1e aanpassing Verordening Maatschappelijke ondersteuning gemeente Westerwolde 2018

De raad van de gemeente Westerwolde;

 

op voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 29 januari 2019, no.Z/19/081811/DV.19-87, afdeling Samenleving;

 

gezien het advies van de Adviesraad sociaal domein,

besluit

 

de 1e aanpassing van de verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Westerwolde 2018 als volgt vast te stellen:

Artikel 1

Artikel 9 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Westerwolde 2018 wordt als volgt gewijzigd:

 

Het eerste tot en met het zesde lid komen als volgt te luiden:

  • 1.

    Een cliënt is een bijdrage in de kosten verschuldigd voor een maatwerkvoorziening dan wel pgb, zolang de cliënt van de maatwerkvoorziening gebruik maakt of gedurende de periode waarvoor het pgb wordt verstrekt.

  • 2.

    De bijdrage, bedoeld in artikel 3.1, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 dan wel het totaal van de bijdragen, is gelijk aan de kostprijs, tot aan ten hoogste € 17,50 per bijdrageperiode voor de cliënt of de gehuwde cliënten tezamen, tenzij overeenkomstig hoofdstuk 3 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 een lagere bijdrage is verschuldigd.

  • 3.

    De kostprijs van een:

    • a.

      maatwerkvoorziening wordt bepaald door een aanbesteding, na consultatie in de markt of na overleg met de aanbieder;

    • b.

      pgb is gelijk aan de hoogte van het pgb.

  • 4.

    In de gevallen, bedoeld in artikel 2.1.4, zevende lid, van de wet, worden de bijdragen voor een maatwerkvoorziening of pgb door het CAK vastgesteld en geïnd.

  • 5.

    De bijdrage voor een maatwerkvoorziening of pgb ten behoeve van een woningaanpassing voor een minderjarige cliënt is verschuldigd door de onderhoudsplichtige ouders, daaronder begrepen degene tegen wie een op artikel 394 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek gegrond verzoek is toegewezen, en degene die anders dan als ouder samen met de ouder het gezag uitoefent over een cliënt.

  • 6.

    In afwijking van het vorige lid is in ieder geval geen bijdrage verschuldigd indien de ouders van het gezag over de cliënt zijn ontheven of ontzet.

Artikel 2
  • 1.

    Dit besluit treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 1 januari 2019.

 

Aldus besloten in de openbare vergadering van 20 maart 2019.

De raad voornoemd,

raadsgriffier

voorzitter

Naar boven