Regeling beheer en toezicht Basisregistratie Personen gemeente Nijmegen:

Het College van B&W van de gemeente Nijmegen,

 

Gelet op de

Wet Basisregistratie Personen ;

Algemene verordening gegevensbescherming (AVG);

 

Besluiten:

Vast te stellen de navolgende Regeling beheer en toezicht Basisregistratie Personen gemeente Nijmegen:

Hoofdstuk 1 AANWIJZEN FUNCTIONARISSEN

Artikel 1  

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders wijst functionarissen aan die belast worden met:

  • 2.

    Het informatiebeheer;

  • 3.

    Het gegevensbeheer;

  • 4.

    Het systeembeheer;

  • 5.

    Het functioneel applicatiebeheer;

  • 6.

    Het privacybeheer BRP;

  • 7.

    De gegevensverwerking;

  • 8.

    Het toezichtsbeheer;

  • 9.

    Het beveiligingsbeheer;

  • 10.

    De controle op de informatiebeveiliging.

Artikel 2  

De informatiebeheerder wijst functionarissen aan die worden belast met:

gegevensbeheer;

gegevensverwerking;

het namens het hoofd van de afdeling Publiekszaken afnemen van de in artikel 2.8, lid 2, onder sub e, van de wet bedoelde verklaring.

Hoofdstuk 2 HET INFORMATIEBEHEER

Artikel 3  

De informatiebeheerder beheert de voorziening voor de basisregistratie personen Key2Burgerzaken, het gegevensmagazijn Key2Datadistributie en het autorisatiebesluit.

Artikel 4  

De informatiebeheerder voorziet in:

  • a.

    een jaarlijkse planning van de beheeractiviteiten;

  • b.

    een jaarlijkse rapportage aan het college van burgemeester en wethouders over de bij a. bedoelde planning, waarbij tevens inzicht wordt gegevens in de kengetallen van de bijhoudings- en beheerprocedures:

  • c.

    een jaarlijkse rapportage over de resultaten die voortvloeien uit de in artikel 12 bedoelde kwaliteitssteekproef;

  • d.

    administratieve beheerprocedures, voor zover hier niet door of bij de wet in is voorzien;

  • e.

    periodiek overleg tussen hem en de op basis van de regeling aangewezen beheerders;

  • f.

    richtlijnen voor de bijhouding van de Basisregistratie Personen.

Artikel 5  

De informatiebeheerder is verantwoordelijk voor:

de uitvoering van het periodieke onderzoek op grond van artikel 4.3 van de Wet BRP naar de inrichting, de werking en de beveiliging van de basisregistratie, alsmede naar de verwerking van gegevens in de basisregistratie;

de periodieke toezending van een uittreksel van de resultaten van het onderzoek aan de Autoriteit persoonsgegevens en aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Artikel 6  

De informatiebeheerder adviseert het college van burgemeester en wethouders over de navolgende aspecten die voortvloeien uit deze basisregistratie te weten:

persoonsinformatievoorziening;

beveiliging;

gegevenskwaliteit;

personeelsaangelegenheden.

Artikel 7  

De informatiebeheerder beslist:

over de installatie van nieuwe of gewijzigde versies van de applicatie;

op verzoeken van organen van de gemeente tot het verkrijgen van gegevens uit de Basisregistratie Personen;

op verzoeken van derden als genoemd in artikel 3.6 van de Wet en als genoemd in de bij Verordening BRP genoemde derden tot het verkrijgen van gegevens uit de Basisregistratie Personen;

over de wijze van de verstrekking van gegevens met betrekking tot het bepaalde in dit artikel, onder b en c.

Artikel 8  

De informatiebeheerder ziet erop toe dat:

  • a.

    de in deze regeling opgenomen bepalingen worden nageleefd;

  • b.

    de behandeling en afhandeling van verzoeken om gegevensverstrekking als genoemd in artikel 6 geschiedt volgens de bepalingen uit de wet BRP, de Verordening en de Algemene verordening gegevensbescherming;

  • c.

    de bij of krachtens de wet opgelegde verplichtingen ten aanzien van inrichting en bijhouding evenals de beveiliging van de voorziening voor de Basisregistratie Personen worden nageleefd;

  • d.

    dat alle in artikel 2, genoemde functionarissen op de hoogte zijn van de installatie van nieuwe of gewijzigde versies van de applicatie voor de voorziening voor de Basisregistratie Personen en van de gevolgen van deze installatie;

  • e.

    de beveiligingsvoorschriften die voortvloeien uit het Informatiebeveiligingsbeleid, -plan en bij behorende procedures en werkinstructies worden nageleefd.

Artikel 9  

De informatiebeheerder, of een op grond van artikel 1 aangewezen functionaris, neemt deel aan overleg betreffende onderwerpen die het beheer van de voorziening voor de Basisregistratie Personen aangaan.

Hoofdstuk 3 HET GEGEVENSBEHEER

Artikel 10  

  • 1.

    De gegevensbeheerder is verantwoordelijk voor:

    • a.

      de juistheid, actualiteit en betrouwbaarheid van de gegevens die opgenomen zijn of worden in de voorziening voor de Basisregistratie Personen, Key2Burgerzaken;

    • b.

      het beheer van documentatie op het gebied van de wet en overige regelgeving op het gebied van de Basisregistratie Personen ;

    • c.

      de communicatie met de overheidsorganen aan wie gegevens worden verstrekt uit de Basisregistratie Personen en andere houders van voorzieningen voor de Basisregistratie Personen over gegevensverwerking;

    • d.

      het verwerken van complexe mutaties en correcties met betrekking tot de Basisregistratie Personen;

    • e.

      het uitzetten van richtlijnen met betrekking tot het actualiseren en corrigeren van persoonsgegevens in de voorziening voor de Basisregistratie Personen .

  • 2.

    De gegevensbeheerder beslist binnen 5 werkdagen op het in behandeling nemen van een melding van een overheidsorgaan die gerede twijfel heeft over de juistheid van een in de voorziening van de Basisregistratie personen opgenomen (authentiek) gegeven en stelt het overheidsorgaan in kennis van deze beslissing.

Artikel 11  

De gegevensbeheerder voorziet in:

  • 1.

    de behandeling van wijzigingsverzoeken als bedoeld in artikel 2.57, 2.58 en 2.60 van de Wet BRP;

  • 2.

    controlewerkzaamheden ter waarborging van de kwaliteit van de Basisregistratie Personen.

Artikel 12  

De gegevensbeheerder is bevoegd, in overleg met de applicatiebeheerder, vanuit de in artikel 9 bedoelde verantwoordelijkheid de gegevensverwerkers aanwijzingen te geven betreffende de opname en bijhouding van gegevens in de voorziening voor de Basisregistratie Personen .

Artikel 13  

  • 1.

    Periodiek wordt de inhoudelijke kwaliteit van het bestand van persoonslijsten in de Basisregistratie Personen onderworpen aan een inhoudelijke controle door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

  • 2.

    De gegevensbeheerder voorziet in een doorlopende kwaliteitssteekproef en de uitvoering van de daarmee samenhangende verbetermaatregelen gericht op de handhaving van de kwaliteitsnorm van het Ministerie van Binnenlandse Zaken.

  • 3.

    De gegevensbeheerder voorziet in de uitvoering van het periodiek onderzoek op grond van artikel 4.3 van de Wet BRP, voor wat betreft de verwerking van persoonsgegevens in de voorziening.

Artikel 14  

De gegevensbeheerder voorziet in de uitvoering van het periodiek onderzoek op grond van artikel 4.3 van de Wet BRP, voor wat betreft de verwerking van persoonsgegevens in een voorziening.

Hoofdstuk 4 HET SYSTEEMBEHEER

Artikel 15  

De systeembeheerder is verantwoordelijk voor het technisch onderhoud van de bedrijfsapplicatie Key2Burgerzaken waarmee een voorziening voor de Basisregistratie Personen wordt gevoerd (hierna applicatie).

Artikel 16  

De systeembeheerder voorziet in:

de fysieke beveiliging van de applicatie;

een dagelijkse back-up, die wordt ondergebracht in een daartoe uitgeruste en beveiligde ruimte op een andere locatie dan de ruimte waarin de apparatuur voor een voorziening van de BRP is opgesteld;

de technische installatie van gewijzigde of nieuwe versies van de applicatie Key2Burgerzaken;

de beschikbaarheid van de applicatie Key2Burgerzaken, overeenkomstig hetgeen daarover intern en met derden is overeengekomen.

Artikel 17  

De systeembeheerder is bevoegd:

direct maatregelen te treffen wanneer de continuïteit van de applicatie Key2Burgerzaken of de daarin opgeslagen informatie acuut in het geding is; hij is verplicht achteraf ter zake te rapporteren aan de informatiebeheerder;

aanwijzingen te geven over:

beheer toepassingssystemen;

beheer van bestanden;

reconstructiemaatregelen.

Artikel 18  

De systeembeheerder neemt deel aan het in artikel 4, onder e genoemde overleg.

Hoofdstuk 5 HET FUNCTIONEEL APPLICATIEBEHEER

Artikel 19  

De functioneel applicatiebeheerder/de technisch applicatiebeheerder voorziet in:

de communicatie bij storingen in hard- en software;

een logboek waarin bijzondere gebeurtenissen worden bijgehouden;

de toekenning van de autorisatieniveaus voor actualiseringen aan de gegevensverwerkers, de gegevensbeheerder, de functioneel applicatiebeheerder/de technisch applicatiebeheerder zelf op grond van een besluit van de informatiebeheerder; de bijhouding van een dossier van autorisaties, die overeenkomstig artikel 6 door de informatiebeheerder zijn toegekend;

het testen en evalueren van nieuwe versies van de applicatie Key2Burgerzaken, alsmede het testen en evalueren van nieuwe apparatuur;

de beoordeling van de gevolgen van de installatie van nieuwe en of gewijzigde versies van de applicatie Key2Burgerzaken;

de bijhouding van een verzameling van alle problemen en klachten, die bij het gebruik van de applicatie Key2Burgerzaken ontstaan;

een oplossing, eventueel door inschakeling van de systeembeheerder of een derde, voor de onder 6 genoemde problemen en klachten;

de voorlichting aan alle in artikel 2 genoemde functionarissen met betrekking tot de gevolgen van een nieuwe of gewijzigde versie van de applicatie Key2Burgerzaken;

de coördinatie van de werkzaamheden in geval van uitwijk in overleg met de systeembeheerder;

de vormgeving en inhoud van documenten, die rechtstreeks aan de Basisregistratie Personen worden ontleend;

de afhandeling van verzoeken omtrent managementgegevens;

een zo spoedig mogelijke oplossing in geval van storingen binnen de applicatie Key2Burgerzaken, zo nodig door inschakeling van een derde.

Artikel 20  

De functioneel applicatiebeheerder/de technisch applicatiebeheerder is verantwoordelijk voor:

de ondersteuning bij het gebruik van de applicatie Key2Burgerzaken;

het tijdig opschonen van de relevante bestanden in de database;

het beheer van de tabellen van de Basisregistratie Personen;

het beheer van de gebruikersdocumentatie.

Artikel 21  

De functioneel applicatiebeheerder/de technisch applicatiebeheerder is bevoegd:

gegevensverwerkers en het personeel van externe organisatie onderdelen/diensten die direct toegang hebben tot de aanwijzingen te geven over het gebruik van de applicatie Key2Burgerzaken;

over het gebruik van de gedragsregels op te stellen.

Artikel 22  

De functioneel applicatiebeheerder/de technisch applicatiebeheerder is verantwoordelijk voor de gehele of gedeeltelijke uitvoering van de uitwijkprocessen zoals beschreven in de procedure uitwijk van het informatiebeveiligingsbeleid.

Artikel 23  

De functioneel applicatiebeheerder/de technisch applicatiebeheerder ziet erop toe dat voorgeschreven procedures uit het Informatiebeveiligingsbeleid , -plan en bijbehorende procedures en werkinstructies worden nageleefd.

Artikel 24  

De functioneel applicatiebeheerder/de technisch applicatiebeheerder neemt deel aan:

het overleg genoemd in artikel 4, onder e;

het externe gebruikersoverleg.

Hoofdstuk 6 HET PRIVACYBEHEER

Artikel 25  

de privacyfunctionaris BRP adviseert de medewerkers van het bureau Burgerzaken, de informatiebeheerder en het hoofd van de afdeling Publiekszaken over de privacyaspecten die voortvloeien uit de uitvoering van de wet BRP en de Verordening BRP.

de privacyfunctionaris BRP is verantwoordelijk voor:

de advisering over de inhoudelijke afhandeling van de verzoeken als bedoeld in artikel 6, onder b, c en d van deze regeling;

het dagelijkse toezicht op de naleving van de privacyvoorschriften in relatie tot het gebruik van gegevens uit de BRP die voortvloeien uit de wet BRP en de Algemene verordening gegevensbescherming.

Artikel 26  

De privacyfunctionaris BRP adviseert over:

de afhandeling van verzoeken om inzage in de overeenkomstig artikel 2.55 van de wet BRP respectievelijk artikel 15 van de Algemene verordening gegevensbescherming;

de behandeling van alle verzoeken om verstrekkingsbeperking die op basis van artikel 2.59 van de wet BRP ingediend worden en de eventuele privacytoets als bedoeld in artikel 3.21 lid 2 van de wet;

de afhandeling van verzoeken ingevolge de artikelen 17 en 21 van de Algemene verordening gegevensbescherming;

de kennisgeving ingevolge artikel 19 van de Algemene verordening gegevensbescherming;

de afhandeling van verzoeken om inzage in verstrekkingen uit de aan overheidsorganen en derden.

Artikel 27  

De privacyfunctionaris BRP is bevoegd:

op grond van het in artikel 25, sub 2b genoemde toezicht, alle gebruikers van gegevens uit de Basisregistratie Personenaanwijzingen te geven;

ongevraagd advies uit te brengen over alle procedures en producten die betrekking hebben op de Basisregistratie Personen, waarbij de persoonlijke levenssfeer in het geding is.

Artikel 28  

De privacyfunctionaris BRP is betrokken bij alle bezwaarschriftenprocedures die voortvloeien uit genomen beslissingen op grond van de Wet BRP en daarbij behorende regelingen, de Algemene verordening gegevensbescherming voor zover hierbij privacyaspecten aan de orde zijn.

Hoofdstuk 7 DE GEGEVENSVERWERKING

Artikel 29  

De gegevensverwerkers voorzien in:

  • 1.

    het verwerken van de gegevens in de Basisregistratie Personen overeenkomstig de voorschriften van de krachtens de wet BRP voorgeschreven systeembeschrijving en de handleiding uitvoeringsprocedures (HUP), voor zover daartoe door de applicatiebeheerder geautoriseerd;

  • 2.

    het verzamelen van de daarvoor bestemde gegevens;

  • 3.

    de archivering van de brondocumenten op grond waarvan de gegevens zijn verwerkt;

  • 4.

    de behandeling van mutaties;

  • 5.

    de handmatige behandeling van het netwerkverkeer;

  • 6.

    de behandeling van de foutverslagen, voortvloeiend uit de inkomende netwerk- berichten;

  • 7.

    de toetsing van de waarde die aan overgelegde brondocumenten kan worden toegekend aan de hand van artikel 2.8 van de wet BRP en ziet erop toe dat geen gegevens worden verwerkt uit documenten waaraan bij of krachtens de Wet BRP geen ontleningstatus is gegeven;

  • 8.

    de dagelijkse controle van de in de Basisregistratie Personen aangebrachte actualiseringen;

  • 9.

    de kennisgeving aan de ingeschrevene voor wat betreft de verwerking van:

    • a.

      wijziging van het naamgebruik;

    • b.

      vervolginschrijving voor zover het een adreswijziging betreft die leidt tot opname in de

    • c.

      Basisregistratie Personen;

  • 10.

    de toezending van de complete persoonslijst aan de ingeschrevene in geval van een inschrijving in de Basisregistratie Personen;

  • 11.

    de afhandeling van de verzoeken om inzage in de overeenkomstig artikel 2.55 van de wet BRP respectievelijk artikel 15 van de Algemene verordening Gegevensbescherming;

  • 12.

    (inzage) de behandeling van alle verzoeken om verstrekkingsbeperking die op basis van artikel 2.59 van de wet BRP ingediend worden en de eventuele privacytoets als bedoeld in artikel 3.21 lid 2 van de wet BRP;

  • 13.

    de afhandeling van verzoeken ingevolge de artikelen 17 en 21 van de Algemene verordening gegevensbescherming;

  • 14.

    de kennisgeving ingevolge artikel 19 van de Algemene verordening gegevensbescherming;

  • 15.

    de afhandeling van verzoeken om inzage in verstrekkingen uit de Basisregistratie Personen aan overheidsorganen en derden.

Artikel 30  

De gegevensverwerkers:

beslissen op aangiften en verzoekschriften die op grond van de wet worden gedaan met inachtneming van het gestelde in artikel 26 en voor zover hier niet op andere wijze in is voorzien;

beslissen over het verwerken van resultaten van onderzoeken die zijn ingesteld naar aanleiding van een melding van een overheidsorgaan;

stellen overheidsorganen in kennis van de beslissing ingevolge sub b van dit artikel.

Hoofdstuk 8 HET BEVEILIGINGSBEHEER

Artikel 31  

  • 1.

    De beveiligingsbeheerder BRP is verantwoordelijk voor de inrichting, organisatie en uitvoering van het informatiebeveiligingsbeleidsbeleid op het gebied van de persoonsinformatievoorziening.

  • 2.

    De beveiligingsbeheerder BRP is in het bijzonder verantwoordelijk voor de opstelling en uitvoering van het plan Informatiebeveiligingsbeleid voor de voorzieningen waarmee de gemeente Nijmegen uitvoering geeft aan de Wet BRP en voor het gegevensmagazijn.

Artikel 32  

  • 1.

    De beveiligingsbeheerder BRP ondersteunt en adviseert de informatiebeheerder op het gebied van informatiebeveiligingsbeleid op zodanige wijze, dat de informatiebeheer diens verantwoordelijkheid op grond van de artikelen 4 en 5 van dit reglement op deugdelijke wijze kan invullen.

  • 2.

    De beveiligingsbeheerder BRP coördineert de uitvoering van de beveiligingsmaatregelen van het plan Informatiebeveiligingsbeleid.

Artikel 33  

De beveiligingsbeheerder BRP is bevoegd:

uit hoofde van diens verantwoordelijkheid als bedoeld in artikel 38, alle gebruikers van gegevens uit de Basisregistratie Personen aanwijzingen te geven;

ongevraagd advies uit te brengen over alle procedures en producten die betrekking hebben op de Basisregistratie Personen, waarbij de beveiliging in het geding is.

Artikel 34  

De beveiligingsbeheerder BRP:

onderkent en reageert op incidenten en adviseert over de maatregelen die nodig zijn om de gevolgen van een incident te beperken en om herhaling te voorkomen;

stelt passende normen en controlemaatregelen op;

implementeert beveiligingsmaatregelen;

coördineert en handhaaft de uitvoering van de maatregelen als genoemd onder c.

Artikel 35  

De beveiligingsbeheerder BRP is het aanspreekpunt op het gebied van informatiebeveiligingsbeleid en bevordert het beveiligingsbewustzijn bij management en medewerkers.

Artikel 36  

De beveiligingsbeheerder BRP:

neemt deel aan het in artikel 4, onder e genoemde overleg;

participeert in de ontwikkeling en formulering van het informatiebeveiligingsbeleid.

Artikel 37  

De beveiligingsbeheerder BRP rapporteert jaarlijks over de informatieveiligheid aan de informatiebeheerder en verzorgt de bijdragen aan de managementrapportage over de informatieveiligheid met betrekking tot de persoonsinformatievoorziening.

Hoofdstuk 9 HET BEVEILIGINGSPROTOCOL

Artikel 38  

De controller informatiebeveiliging is verantwoordelijk voor het toezicht op naleving van de beveiligingsmaatregelen en –procedures met inachtneming van de door alle gemeenten overgenomen Baseline Informatiebeveiligingsbeleid Gemeenten (BIG).

Artikel 39  

De controller informatiebeveiliging is bevoegd om het management dwingende adviezen te geven ten aanzien van de naleving van de beveiligingsvoorschriften, die voortvloeien uit de Wet BRP en de BIG.

Artikel 40  

De controller informatiebeveiliging ziet er op toe dat:

beveiligingsvoorschriften die voortvloeien uit de Wet BRP en het informatiebeveiligingsbeleid worden nageleefd;

de in deze regeling opgenomen bepalingen inzake beveiliging worden nageleefd.

Artikel 41  

De controller informatiebeveiliging adviseert rechtstreeks aan het college van burgemeester en wethouders over beveiligingsaspecten die uit het informatiebeveiligingsbeleid voortvloeien.

Artikel 42  

De controller informatiebeveiliging voorziet in een jaarlijks verslag over de activiteiten inzake het beveiligingsbeheer van de BRP.

Hoofdstuk 10 SLOTBEPALINGEN

Artikel 43  

De in deze regeling opgenomen bepalingen gelden voor de voorzieningen als bedoeld artikel 1.2 juncto 1.4 van de Wet BRP evenals voor de in de voorziening genoemde aangehaakte gegevens en voor de basisgegevens uit de BRP in het gegevensmagazijn.

Artikel 44 Inwerkingtreding en geldigheidsduur

Deze regeling wordt aangehaald als Regeling beheer en toezicht Basisregistratie Personen gemeente Nijmegen.

Dit besluit treedt in werking op de dag na die waarop het is bekend gemaakt.

De Regeling beheer en toezicht basisregistratie personen gemeente Nijmegen van 26 augustus 2014 wordt ingetrokken op de dag na die waarop dit besluit bekend is gemaakt.

 

 

Nijmegen, 26 maart 2019

Het college van burgemeester en wethouders van Nijmegen,

De gemeentesecretaris

mr. drs. A.H. van Hout

De burgemeester

drs. H.M.F. Bruls

TOELICHTING

 

Sinds 1 januari 2010 geldt voor de hele overheid, en dus ook binnen gemeenten, de verplichting om bij de uitvoering van taken gebruik te maken van persoonsgegevens uit de basisadministratie persoonsgegevens (GBA), thans (BRP). Organisatieonderdelen (volgens de wet ‘organen’) van de gemeente (voorheen afnemers) dienen gegevens over de personen met wie ze zaken doen te betrekken uit de BRP.

Op grond van artikel 4.15 van de Wet BRP mag de gemeente tot aan het moment dat ze overgaat op het gebruik van een nieuwe ‘BRP-voorziening’, gebruik blijven maken van het GBA-systeem waarmee ze werkte tot aan het moment van inwerkingtreding van de Wet BRP. In aansluiting op artikel 4.15 van de Wet BRP, wordt in deze regeling de term ‘voorziening voor de uitvoering van de BRP’ gebruikt, in deze toelichting afgekort tot GV. In GV registreert de gemeente gegevens over haar inwoners.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is op grond van artikel 1.9 Wet BRP verantwoordelijk voor de centrale voorzieningen waarmee de Wet BRP wordt uitgevoerd. De centrale voorzieningen (afgekort CV) zullen gegevens gaan bevatten over alle personen die in Nederland woonachtig zijn (ingezetenen) en over personen die niet in Nederland wonen, maar wel een relatie hebben met de Nederlandse overheid (niet-ingezetenen). Vooralsnog zal de minister aan de Wet BRP uitvoering geven met behulp van de reeds bestaande landelijke voorziening voor de BRP, de GBA-V, en met een voorziening voor registratie voor de niet-ingezetenen (RNI).

 

 

Voor het gebruik van persoonsgegevens uit de GV kunnen nadere regels worden gesteld bij of krachtens Verordening. De verkrijging van gegevens uit de BRP is gebaseerd op een autorisatiebesluit van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK).

In de praktijk vindt distributie van persoonsgegevens doorgaans niet (meer) rechtstreeks vanuit de BRP plaats, maar vanuit een specifiek daarvoor ingericht gegevensmagazijn. Dat gegevensmagazijn wordt gevoed, zowel vanuit de GV (inwoners) als vanuit de (toekomstige) centrale voorziening (voor de niet-inwoners en niet-ingezetenen). Het hiervoor beschrevene wordt geïllustreerd met figuur 1.

 

Beheer én toezicht

Uit oogpunt van privacy, beveiliging, beheer en toezicht is het noodzakelijk voor de GV een aantal taken te benoemen en vast te leggen in een regeling waarin de hoofdlijnen van het beheer van en toezicht op de GV is geregeld. Los van de noodzaak verplicht ook de wetgever het College van B&W via artikel 1.11 Wet BRP, zich te houden aan de nadere regels van de systeembeschrijving (vooralsnog Logisch Ontwerp GBA). Het logisch ontwerp schrijft in hoofdstuk 8 de aanwijzing door Het College van B&W voor van functionarissen die een aantal beheertaken uitvoeren. Deze hebben alleen betrekking op de GV.

De regeling is formeel gezien bedoeld voor de gegevensverwerking in de GV. Op de gegevens van inwoners en niet-inwoners in het gegevensmagazijn is de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) van toepassing. De verwerking van de uit de BRP afkomstige gegevens met behulp van het gegevensmagazijn dient te worden gemeld bij het College bescherming persoonsgegevens (CBP), maar de Wbp schrijft geen vergelijkbare regeling voor.

Desondanks is het van belang om uit oogpunt van eenheid van persoonsinformatie- en privacybeleid en beheersbaarheid van de informatiestromen ook de voor het gegevensmagazijn relevante beheeraspecten onder te brengen respectievelijk te integreren in de regeling voor de GV. Daarmee ontstaat een ‘regeling voor informatievoorziening basisgegevens’, die zowel betrekking heeft op het beheer van de GV als op het gegevensmagazijn.

 

Verdeling beheer- en toezichtrollen

Deze regeling onderkent naast een aantal beheerrollen, te weten informatiebeheer, gegevensbeheer, applicatiebeheer, technisch beheer, beveiligingsbeheer en privacybeheer ook de rol van de gegevensverwerker de toezichthouder controller informatiebeveiliging. Gegevensverwerkers verwerken uitsluitend de persoonsgegevens voor de GV. De inhoudelijke verantwoordelijkheid voor de basisgegevens van personen die niet tot de bevolking van de gemeente worden gerekend, ligt namelijk bij de beheerder van de GV’s van de andere gemeenten en bij de beheerder van de centrale voorzieningen, de Minister van BZK.

De verdeling van de beheer- en toezichtrollen is mede afhankelijk van de inrichting van de (persoons-) informatiehuishouding en het informatie- en beveiligingsbeleid van de gemeente. De taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden per rol en de bijbehorende competenties zijn richtinggevend voor de plaats in de organisatie waar deze belegd worden.

 

Beveiligingsbeheer

De inhoud van de rol van de beveiligingsbeheerder had onder het regime van de GBA vooral betrekking op toezichtaspecten. Voor een correcte uitvoering van beveiligingsbeheer en -toezicht (en tevens aansluiting op de baseline informatiebeveiliging gemeenten) is het noodzakelijk gebleken om de inhoud van beheer en toezicht in aparte rollen onder te brengen. De regeling bevat nu in hoofdstuk 8 het beveiligingsbeheer en het beveiligingstoezicht hoofdstuk 9

 

de privacyfunctionaris BRP

De privacyfunctionaris BRP heeft als rol de informatiebeheerder te adviseren over alle privacyvraagstukken aangaande de persoonsgegevensverwerking waarvoor de informatiebeheerder verantwoordelijk is. Daarnaast adviseert de privacyfunctionaris BRP degenen die belast zijn met de dagelijkse uitvoering van de werkzaamheden in het kader van de Wet en Verordening BRP.

De taken van de privacyfunctionaris BRP beperken zich in deze regeling niet tot de verwerking van persoonsgegevens uit de GV. Verzoeken uit de organisatie om gegevens uit de GV zowel als uit de centrale voorzieningen dienen door de privacyfunctionaris BRP getoetst te worden op doelbinding, rechtmatigheid, proportionaliteit, et cetera. Daaronder valt ook de advisering over wijze van verstrekking van gegevens uit de BRP en over koppelingen tussen het gegevensmagazijn en de verschillende systemen van de gebruikers in de organisatie. de privacyfunctionaris BRP adviseert de informatiebeheerder, die moet beslissen op dergelijke verzoeken. Een verzoek kan inhouden gebruik te maken van de bestaande ministeriële autorisatie, maar ook uitbreiding van de autorisatie in verband met de uitvoering van een taak die nog niet in het autorisatiebesluit is voorzien.

 

Hoofdstuk 1.

Het eerste hoofdstuk betreft de aanwijzing van de functionarissen die worden belast met de verschillende beheer- en toezichtrollen. Het College van B&W wijst de functionarissen aan waarvan de inhoud van de rol die zij vervullen, zich niet beperkt tot de GV of het gegevensmagazijn.

Gelet op de noodzaak van een onafhankelijke rolinvulling, wijs het College van B&W de privacyfunctionaris BRP aan.

De informatiebeheerder voorziet in de aanwijzing van het functioneel inhoudelijk beheer en het verstrekkingenbeheer uit de GV en het gegevensmagazijn. De informatiebeheerder als bronhouder beheert inhoud en kwaliteit van de gegevens in de GV en stelt tevens leveringsvoorwaarden (i.c. privacy voorwaarden) aan de verstrekking van gegevens uit de Basisregistratie Personen.

De gegevensverstrekking binnengemeentelijke organisatie over niet-inwoners uit de BRP, dient gebaseerd te zijn op het autorisatiebesluit van de minister van Binnenlandse Zaken. Het beheer en de uitvoering van dat autorisatiebesluit, maken deel uit van het functioneel inhoudelijk en verstrekkingenbeheer.

 

Leeswijzer

Hoofdstuk 1 betreft de aanwijzing van de functionarissen door het hoofd van de afdeling Publiekszaken en door de informatiebeheerder. De hoofdstukken 2 tot en met 9 bevatten de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden per rol. De slotbepalingen zijn opgenomen in hoofdstuk 10.

 

B ijlage 1 Aanwijzing van beheerfunctionarissen

 

Op grond van artikel 1 van de Regeling beheer en toezicht Basisregistratie Personen gemeente Nijmegen zijn de door het college van burgemeester en wethouders navolgende beheerfunctionarissen aangewezen:

 

Informatiebeheer

Als informatiebeheerder is het afdelingshoofd Publiekszaken aangewezen.

Als zijn /haar plaatsvervanger zijn aangewezen de bureauhoofden van de afdeling Publiekszaken.

 

Gegevensbeheer

Als gegevensbeheerder is het afdelingshoofd Publiekszaken aangewezen.

Als zijn /haar plaatsvervanger zijn aangewezen de bureauhoofden van de afdeling Publiekszaken.

 

Systeembeheer

Als systeembeheerder zijn aangewezen de manager ICT beheer en zijn vervanger senior ICT beheerder van de iRvN.

 

Applicatiebeheer

Als applicatiebeheerder is aangewezen de manager Informatie- en applicatiebeheer en zijn plaatsvervangers de (senior)applicatiebeheerder(s) van de iRvN.

 

Privacybeheer

Als privacybeheerder is aangewezen de specialisten burgerzaken.

 

Gegevensverwerking

Als gegevensverwerkers worden alle medewerkers van het bureau Burgerzaken /Publiekszaken aangewezen.

 

Beveiligingsbeheer

Als beveiligingsbeheerder worden aangewezen de specialisten en als plaatsvervanger de stafmedewerkers.

 

Toezicht

Als toezichthouders zijn aangewezen:

De senior medewerker informatie-architectuur;

De in een apart besluit aangewezen toezichthouders BRP.

 

Naar boven