Elfde wijziging Algemene Plaatselijke Verordening Rotterdam 2012 in verband met introductie lokaal vuurwerkverbod en vuurwerkzones

De raad van de gemeente Rotterdam,

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 5 maart 2019; raadsvoorstel 19bb12532; raadsstuk 19bb13363;

 

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

 

overwegende, dat het wenselijk is in de APV Rotterdam 2012 een verbod op te nemen voor het tot ontbranding brengen van consumentenvuurwerk tijdens de jaarwisseling;

besluit vast te stellen:

 

Elfde wijziging van de APV Rotterdam 2012 in verband met introductie lokaal vuurwerkverbod en vuurwerkzones

Artikel I

De Algemene plaatselijke verordening Rotterdam 2012 wordt als volgt gewijzigd:

 

A

Artikel 2.71 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Onderdeel a komt te luiden:

    • a.

      consumentenvuurwerk: consumentenvuurwerk als bedoeld in artikel 1.1.1 van het Vuurwerkbesluit, niet zijnde fop- en schertsvuurwerk;

  • 2.

    Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

    • d.

      fop- en schertsvuurwerk: fop- en schertsvuurwerk als bedoeld in artikel 1.1.1 van het Vuurwerkbesluit.

B

Artikel 2:73 komt te luiden:

Artikel 2:73 Gebruik van consumentenvuurwerk tijdens de jaarwisseling

  • 1.

    Het is verboden consumentenvuurwerk tot ontbranding te brengen, behoudens in de door het college aangewezen gebieden. Deze gebieden worden jaarlijks aangewezen.

  • 2.

    Bij de aanwijzing, bedoeld in het eerste lid, houdt het college in ieder geval rekening met de mate van overlast en inbreuk op de openbare orde en veiligheid die tijdens voorgaande jaarwisselingen heeft plaatsgevonden. Een gebied waar tijdens de voorgaande jaarwisselingen geen of geringe overlast of inbreuk op de openbare orde en veiligheid heeft plaatsgevonden, wordt in beginsel aangewezen als een gebied waar het verbod, bedoeld in het eerste lid, niet geldt.

  • 3.

    In de door het college op grond van het eerste lid aangewezen gebieden is het verboden consumentenvuurwerk tot ontbranding te brengen indien dat gevaar, schade of overlast kan veroorzaken.

Artikel II

De toelichting op de Algemene plaatselijke verordening Rotterdam 2012 wordt als volgt gewijzigd:

 

A

De toelichting op artikel 2:71 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    De zin ‘Als consumentenvuurwerk wordt in ieder geval aangemerkt vuurwerk dat bestemd is voor particulier gebruik – aldus artikel 1.1.2 van het Vuurwerkbesluit – indien:’ wordt vervangen door ‘Als consumentenvuurwerk wordt in ieder geval aangemerkt vuurwerk dat bestemd is voor particulier gebruik – aldus artikel 1.2.2 van het Vuurwerkbesluit – indien:’.

  • 2.

    De zin ‘een verbod vuurwerk tot ontbranding te brengen op een ander tijdstip dan tussen 31 december 10.00 uur en 1 januari 02.00 uur van het daarop volgende jaar (artikel 2.3.6)’ wordt vervangen door ‘een verbod vuurwerk tot ontbranding te brengen op een ander tijdstip dan tussen 31 december 18.00 uur en 1 januari 02.00 uur van het daarop volgende jaar (artikel 2.3.6)’.

B

De toelichting op artikel 2:73 van de Algemene plaatselijke verordening Rotterdam 2012 komt te luiden:

Artikel 2:73 Gebruik van consumentenvuurwerk tijdens de jaarwisseling

In Rotterdam geldt sinds 2019 tijdens de jaarwisseling een vuurwerkverbod met de mogelijkheid van het aanwijzen van vuurwerkzones. Met de omkering van de norm en de introductie van het vuurwerkverbod wordt benadrukt dat het afsteken van consumentenvuurwerk risicovol is, en tot overlast, schade, incidenten en letsel leidt.

Vuurwerk afsteken blijft in Rotterdam mogelijk in door het college aangewezen gebieden. Deze gebieden worden jaarlijks aangewezen. Bij de aanwijzing van de vuurwerkzones wordt in ieder geval rekening gehouden met de mate van overlast en inbreuk op de openbare orde en veiligheid die tijdens voorgaande jaarwisselingen heeft plaatsgevonden. Aan de ene kant worden zo gebieden waar overlastproblematiek aan de orde is (geweest) buiten de vuurwerkzones gehouden en aan de andere kant worden gebieden waar de ervaring juist leert dat de overlast en de inbreuk op de openbare orde en veiligheid gering is of onder controle kan worden gehouden in beginsel als vuurwerkzone aangewezen. Ook wordt rekening gehouden met de aard, de benodigde omvang en de belastbaarheid van het gebied. Het vuurwerkverbod blijft op risicovolle en kwetsbare locaties in Rotterdam (bijvoorbeeld bij ziekenhuizen, bejaardentehuizen, parken, kinderboerderijen, huizen met rieten daken, bij dierenasiels enzovoorts) onverminderd van kracht. Bij de aanwijzing van vuurwerkzones hebben de gebiedscommissies, wijkcomités en wijkraden een adviesbevoegdheid. Ook de diensten hebben een adviesrol bij de aanwijzing van vuurwerkzones. Voordat het college besluit tot de aanwijzing van vuurwerkzones wordt het concept-besluit aan de gemeenteraad voorgelegd.

Met het vuurwerkverbod en het werken met vuurwerkzones wil Rotterdam verstoringen van de openbare orde terugdringen en zorgdragen voor een veilig en leefbaar Oud en Nieuw voor iedereen. De verwachting is dat het vuurwerkverbod er ook toe zal leiden dat er minder vuurwerk in omloop zal zijn.

Het Vuurwerkbesluit en de Wet milieubeheer zijn relevante hogere regelingen waaraan een verbod op vuurwerk dient te worden getoetst. Deze regelingen bevatten regels vanuit het motief van de bescherming van de gezondheid van de mens en het milieu. Het motief van deze regelingen en het Rotterdamse vuurwerkverbod vallen niet samen. Het Rotterdamse vuurwerkverbod is primair ingegeven vanuit de ‘handhaving van de openbare orde, leefbaarheid en veiligheid’. Met het vuurwerkverbod wordt de overlast van het afsteken van vuurwerk (geluidhinder, brandgevaar, kans op letsel en kans op vandalisme) en de inbreuk op de openbare orde, leefbaarheid en veiligheid beperkt.

Het derde lid maakt het mogelijk om in de vuurwerkzones op te treden tegen het tot ontbranding brengen van consumentenvuurwerk in bijvoorbeeld een promenade, een passage, een portiek of bij een volksverzameling.

Artikel III

Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na dagtekening van het gemeenteblad waarin het wordt geplaatst.

Artikel IV

Dit besluit wordt aangehaald als: Elfde wijziging van de APV Rotterdam 2012 in verband met introductie lokaal vuurwerkverbod en vuurwerkzones.

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 21 en 28 maart 2019.

De griffier,

J.M. van Midden

De voorzitter,

J.W. Verheij, plv.

Dit gemeenteblad 2019, nummer 40, is uitgegeven op 3 april 2019 en ligt op dins-, woens- en donderdagen van 9.00 tot 13.00 uur ter inzage bij het Bestuurlijk Informatiecentrum Rotterdam (BIR), locatie Wachtruimte Timmerhuis, Halvemaanpassage 1 (trap op, melden bij Informatiebalie)

(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)

Naar boven