Subsidieverordening instandhouding monumenten gemeente Rijssen-Holten 2019

 

De raad van de gemeente Rijssen-Holten;

gelezen het voorstel van het college van 8 januari 2019;

gelet op de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de volgende

Subsidieverordening instandhouding monumenten gemeente Rijssen-Holten 2019

 

HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen

Artikel 1  

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    casco: de hoofdstructuur van het monument bestaande uit de dragende onderdelen en het omhulsel, te weten dak-, kap- en gebintconstructie, vloeren, balklagen, dragende muren, fundering, kelder en gewelven;

  • b.

    college: college van burgemeester en wethouders van Rijssen-Holten;

  • c.

    eigenaar: de natuurlijke- of rechtspersoon die krachtens een zakelijk recht het genot heeft van een monument;

  • d.

    gemeentelijk monument: monument of archeologisch monument dat is ingeschreven in het gemeentelijke erfgoedregister;

  • e.

    instandhouding: werkzaamheden, maatregelen of voorzieningen die erop gericht zijn om monumenten in een goede staat te brengen of te houden, toekomstige restauraties te voorkomen of te verminderen, of een passende herbestemming te bevorderen;

  • f.

    redengevende omschrijving; motivering van het aanwijzingsbesluit als monument waarin specifiek te beschermen onderdelen van het monument zijn beschreven;

  • g.

    rijksmonument: monument of archeologisch monument dat is ingeschreven in het rijksmonumentenregister;

  • h.

    subsidieplafond: het bedrag dat gedurende een begrotingsjaar volgens de voor dat jaar geldende begroting, ten hoogste beschikbaar is voor het totaal toe te kennen subsidie op grond van deze verordening.

Artikel 2  

De gemeenteraad stelt jaarlijks bij de behandeling van de begroting het subsidieplafond vast, waarvan het besluit bekend wordt gemaakt via de daarvoor beschikbare gemeentelijke kanalen.

Artikel 3  

Het college is bevoegd om in het belang van de erfgoedzorg en met inachtneming van het bepaalde in deze verordening subsidie toe te kennen voor werkzaamheden die de instandhouding van het monument bevorderen.

Artikel 4  

Het college kan aan de subsidiebeschikking voorschriften verbinden, die bepalend zijn voor het verkrijgen van de subsidie.

Artikel 5  

Subsidie op grond van deze verordening kan uitsluitend worden toegekend aan de eigenaar van een monument.

Artikel 6  

Het college kent slechts subsidie of een vergoeding toe voor zover de op grond van artikel 2 vastgestelde financiële middelen toereikend zijn.

Artikel 7  

  • 1.

    Indien in verband met het bepaalde in artikel 6 een subsidie niet of slechts gedeeltelijk kan worden toegekend, wordt daarvan onder opgave van de reden aan de aanvrager door het college kennis gegeven.

  • 2.

    Het college deelt de aanvrager mede dat indien de werkzaamheden opgeschort kunnen worden, deze aanvraag in het daaropvolgende jaar op de gebruikelijke wijze opnieuw wordt behandeld.

Artikel 8  

De aanvrager van subsidie dient de door het college met controle belaste ambtenaren op de door die personen te bepalen tijdstippen de gelegenheid te bieden het monument en/of de wijze waarop de gesubsidieerde onderhoudswerkzaamheden worden of zijn uitgevoerd te inspecteren, alsmede inzage te geven van de daarop betrekking hebbende bescheiden en tekeningen.

Artikel 9  

De eigenaar aan wie op grond van deze verordening subsidie is toegekend, dient het monument in redelijke staat van onderhoud te houden en dient deze voldoende te verzekeren en verzekerd te houden tegen brand-, storm- en bliksemschade.

HOOFDSTUK 2 De subsidiabele werkzaamheden en kosten

Artikel 10  

  • 1.

    Aan de eigenaar van een gemeentelijk monument kan subsidie worden toegekend voor de uitvoering van restauratie- en/of onderhoudswerkzaamheden, die:

    • a.

      strekken tot de instandhouding van het beschermde monument en zijn monumentale waarden;

    • b.

      gericht zijn op het voorkomen van verval of het voorkomen van vervolgschade;

    • c.

      gericht zijn op vervanging van materialen die hun functie niet meer kunnen vervullen.

  • 2.

    Niet in aanmerking komen de kosten voor werkzaamheden die:

    • a.

      gericht zijn op reconstructie, tenzij ze in uitzonderlijke gevallen naar het oordeel van het college het monument versterken;

    • b.

      voortvloeien uit veranderend gebruik;

    • c.

      gericht zijn op comfortverbetering.

  • 3.

    De subsidiabele werkzaamheden worden door het college vastgesteld.

Artikel 11  

Aan de eigenaar van een gemeentelijk monument of van een rijksmonument kan een vergoeding worden toegekend voor een periodieke inspectie van het monument.

Artikel 12  

De in artikel 10 bedoelde subsidiabele werkzaamheden omvatten in elk geval de geraamde en door of namens het college goedgekeurde bedragen van:

  • a.

    de aanneemsom,

  • b.

    de kosten voor het opstellen van een gespecificeerde werkomschrijving c.q. bestek;

  • c.

    de verschuldigde omzetbelasting;

  • d.

    de kosten van het wind- en waterdicht houden van het casco van het monument;

  • e.

    de kosten van onderhoud of restauratie aan monumentale onderdelen zoals deze tot uitdrukking komen in de redengevende omschrijving van het object.

  • Indien het werk in zelfwerkzaamheid wordt uitgevoerd, worden uitsluitend de materiaalkosten vergoed.

Artikel 13  

Geen subsidie kan worden toegekend in de kosten van werkzaamheden voor zover deze kosten:

  • a.

    op grond van een verzekeringsovereenkomst gedekt zijn;

  • b.

    op grond van de Wet op de omzetbelasting op verschuldigde belasting in aftrek gebracht kunnen worden.

HOOFDSTUK 3 De aanvraagprocedure

Artikel 14  

1. De aanvraag om subsidie dient schriftelijk te worden ingediend bij het college via een daarvoor beschikbaar gesteld formulier.

  • 2.

    De aanvraag voor subsidie voor werkzaamheden zoals bedoeld in artikel 10 kan jaarlijks worden aangevraagd.

  • 3.

    Bij grootschalige doorlopende projecten die zich over meerdere jaren uitstrekken kan de subsidie voor twee jaar ineens worden aangevraagd.

  • 4.

    De aanvraag voor een vergoeding zoals bedoeld in artikel 11 kan eens in de drie jaar worden aangevraagd.

  • 5.

    Aanvragen worden in volgorde van binnenkomst afgehandeld.

  • 6.

    Van de aanvraag ontvangt de aanvrager een bevestiging.

Artikel 15  

  • 1.

    Bij de aanvraag om subsidie moet, samen met het volledig ingevulde en door de aanvrager getekende formulier, worden overlegd:

    • a.

      een gespecificeerde begroting van de kosten, inclusief afschriften van gemaakte offertes;

    • b.

      een gespecificeerde werkomschrijving c.q. bestek;

    • c.

      een tekening of foto’s van het object, waaruit gebreken blijken;

    • d.

      de namen en adressen van aannemer(s) en onderaannemer(s).

  • 2.

    De begroting, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, omvat alle kosten van de werkzaamheden en materialen, is niet ouder dan twee jaar en is gespecificeerd in manuren, materialen, onderaannemers (indien aanwezig) en stelposten. De aanvraag zoals bedoeld in artikel 14, lid 3, moet worden onderbouwd. Daartoe kan een restauratieplan worden gevraagd.

  • 3.

    Een aanvraag die niet voldoet aan alle hiervoor gestelde vereisten is onvolledig.

  • 4.

    Indien de aanvrager de gegevens als bedoeld in lid 1 niet heeft overgelegd, stelt het college de aanvrager binnen vier weken na de dag waarop de aanvraag is ontvangen in de gelegenheid de ontbrekende gegevens alsnog te overleggen.

  • 5.

    Indien ook een omgevingsvergunning vereist is, kan de subsidieverlening niet eerder worden toegekend dan nadat de omgevingsvergunning onherroepelijk is geworden. De subsidieaanvraag wordt geacht onvolledig te zijn tot aan het moment dat de omgevingsvergunning wordt verleend.

  • 6.

    Voor een aanvraag voor een vergoeding van de kosten zoals bedoeld in artikel 11, volstaat het indienen van een aanvraagformulier inclusief de factuur van de inspectie en een (digitale) kopie van het inspectierapport na afloop van de inspectie.

Artikel 16  

  • 1.

    Het college beslist omtrent een aanvraag als bedoeld in artikel 10, binnen acht weken na ontvangst van alle bij de aanvraag te overleggen bescheiden.

  • 2.

    De in het eerste lid genoemde termijn kan met ten hoogste acht weken worden verlengd. De aanvrager ontvangt hieromtrent schriftelijk bericht vóór de in het eerste lid bedoelde datum, onder vermelding van de termijn waarbinnen de beschikking door het college zal worden afgegeven.

HOOFDSTUK 4 De subsidie voor uitvoering instandhoudingswerkzaamheden

Artikel 17  

  • 1.

    Om in aanmerking te komen voor subsidie mag niet met de uitvoering van de werkzaamheden zijn begonnen voordat het college heeft beslist op de subsidieaanvraag. In geval van calamiteiten kan hiervan na overleg worden afgeweken.

  • 2.

    De werkzaamheden waarvoor de subsidie is toegekend moeten binnen één jaar na verzenddatum van de beschikking tot subsidietoekenning zijn voltooid en gereed gemeld. Het college kan hiervoor uitstel verlenen voor maximaal één jaar.

Artikel 18  

  • 1.

    De ‘Uitvoeringsrichtlijnen voor instandhoudingsmaatregelen monumenten gemeente Rijssen-Holten 2019’ vormen het uitgangspunt voor de werkzaamheden waarvoor subsidie is toegekend.

  • 2.

    De werkzaamheden waarvoor de subsidie is toegekend mogen alleen in afwijking van de onder lid 1 bedoelde Uitvoeringsrichtlijnen of de in de subsidiebeschikking gestelde uitvoeringsvoorwaarden worden uitgevoerd na schriftelijke toestemming van het college.

  • 3.

    Door of namens het college kunnen naast de in de subsidiebeschikking gestelde uitvoeringsvoorwaarden, aanwijzingen worden gegeven met betrekking tot de uitvoering van de werkzaamheden ten behoeve waarvan subsidie is toegekend.

Artikel 19  

  • 1.

    De subsidie zoals bedoeld in artikel 10 wordt uitsluitend toegekend indien:

    • a.

      de door het college subsidiabel geachte kosten per aanvraag ten minste € 500,- bedragen;

    • b.

      in de voorgaande vijf kalenderjaren geen subsidie is toegekend voor de aangevraagde werkzaamheden aan het betreffende onderdeel van het monument op grond van deze of de voorgaande subsidieverordening.

  • 2.

    Indien de werkzaamheden (geheel) door zelfwerkzaamheid worden uitgevoerd, kan de subsidie worden toegekend in de materiaalkosten voor zover deze ten minste € 250,- bedragen.

Artikel 20  

  • 1.

    De subsidie in de kosten van instandhoudingwerkzaamheden aan een monument bedraagt 50% van het totaal van de door het college subsidiabel geachte kosten tot een bedrag van ten hoogste € 5.000,-- per aanvraag.

  • 2.

    In afwijking van lid 1 bedraagt het percentage 25% wanneer het regulier schilderwerk betreft.

HOOFDSTUK 5 Uitbetaling en bevoorschotting

Artikel 21  

  • 1.

    Uitbetaling van de toegekende subsidie voor werkzaamheden zoals bedoeld in artikel 10 geschiedt binnen vier weken nadat:

    • a.

      de uitvoering van de instandhoudingwerkzaamheden schriftelijk is gereed gemeld onder indiening van de daarop betrekking hebbende gegevens;

    • b.

      de onder a bedoelde werkzaamheden door of namens het college zijn gecontroleerd en akkoord bevonden;

    • c.

      de rekeningen en betaalbewijzen inzake de uitgevoerde werkzaamheden alsmede de totale kostenopstelling door of namens het college zijn gecontroleerd en akkoord bevonden.

  • 2.

    Uitbetaling van de vergoeding voor kosten zoals bedoeld in artikel 11 geschiedt binnen vier weken nadat de factuur van de inspectie en een (digitale) kopie van het inspectierapport zijn ontvangen.

  • 3.

    Uitbetaling geschiedt uitsluitend op een door de aanvrager op te geven bankrekeningnummer.

Artikel 22  

  • 1.

    Indien 50% of meer van de werkzaamheden ten behoeve waarvan subsidie voor werkzaamheden zoals bedoeld in artikel 10 is toegekend zijn verricht en door of namens het college akkoord zijn bevonden, kan op verzoek van de aanvrager een voorschot worden verstrekt van maximaal 50% van de toegekende subsidie.

  • 2.

    Voor een vergoeding voor kosten zoals bedoeld in artikel 11 wordt geen voorschot verstrekt.

HOOFDSTUK 6 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 23  

Indien de aanvrager naar het oordeel van het college onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt, de in deze verordening vastgelegde voorschriften dan wel de in de subsidiebeschikking gestelde voorwaarden niet nakomt, kan het college de krachtens deze verordening gegeven beschikking wijzigen of intrekken, het uitbetaalde voorschot of subsidie terugvorderen en nieuwe verzoeken om subsidie krachtens deze verordening van de betreffende aanvrager afwijzen.

Artikel 24  

Deze verordening die kan worden aangehaald als Subsidieverordening instandhouding monumenten gemeente Rijssen-Holten 2019, treedt een dag na bekendmaking in werking.

Artikel 25  

De Subsidieverordening gemeentelijke monumenten Rijssen-Holten 2008 vervalt op de dag dat de Subsidieverordening instandhouding monumenten gemeente Rijssen-Holten 2019 in werking treedt. Aanvragen die zijn ingediend voor de inwerkingtreding van Subsidieverordening instandhouding monumenten gemeente Rijssen-Holten 2019 en als volledig worden aangemerkt in de zin van deze verordening, worden afgehandeld conform de Subsidieverordening gemeentelijke monumenten Rijssen-Holten 2008.

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Rijssen-Holten op 7 maart 2019.

De raad van de gemeente Rijssen-Holten,

de griffier, de voorzitter,

G.H. Veerman, A.C. Hofland

Toelichting

 

De gemeente heeft destijds een subsidieregeling voor monumenten in het leven geroepen om tegemoet te komen aan de meerkosten die monumenteneigenaren vaak ondervinden bij de instandhouding van hun gebouw of terrein. De nieuwe ‘Subsidieregeling instandhouding monumenten gemeente Rijssen-Holten 2019’ is nog steeds alleen bedoeld voor eigenaren van gemeentelijke monumenten daar waar het instandhoudingswerkzaamheden betreft. Voor instandhoudingswerkzaamheden aan rijksmonumenten kunnen eigenaren zich wenden tot de daarvoor beschikbare regelingen van het rijk. De vergoeding voor de periodieke inspectie van het monument is echter uitgebreid naar álle monumenteigenaren, dus ook naar eigenaren van rijksmonumenten. Deze verbreding komt terug in de naamgeving van de nieuwe verordening, waarin in plaats van het begrip ‘gemeentelijke monumenten’ de term ‘monumenten’ wordt gehanteerd.

 

De subsidieregeling heeft als doel om de instandhouding van het beschermde monument en zijn monumentale waarden te bewerkstelligen. Dat betekent dat de werkzaamheden gericht moeten zijn op het voorkomen van verval of van vervolgschade en op vervanging van materialen die hun functie niet meer kunnen vervullen. Werkzaamheden waarmee reconstructie wordt beoogd, die voorkomen uit veranderend gebruik of gericht zijn op comfortverbetering, behoren nadrukkelijk niet tot de te subsidiëren maatregelen. In het ‘Overzicht subsidiabele instandhoudingswerkzaamheden gemeentelijke monumenten’, dat als bijlage bij deze Subsidieverordening is gevoegd, worden de werkzaamheden opgesomd waarvoor subsidie kan worden verleend. Opgemerkt moet worden dat het overzicht niet uitputtend is; het toekennen van de subsidie blijft maatwerk.

 

Redenen voor actualisatie

De laatste subsidieverordening dateert van 2008. De reden voor actualisering is gelegen in de wens om het gemeentelijke subsidiebudget over meer eigenaren van gemeentelijke monumenten te verdelen. De subsidie kan nog steeds jaarlijks worden aangevraagd, maar ten opzichte van de vorige regeling geldt vanaf nu dat dit één maal per vijf jaar mogelijk is voor dezelfde werkzaamheden aan het betreffende onderdeel van het monument (artikel 19, lid 1, sub b). Voor de uitvoering van schilderwerk is het vergoedingspercentage gehalveerd (artikel 20, lid 2). Schilderwerk is een vorm van onderhoud waar iedere huiseigenaar mee te maken heeft. Vanwege het specialistische karakter en/of meerwerk dat bij schilderen van monumenten kan optreden, wordt een vergoeding van 25% aangehouden.

Daarnaast wordt het tijdig uitvoeren van instandhoudingswerkzaamheden van alle in de gemeente aanwezige monumenten belangrijk gevonden. Daartoe wordt de vergoeding voor een periodieke inspectie van het monument uitgebreid naar eigenaren van rijksmonumenten (artikel 11). De inspectie moet worden uitgevoerd door een deskundige en objectieve organisatie op het gebied van monumenten, te beoordelen door de gemeente. Mogelijk kunnen ook de abonnementskosten verschuldigd aan de betreffende organisatie van één jaar worden in aanmerking komen voor vergoeding.

Voor grootschalige doorlopende projecten die zich over meerdere jaren uitstrekken, biedt de verordening nu de mogelijkheid om in één keer voor twee jaar tegelijkertijd subsidie aan te vragen (artikel 14, lid 3). Daarvan is bijvoorbeeld sprake wanneer restauratie van het gehele pand wordt beoogd. Op die manier is er meer financiële zekerheid voor eigenaren van gemeentelijke monumenten bij de uitvoering van grotere projecten. De subsidie wordt pas uitgekeerd op het moment dat de werkzaamheden zijn voltooid. Het deel van het aangevraagde subsidiebedrag dat ten laste komt van het opvolgende jaar, wordt voor dat jaar op de begroting gereserveerd en na uitvoering in het betreffende jaar uitgekeerd.

 

Bij de Subsidieverordening instandhouding monumenten gemeente Rijssen-Holten 2019 horen de volgende bijlagen:

• Overzicht subsidiabele instandhoudingswerkzaamheden gemeentelijk monumenten;

• Aanvraagformulier subsidie instandhouding monumenten;

• Aanvraagformulier vaststellen definitieve subsidie instandhouding monumenten.

 

Samenhang met uitvoeringsrichtlijnen voor instandhoudingsmaatregelen

Kwaliteit is een randvoorwaarde voor een duurzaam behoud van het aanwezige erfgoed in de gemeente. Niet goed uitgevoerde restauraties kunnen de authenticiteit en het ‘verhaal’ van een monument onherstelbaar aantasten. Om die reden zijn in samenhang met de Subsidieverordening ‘Uitvoeringsrichtlijnen voor instandhoudingsmaatregelen monumenten gemeente Rijssen-Holten 2019’ opgesteld. Hierin is aangegeven hoe onderhoud en restauratie aan een monument moeten worden uitgevoerd. De richtlijnen kunnen meerdere doelen dienen:

• als informatiebron voor de eigenaar van het monument: op beknopte wijze wordt aangegeven welke maatregelen kunnen worden getroffen aan het monument en welke daarvan vergunningvrij of vergunningplichtig zijn;

• als uitgangspunt voor de uitvoerders van de onderhouds- en restauratiewerkzaamheden;

• als voorwaarde voor vergunningverlening voor de activiteit ‘monument wijzingen’ onder de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).

• als uitgangspunt voor de uitvoering van werkzaamheden waarvoor subsidie is toegekend op grond van deze Subsidieverordening.

Naar boven