Verordening tot Wijziging van de Financiële verordening Roosendaal 2017

De raad van de gemeente Roosendaal;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 5 februari 2019;

 

gezien het advies van de Commissie;

 

gelet op artikel 212 van de Gemeentewet;

 

 

BESLUIT

 

vast te stellen de volgende Verordening tot wijziging van de Financiële verordening Roosendaal 2017.

Artikel I Wijziging verordening

De Financiële verordening Roosendaal 2017 wordt gewijzigd als volgt:

 

Artikel 7 wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 7 Tussentijdse rapportage

  •  

  • 1.

    Het college informeert de raad door middel van een tussentijdse rapportage over de realisatie van de programmabegroting van de gemeente.

  • 2.

    De tussentijdse rapportage bevat een uiteenzetting over de uitvoering van beleid en de bijstelling van het beleid en een overzicht met de bijstelde raming van:

    • a.

      de baten en de lasten per programma;

    • b.

      het overzicht van de algemene dekkingsmiddelen;

    • c.

      het overzicht van de overhead en de geraamde vennootschapsbelasting;

    • d.

      het totale saldo van de baten en lasten volgend uit de onderdelen a, b en c;

    • e.

      de (beoogde) toevoegingen en onttrekkingen aan reserves per programma;

    • f.

      het resultaat, volgend uit de onderdelen d en e; en

    • g.

      de realisatie en raming van de uitputting van de investeringskredieten.

  • 3.

    In de tussentijdse rapportage worden significante afwijkingen op de oorspronkelijke ramingen van de baten en lasten en investeringskredieten in de begroting toegelicht.

  • 4.

    De tussentijdse rapportage bevat indien nodig voorstellen voor het wijzigen van de geautoriseerde budgetten en de investeringskredieten en het bijstellen van het beleid.

Toelichting op artikel 7

Artikel 7. Tussentijdse rapportage

Een belangrijk onderdeel van de planning- en controlcyclus voor de raad is de tussentijdse rapportage. Op basis van een tussentijdse rapportage wordt de raad geïnformeerd over de uitputting van budgetten en investeringskredieten en de voortgang van de uitvoering van het beleid.

Het tweede lid bevat bepalingen over de minimale inhoud van de rapportage.

Het derde lid bepaalt welke afwijkingen ten opzichte van de begroting die het college in de tussentijdse rapportage moet toelichten. De lijn hierbij zal zijn dat in de tussenrapportage een melding wordt gemaakt op afwijkingen op (product)niveau van meer dan € 50.000,-. Vaak komen gedurende het begrotingsjaar nieuwe investeringsvoornemens op tafel die bij het opstellen van de begroting niet waren voorzien. Het artikel regelt de autorisatie van de investeringskredieten anders dan bij vaststelling van de begroting. Dus ook voor investeringen die pas in de loop van het begrotingsjaar worden voorzien. Daarbij draagt dit lid aan het college op bij grote investeringen aan te geven wat het effect is op de schuldpositie van de gemeente.

Artikel 7 Tussentijdse rapportage

  •  

  • 1.

    Het college informeert de raad door middel van een tussentijdse rapportage over de realisatie van de programmabegroting van de gemeente.

  • 2.

    De tussentijdse rapportage bevat een uiteenzetting over de uitvoering van beleid en de bijstelling van beleid en een overzicht met de begrotingswijziging van de:

    • a.

      financiële afwijkingen > € 100.000 op baten en lasten per programma;

    • b.

      afwijkingen > € 100.000 op de (beoogde) toevoegingen en onttrekkingen aan reserves per programma;

    • c.

      afwijkingen > € 100.000 op de realisatie en raming van de investeringskredieten.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Toelichting op artikel 7

Artikel 7. Tussentijdse rapportage

Een belangrijk onderdeel van de planning- en controlcyclus voor de raad is de tussentijdse rapportage. Op basis van een tussentijdse rapportage wordt de raad geïnformeerd over afwijkingen op budgetten en investeringskredieten en de voortgang van de uitvoering van het beleid.

Het tweede lid bevat bepalingen over de minimale inhoud van de rapportage.

De lijn hierbij zal zijn dat in de tussenrapportage een melding wordt gemaakt van afwijkingen op productniveau van meer dan € 100.000. Ook afwijkingen van meer dan € 100.000 op kredieten worden toegelicht.

 

 

Artikel II Inwerkingtreding

Deze Wijzigingsverordening treedt in werking op de derde dag na bekendmaking in het Gemeenteblad en werkt terug tot en met 1 januari 2019.

 

 

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 28 februari 2019,

de griffier, de voorzitter,

Naar boven