Gemeenteblad van Hoorn
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Hoorn | Gemeenteblad 2019, 78533 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Hoorn | Gemeenteblad 2019, 78533 | Beleidsregels |
Nota investerings- en afschrijvingsbeleid 2017
2.2 Aanvullende interne spelregels voor zover niet voorgeschreven in het BBV
2. Voorschriften BBV (Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten)
In de “Financiële verordening” van de gemeente Hoorn is opgenomen dat waardering en afschrijving van vaste activa plaats vindt volgens een door de gemeenteraad vastgestelde nota Investerings- en afschrijvingsbeleid. De huidige nota “Investerings- en afschrijvingsbeleid 2015” is op 19 mei 2015 door de gemeenteraad vastgesteld.
Per 1 januari 2017 is een aantal wijzigingen doorgevoerd in het Besluit Begroten en Verantwoorden provincies en gemeenten (BBV), waardoor een aantal kaders in het investerings- en afschrijvingsbeleid moet worden aangepast.
Het BBV stelt onder meer dat investeringen met een maatschappelijk nut (bijvoorbeeld wegen en civiele kunstwerken) met ingang van 2017 meerjarig moeten worden afgeschreven. Tot 2017 was er een mogelijkheid om deze investeringen (netto zonder rente) in één keer af te schrijven ten laste van reserves en/of exploitatiebudgetten. Overigens is dekking vanuit reserves en/of exploitatiebudgetten nog steeds mogelijk, maar dan moet het investeringsbedrag, verhoogd met de (omslag)rente over de gehele looptijd, worden gestort in de reserve afschrijvingslasten investeringen. De kapitaallasten (afschrijving plus rente) van de investering worden dan jaarlijks aan deze reserve onttrokken.
Nieuw in de nota Investerings- en afschrijvingsbeleid 2015 was de introductie van een jaarljiks investeringsplafond. In het eerste kwartaal van 2017 is de werking van het investeringsplafond geëvalueerd. Deze evalutatie is vastgesteld door het college en als bijlage bij het raadsvoorstel van de nota Investerings- en afschrijvingsbeleid 2017 opgenomen.
Na vaststelling van de nota “investerings- en afschrijvingsbeleid 2017” treedt het beleid in werking met terugwerkende kracht per 1 januari 2017. Gelijktijdig met de vaststelling van deze nota wordt de nota “investerings- en afschrijvingsbeleid 2015” ingetrokken.
In deze paragraaf wordt een samenvatting gegeven van gewijzigde kaders en spelregels die in deze nota zijn opgenomen, aangescherpt en/of bijgesteld ten opzichte van de oude nota. In de achterliggende hoofdstukken en bijlagen worden de wettelijke kaders, begrippen/definities, achtergronden en spelregels nader toegelicht.
De belangrijkste wettelijke voorschriften zoals opgenomen in het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) met betrekking tot het waarderen, activeren en afschrijven van investeringen zijn als bijlage (bijlage 2) bij deze nota opgenomen. Dit betreft onder meer het wettelijk onderscheid tussen investeringen met economisch nut en maatschappelijk nut, immateriële, materiële en financiële vaste activa en hoe deze worden geactiveerd en afgeschreven.
Zowel investeringen met economisch nut als investeringen met maatschappelijk nut worden altijd geactiveerd en meerjarig afgeschreven. Deze investeringen mogen ook ten laste van reserves of exploitatiebudgetten in de begroting worden gebracht, maar dan moet het afschrijvingsbedrag, verhoogd met de (omslag)rente over de gehele looptijd, worden gestort in de reserve afschrijvingslasten investeringen. De kapitaallasten (afschrijving plus rente) van de investering worden jaarlijks aan deze reserve onttrokken.
De Dorpsstraat in Zwaag moet volledig worden vervangen voor een bedrag van € 1,4 miljoen. De jaarlijkse kapitaallasten (35jr/1%) bedragen 54.000 euro) in het eerste jaar, aflopend naar 40.400 euro in het laatste jaar. Het alternatief is om een bedrag van 1,652 miljoen euro (1,4 miljoen euro afschrijving plus 252.000 euro rente over de gehele looptijd) in één keer ten laste te brengen van de reserve onderhoud kapitaalgoederen en dat te storten in de reserve afschrijvingslasten investeringen. De jaarlijkse kapitaallasten worden vervolgens ten laste gebracht van de reserve afschrijvingslasten investeringen.
Alle investeringen (dus ook de investeringen die buiten het investeringsplafond vallen) worden periodiek gemonitord en geëvalueerd. Jaarlijks in de kadernota stelt de gemeenteraad de voor de komende begroting te hanteren prijsindexatie vast. Het jaarlijks investeringsplafond (aan kapitaallasten) kan daarvan onderdeel uitmaken. Aanpassing van de hoogte van het investeringsplafond is voorbehouden aan de gemeenteraad.
Nieuwe investeringen (zie bijlage 1 definities) worden als ruimtevrager (wens) in de kadernota en/of de begroting aangemeld en integraal afgewogen. Bij uitzondering kan voor nieuwe investeringen tussentijds een afzonderlijk voorstel met een reëel dekkingsplan aan het college en/of de gemeenteraad worden voorgelegd.
Het Strategisch Team (ST) brengt, na consultatie van de teammanagers, een integraal advies aan het college uit over de invulling van het investeringsplafond voor het eerstvolgende jaar. Bij de invulling van het investeringsplafond worden de onderstaande prioriteiten gehanteerd:
4e prioriteit: investeringen voor aanpassing of uitbreiding van voorzieningen.
Besluitvorming over de invulling van het investeringsplafond vindt in beginsel plaats in de kadernota, maar kan worden uitgesteld naar de begrotingsbehandeling. Na vaststelling van de kadernota en/of begroting door de gemeenteraad zijn de daarin voorgestelde investeringen voor het eerstvolgende jaar direct vrijgegeven voor uitvoering daarvan.
De afzonderlijke investeringskredieten binnen het investeringsplafond worden direct (zo nodig gefaseerd) geraamd in de begroting. Bij de eerstvolgende tussentijdse monitoring in het betreffende jaar worden positieve aanbestedingsresultaten en/of ruimte binnen een investeringskrediet direct afgeraamd, waardoor ruimte kan ontstaan in het investeringsplafond.
Als gedurende het jaar ruimte ontstaat binnen het vastgestelde investeringsplafond (bijvoorbeeld als gevolg van gedeeltelijke uitstel van investeringen of gunstige aanbesteding) kan het ST het college adviseren om dit voor andere investeringen in te zetten. Besluitvorming daarover wordt gemandateerd aan het college. De gemeenteraad wordt hierover achteraf in de jaarrekening geïnformeerd, tenzij het onderwerp dusdanig politiek gevoelig is dat een actieve informatieplicht aan de gemeenteraad is vereist. Dit is naar inschatting van het college.
Investeringskredieten worden na afronding daarvan via de bijlage 1 van de jaarrekening afgesloten. Als het investeringskrediet na maximaal 2 jaar, of in geval van gefaseerde raming maximaal 2 jaar na de laatst geraamde fase, nog niet volledig is besteed, valt het restantkrediet vrij. Tenzij nut en noodzaak tot het langer beschikbaar houden van het investeringskrediet voldoende en tijdig wordt aangetoond via een afzonderlijk voorstel aan het college.
Wanneer een vrijgegeven investeringskrediet niet toereikend is wordt een voorstel tot aanvullend krediet aan het college en/of de gemeenteraad voorgelegd. Dekking daarvan wordt in eerste instantie gezocht binnen de ruimte van het investeringsplafond. Als die ruimte er niet is binnen het investeringsplafond, wordt een alternatief dekkingsplan bij het voorstel opgenomen.
Bij de aanvraag van voorbereidingskredieten wordt de financiële dekking nog niet formeel geregeld. De financiële dekking daarvan wordt integraal geregeld bij de aanvraag van het uitvoeringskrediet. In geval van uitzonderlijk hoge voorbereidingskredieten, bijvoorbeeld bij de Poort van Hoorn, kan dekking voor de “rente tijdens bouw” worden geregeld.
Alle investeringen worden in beginsel lineair afgeschreven. Slechts in uitzonderlijke gevallen (bijvoorbeeld bij (ver)huur of jaarlijks gelijkblijvende exploitatielasten of bij parkeergarages) kan worden gekozen voor annuïtaire afschrijving. Nut en noodzaak tot annuïtaire afschrijving moeten voldoende worden aangetoond bij de aanvraag van het investeringskrediet. De gemeenteraad neemt het besluit tot annuïtaire afschrijving.
Ongeacht de afschrijvingsmethode wordt bij het bepalen van het afschrijvingsbedrag geen rekening gehouden met restwaarde. Bij verkoop van het actief wordt een eventuele restant boekwaarde in het jaar van verkoop in één keer afgeschreven ten laste van de exploitatie. Eventuele verkoopopbrengsten van een verkocht actief wordt in het jaar van verkoop als incidentele baten in de exploitatie verantwoord.
De afschrijvingstabel dient als basis voor de te hanteren afschrijvingstermijnen. Indien van de tabel wordt afgeweken, wordt dat gefundeerd bij de kredietaanvraag als afzonderlijk beslispunt opgenomen. Besluitvorming daarover vindt plaats door de gemeenteraad. Uitgangspunt is dat de afschrijvingstermijnen zo goed als mogelijk aansluiten bij de technische levensduur.
Op begrotingsbasis geldt als ingangsdatum voor afschrijving het jaar volgend op het jaar waarin het uitvoeringskrediet of, bij gefaseerde raming, het laatste deelkrediet is geraamd. Op rekeningbasis worden de kapitaallasten berekend over de daadwerkelijk in gebruik genomen investeringen in het daaraan voorafgaande jaar.
Extra afschrijven op investeringen is niet toegestaan. De term “extra” is bedoeld als vallend buiten de bestendige waarderingssystematiek. Noodzakelijke bijzondere afwaarderingen, bijvoorbeeld als gevolg van voortijdige buitengebruikstelling of duurzame waardevermindering worden niet als extra afschrijving aangemerkt.
Tot en met het jaar 2017 werd de vervanging van laptops geactiveerd en afgewogen bij de invulling van het investeringsplafond. Laptops worden gefaseerd aangeschaft en gefaseerd vervangen, waardoor jaarlijks een vrijwel constant uitgavenpatroon ontstaat. De prijs per laptop valt onder de minimale activeringsgrens van 15.000 euro. Omdat laptops tegenwoordig onlosmakelijk zijn verbonden aan de bedrijfsvoering en er feitelijk geen keuze bestaat om deze wel of niet te vervangen, wordt voorgesteld om laptops niet meer te activeren.
Voorgesteld wordt om vanaf 2018 jaarlijks 160.000 euro in de exploitatie op te nemen voor de vervanging van laptops. Op grond van de notitie verkrijging en vervaardiging van kapitaalgoederen van de commissie BBV mag vervanging van laptops in de exploitatie worden afgedaan.
Tot nog toe worden parkeergarages in 25 jaar afgeschreven. Door innovaties en kwaliteit van materialen is de levensduur van parkeergarages tegenwoordig minimaal 40 jaar. Dat is gelijk aan de afschrijvingstermijn van gebouwen, wat een parkeergarage feitelijk ook is. Voorgesteld wordt om de afschrijvingstermijn van parkeergarages met ingang van 2017 vast te stellen op 40 jaar.
Het blijkt dat als lichtmasten na 35 tot 40 jaar worden geconserveerd, de mast nog 25 jaar een armatuur kan dragen. Dit leidt tot levensduurverlenging van de mast ten opzichte van de levensduur van 50 jaar. Levensduurverlengende maatregelen mogen op grond van het BBV worden geactiveerd. Voorgesteld wordt om aan het conserveren van lichtmasten een afschrijvingstermijn van 8 jaar te hangen.
Schuiven tussen investeringskredieten
De gemeenteraad beslist over het beschikbaar stellen van investeringskredieten. In beginsel besluit de gemeenteraad dus ook over het schuiven tussen investeringskredieten. Soms is deze afspraak in de praktijk niet goed werkbaar. Daarom kan het college zonder een besluit van de gemeenteraad schuiven tussen investeringskredieten als wordt voldaan aan de onderstaande criteria:
Vaste activa zijn duurzame investeringen en uitzettingen met een looptijd van één jaar of langer.
Vlottende activa zijn voorraden, uitzettingen met een looptijd korter dan één jaar, liquide middelen en overlopende activa (vooruitbetaalde kosten en nog te ontvangen middelen).
Immateriële vaste activa zijn kosten verbonden aan het sluiten van geldleningen (en kosten van agio en disagio daarbij) en kosten van onderzoek en ontwikkeling van een bepaald actief.
Materiële vaste activa zijn alle investeringen met een economisch nut en investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut.
Financiële vaste activa zijn kapitaalverstrekkingen, langlopende leningen, overige uitzettingen met een looptijd langer dan één jaar en bijdragen in activa van derden.
Investeren is het verwerven / produceren van vermogensobjecten en vindt plaats door vervaardiging of door toevoegingen, wijzigingen of verbeteringen die meerjarig gebruikt kunnen worden om bij te ragen aan het maatschappelijk nut of als productiefactor en die leiden tot een belangrijke waardetoename van het product.
Vervangingsinvesteringen zijn investeringen ter vervanging van bestaande voorzieningen, zonder de oorspronkelijke hoedanigheid van de voorziening wezenlijk te veranderen.
Nieuwe investeringen zijn investeringen die een verandering, aanvulling of uitbreiding betekenen van een bestaande situatie of omgeving (bijvoorbeeld een rotonde, een herinrichting winkelgebied of een nieuwe school).
Investeringen met economisch nut zijn investeringen die verhandelbaar zijn (er is een markt voor) en/of kunnen bijdragen aan het genereren van middelen, bijvoorbeeld door het vragen van rechten, heffingen, leges of tarieven.
Investeringen met maatschappelijk nut zijn investeringen in de openbare ruimte die geen middelen genereren, maar wel duidelijk een publieke/maatschappelijke taak vervullen. Bijvoorbeeld wegen, bruggen, water en groenvoorzieningen.
Afschrijving is het tot uitdrukking brengen van waardevermindering van activa en het verloop daarvan over de geschatte levensduur van het betreffende activum.
Lineaire afschrijving betreft een jaarlijks vast afschrijvingsbedrag (of -percentage) van de aanschaf- of vervaardigingsprijs. De rente wordt jaarlijks berekend over de restant boekwaarde per 1 januari van het betreffende boekjaar.
Annuïtaire afschrijving is de methode waarbij zodanig wordt afgeschreven dat het bedrag aan afschrijving en rente over de aanschaf- of verkrijgingsprijs jaarlijks even groot is. Het afschrijvingsbedrag is gelijk aan de annuïteit minus het rentebestanddeel.
Kapitaallasten zijn de jaarlijkse afschrijvingslasten van het activum, vermeerderd met de (omslag)rente over de boekwaarde van het activum per 1 januari van het betreffende boekjaar.
Renteomslagpercentage is de berekening(suitkomst) waarbij de totale rentekosten worden omgeslagen over de boekwaarden die gefinancierd moeten worden. Het renteomslagpercentage wordt jaarlijks vastgesteld in de kadernota en/of begroting.
In deze bijlage staan de relevante artikelen met betrekking tot investeren en afschrijven vanuit het kaderstellend BBV opgenomen.
Op de balans worden de activa onderscheiden in vaste en vlottende activa, al naar gelang zij zijn bestemd om de uitoefening van de werkzaamheid van de provincie onderscheidenlijk gemeente al dan niet duurzaam te dienen.
Onder de vaste activa worden afzonderlijk opgenomen de immateriële, materiële en de financiële vaste activa.
In de toelichting op de balans wordt aangegeven volgens welke methoden de afschrijvingen worden berekend.
Kosten van onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief kunnen worden geactiveerd, indien:
De vervaardigingsprijs omvat de aanschaffingskosten van de gebruikte grond- en hulpstoffen en de overige kosten, welke rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend. In de vervaardigingsprijs kunnen voorts worden opgenomen een redelijk deel van de indirecte kosten en de rente over het tijdvak dat aan de vervaardiging van het actief kan worden toegerekend; in dat geval vermeldt de toelichting dat deze rente is geactiveerd.
Slechts om gegronde redenen mogen de afschrijvingen geschieden op andere grondslagen dan die welke in het voorafgaande begrotingsjaar zijn toegepast. De reden van de verandering wordt in de toelichting op de balans uiteengezet. Tevens wordt inzicht gegeven in haar betekenis voor de financiële positie en voor de baten en de lasten aan de hand van aangepaste cijfers voor het begrotingsjaar of voor het voorafgaande begrotingsjaar.
De gemeente Hoorn heeft de ambitie om in 2040 een klimaat neutrale gemeente te zijn. Voor Hoorn betekent een klimaat neutrale gemeente een gemeente die bij haar doen en laten geen invloed meer uitoefent op het klimaat, bij al haar activiteiten. De financiële borging van duurzaamheidsmaatregelen is echter nog een aandachtspunt en is daarom verankerd in deze nota
Ondanks dat duurzaamheid een politiek speerpunt is, komt het regelmatig voor dat er geen of onvoldoende rekening mee wordt gehouden bij de aanvraag van een investeringskrediet. Hierdoor wordt de financiële dekking van duurzaamheidsmaatregelen vaak achteraf, op ad hoc wijze, geregeld, terwijl dit vooraf integraal bij de aanvraag van de investering meegenomen had moeten zijn.
In de toekomst wordt, indien van toepassing, bij de raming van investeringskredieten standaard rekening gehouden met duurzaamheidsmaatregelen. In beginsel wordt bij de kredietaanvraag een reëel bedrag geraamd voor duurzaamheid. Daar waar een reëel bedrag niet exact goed is in te schatten kan op basis van ervaringscijfers worden gedacht aan een percentage van de investering.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2019-78533.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.