CAR-UWO - 97e wijziging

 

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Beemster,

 

Besluiten:

 

  • -

    de door het LOGA aangekondigde wijzigingen van de arbeidsvoorwaarden in de circulaire van 24 juli 2018 (TAZ/U201800473) per 1 oktober 2018 op te nemen in de gemeentelijke arbeidsvoorwaardenregeling CAR-UWO overeenkomstig bijlage A bij dit voorstel. Dit betreft een aantal specifiek aangewezen arbeidsvoorwaarden welke van toepassing worden voor payrollers in het kader van gelijke/gelijkwaardige beloning;

  • -

    overige arbeidsvoorwaarden uit de CAR-UWO, anders dan de hierboven bedoelde te compenseren arbeidsvoorwaarden, niet lokaal aan payrollers toe te kennen of te compenseren;

  • -

    de toepassing van lokale arbeidsvoorwaarden van de gemeente Beemster aan payrollers ongewijzigd te laten;

  • -

    het ontstane verschil in beloning tussen payrollers en uitzendkrachten niet aan uitzendkrachten te compenseren.

 

Beemster, 4 december 2018

de secretaris,

H.C.P. van Duivenvoorde

de burgemeester,

A.J.M. van Beek

Bijlage A CAR tekst

 

  • A.

    Aan artikel 1:1 lid 1 wordt na onderdeel ww een nieuw onderdeel toegevoegd:

     

    payroll werkgever / werknemer: de werkgever, die op basis van een overeenkomst met een gemeente, welke niet tot stand is gekomen in het kader van het samenbrengen van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt, een werknemer ter beschikking stelt om in opdracht en onder toezicht en leiding van de gemeente arbeid te verrichten, waarbij de werkgever die de werknemer ter beschikking stelt alleen met toestemming van die gemeente gerechtigd is de werknemer aan een ander ter beschikking te stellen.

 

 

  • B.

    Aan artikel 1:1 lid 1 wordt na onderdeel xx een nieuw onderdeel toegevoegd:

    inlenersbeloning:

     

    de wettelijk verplichte beloningselementen benoemd in de cao van de payroll werkgever, die van toepassing is op de arbeidsovereenkomst met een payroll werknemer en corresponderen met de beloningselementen in de CAR-UWO van een ambtenaar in dienst van de gemeente werkzaam in een gelijke of gelijkwaardige functie.

 

 

  • C.

    Artikel 3:2a wordt toegevoegd en komt te luiden:

     

    Artikel 3:2a Inleenvoorschrift gelijke beloning payrolling

    1. Het college spreekt schriftelijk met de payroll werkgever af dat de totale beloning van de payroll werknemer vanaf de eerste werkdag van de ter beschikkingstelling bij de gemeente vergelijkbaar is met de totale beloning van de ambtenaar, die een gelijke of gelijkwaardige functie vervult onder dezelfde of vergelijkbare omstandigheden.

     

    2. De totale beloning wordt bij de ter beschikkingstelling van de payroll werknemer vastgesteld. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder de totale beloning naast de wettelijk verplichte loonbestanddelen in de inlenersbeloning, in ieder geval verstaan:

    a. de beloningselementen van het IKB bedoeld in artikel 3:28 lid 2 onderdeel b en 3:28 lid 2 onderdeel c; en

    b. de werkgeverspremie ouderdomspensioen (OP) / nabestaandenpensioen (NP) en arbeidsongeschiktheidspensioen (AAOP) van het ABP.

     

    3. Als de gelijke of gelijkwaardige beloningselementen niet volledig onderdeel uitmaken van de totale beloning aan de payroll werknemer die een gelijke of gelijkwaardige functie vervult, dan spreekt het college schriftelijk met de payroll werkgever af dat de payroll werknemer een toelage ter compensatie ontvangt.

     

    4. De toelage ter compensatie van de beloningselementen wordt uitgedrukt in een percentage van het salaris van de payroll werknemer en is niet pensioengevend. De toelage is gelijk aan het verschil tussen: a. de hoogte van gelijke of gelijkwaardige beloningselementen in lid 2 onderdeel a die de payroll werknemer per maand opbouwt of ontvangt, en b. de hoogte van de beloningselementen in lid 2 onderdeel a die een ambtenaar per maand opbouwt of ontvangt.

     

    5. Als de payroll werknemer geen deelnemer is bij het ABP, dan spreekt het college schriftelijk met de payroll werkgever af dat de payroll werknemer vanaf de eerste werkdag pensioen opbouwt volgens de Plus-regeling bij de STIPP vermeerderd met een toelage. De toelage ter compensatie van het verschil in pensioenopbouw met het ABP bedraagt 7% van het salaris. De hoogte van de toelage kan jaarlijks worden bijgesteld.

     

    6. Het college verstrekt de payroll werkgever schriftelijk alle informatie en middelen, waaronder de Matrix flexibiliteit en zekerheid, die nodig zijn om de totale beloning en eventuele toelage correct vast te stellen. De payroll werkgever informeert vervolgens bij aanvang van de ter beschikkingstelling de payroll werknemer schriftelijk als de payroll werknemer een toelage krijgt uitbetaald. Het college vergewist dan bij de payroll werkgever of de payroll werknemer de correcte toelage ontvangt.

 

 

Naar boven