Gemeenteblad van Roosendaal
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Roosendaal | Gemeenteblad 2019, 81977 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Roosendaal | Gemeenteblad 2019, 81977 | Beleidsregels |
Notitie onderwijsachterstandenbeleid Roosendaal 2019 - 2022
Alle kinderen in Roosendaal maximale kansen geven om zich optimaal te ontwikkelen. Daar werken wij als gemeente samen met vele partijen in de stad aan. Het gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid (OAB) is een van de vele terreinen waarmee wij beogen kinderen dergelijke kansen te bieden. Dit beleid richt zich op het verminderen en voorkomen van onderwijs- en ontwikkelingsachterstanden, in het bijzonder op (risico’s op) (taal)achterstand. Met onze inzet via OAB willen wij investeren in het voorkomen van onderwijsachterstanden door extra ondersteuning te bieden aan kinderen in de leeftijd 0– 12 met een (risico op) een onderwijsachterstand. De notitie beschrijft, na een korte inleiding, achtereenvolgens:
Al vele jaren werkt de gemeente Roosendaal samen met haar educatieve partners1 om kinderen met een (risico op) (taal)achterstand die ondersteuning te bieden die zij nodig hebben om deel te nemen aan het onderwijs. De ondersteuning op het gebied van onderwijsachterstanden die de gemeente biedt, bestaat uit:
Voorzieningen voor nieuwkomers2 in de gemeente
In de afgelopen maanden (oktober-december 2018) heeft de gemeente met de educatieve partners en het consultatiebureau – gezamenlijk de OAB-partners – het OAB, de geboden ondersteuning en de samenwerkingsstructuur geëvalueerd. Uit de evaluatie blijkt dat:
De veranderingen in onze gemeente, met een instroom van nieuwkomers, groei van eenoudergezinnen en andere sociale ontwikkelingen, maar ook de maatschappelijke veranderingen, zoals de decentralisatie van de jeugdzorg. Vragen ons inziens om een herijking van ons brede jeugdbeleid en het OAB. De sociale ontwikkelingen maken namelijk dat onze OAB-partners constateren dat er nog forse onderwijsachterstanden zijn, bijvoorbeeld bij de Poolse migranten, en dat deze achterstanden geconcentreerd zijn in bepaalde wijken. Ons beleid vraagt om een erkenning van deze ontwikkelingen en van de verschillen tussen Roosendaalse wijken en kernen.
De veranderingen van Rijkswege de afgelopen jaren binnen het OAB zijn eveneens van belang voor deze herijking Vanuit het Rijk zijn bijvoorbeeld de kwaliteitseisen aangescherpt zowel voor voorschoolse educatie als voor reguliere peuteropvang. Ook zijn de financiële kaders en uitgangspunten voor de verdeling van de Rijksmiddelen voor OAB veranderd.
Visie op onderwijsachterstanden
Onderwijsachterstandenbeleid is in de gemeente Roosendaal onderdeel van de brede jeugdagenda. De gemeente streeft met haar jeugdbeleid actief naar het beleidsmatig en in de uitvoering verbinden van onderwijs, jeugd, jeugdgezondheidszorg, sport en cultuur, veiligheid en arbeidsmarkt. Om voor alle jongeren in Roosendaal de beste kansen te kunnen creëren om zich te ontwikkelen.
Voor het onderdeel onderwijsachterstanden is de ambitie van de gemeente dat kinderen bij de start van het basisonderwijs geen achterstand hebben. Dit betekent dat wij ons extra inspannen om de juiste, passende ondersteuning in de voorschoolse periode aan te bieden. Dit sluit aan bij onze visie dat investeren in preventie loont. Binnen het OAB is en blijft dit onze hoogste prioriteit: inzet om onderwijsachterstanden waar mogelijk bij jonge kinderen weg te werken. Zodat zij goed voorbereid het onderwijs instromen.
Tegelijkertijd weten wij dat niet alle onderwijsachterstanden bij de start van het onderwijs verdwenen zijn. Ook zijn er kinderen met een onderwijsachterstand die tussentijds instromen in het onderwijs. Wij constateren dat het onderwijs de primaire verantwoordelijke is om – wanneer dit het geval is - deze achterstanden te verminderen. Wij zien het als onze taak om het onderwijs hierbij te ondersteunen, maar laten de regie bij het onderwijs. De gemeente treedt op als regisseur waar het gaat om het realiseren van verbindingen tussen partijen binnen het netwerk rondom kinderen.
Wij blijven de ouders en het onderwijs ondersteunen zodat, waar achterstanden toch zijn ontstaan, deze worden verminderd. De voorzieningen voor onderwijsachterstanden in het basisonderwijs, zoals het taalaanbod in de schoolse periode zijn er voor alle Roosendaalse kinderen met een (risico op) (taal)achterstand. Het onderwijs zien wij als meest geschikte partner om deze activiteiten in te richten, zodat maatwerk (ook op wijkniveau) mogelijk is.
Onze visie betekent dat wij kiezen voor:
In de bijlage is het financiële kader voor deze keuze weergegeven.
De ontwikkelingen in onze gemeente – met een grote instroom van nieuwkomers, neveninstromers, groei in eenoudergezinnen en andere uitdagingen zoals ook benoemd in onze jeugdagenda - tezamen met onze ambities vragen dat wij werken aan een continue versterking en vernieuwing van voorzieningen om onderwijsachterstanden te voorkomen en verminderen. Voor de periode 2019 – 2022 zien de gemeente en haar partners mogelijkheden om voorzieningen en beleid te verankeren en te vernieuwen. Hiervoor is er een aantal speerpunten benoemd, te weten:
Onderwijsachterstanden in context.
Onderwijsachterstandenbeleid (OAB) is een op zichzelf staand beleidsdomein. Wel raakt het en is het beïnvloed door vele andere thema’s, zoals bijvoorbeeld de aansluiting onderwijs-jeugdzorg, nieuwkomers, armoedebeleid, onderwijshuisvesting, laaggeletterdheid of het peuteropvangbeleid. Wij zetten ons de komende periode in om de integraliteit van ons jeugdbeleid verder uit te werken en uit te diepen, ook in de uitvoering. Wij gaan hiervoor de komende periode bijvoorbeeld werken aan een goede ondersteuningsstructuur voor de voorschoolse periode, zodat peuters met een ondersteuningsvraag (die niet (alleen) taalgerelateerd is) de juiste en voldoende ondersteuning krijgen.
Daarnaast signaleren wij dat, naast borging in een breder beleidskader, het herzien van onze OAB overleg- en besluitvormingsstructuur van belang is. Deze is nu vanuit de Lokale Educatieve Agenda (LEA) georganiseerd. De integrale aansluiting met de nieuwe jeugdagenda en onze ambities vragen om herijking hiervan.
Vergroten van het bereik van bestaande en nieuwe OAB-voorzieningen .
Op dit moment bereiken de OAB-voorzieningen een deel van onze Roosendaalse jongeren die een (risico op) (taal)achterstand hebben. We zien de noodzaak om het bereik verder te verhogen, onder andere door de instroom van nieuwkomers. Om het bereik van onze voorzieningen te verhogen, gaan wij daarom met onze partners het aanbod de komende periode vernieuwen. Belangrijk onderdeel bij het verhogen van het bereik is voor ons daarnaast het bereiken én betrekken van ouders bij onze voorzieningen.
Vergroten van het inzicht in het bereik en in de ontwikkeling van peuters en leerlingen door het verbeteren van de monitoring .
Met het OAB beogen wij alle kinderen in Roosendaal met een (risico op) (taal)achterstand te bereiken. Om te bezien of onze partners en wij dit blijvend behalen, is een goede monitoring van belang. Daarnaast hebben wij met onze OAB-partners een aantal resultaten of beoogde doelen geformuleerd over de gewenste ontwikkeling van kinderen die deelnemen aan OAB-activiteiten (zie bijlage 2 waar de resultaatafspraken VVE en doelstellingen OAB zijn opgenomen). Met elkaar willen wij de ontwikkeling maar ook het bereik van onze inspanningen beter inzichtelijk maken. De bij alle partners beschikbare informatie willen wij daarom in integraliteit vaker met elkaar bespreken. Bij de bespreking gaat het ons vooral om met elkaar te bezien of wij nog de juiste dingen op de juiste manier doen.
OAB-voorzieningen van hoge kwaliteit .
Het bieden van de juiste ondersteuning aan kinderen met een (risico op) (taal)achterstand vraagt om een hoge kwaliteit van voorzieningen. Wij nemen de verantwoordelijkheid en de regie waar het gaat om het aanbod voor peuters en doen dit in overleg met onze partners. Wij laten de regie bij het onderwijs voor de inrichting van OAB-activiteiten in de schoolse periode. Het is in ons aller belang dat dit totaalaanbod onze kinderen met (een risico op) onderwijsachterstanden ondersteunt. Kwaliteit is en blijft daarom voor ons een aandachtspunt in overleg met onze OAB-partners maar ook in de samenwerking tussen de voor- en vroegschool. Hier blijven wij de komende periode aandacht aan schenken.
Uitwerking speerpunten naar ambities
De vier speerpunten zijn hieronder verder uitgewerkt, op basis van de met de partners in 2018 uitgevoerde evaluatie. De speerpunten zijn vertaald naar ambities voor de komende periode (2019 – 2022). Hierbij is onderscheid gemaakt tussen wat wij met elkaar gaan verankeren in de staande praktijk en waar wij mogelijkheden zien voor vernieuwing.
Kinderen met een (risico op) (taal)achterstanden hebben veelal ook te maken met andere problematieken. Daarmee heeft het OAB raakvlakken met bijvoorbeeld jeugdbeleid, armoedebeleid, peuteropvangbeleid, passend onderwijs, de aanpak van laaggeletterdheid etc. Wij streven naar integraal beleid zodat bijvoorbeeld ook peuters met ondersteuningsvragen anders dan taal de juiste ondersteuning ontvangen. Deze ondersteuningsstructuur willen wij daarom versterken. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om peuters die een achterstand hebben (op sociaal-emotioneel vlak bijvoorbeeld) en waarbij extra ondersteuning een mogelijke onderwijsachterstand kan voorkomen. Dit doen wij door met onze educatieve partners en voorliggende voorzieningen te onderzoeken op welke wijze deze ondersteuningsstructuur er uit moet zien en deze vervolgens te realiseren. Als gemeente zullen wij hierin het voortouw nemen.
Ook de verankering – en verbetering – van de aansluiting van de ondersteuningsstructuur voor jongeren op het onderwijs (en daarmee passend onderwijs) behoeft aandacht. Dit speerpunt raakt aan veel van de ambities benoemd in de jeugdagenda en het is daarom van belang dat het OAB integraal onderdeel is in woord en daad van de jeugdagenda. Wij dragen daar zorg voor vanuit onze verantwoordelijkheid als gemeente, en zullen met het onderwijs blijven samenwerken om de juiste ondersteuning – ook vanuit jeugdhulp – te organiseren. Wij blijven daarom onze coördinerende rol uitvoeren waar het gaat om de aansluiting onderwijs-jeugd3.
Tot slot raakt OAB ook aan onderwerpen als IKC-vorming van de educatieve voorzieningen. Een goede samenwerking tussen voorschoolse voorziening en de vroegschool is in het belang van iedere peuter, met of zonder taalachterstand. De onderwijspartners in Roosendaal zijn allen bezig met of al vergevorderd met een intensieve samenwerking tussen voor- en vroegschool. Het is onze ambitie om deze Collegeperiode de onderwijshuisvesting te decentraliseren naar het primair onderwijs. We zien in het vehikel van decentralisatie de mogelijkheden om de ontwikkeling van kindcentra te faciliteren en versnellen.
In 2018 is de doelgroepdefinitie voor voorschoolse educatie met alle OAB-partners opnieuw vastgesteld. Deze definitie voldoet en wij zullen met onze partners blijven volgen of deze blijft voldoen. Belangrijk hierbij is dat peuters met en zonder VVE-indicatie de juiste ondersteuning krijgen, afgestemd op hun ontwikkelingsvraagstukken (zie ook 1 hierboven). Voor sommige peuters zal VVE passend zijn omdat zij daarmee een taalrijk aanbod krijgen en leren wennen aan een schoolse setting. Voor anderen zal het niet voldoende of niet passend zijn. In sommige gevallen zal een peuter met een VVE-indicatie dan ook extra ondersteuning nodig hebben buiten het VVE-programma.
Om goed te blijven volgen welke kinderen wij specifiek bereiken met het voorschools aanbod zetten wij daarnaast in op het verbeteren van de monitoring van het bereik van onze voorschoolse educatie. Zijn alle peuters met een VVE-indicatie ook op een voorschoolse voorziening geplaatst? Zo nee, wat zijn dan de redenen dat bijvoorbeeld ouders kiezen om een peuter niet naar de voorschool te laten gaan? Door dit inzichtelijk te krijgen, kunnen wij gezamenlijk meer doen om het bereik waar nodig te verhogen. Met onze OAB-partners werken wij de komende periode een werkwijze uit die inzicht biedt in dit bereik, zonder hiermee onnodige administratieve lasten te veroorzaken. Wij nemen hierin een coördinerende rol.
In 2018 zijn resultaatafspraken VVE opgesteld die beschrijven wat de OAB-partners en wij verwachten als resultaat van onze inspanningen in de voor- en vroegschoolse periode (zie ook bijlage 2). Wij hebben gezamenlijk als eindresultaat gesteld dat leerlingen minimaal op niveau SLO-prestatieniveau zitten aan het einde van de vroegschoolse periode. Deze afspraken voldoen. Wel werken wij de komende periode aan het goed volgen van de resultaten ten opzichte van deze afspraken. Wij geven hierbij aandacht aan onze rol als gemeente om gegevens over de ontwikkeling van Roosendaalse leerlingen te verzamelen, duiden, terug te koppelen en te bespreken met onze OAB-partners. Bij de bespreking van de resultaten staat voor ons de vraag ‘doen wij nog steeds de juiste dingen op de juiste manier’ centraal; het gaat niet om afrekenen maar juist om het verhogen van de kwaliteit en het bereik van onze voorzieningen. De komende periode werken wij met onze partners aan het opzetten van een monitoringstructuur die voldoet aan onze gezamenlijke verwachtingen, met daarbij oog voor de administratieve lasten van alle partners.
De voorzieningen voor nieuwkomers blijven wij op dezelfde wijze faciliteren 4 . Deze vormen integraal onderdeel van het OAB. ( speerpunt 4 : borgen kwaliteit)
De NIP-voorzieningen voor nieuwkomers in het onderwijs voldoen aan de vraag in onze gemeente. Uit de evaluatie blijkt dat onze partners hier ook tevreden mee zijn. Wij blijven daarom deze voorzieningen faciliteren met daarbij de eerder al gestelde doelstellingen (zie bijlage 2).
Schakelklassen bieden taalonderwijs aan leerlingen met een risico op een taalachterstand. Uit de evaluatie onder onderwijspartners blijkt dat een andere opzet nodig is om een hoger bereik te realiseren onder leerlingen met een taalachterstand en zo al deze leerlingen de best passende ondersteuning te bieden. De komende periode werkt het onderwijs een voorstel uit wat de best passende opzet is. Wij zullen dit faciliteren.
De ontwikkeling van kinderen is gebaat bij een goede overgang van voor- naar vroegschool en van primair naar voortgezet onderwijs. Ook in onze jeugdagenda zetten wij sterk in op verbindingen tussen voorzieningen.
Een doorgaande lijn gaat enerzijds over de overdracht van informatie over de ontwikkeling van het kind. Anderzijds gaat dit over het afstemmen van activiteiten, inhoud en thema’s tussen voor- en vroegschool en primair en voortgezet onderwijs waar het gaat om taalonderwijs. Hierin zien wij dat ook een doorgaande ondersteuningslijn (taal, gedrag, hulpverlening etc.) de ontwikkeling van kinderen ten goede komt. Daarom willen wij de komende periode inzetten op het verder versterken van de doorgaande lijn, juist ook waar het om ondersteuning in brede zin gaat. Onze rol hierin is het faciliteren van de educatieve partners om deze doorgaande lijn verder te versterken.
De Roosendaalse OAB-partners zijn op verschillende wijzen bezig met het verder verdiepen van de samenwerking tussen voor- en vroegschool. Wij zullen dit blijvend stimuleren voor voor- en vroegschool, door onder meer extra aandacht te schenken aan de dialogen van de VVE-koppels. Waar nodig zullen wij partners aanspreken op hun verantwoordelijkheden binnen deze koppels.
Omdat wij ons realiseren dat een goede overgang naar het voortgezet onderwijs eveneens van belang is voor de ontwikkeling van oudere kinderen en het bieden van gelijke kansen, willen wij de komende periode met partijen verder uitwerken wat nodig of wenselijk is om deze doorgaande lijn te versterken.
Wij faciliteren onze OAB-partners in de uitvoering van diverse activiteiten en voorzieningen om Roosendaalse jongeren met een (risico op) (taal)achterstand te bereiken en deze achterstanden te voorkomen of verminderen. Het zicht op de resultaten van ons beleid en alle activiteiten willen wij versterken door dit integraal, regelmatig en in gezamenlijkheid met al onze OAB-partners te evalueren.
Wij geven hierbij extra aandacht aan onze rol als gemeente om gegevens over de beleidsactiviteiten te verzamelen, duiden, terug te koppelen en te bespreken met onze OAB-partners. Bij de bespreking staat voor ons de vraag ‘doen wij met elkaar nog steeds de juiste dingen op de juiste manier’ centraal; het gaat niet om afrekenen maar juist om het verhogen van de kwaliteit en het bereik van onze voorzieningen. Hierbij zorgen wij er met elkaar voor dat duidelijk is wie waarvoor verantwoordelijk is en wie welke actie op zich neemt om eventuele verbeteringen door te voeren.
Het Rijk heeft aangekondigd dat voorschoolse educatie voor kinderen met een (risico op) (taal)achterstand vanaf 2020 niet 10 maar 16 uur dient te zijn. Wij grijpen in Roosendaal dit moment aan om met elkaar het voorschools aanbod opnieuw, in gezamenlijkheid met de voor- en vroegschoolse partners, vorm te geven. In deze doorontwikkeling hebben wij nadrukkelijk aandacht voor het met elkaar laten spelen en leren van peuters. Uit onderzoek5 blijkt dat peuters met een (risico op) (taal)achterstand ook leren van taalrijke peuters. Wij willen in Roosendaal blijven inzetten op peuteropvanggroepen waarbij peuters met en zonder (risico op) (taal)achterstand samen spelen.
Naast deze vormgeving – inhoudelijk, bedrijfsmatig en in financiële zin – van een 16 uurs VVE-aanbod willen wij de komende periode ook met onze partners de mogelijkheden onderzoeken voor het bieden van andersoortige activiteiten om al vroeg onderwijsachterstanden te voorkomen. Gedacht kan worden aan zogenoemde peuter-kleutergroepen, waarbij peuters en leerlingen uit groep 1 en 2 samen spelend leren. Aanvullend willen wij met onze partners het programma In- en Opstapje herzien, ook in termen van kosten en baten. Uit de evaluatie blijkt dat, waar de voorziening bijdraagt aan het stimuleren van een positief opvoedklimaat, het nog beter kan aansluiten bij het voorschools aanbod.
De gemeente Roosendaal heeft op dit moment geen specifiek gemeentelijk ouderbeleid voor voorschoolse voorzieningen noch voor de vroegschoolse periode. Onze partners hebben dit wel en betrekken actief hun ouders bij het aanbod. Hierin willen wij onze partners verder ondersteunen en faciliteren, omdat wij het betrekken van ouders bij voorschoolse educatie en taalactiviteiten de ontwikkeling van jongeren van belang achten. De komende periode werken wij met onze partners verder uit op welke wijze de gemeente de educatieve voorzieningen hierin kan faciliteren.
De nieuwe jeugdagenda, waar ook het OAB onderdeel van vormt, vraagt om een nieuwe overleg- en besluitvormingsstructuur. De huidige kerngroep LEA werkt goed samen, spreekt gezamenlijk over onderwijsachterstanden en informeert het bestuurlijk overleg hierover. In de ontwikkeling van een nieuwe structuur nemen wij de ervaringen van deze werkwijze mee. Hierbij dragen wij ook zorg dat we niet alleen kijken naar de vorm maar ook naar de rollen en verantwoordelijkheden van de partijen aan tafel.
In onderstaand overzicht zijn de ambities per speerpunt in zeer verkorte vorm samengevat. Een enkele ambitie heeft betrekking op meerdere speerpunten.
Hierboven zijn 10 ambities benoemd als uitwerking van de vier speerpunten, maar nog geen concrete acties. Om deze ambities te vertalen naar acties wordt er samen met de partners een uitvoeringsprogramma opgesteld. Want ook in de uitvoering werken wij samen met de educatieve partners om de ambities te kunnen realiseren.
Uit de overleggen met de partners zijn voor de komende maanden wel al drie prioriteiten aangegeven. Deze zijn hieronder in eerste aanzet beschreven. Wij zullen de komende periode deze en overige actiepunten verder met elkaar uitwerken in het uitvoeringsprogramma. In het programma staat uitgewerkt wat het doel is, welke acties ondernomen worden en wie welke rol op zich neemt. Hierbij vormen regelmatig met elkaar reflecteren en evalueren belangrijke onderdelen, zodat de uitvoeringsplannen aan blijven sluiten bij de praktijk en bredere (beleids)ontwikkelingen
|
||||
|
||||
Meer leerlingen met een taalachterstand bereiken door het taalonderwijs op een andere manier te organiseren |
|
Deze regeling treedt in werking op de derde dag na bekendmaking in het Gemeenteblad.
Aldus besloten door burgemeester en wethouders van Roosendaal op12 maart 2019,
de secretaris, de burgemeester,
Bijlage 1 Rollen en verantwoordelijkheden OAB-partners
Bijlage 2 Financiële paragraaf
In deze bijlage zijn de inkomsten en de verwachte uitvoeringskosten voor 2019 tot 2022 opgenomen.
Verwachte inkomsten periode 2019-2022
Vanaf 2019 zal de gemeente stapsgewijs meer gelden gaan ontvangen voor onderwijsachterstandenbestrijding.
• Het bedrag voor 2019 is gebaseerd op de voorlopige toekenning dd. 28-9-2018 .
De bedragen vanaf 2020 zijn indicaties. Het Rijk berekent jaarlijks de uitkeringen op basis van recente cijfers. Wel blijft het mogelijk om niet uitgegeven gelden binnen de periode van de specifieke uitkering door te schuiven.
Verwachte uitvoeringskosten periode 2019-2022
* Vanaf schooljaar 2019/2020 vervalt NIP 3 voor peuters. Zie hierboven bij speerpunt 4.
**De invulling van deze kosten zal mogelijk veranderen. Zie hierboven bij speerpunt 5.
*** Vanaf 2022 is er een wettelijke verplichting een HBO’er in de VVE te hebben. De precieze invulling heeft het ministerie OCW nog niet bekend gemaakt. Daarmee zijn de totale kosten voor de invoering van de HBO’er nog onduidelijk. Bij deze schatting is uitgegaan van ongeveer € 50 per uur en 80 uur VVE coaching per groep (totaal 50 groepen).
**** De invulling van deze kosten zal mogelijk veranderen. Zie hierboven bij speerpunt 9.
Bijlage 3 Beoogde opbrengsten OAB-activiteiten
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2019-81977.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.