsplan

  • 10.

    Uitgebreide voorbereidingsprocedure meervoudige aanvraag

    • 10a.

      onderdeel milieu, afwijken bestemmingsplan, bouw, kappen, uitritvergunning

4.2 Algemene plaatselijke verordening & Bijzondere Wetten

 

4.2.1 Algemene plaatselijke verordening

In de Algemene plaatselijke verordening (Apv) heeft de gemeente de mogelijkheid om activiteiten die in de leefomgeving plaatsvinden aan extra regels te binden. Voor een aantal activiteiten eist de Apv expliciet dat vooraf een vergunning wordt aangevraagd. Voor andere activiteiten dient een ontheffing te worden aangevraagd en bij weer andere kan volstaan worden met een melding. Het spreekt voor zich dat risicovolle evenementen, of evenementen die (grote) overlast veroorzaken voor de omgeving of die veiligheidsrisico’s met zich meebrengen, vergunningplichtig zijn. Op die manier kan preventief het risico en de overlast voor de omgeving tot een minimum beperkt worden. Door deregulering is het aantal vergunningsplichtige activiteiten in de APV afgenomen.

Evenementen

Gemeente Urk heeft als toetsingskader voor evenementen het evenementenbeleid. In het evenementenbeleid is het vergunningsverleningsproces voor evenementen beschreven.

Overige gemeentelijke regelgeving

Aanvragen voor alle overige gemeentelijke regelgeving worden altijd getoetst op volledigheid. Het gaat hier bijvoorbeeld om (markt)standplaatsvergunningen en vergunningen voor de aanwezigheid van speelautomaten.

 

4.2.2 Drank- en Horecawet

De Drank- en Horecawet vereist dat iedereen die bedrijfsmatig alcoholhoudende dranken schenkt en/of verkoopt voor gebruik ter plaatse hiervoor een vergunning heeft. Voor slijterijen geldt eveneens een vergunningplicht. De inrichting wordt, voordat deze in gebruik wordt genomen, altijd gecontroleerd op de inrichtingseisen door een bouwtoezichthouder. Bovendien worden politie en brandweer altijd om advies gevraagd.

 

Bij wijziging van een bestaande vergunning, meestal het wijzigen van het aanhangsel vanwege een verandering in de leidinggevenden, wordt de nieuwe leidinggevenden getoetst aan de moraliteitseisen van de Drank- en Horecawet. Indien het om een nog ongewijzigde paracommerciële drank- en horecavergunning gaat, wordt de vergunning ambtshalve aangepast met de nieuwe voorschriften. De Drank- en Horecawet stelt specifieke eisen aan de inrichting en de leidinggevenden.

Ontheffing artikel 35

Bij bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard kan een ontheffing artikel 35 van de Drank- en Horecawet aangevraagd worden, bijvoorbeeld bij evenementen. Hiermee wordt toestemming tot het verstrekken van zwak-alcoholische drank gegeven.

 

In de Drank- en Horecawet zijn de voorwaarden opgenomen op grond waarvan ontheffing verleend kan worden. De ontheffing heeft betrekking op en is geldig voor de daarin vermelde data.

 

4.2.3 Werkwijze en protocollen (werkinstructies)

De vergunningaanvragen op het gebied van APV en Bijzondere Wetten worden getoetst aan de relevante landelijke wet- en regelgeving en aan de lokale regelgeving en lokale beleidskaders. Elke aanvraag wordt op volledigheid getoetst. Als er gegevens ontbreken of de aanvraag klopt niet, dan wordt er om aanvulling gevraagd.

 

Ons hoofdproces voor het besluiten op een vergunningaanvraag en het beoordelen van een melding kent een basiswerkwijze en ziet er als volgt uit:

  • 1.

    Inboeken en registreren in backoffice applicatie (hierdoor worden termijnen bewaakt);

  • 2.

    Sturen van een ontvangstbevestiging;

  • 3.

    Toetsing

    • a.

      Toets volledigheid en ontvankelijkheid;

    • b.

      Vak)inhoudelijke toets aan alle relevante beoordelingskaders;

    • c.

      Uitzetten bij interne- en externe adviseurs;

    • d.

      Opstellen (concept)beschikking;

  • 4.

    Beschikking versturen en archiveren;

  • 5.

    Mogelijk bezwaar, beroep en hoger beroep, eventueel gecombineerd met een voorlopige voorziening.

4.3 Wet op de Kinderopvang

Zodra de gemeente een aanvraag tot exploitatie ontvangt in het kader van deze wet wordt deze aangemeld in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen (LRKP). De GGD Flevoland wordt vervolgens opdracht gegeven een inspectie uit te voeren om na te gaan of de betreffende kinderopvang aan de minimale kwaliteitscriteria welke in de wet en nadere regelgeving hiervoor zijn opgenomen. Op basis van het advies van de GGD besluit de gemeente de aanvraag tot exploitatie van een kinderopvang, een gastouderbureau, een peuterspeelzaal of een voorziening voor gastouderopvang toe te kennen dan wel af te wijzen. De exploitant ontvangt hierover een besluit van de gemeente.

 

Omdat naast een advies van de GGD ook andere wet- en regelgeving de exploitatie in de weg kan staan wordt hieraan door de gemeente al in het voorportaal gecontroleerd. Zo wordt getoetst of exploitatie wel past binnen de regels voor het bestemmingsplan en wordt gecontroleerd of een omgevingsvergunning voor brandveilig gebruik nodig is. De beslistermijn ten aanzien van de aanvraag wordt in dat geval opgeschort.

 

Verzoeken tot het wijzigen van de gegevens in het LRKP kunnen bestaan uit administratieve handelingen zonder rechtsgevolg, maar ook uit verzoeken op grond waarvan een besluit genomen moet worden. Soms moet op grond van een dergelijk verzoek de GGD opnieuw een inspectie uitvoeren. Voorbeelden van mogelijke wijzigingen zijn uitbreiding van het aantal kindplaatsen, een houderwijziging en een verzoek tot het beëindigen van de exploitatie. In de wet is uitputtend behandeld hoe aanvragen en verzoeken om wijziging door de gemeente beoordeeld, gecontroleerd en afgehandeld dienen te worden. De beleidsruimte voor de gemeente is op dit punt vrijwel nihil.

 

4.4 Bezwaar, beroep en informele behandeling bezwaarschriften

Indien belanghebbenden het niet eens zijn met de inhoud van een vergunning, dan kan hiertegen bezwaar worden gemaakt bij het college van burgemeester en wethouders. De behandelende ambtenaar maakt een verweerschrift voor de Commissie voor bezwaarschriften. De Commissie houdt vervolgens een hoorzitting. Tijdens deze hoorzitting adviseert de commissie het college of het bezwaarschrift al dan niet gegrond is. Het college neemt vervolgens daarop een besluit. Indien het bezwaar wordt afgewezen, dan kan beroep worden ingesteld bij de rechtbank.

 

4.4.1 (Pre) Mediation

In de gemeente Urk worden bezwaarschriften zoveel mogelijk informeel afgehandeld door middel van mediation. Hier wordt veel tijd en energie in gestoken. Wanneer het bezwaarschrift zich daarvoor leent, neemt een neutrale gespreksbegeleider contact met de bezwaarmaker op met de vraag of deze mee wil werken aan een informeel gesprek. In dit gesprek tussen de bezwaarmaker, gemeente en de bemiddelende gespreksbegeleider wordt gezocht naar een praktische oplossing voor het bezwaar. Afspraken worden vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst. Als de informele behandeling geen resultaat oplevert of de bezwaarmaker wil daar niet aan meewerken, dan volgt alsnog de formele procedure.

 

4.5 SquitXO

Ten behoeve van de vergunningverlening wordt zaakgericht gewerkt in SquitXO en Izaaksuite. Hiermee wordt de workflow ondersteund en worden termijnen bewaakt. Verder maakt het de digitale vergunningverlening mogelijk en zorgt het voor dossieropbouw. Verleende (digitale) vergunningen worden opgeslagen in het document management systeem van de gemeente.

 

4.6 Mandatering

Om een snelle vergunningverlening mogelijk te maken zijn zoveel mogelijk bevoegdheden gemandateerd tot medewerkersniveau. De mandatering voor vergunningverlening is vastgelegd in het Mandaatbesluit 2019, zie bijlage 1.

 

4.7 Informeren Raad

Op grond van BOR is het college verplicht om het beleid, het uitvoeringsprogramma, de rapportage en het verslag van de evaluatie aan de raad mee te delen.

 

Naar boven