Gemeenteblad van Vijfheerenlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Vijfheerenlanden | Gemeenteblad 2019, 85165 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Vijfheerenlanden | Gemeenteblad 2019, 85165 | Verordeningen |
Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Vijfheerenlanden houdende regels omtrent leerlingen Verordening leerlingenvervoer gemeente Vijfheerenlanden 2019
Artikel 1. Begripsomschrijving
In deze verordening wordt verstaan onder:
reistijd: totale tijdsduur die ligt tussen het verlaten van de woning en de aanvang van de schooldag volgens de schoolgids, minus maximaal 10 minuten, indien en voor zover de leerling het schoolgebouw met bijbehorend terrein gewoonlijk eerder bereikt dan de schoolgids aangeeft, dan wel de totale tijdsduur die ligt tussen het einde van de schooldag volgens de schoolgids en de aankomst bij de woning, plus een eventuele wachttijd voor het openbaar vervoer of maximaal 10 minuten bij gebruikmaking van aangepast vervoer;
vervoer: openbaar vervoer, aangepast vervoer of eigen vervoer tussen de woning dan wel de opstapplaats en de school dat plaatsvindt in aansluiting op het begin en einde van de schooldag volgens de schoolgids, tenzij de structurele handicap van een leerplichtige leerling die aansluiting onmogelijk maakt;
Artikel 2. De door het college noodzakelijk te achten vervoersvoorziening
Indien het college toepassing geeft aan het eerste lid, verlangt zij van de ouders aan wie slechts een gedeeltelijke bekostiging van de vervoerskosten toekomt, betaling van een bijdrage tot ten hoogste het bedrag dat de ouders volgens het bepaalde in deze verordening moeten bijdragen aan de kosten van het vervoer. Weigering tot of nalatigheid in de betaling van de in de vorige volzin bedoelde bijdrage doet de aanspraak op de vervoersvoorziening vervallen.
Artikel 3. Vervoersvoorziening naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school
Een vervoersvoorziening wordt toegekend over de afstand tussen de woning dan wel de opstapplaats en de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school, tenzij vervoer naar een verder weggelegen school voor de gemeente minder kosten met zich mee zou brengen en de ouders met het vervoer naar die school schriftelijk instemmen.
Indien ouders een vervoersvoorziening aanvragen voor het bezoeken van een school, die op grotere afstand van de woning is gelegen dan een andere school van dezelfde onderwijssoort, ontstaat slechts aanspraak op een vervoersvoorziening naar eerstgenoemde school als door de ouders schriftelijk wordt verklaard dat zij overwegende bezwaren hebben tegen het openbaar onderwijs dan wel tegen de richting van het onderwijs van alle bijzondere scholen, van de soort waarop de leerling is aangewezen, die dichterbij de woning zijn gelegen.
Artikel 4. Toekenning vervoersvoorziening
Indien vaststaat dat een leerling vanwege zijn handicap een school als bedoeld in artikel 1, letter q. onder ii. en iii., gedurende meerdere jaren achtereen zal blijven bezoeken, kan het college een vervoersbeschikking afgeven voor maximaal 3 aaneengesloten schooljaren. De beschikking vermeldt nadrukkelijk de termijn waarvoor de bekostiging dan wel de vervoersvoorziening wordt verstrekt. Na afloop van deze termijn vervalt de beschikking van rechtswege.
Een aanvraag voor een vervoersvoorziening wordt gedaan door indiening bij het college van een volledig ingevuld en met gebruikmaking van DigiD, door het college ter beschikking gesteld online formulier. Indien ouders niet beschikken over een DigiD, kunnen zij bij het college een aanvraagformulier aanvragen en kunnen zij dit vervolgens invullen en voorzien van de handtekening van de aanvrager indienen bij het college.
Indien dit voor een juiste beoordeling van de aanvraag noodzakelijk is, kan het college de ouders verzoeken aanvullende gegevens te verstrekken. Wordt hiervan binnen de door het college gestelde termijn geen gebruik gemaakt, dan kan het college besluiten de aanvraag niet verder in behandeling te nemen.
Artikel 6. Doorgeven van wijzigingen
Indien de ouders niet voldoen aan het bepaalde in het eerste lid, en het college een wijziging als bedoeld in het tweede lid vaststelt, waardoor blijkt dat ten onrechte een vervoersvoorziening is verstrekt, vervalt de aanspraak op de vervoersvoorziening terstond en kent het college al dan niet opnieuw een vervoersvoorziening toe. Het college deelt zijn besluit schriftelijk mee aan de ouders.
Artikel 7. Peildatum leeftijd leerling
Voor het toekennen van een vervoersvoorziening op basis van het bepaalde in § 2, is bepalend de leeftijd van de leerling op 1 augustus van het schooljaar waarop de voorziening betrekking heeft.
Artikel 8. Andere vergoedingen
De aanspraak op een toelage, voor zover die voor de betreffende leerling betrekking heeft op de reiskosten, wordt op een bekostiging in mindering gebracht, dan wel als eigen bijdrage in rekening gebracht.
Artikel 9. Algemene bepalingen omtrent het vervoer van leerlingen van scholen voor primair onderwijs
Artikel 10. Vergoeding van (eigen) vervoer voor schoolbezoek
Het college verstrekt aan de ouders van een leerling die niet ouder is dan 9 jaar en die voor het bezoeken van een school als bedoeld in artikel 9 lid 3, vanwege de afstand van meer dan 6 kilometer aangewezen is op openbaar vervoer met begeleiding, of eigen vervoer, een kilometervergoeding voor eigen vervoer op basis van het Reisbesluit Binnenland over de afstand vanaf de woning van de leerling naar de school via de kortste en voor de leerling veilig begaanbare weg, indien de kosten van openbaar vervoer op jaarbasis hoger zijn dan de vergoeding volgens het Reisbesluit Binnenland. Voor de uitvoering van deze bepaling kan het college een nadere regeling treffen.
Het college verstrekt aan de ouders van een leerling die ouder is dan 9 jaar en die voor het bezoeken van een school als bedoeld in artikel 9 lid 3, vanwege de afstand van meer dan 6 kilometer en vanwege zijn handicap aangewezen is op openbaar vervoer met begeleiding, of eigen vervoer, een kilometervergoeding voor eigen vervoer volgens het Reisbesluit Binnenland met inachtneming van het bepaalde in de navolgende artikelen.
Artikel 11. Vergoeding van de kosten van openbaar vervoer en vervoer per fiets
Het college verstrekt aan de ouders van de leerling die een school zoals bedoeld onder artikel 9 bezoekt en ouder is dan 9 jaar vergoeding op basis van de kosten van het openbaar vervoer, indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor hem toegankelijke school meer dan zes kilometer bedraagt en de leerling daadwerkelijk gebruik maakt van het openbaar vervoer.
Indien aanspraak bestaat op vergoeding zoals bedoeld in artikel 10 of als bedoeld in het eerste lid en de leerling naar het oordeel van het college, al dan niet onder begeleiding, gebruik kan maken van het vervoer per fiets, verstrekt het college de ouders vergoeding op basis van de kosten van het vervoer per fiets.
Artikel 12. Vervoersvoorziening in de vorm van vervoer per fiets
Het college verstrekt aan de ouders van de leerling die ouder is dan 9 jaar en die een school als bedoeld onder artikel 9 bezoekt, een vergoeding voor vervoer per fiets volgens het Reisbesluit Binnenland indien de afstand van de woning van de leerling en de school meer bedraagt dat 6 kilometer en de leerling al dan niet met begeleiding naar het oordeel van het college gebruik kan maken van vervoer per fiets.
Het college verstrekt aan de ouders van de leerling die een school bezoekt zoals bedoeld onder artikel 9 vergoeding op basis van vervoer per fiets onder begeleiding indien aanspraak bestaat op vergoeding van vervoer als bedoeld in artikel 10 of 11 en de leerling naar het oordeel van het college voldoende in staat is om de afstand van de woning en de school met begeleiding af te leggen.
Artikel 13. Vergoeding van de kosten van vervoer bij verhinderd gebruik van ander vervoer
Het college verstrekt aan de ouders van de leerling die een school zoals bedoeld onder artikel 9, eerste lid, bezoekt vergoeding op basis van de kosten van het bepaalde in artikel 10 indien:
Artikel 14. Vervoersvoorziening in de vorm van aangepast vervoer
Het college verstrekt een vervoersvoorziening in de vorm van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school zoals bedoeld onder artikel 9, eerste lid bezoekt, indien de leerling, naar het oordeel van het college, gelet op zijn structurele lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap niet in staat is – ook niet onder begeleiding –van openbaar vervoer, eigen vervoer of vervoer per fiets gebruik te maken. Het college bepaalt bij nadere regels op welke wijze de noodzaak voor aangepast vervoer op basis van een handicap beoordeeld wordt.
Het college verstrekt een vervoersvoorziening in de vorm van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school bezoekt als bedoeld in artikel 9, eerste lid indien:
aanspraak bestaan op vergoeding als bedoeld in artikelen 11 en 12 en door de ouders ten behoeve van het college genoegzaam wordt aangetoond dat begeleiding van de leerling door henzelf of anderen onmogelijk is dan wel tot ernstige benadeling van het gezin zal leiden en een andere oplossing niet mogelijk is.
Ouders van leerlingen die een verzoek indienen om een vervoersvoorziening in de vorm van aangepast vervoer, dienen gemotiveerd aan te geven waarom zij de leerling niet zelf kunnen vervoeren. Indien het verzoek niet of onvoldoende is gemotiveerd, dan wel indien vaststaat dat uitvoering van eigen vervoer in redelijkheid en billijkheid mogelijk is, geeft het college toepassing aan het bepaalde in artikel 10.
Aan de ouders van een leerling die een school voor basisonderwijs, zoals bedoeld in de Wet op het primair onderwijs bezoekt, van wie het inkomen tezamen meer bedraagt dan € 26.100,- wordt slechts vergoeding van vervoerskosten verstrekt voor zover de kosten van het vervoer van die leerling de kosten van het openbaar vervoer over de bepaalde afstand van 6 kilometer te boven gaan.
Alleen in geval het college in plaats van vergoeding in geld toe te kennen het vervoer zelf verzorgt dan wel doet verzorgen, of ingeval van vergoeding van kosten voor openbaar vervoer, betalen de ouders van een leerling die een school voor basisonderwijs bezoekt, per leerling en voor maximaal twee leerlingen per schooljaar een eigen bijdrage die gelijk is aan de kosten van het openbaar vervoer over de bepaalde afstand van 6 kilometer, indien het inkomen van de ouders meer bedraagt dan € 26.100,-.
De kosten voor openbaar vervoer, genoemd in het eerste en tweede lid, betreffen de kosten van openbaar vervoer die bij gebruik van de OV-chipkaart of een andere binnen de gemeente geldende OV-betaalmogelijkheid voor de in artikel 11 bepaalde afstand redelijkerwijs zouden worden gemaakt, ongeacht de aanwezigheid van openbaar vervoer of het daadwerkelijk gebruik ervan. Bij het bepalen van de kosten wordt rekening gehouden met de kortingen die voor de leerling binnen het systeem kunnen gelden.
Het bedrag van € 26.100,- genoemd in het eerste en tweede lid, wordt met ingang van 1 januari jaarlijks aangepast aan de wijziging die het indexcijfer van de regelingslonen van volwassen werknemers heeft ondergaan ten opzichte van het voorafgaande jaar en rekenkundig afgerond op een veelvoud van € 540. Het aangepaste bedrag treedt in plaats van het in het eerste en tweede lid genoemde bedrag van € 26.100,-.
Artikel 16. Financiële draagkracht
In geval het college in plaats van vergoeding in geld toe te kennen het vervoer zelf verzorgt dan wel doet verzorgen, en de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school voor basisonderwijs meer dan 20 km bedraagt, betalen de ouders een van de financiële draagkracht afhankelijke bijdrage tot ten hoogste het bedrag van de kosten van het vervoer.
De inkomensbedragen, genoemd in het derde lid, worden met ingang van 1 januari jaarlijks aangepast aan de wijziging die het indexcijfer van de regelingslonen van volwassen werknemers heeft ondergaan ten opzichte van 1 januari van het voorafgaande jaar, en rekenkundig afgerond op een veelvoud van € 500,-.
De bedragen van de eigen bijdrage, bedoeld in het derde lid, worden met ingang van 1 januari jaarlijks aangepast aan de wijziging die het consumentenprijsindexcijfer van de reeks alle huishoudens op het onderdeel vervoersdiensten heeft ondergaan ten opzichte van 1 januari van het voorafgaande jaar, en rekenkundig afgerond op een veelvoud van € 5,-.
Artikel 17. Algemene bepalingen omtrent het vervoer van leerlingen van scholen voor voortgezet (speciaal) onderwijs
Artikel 18. Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer met begeleiding en vervoer per fiets
Het college verstrekt aan de ouders van de leerling die een school zoals bedoeld onder artikel 17 bezoekt vergoeding op basis van de kosten van het openbaar vervoer van de leerling en een begeleider, indien de leerling door een structurele lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap niet zelfstandig van het openbaar vervoer of de fiets gebruik kan maken.
Artikel 19. Vervoersvoorziening in de vorm van aangepast vervoer
Het college verstrekt een vervoersvoorziening in de vorm van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school zoals bedoeld onder artikel 17 bezoekt, indien:
aanspraak bestaat op vergoeding van vervoerskosten zoals bedoeld in artikel 18 en de leerling met gebruikmaking van openbaar vervoer naar school of terug, meer dan anderhalf uur onderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 50% of minder van de reistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht;
aanspraak bestaat op vergoeding van vervoerskosten zoals bedoeld in artikel 18 en door de ouders ten behoeve van het college genoegzaam wordt aangetoond dat begeleiding van de leerling door henzelf of anderen onmogelijk is dan wel tot ernstige benadeling van het gezin zal leiden en een andere oplossing niet mogelijk is; of
de leerling, naar het oordeel van het college, gelet op zijn structurele lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap niet in staat is – ook niet onder begeleiding – van openbaar vervoer gebruik te maken. Het college bepaalt bij nadere regels op welke wijze de noodzaak voor aangepast vervoer op basis van een handicap beoordeeld wordt.
Artikel 20. Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer
Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, vergoedt het college aan de ouders die meer dan een leerling tegelijk zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren, een bedrag op basis van een kilo-metervergoeding voor de auto afgeleid van de Reisbesluit binnenland, behoudens het bepaalde in het vierde lid.
Indien aanspraak bestaat op een vervoersvoorziening en het college desgewenst toestaat, dan wel van oor-deel is, dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets, verstrekt het college aan de ouders een vergoeding op basis van een kilometervergoeding voor de fiets, zoals omschreven in de nadere regels.
Artikel 21. Toekenning vervoersvoorziening voor het weekeinde en de vakantie aan in de gemeente wonen-de ouders
Met inachtneming van artikel 3 kent het college desgewenst een vervoersvoorziening voor het weekeinde- en vakantievervoer toe aan de in de gemeente wonende ouders van de leerling die, met het oog op het volgen van voor hem passend (voortgezet) speciaal onderwijs in een internaat of pleeggezin verblijft, volgens het bepaalde in deze paragraaf.
Artikel 22. Vervoersvoorziening voor weekeinde en vakantie
Het college kent aan de ouders een vervoersvoorziening toe voor het weekeindevervoer van de leerling voor de, eenmaal per weekeinde gemaakte, reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en terug, voor zover de weekeinden niet vallen binnen de in het tweede lid bedoelde schoolvakanties.
Het college kent aan de ouders een vervoersvoorziening toe voor het vakantievervoer van de leerling voor de, eenmaal per schoolvakantie van twee dagen of meer, gemaakte reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en terug, voor zover de vakantie voorkomt in de schoolgids van de school die de leerling bezoekt.
Artikel 23. Beslissing college in gevallen waarin de regeling niet voorziet
In gevallen, de uitvoering van het leerlingenvervoer betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.
Artikel 24. Afwijken van bepalingen
Het college kan in bijzondere gevallen, het vervoer voor onderwijs aangaande, ten gunste van de ouders afwijken van de bepalingen in deze verordening, zo nodig na advies te hebben gevraagd aan deskundigen. Ten aanzien van het afwijken van de bepalingen stelt het college nadere regels.
Artikel 25. Ontzeggen van de toegang tot het vervoer.
Het college bepaalt bij nadere regels op welke wijze, een leerling aan wie een vervoersvoorziening in de vorm van aangepast vervoer is verstrekt, tijdelijk of voor de rest van het schooljaar de toegang tot dit vervoer ontzegd wordt indien bij herhaling is gebleken dat de leerling door agressief gedrag of anderszins de orde in de bus verstoort of de veiligheid van bus en inzittenden in gevaar brengt.
Artikel 26. Intrekking oude regeling
De "Verordening leerlingenvervoer gemeente Leerdam 2015 " wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2019;
De “Verordening leerlingenvervoer gemeente Vianen 2014” wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2019;
De “Verordening leerlingenvervoer gemeente Zederik 2015” wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2019.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2019-85165.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.