Wijziging Nadere Regeling Sociaal Domein gemeente Eindhoven

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven maakt bekend, dat het in de vergadering van 22 januari 2019 en 19 februari 2019 heeft besloten de volgende wijzingen in de Nadere Regeling Sociaal Domein vast te vast te stellen:

 

- In artikel 1.1 (Begripsbepalingen), wordt het woord “verordening” vervangen door “Nadere Regeling”;

- Artikel 2.1 (Vormen van jeugdhulp), eerste lid wordt vervangen door een nieuwe eerste lid, luidende:

1. “Het college biedt de volgende individuele voorzieningen aan:

a. behandeling zonder verblijf, waaronder

i. diagnostiek,

ii. jeugdhulp ambulant regulier GGZ (middel of zwaar)

iii. jeugdhulp ambulant specialistisch GGZ (licht, midden of zwaar)

iv. jeugdhulp ambulant specialistische opvoedondersteuning (midden of zwaar)

v. jeugdhulp ambulant specialistisch LVB (midden of zwaar)

vi. jeugdhulp ambulant specialistisch groep (middel of zwaar)

vii. vaktherapie

viii. diagnostiek en behandeling van ernstige enkelvoudige dyslexie

ix. controle psychofarmaca

b. jeugdmobiliteit, waaronder

i. vervoer, zonder rolstoel

ii. vervoer, met rolstoel

c. verblijf, waaronder

i. jeugdhulp verblijf (middel, middelzwaar, zwaar of extra zwaar)

ii. logeren

iii. gezinshuis

iv. begeleiding naar zelfstandig wonen (verblijf excl. behandeling)

d. crisis ambulant, waaronder:

i. ambulante spoedhulp jeugd 0-18

ii. ambulante spoedhulp jeugd 18-23

e. crisis verblijf, waaronder verblijf spoedhulp jeugd

f. pleegzorg, waaronder:

i. pleegzorg

ii. crisis pleegzorg

g. begeleiding jeugd, waaronder

i. zelfstandig leven jeugd - groepsbegeleiding (middel of zwaar)

ii. zelfstandig leven individueel

iii. zelfstandig leven jeugd – persoonlijke verzorging”

- In artikel 2.3 (onderzoek) wordt in het eerste lid onder c, na het woord “vinden” toegevoegd: “, onder toepassing van het protocol gebruikelijke hulp Jeugdwet (bijlage 2a)”;

 

- In artikel 4.8 (Vormen van maatwerkvoorzieningen en algemene voorzieningen), eerste lid is de (sub)nummering gewijzigd in verband met het landelijke format en zijn de nieuwe maatwerkvoorzieningen “ondersteuning zelfstandig leven-ADL”, “ondersteuning wonen-licht” en “ondersteuning, ambulant, inclusief huisvesting” toegevoegd. Het nieuwe eerste lid luidt:

 

1. Het college biedt maatwerkvoorzieningen aan voor:

a. het voeren van een gestructureerd huishouden, onder toepassing van de protocollen indicatiestelling huishoudelijke ondersteuning (bijlage 1.) en gebruikelijke hulp Eindhoven (bijlage 2.), met als resultaat een schoon en leefbaar huis, schone kleding, schoon bedden en linnengoed, het kunnen beschikken over voldoende levensmiddelen, het nuttigen van maaltijden, en het organiseren van huishoudelijke taken. De maatwerkvoorzieningen bestaan uit:

i. huishoudelijke ondersteuning in natura,

ii. huishoudelijke ondersteuning extra 1 in natura,

iii. huishoudelijke ondersteuning extra 2 in natura,

iv. een pgb in te zetten voor huishoudelijke ondersteuning,

v. een pgb in te zetten voor huishoudelijke ondersteuning extra 1,

vi. een pgb in te zetten voor huishoudelijke ondersteuning extra 2.

b. het wonen in een geschikte woning, waaronder

i. een hulpmiddel in het kader van wonen in natura,

ii. een pgb in te zetten voor een hulpmiddel in het kader van wonen,

iii. een pgb in te zetten voor een woningaanpassing,

iv. een pgb in te zetten voor de verhuiskosten naar een geschikte woning,

v. een pgb in te zetten voor een tijdelijke huisvesting,

vi. een pgb in te zetten voor huurderving;

c. het zich verplaatsen in en rond de woning, bestaande uit

i. een rolstoelvoorziening in natura,

ii. een pgb in te zetten voor een rolstoelvoorziening,

d. het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel, waaronder

i. een collectieve vervoersvoorziening,

ii. een vervoermiddel in natura,

iii. een pgb in te zetten voor een vervoermiddel,

iv. een pgb in te zetten voor vervoerskosten,

v. een pgb in te zetten voor de aanpassing van een in eigendom zijnde auto;

e. het ontmoeten van medemensen en het aangaan van sociale verbanden, waaronder

i. een maatwerkvoorziening in natura,

ii. een pgb in te zetten voor een maatwerkvoorziening,

iii. een pgb in te zetten voor boven regionaal gebruik,

iv. een pgb voor een sportvoorziening;

f. ondersteuning bij zelfstandig leven, waaronder

i. een maatwerkvoorziening in natura (middel of zwaar), indien nodig inclusief

doventolk,

ii. dagbesteding in natura,

iii. logeren in natura,

iv. ADL

v. een pgb in te zetten voor ondersteuning bij zelfstandig leven (middel, zwaar of extra),

vi. een pgb in te zetten voor dagbesteding,

vii. een pgb in te zetten voor logeren,

viii. een pgb in te zetten voor ondersteuning zelfstandig leven-ADL;

g. ondersteuning bij zelfstandig wonen, waaronder

i. beschermd wonen in natura

ii. ondersteuning wonen midden, inclusief wooncomponent in natura

iii. ondersteuning wonen midden, exclusief wooncomponent in natura

iv. ondersteuning wonen- licht

v. ondersteuning wonen, ambulant, inclusief huisvesting

vi. ondersteuning zelfstandig leven plus in natura

vii. opvang in natura

viii. een pgb in te zetten voor beschermd wonen

ix een pgb in te zetten voor ondersteuning wonen midden, inclusief wooncomponent ,

x. een pgb in te zetten voor ondersteuning wonen midden, exclusief wooncomponent ,

xi. een pgb in te zetten voor ondersteuning wonen- licht

xii. een pgb in te zetten voor ondersteuning wonen, ambulant, inclusief huisvesting

xiii. een pgb in te zetten voor ondersteuning zelfstandig leven plus

xiv. een pgb in te zetten voor ondersteuning wonen midden, exclusief wooncomponent, in ouderinitiatief,

xv. een pgb in te zetten voor ondersteuning wonen plus, exclusief wooncomponent, in ouderinitiatief;

h. ondersteuning bij maatschappelijke deelname en werk, waaronder

i. dagbesteding (middel) in natura

ii. een pgb in zetten voor dagbesteding (middel))

i. mobiliteit, waaronder

i. vervoer, zonder rolstoel, van en naar dagbesteding als bedoeld onder f en h

ii. vervoer, met rolstoel, van en naar dagbesteding als bedoeld onder f en h

iii. een pgb in te zetten voor vervoer van en naar dagbesteding als bedoeld onder i. en ii.

 

 

- Artikel 4.20 (Bijdrage in de kosten maatwerkvoorziening in natura of pgb), derde en vierde lid, luidende:

“3. De bijdrage in de kosten bij huishoudelijke ondersteuning voor een maatwerkvoorziening in natura is € 188,48 per periode en voor pgb maximaal € 188,48 per periode van 4 weken, gedurende de duur van de verstrekking van de maatwerkvoorziening in natura of het pgb.

4. Het totaal van de bijdrage in de kosten voor de maatwerkvoorzieningen in natura of pgb, met uitzondering van beschermd wonen en opvang, bedraagt niet meer dan € 270,- per 4 weken per ongehuwde cliënt of (on)gehuwde cliënten tezamen.”

worden geschrapt.

 

- In Artikel 4.20 (Bijdrage in de kosten maatwerkvoorziening in natura of pgb), vijfde lid wordt het bedrag van € 0,70 vervangen door € 0,75.

 

- Tussen Bijlage 2. Protocol gebruikelijke hulp Eindhoven) en Bijlage 3. (Pgb tarieven) wordt een nieuwe bijlage 2a (Protocol gebruikelijke hulp Jeugdwet) ingevoegd (zie bijlage).

 

- Bijlage 3. wordt vervangen door een nieuwe Bijlage3 (zie bijlage).

 

 

Deze wijziging treedt in werking met ingang van 1 mei 2019, met uitzondering van:

- het bepaalde in artikel 4.8, eerste lid onder f sub viii (ondersteuning zelfstandig leven-ADL), en het daarbij behorende pgb-tarief vermeld in bijlage 3; deze treden met terugwerkende kracht in werking met ingang van respectievelijk 1 februari 2019; en

- de pgb-tarieven voor de maatwerkvoorzieningen huishoudelijke ondersteuning en jeugdhulp ambulant specialistisch LVB (midden) vermeld in bijlage 3; deze treden met terugwerkende kracht in werking met ingang van 1 januari 2019.

 

 

Eindhoven,

Het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven,

,burgemeester

, secretaris

 

Bijlage 2a. Protocol gebruikelijke hulp Jeugdwet

 

 

  • 1.

    1. Kortdurende en langdurige situaties

Bij gebruikelijke hulp wordt een onderscheid gemaakt in kortdurende en langdurige situaties.

Kortdurend

Er is uitzicht op herstel van het (gezondheids)probleem en de daarmee samenhangende zelfredzaamheid van het kind. Het gaat hierbij over het algemeen over een periode van maximaal drie maanden.

Langdurig

Het gaat om situaties waarbij naar verwachting de hulp langer dan drie maanden nodig zal zijn.

 

  • 1.

    2. Algemeen aanvaarde maatstaven

  • 1.

    § In kortdurende situaties moet alle persoonlijke verzorging en hulpverlening door de ouders c.q. gebruikelijke verzorgers worden geboden.

  • 2.

    In langdurige situaties is de hulp, waarvan kan worden gezegd dat deze op basis van algemeen aanvaarde maatstaven door de sociale omgeving (ouders, volwassen inwonende kinderen en andere volwassen huisgenoten) aan het kind moet worden geboden gebruikelijke hulp. Het gaat hier in ieder geval om:

  • 3.

    ouderlijk toezicht: dit toezicht wordt anders naarmate een kind ouder wordt en zich ontwikkelt.

  • 4.

    volledige verzorging en begeleiding bij kinderen tot 3 jaar.

  • 5.

    het aanleren van handelingen op het gebied van persoonlijke verzorging en begeleiding aan derden (familie, vrienden) ten behoeve van de jeugdige.

  • 6.

    begeleiding naar het ziekenhuis (ook meerdere malen per week).

  • 7.

    begeleiding naar zwemles of culturele- en sportverenigingen.

  • 8.

    § Het bieden van een beschermende woonomgeving van ouders aan kinderen is tot een leeftijd van 18 jaar gebruikelijke hulp, zowel in kortdurende als langdurige situaties.

 

  • 1.

    3. Uitzonderingen op algemeen aanvaarde maatstaven

  • 1.

    Voor zover een ouder geobjectiveerde beperkingen heeft en/of kennis/vaardigheden mist om gebruikelijke hulp uit te voeren en deze vaardigheden niet kan aanleren, wordt van hem of haar geen bijdrage verwacht op dit onderdeel. Bij kinderen geldt deze uitzondering alleen voor zover het handelingen betreft die bij een gezond kind c.q. een kind zonder beperkingen niet voorkomen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het geven van sondevoeding of medicijnen.

  • 2.

    Voor zover een ouder overbelast is of dreigt te raken, wordt van hem of haar geen gebruikelijke hulp verwacht, totdat deze (dreigende) overbelasting is opgeheven. Daarbij geldt het volgende:

  • 1.

    wanneer voor de ouder eigen mogelijkheden en/of voorliggende voorzieningen zijn om de (dreigende) overbelasting op te heffen dienen deze eigen mogelijkheden en/of voorliggende voorzieningen hiertoe te worden aangewend.

  • 2.

    als er sprake is van (dreigende) overbelasting vanwege het zelf leveren van geïndiceerde ondersteuning, dient men die overbelasting op te heffen door deze ondersteuning door (andere) zorgverleners uit te laten voeren.

  • 1.

    Voor zover de jeugdige zich in de terminale levensfase bevindt, kan een partner, ouder, broer/zus en/of andere huisgenoot afhankelijk van de situatie vrijgesteld worden van de gebruikelijke hulp.

 

  • 1.

    4. Algemeen beoordelingskader bij kinderen

Om vast te stellen welke hulp kan worden verstrekt, wordt beoordeeld welke hulp op het gebied van persoonlijke verzorging en zelfstandig leven uitgaat boven de hulp die een kind van dezelfde leeftijd zonder beperkingen redelijkerwijs nodig heeft (boven gebruikelijke hulp). Bij die beoordeling dienen de leeftijd van het kind, de aard van de zorghandelingen, de frequentie van deze zorghandelingen en de omvang van de daarmee gemoeide tijd te worden betrokken. Deze thema’s worden hieronder uitgelegd.

A. Leeftijd

Bij de beoordeling wordt rekening gehouden met verschillen die tussen kinderen in dezelfde leeftijdscategorie bestaan. Bij de beoordeling van wat tot gebruikelijke hulp van ouders voor hun kinderen behoort, past daarom een zekere marge. Ook bij gezonde kinderen van dezelfde leeftijd kan de hulp die het ene kind nodig heeft meer of minder zijn dan de hulp die een ander kind nodig heeft. Het ene kind is nu eenmaal gemakkelijker of sneller zelfstandig dan het andere kind.

Voorbeeld: Veel kinderen van 4 jaar zijn overdag zindelijk en gaan zelf naar het toilet, maar het is niet ongewoon dat een kind van deze leeftijd hier stimulans, hulp of toezicht bij nodig heeft.

 

Richtlijnen ten aanzien van gebruikelijke hulp van ouders aan kinderen met een normaal ontwikkelingsprofiel.

Kinderen van 0 tot 3 jaar

  • 1.

    hebben bij alle activiteiten verzorging van een ouder nodig;

  • 2.

    ouderlijk toezicht is zeer nabij nodig;

  • 3.

    zijn in toenemende mate zelfstandig in bewegen en verplaatsen;

  • 4.

    hebben begeleiding en stimulans nodig bij hun psychomotorische ontwikkeling;

  • 5.

    hebben begeleiding en stimulans nodig bij de ontwikkeling naar zelfstandigheid en zelfredzaamheid;

  • 6.

    hebben een beschermende woonomgeving nodig waarin de fysieke en sociale veiligheid is gewaarborgd en een passend pedagogisch klimaat wordt geboden.

Kinderen van 3 tot 5 jaar

  • 1.

    kunnen niet zonder toezicht van volwassenen. Dit toezicht kan binnenshuis korte tijd op gehoorafstand (bijv. ouder kan was ophangen in andere kamer);

  • 2.

    hebben begeleiding en stimulans nodig bij hun psychomotorische ontwikkeling;

  • 3.

    hebben begeleiding en stimulans nodig bij de ontwikkeling naar zelfstandigheid en zelfredzaamheid;

  • 4.

    kunnen zelf zitten, en op gelijkvloerse plaatsen zelf staan en lopen;

  • 5.

    hebben hulp, toezicht, stimulans, zindelijkheidstraining en controle nodig bij de toiletgang;

  • 6.

    hebben hulp, toezicht, stimulans en controle nodig bij aan- en uitkleden, eten en wassen, in- en uit bed komen, dag- en nachtritme en dagindeling bepalen;

  • 7.

    hebben begeleiding nodig bij hun spel en vrijetijdsbesteding;

  • 8.

    zijn niet in staat zich zonder begeleiding in het verkeer te begeven;

  • 9.

    hebben een beschermende woonomgeving nodig waarin de fysieke en sociale veiligheid is gewaarborgd en een passend pedagogisch klimaat wordt geboden.

Kinderen van 5 tot 12 jaar

  • 1.

    kinderen vanaf 5 jaar hebben een reguliere dagbesteding op school, oplopend van 22 tot 25 uur/week;

  • 2.

    kunnen niet zonder toezicht van volwassenen. Dit toezicht kan op enige afstand (bijv. kind kan buitenspelen in directe omgeving van de woning als ouder thuis is);

  • 3.

    hebben toezicht, stimulans en controle nodig en vanaf 6 jaar tot 12 jaar geleidelijk aan steeds minder hulp nodig bij hun persoonlijke verzorging zoals het zich wassen en tanden poetsen;

  • 4.

    hebben hulp nodig bij het gebruik van medicatie;

  • 5.

    zijn overdag zindelijk, en ‘s nachts merendeels ook; ontvangen zo nodig zindelijkheidstraining van de ouders/verzorgers;

  • 6.

    hebben begeleiding en stimulans nodig bij hun psychomotorische ontwikkeling;

  • 7.

    hebben begeleiding en stimulans nodig bij de ontwikkeling naar zelfstandigheid en zelfredzaamheid;

  • 8.

    hebben begeleiding van een volwassene nodig in het verkeer wanneer zij van en naar school, activiteiten ter vervanging van school of vrije tijdsbesteding gaan;

  • 9.

    hebben een beschermende woonomgeving nodig waarin de fysieke en sociale veiligheid is gewaarborgd en een passend pedagogisch klimaat wordt geboden.

Kinderen van 12 tot 18 jaar

  • 1.

    hebben geen voortdurend toezicht nodig van volwassenen;

  • 2.

    kunnen vanaf 12 jaar enkele uren alleen gelaten worden;

  • 3.

    kunnen vanaf 16 jaar een dag en/of een nacht alleen gelaten worden;

  • 4.

    kunnen vanaf 18 jaar zelfstandig wonen;

  • 5.

    hebben bij hun persoonlijke verzorging geen hulp en maar weinig toezicht nodig;

  • 6.

    hebben bij gebruik van medicatie tot hun 18e jaar toezicht, stimulans en controle nodig;

  • 7.

    hebben tot 18 jaar een reguliere dagbesteding op school/opleiding;

  • 8.

    hebben begeleiding en stimulans nodig bij ontplooiing en ontwikkeling (bv. huiswerk of het zelfstandig gaan wonen);

  • 9.

    hebben begeleiding en stimulans nodig bij de ontwikkeling naar zelfstandigheid en zelfredzaamheid;

  • 10.

    hebben tot 18 jaar een beschermende woonomgeving nodig waarin de fysieke en sociale veiligheid is gewaarborgd en een passend pedagogisch klimaat wordt geboden.

 

B. Aard van de zorghandelingen

Zorghandelingen die het kind zelfstandig kan uitvoeren vallen altijd onder gebruikelijke zorg.

Gebruikelijke hulp bij kinderen kan ook handelingen omvatten die niet standaard bij alle kinderen voorkomen. Het gaat dan om handelingen die een gebruikelijke hulphandeling vervangen, zoals het geven van sondevoeding in plaats van eten. Of om handelingen die in samenhang met reguliere zorgmomenten kunnen worden geboden, zoals het geven van medicijnen. Voorbeelden van handelingen die gebruikelijke hulphandelingen vervangen kunnen zijn: het legen van een katheterzakje in plaats van verschonen; bij een kind met een verstandelijke beperking oefenen met het gebruik van pictogrammen in plaats van oefenen met topografie.

 

C. Frequentie en patroon van de zorghandelingen

Zorghandelingen die meelopen in het normale patroon van dagelijkse hulp aan een kind, zoals drie keer eten per dag, kunnen als gebruikelijke hulp worden aangemerkt.

Voorbeeld: Als een kind bij het ontbijt en het naar bed gaan medicatie aangereikt moet krijgen, loopt dit mee in de het normale patroon van dagelijkse hulp aan een kind en wordt dit als gebruikelijke hulp aangemerkt. Hetzelfde geldt voor het aanreiken van spullen of speelgoed na afloop van de maaltijd of na een drinkmoment, bij kinderen met een lichamelijke beperking.

Een voorbeeld van zorghandelingen die niet meelopen in het normale patroon van dagelijkse hulp van ouders aan een kind, is het meerdere malen per nacht bieden van hulp van ouders aan een kind vanaf 5 jaar. Bij de beoordeling wordt rekening gehouden met die zorgsituaties waarbij ouders voortdurend in de nabijheid moeten zijn om onplanbare hulp en toezicht te leveren vanwege de (chronische) aandoening, stoornissen en beperkingen van het kind.

 

D. Omvang van de met de zorghandelingen gemoeide tijd

De omvang van de tijd die met de zorghandelingen is gemoeid, kan meebrengen dat niet langer van gebruikelijke hulp sprake is.

Voorbeeld: alle kinderen hebben tot een bepaalde leeftijd hulp nodig bij wassen en kleden, maar als deze handelingen veel meer tijd kosten vanwege bijvoorbeeld spasticiteit, wordt deze extra tijd niet als gebruikelijke hulp gezien.

 

E. Samenhangende beoordeling

De hiervoor genoemde criteria moeten telkens in samenhang en gelet op de omstandigheden van het kind worden beoordeeld.

  • 1.

    § Zo kan een zorghandeling die naar zijn aard en omvang voor een kind van een bepaalde leeftijdsgroep gebruikelijk is, in een individuele situatie veel vaker voorkomen (frequentie), waardoor deze hulp niet geheel als gebruikelijk kan worden aangemerkt.

  • 2.

    § Zo kan bij een kind van een bepaalde leeftijd dat is aangewezen op handelingen die niet bij alle gezonde kinderen voorkomen en die kunnen meelopen in het gebruikelijke patroon van dagelijkse verzorging, niet langer sprake zijn van gebruikelijke hulp vanwege de (extra) tijd die met deze zorghandelingen gemoeid gaat.

Een concrete uitwerking: het geven van medicatie (aard) bij een kind van 9 jaar (leeftijd) is gebruikelijke hulp. Als de medicatie elke nacht (meerdere malen) moet worden toegediend, loopt dit niet mee in het dagelijkse patroon en moet beoordeeld worden of ouders hierdoor zodanig belast worden dat het niet meer redelijk is dit als gebruikelijke hulp te beschouwen.

 

  • 1.

    5. Richtlijnen gebruikelijke hulp bij persoonlijke verzorging

 

Ouders aan kinderen, in kortdurende situaties

Alle persoonlijke verzorging door de ouder aan het kind is gebruikelijke hulp als er sprake is van een kortdurende zorgsituatie met uitzicht op herstel. Daarbij gaat het over het algemeen over een periode van maximaal drie maanden. Voorbeeld: het (extra) verschonen bij buikgriep.

 

Ouders aan kinderen, in langdurige situaties

Een kind is aangewezen op een individuele voorziening op grond van de Jeugdwet als het gaat om een chronische situatie, waarbij de gebruikelijke hulp in vergelijking tot kinderen zonder een chronische hulpvraag van dezelfde leeftijdscategorie volgens de richtlijn wordt overschreden. Gebruikelijke hulp bij kinderen kan ook handelingen omvatten die niet standaard bij alle kinderen voorkomen. Het gaat dan om handelingen die een gebruikelijke hulphandeling vervangen, zoals het geven van sondevoeding in plaats van eten, of om handelingen die in samenhang met reguliere zorgmomenten kunnen worden geboden zoals het geven van medicijnen.

 

Voorbeeld: het toedienen van eten en drinken door een ouder aan een kind van 2 jaar is gebruikelijke hulp, ook als het om sondevoeding gaat. Als het voeden van dit kind via de sonde meer tijd kost, of vaker moet gebeuren dan de normale dagelijkse eet- en drinkmomenten, kan er een aanspraak op een individuele voorziening zijn. Als een kind een handeling zelf kan uitvoeren, is er op grond van het begrip ‘redelijkerwijs’ geen aanspraak op een individuele voorziening, zoals het legen of wisselen van een katheterzakje.

  

Uitzonderingen

Naast de algemene uitzonderingen die zijn beschreven aan het begin van dit protocol, geldt voor kinderen:

  • 1.

    1) als gebruikelijke persoonlijke verzorging bij kinderen van niet uitstelbare aard is en degene die de gebruikelijke hulp moet verlenen niet beschikbaar is, wegens reguliere school- of werkweek van hem/haar zelf of van het kind, kan hiervoor een individuele voorziening worden toegekend. Bij zorghandelingen tijdens de kinderopvang of tijdens het onderwijs, is sprake van persoonlijke verzorging als het gaat om handelingen die organisaties voor kinderopvang of onderwijs normaal niet bieden, zoals het geven van sondevoeding in plaats van eten.

  • 2.

    2) Als een kind van 12 jaar of ouder geen intieme persoonlijke verzorging wil ontvangen van de ouder wordt geen bijdrage verwacht van de ouder.

 

Persoonlijke verzorging tijdens kinderopvang 

De opvang/zorg die instanties voor kinderopvang plegen te bieden is gebruikelijke hulp. Alleen voor de hulp die aanvullend nodig is aan de opvang/zorg is er aanspraak op een individuele voorziening op grond van de Jeugdwet. De niet-uitstelbare persoonlijke verzorging kan tijdens kinderopvang geïndiceerd worden.

 

Voorbeeld: een baby krijgt bij de kinderopvang drie keer per dag een flesje. Voor een baby valt het geven van een flesje onder normale dagelijkse zorg, zoals kinderopvang die biedt, dat is dus geen hulpverlening die onder de Jeugdwet valt. Nu kost het bij deze baby, vanwege ernstige slikproblemen, extra tijd om dat flesje te geven. Voor het geven van een flesje staat gemiddeld 20 minuten per keer en bij deze baby kost het 35 minuten per keer. De minuten meer tijd komen voort uit aandoening gerelateerde stoornissen en beperkingen. De extra tijd die het kost om het flesje te geven, valt wel onder de Jeugdwet, dus: drie keer 15 minuten = 45 minuten per dag dat het kind gebruik maakt van de kinderopvang. Wanneer de baby geen flesje zou krijgen maar sondevoeding, dan is de volledige tijd voor het toedienen van de sondevoeding tijdens de kinderopvang hulpverlening die valt onder de Jeugdwet. Het geven van sondevoeding valt niet onder hulp zoals instanties voor kinderopvang die bieden. Om deze reden kan het geven van sondevoeding gedurende de kinderopvang volledig worden toegekend.

 

Persoonlijke verzorging tijdens onderwijs 

De school biedt gangbare en normale dagelijkse hulp, zoals het strikken van veters, het aantrekken van een jas en hulp bij toiletgang bij kleuters. Voor deze gangbare en normale dagelijkse hulp kan geen individuele voorziening worden ingezet. Gedurende de tijd dat een kind de school bezoekt, is er voor de niet-uitstelbare hulp geen verplichting voor de ouders om deze gebruikelijke hulp op school te leveren. Deze hulp kan dus worden toegekend. De onderwijsregelgeving is voorliggend op een individuele voorziening vanuit de Jeugdwet tijdens schooltijd.

 

  • 1.

    6. Richtlijnen gebruikelijke hulp bij zelfstandig leven individueel

 

Ouders aan kinderen, in kortdurende situaties

Alle begeleiding door de ouder aan het kind is gebruikelijke hulp als er sprake is van een kortdurende zorgsituatie met uitzicht op herstel. Daarbij gaat het over het algemeen over een periode van maximaal drie maanden.

 

Ouders aan kinderen, in langdurige situaties

Een kind kan aangewezen zijn op een algemene of individuele voorziening als het gaat om een chronische situatie, waarbij de gebruikelijke hulp in vergelijking tot een gezond kind c.q. een kind zonder beperkingen van dezelfde leeftijdscategorie volgens de richtlijn wordt overschreden.

 

Uitzonderingen

Naast de algemene uitzonderingen, die zijn beschreven aan het begin van dit protocol, gelden geen extra uitzonderingen.

 

Aandachtspunten

Ouderlijk toezicht aan kinderen is gebruikelijke hulp. Kinderen (met of zonder ziekte of handicap) hebben ouderlijk toezicht nodig. Bij een cognitief beperkt kind met gedragsproblemen kan het zijn, dat er meer dan gebruikelijk correctie en aansturing van gedrag en vaak ook meer aandacht voor vaste structuur nodig is.

 

Begeleiding tijdens kinderopvang

Wanneer ouders werken, zijn/blijven zij verantwoordelijk voor de opvang/verzorging van hun kinderen. De begeleiding die buiten dit werk/onderwijs om als gebruikelijke hulp wordt beschouwd, kan gedurende de tijd dat de ouders werken/onderwijs volgen niet worden geïndiceerd. Wanneer sprake is van bovengebruikelijke begeleiding, wordt de omvang van de bovengebruikelijke begeleiding vastgesteld over het hele etmaal/zeven dagen per week. Dus feitelijk ook gedurende de periode dat ouders werken/onderwijs volgen. Ouders kunnen de keuze maken wanneer zij de geïndiceerde uren inzetten, thuis of tijdens de kinderopvang.

 

Begeleiding tijdens onderwijs

Wanneer kinderen naar school gaan, kan gedurende de schooltijd geen begeleiding worden geïndiceerd die buiten de schooltijd als gebruikelijke hulp wordt beschouwd.Wanneer sprake is van boven gebruikelijke begeleiding, wordt de omvang van de boven gebruikelijke begeleiding vastgesteld over het hele etmaal/zeven dagen per week. Dus feitelijk ook gedurende de periode dat het kind op school is. Ouders kunnen de keuze maken wanneer zij de geïndiceerde uren inzetten, thuis of tijdens het onderwijs. Daarnaast is het mogelijk om begeleiding in de vorm van toezicht tijdens het onderwijs te indiceren wanneer het gedrag van het kind de omgang met andere leerlingen bemoeilijkt.

 

  • 1.

    7. Richtlijnen bij (dreigende) overbelasting ouders c.q. verzorgers

 

Algemeen 

De zorg voor een ziek kind kan zo zwaar worden dat van overbelasting sprake is. Soms blijkt een individuele voorziening niet voldoende te zijn. In zulke gevallen kan de gebruikelijke hulp opnieuw beoordeeld worden en zo nodig leiden tot een gewijzigd besluit. Voor het bieden van een beschermende woonomgeving blijven ouders, ook bij overbelasting, zelf verantwoordelijk.

 

Beoordeling van overbelasting

Aan het indiceren van gebruikelijke hulp gaat het beoordelen van de overbelasting vooraf. Overbelasting wijst op een verstoring van het evenwicht tussen draagkracht en draaglast waardoor fysieke en/of psychische klachten ontstaan. Tekort schieten van het ‘coping mechanisme’ kan er de oorzaak van zijn; emotionele labiliteit en slapeloosheid het gevolg. Naast de aard en ernst van de overbelasting wordt ook onderzocht of deze komt, doordat er iets met de gebruikelijke hulpverlener zelf aan de hand is (draagkracht vermindering) en/of dat deze gevolg is van de ernst van de ziekte van het kind (draaglast verhoging).

 

De vraag is of in individuele situaties van een uitzondering sprake is op grond waarvan toch gebruikelijke hulptaken moeten worden overgenomen. Eén van de redenen daarvoor kan zijn dat degenen van wie wordt verwacht dat zij taken overnemen, overbelast zijn (geraakt) en niet meer in staat zijn de gebruikelijke hulp te leveren. Steeds moet duidelijk zijn hoe de overbelasting zich uit en wat deze inhoudt. De met de overbelasting gepaard gaande klachten moeten duidelijk beschreven worden. In voorkomende gevallen kan het opnemen van contact met de huisarts over de ouder, helpen om een oordeel te vormen.

 

Soms is het duidelijk dat de ouder overbelast is, maar soms ook niet. Er bestaat niet één simpel af te nemen test, die hierover direct uitsluitsel geeft. Wel gebruiken behandelaars en hulpverleners vragenlijsten waarmee overbelasting (mede) onderbouwd kan worden. Niet alleen de omvang van de planbare zorgtaken, maar ook de mate van de noodzaak tot het continu aanwezig zijn om onplanbare hulp te leveren is van invloed op de belastbaarheid van de gebruikelijke hulpverlener. Met andere woorden: het uitvoeren van enkele zorgtaken op vooraf afgesproken momenten is vaak minder belastend dan het uitvoeren van dezelfde zorgtaken, waarbij continu aanwezigheid en alertheid van de gebruikelijke hulpverlener noodzakelijk is. Klachten en symptomen die bij een aanpassingsstoornis optreden, kunnen op overbelasting wijzen zonder dat van een stoornis in psychiatrische zin sprake hoeft te zijn. Het gaat om klachten en symptomen zoals:

  • 1.

    angst of gespannenheid: nervositeit, onrust, rusteloosheid, slecht slapen;

  • 2.

    depressie: hopeloosheid, huilbuien, somberheid;

  • 3.

    - gedragsproblemen: negeren van normen en regels, onaangepast gedrag;

  • 4.

    - gecombineerd emotioneel en gedragsgestoord: depressie en/of angst gecombineerd met een gedragsstoornis of onaangepast gedrag;

  • 5.

    - lichamelijke klachten, verminderde prestaties of concentratieproblemen.

 

Er moet een verband zijn tussen de overbelasting en de zorg die iemand biedt. Bij overbelasting door een dienstverband van te veel uren of als gevolg van spanningen op het werk, zal de oplossing in de eerste plaats gezocht moeten worden in minder uren gaan werken of aanpak van de spanningen op het werk.

 

Steeds zal daarom in het besluit worden aangegeven dat, wanneer de overbelasting bijvoorbeeld door het herinrichten van het huiselijk leven en/of werk kan worden teruggedrongen, dit dan ook van een ouder wordt verwacht. Wanneer de geldigheidsduur van het besluit verlopen is en een nieuwe aanvraag wordt gedaan, zal worden gekeken of en welke inspanningen zijn gedaan om de overbelasting terug te dringen.

 

  • 1.

    8. Normtijden persoonlijke verzorging

De gemeente kent de volgende normtijden voor hulp en zorg bij algemene dagelijkse levensverrichtingen (ADL) als persoonlijke verzorging wordt geïndiceerd en er dus sprake is van boven gebruikelijke zorg. Deze zijn afkomstig uit de CIZ indicatiewijzer (2014).

 

Activiteiten persoonlijke verzorging

Overzicht handelingen

Gemiddelde tijd per keer in minuten

Maximale frequentie p/dag

1.1 zich wassen

Delen van het lichaam

10

1x

Gehele lichaam

20

1x

1.2 zich aankleden

Volledig aan-/uitkleden

15

2x

Gedeeltelijk uitkleden

10

1x

1.3 in en uit bed gaan

Hulp bij uit bed komen

10

1x

Hulp bij in bed gaan

10

1x

Hulp bij middagrust

10

2x

1.4 Zich verplaatsen in zit- of lighouding (hulp bij beweging, houding)

 

20

Maatwerk

1.5 Naar toilet gaan en zich reinigen c.q. incontinentiemateriaal verwisselen

 

15

Maatwerk

1.6 Eten en drinken

Hulp bij broodmaaltijd

10

2x

Hulp bij warme maaltijd

15

1x

Hulp bij drinken

10

6x

1.7 Toiletgang

Stomaverzorging bij lokaal intacte huid

20

Maatwerk

Stomazakje wisselen

10

Maatwerk

Katheterzak legen/wisselen

10

Maatwerk

Uritip aanbrengen

15

Maatwerk

Klysma microlax

15

Maatwerk

2.1 Persoonlijke zorg voor tanden, haren, nagels, huid

Zorg voor tanden

5

2x

Zorg voor haren

5

1x

Zorg voor nagels

5

1x per week

Scheren

10

1x

Inspectie van de intacte huid op (dreigende) vervormingen, ontstekingen en/of infecties

10

Maatwerk

Zalven van de intacte huid

10

Maatwerk

Verzorging van smetplekken (roodheid en irritaties huid)

10

Maatwerk

Verzorging van intacte huid rondom natuurlijk en onnatuurlijke lichaamsopeningen

10

Maatwerk

2.2 Aanbrengen/verwijderen prothese

Aanbrengen prothese/hulpmiddel

15

1x

Verwijderen prothese/hulpmiddel

15

1x

2.3 Aanleren en begeleiden van PV-activiteiten

Aanleren van kind, ouders en/of sociaal netwerk gekoppeld aan activiteiten 1.1 tot en met 2.2

Gelijk aan een of meer van de aan te leren activiteiten 1.1. tot en met 2.2 plus maximaal in totaal 30 minuten per week

Gelijk aan een of meer van de aan te leren activiteiten 1.1 tot en met 2.2

Bron: CIZ Indicatiewijzer - Toelichting op de Beleidsregels indicatiestelling AWBZ 2014, zoals vastgesteld door het ministerie van VWS, Versie: 7.1, juli 2014

 

Normtijden Zelfstandig leven individueel

De gemeente kent de volgende normtijden als Zelfstandig leven individueel wordt geïndiceerd en er dus sprake is van boven gebruikelijke zorg. Deze zijn afkomstig uit de CIZ indicatiewijzer (2014).

De frequentie waarmee de begeleiding wordt geïndiceerd is niet meer dan nodig om verantwoorde zorg te bieden.

 

Begeleidingsactiviteit

frequentie

Gemiddelde duur per keer

Maximale omvang per week in uren

Het ondersteunen bij het aanbrengen van structuur c.q. het voeren van regie en/of

Het ondersteunen bij praktische vaardigheden/handelingen ten behoeve van zelfredzaamheid

1x per week

60 - 180 min.

1 - 3 uur

2x per week

60 - 180 min.

2 - 6 uur

3x per week

30 - 90 min.

1,5 - 4,5 uur

4x per week

30 - 90 min.

2 - 6 uur

5x per week

15 - 90 min.

1 - 7,5 uur

6x per week

15 - 90 min.

1,5 - 9 uur

1x per dag

15 - 90 min.

1,5 - 10 uur

2x per dag

15 - 45 min.

3,5 - 10 uur

3x per dag

15 - 30 min.

5 - 10 uur

4x per dag

15 - 20 min.

7 - 9 uur

Het bieden van toezicht

 

 

13 uur

3.1 Het bieden van toezicht tijdens onderwijs

 

 

4 uur

3.2 Het bieden van toezicht tijdens onderwijs + zeer ernstige gedragsproblematiek: gemotiveerd toekennen

 

 

7 uur

Oefenen

 

 

1-3 uur

 

 

 

 

Combinaties

 

 

 

1 en/of 2 + oefenen

 

 

13 uur

1 en/of 2 + 3

 

 

13 uur

1 en/of 2 + 3 + oefenen

 

 

16 uur

1 en/of 2 + 3 + 3.1 + oefenen

 

 

20 uur

1 en/of 2 + 3 + zeer ernstige gedragsproblematiek: gemotiveerd toekennen (wel of niet incl. oefenen)

 

 

20 uur

1 en/of 2. + 3 + 3.1 + 3.2

( gemotiveerd toekennen; wel of niet incl. oefenen)

 

 

25 uur

Bron: CIZ Indicatiewijzer - Toelichting op de Beleidsregels indicatiestelling AWBZ 2014, zoals vastgesteld door het ministerie van VWS, Versie: 7.1, juli 2014

Bijlage 3. Pgb tarieven

De hoogte van het pgb wordt bepaald aan de hand van onderstaande tabel. In de tabel staan de maximale pgb-tarieven (100%) .

100%

Bij inschakeling van een) medewerker(s) in loondienst bij een zorgaanbieder, met zes of meer medewerkers in loondienst, bedraagt het pgb maximaal 100% van de prijs of het tarief, vermeld in de tabel.

85%

Bij inschakeling van een zelfstandige zonder personeel of organisatie met vijf of minder medewerkers in loondienst bedraagt het pgb maximaal 85% van de prijs of het tarief vermeld in de tabel.

50%, met maximum uurtarief van € 20,-

Bij inschakeling van een persoon uit het sociaal netwerk bedraagt het pgb maximaal 50% van de prijs of het tarief vermeld in de tabel. Het daarbij in aanmerking te nemen uurtarief mag niet meer bedragen dan € 20,- per uur.

Uitzondering

Voor de maatwerkvoorziening huishoudelijke ondersteuning geldt het 100%-tarief, ongeacht of de cliënt een zorgaanbieder, met zes of meer medewerkers in loondienst of een kleinere zorgaanbieder, zelfstandige zonder personeel of een persoon uit het sociaal netwerk inschakelt. Het daarbij in aanmerking te nemen uurtarief mag echter niet meer bedragen dan € 19,09 voor een zelfstandige zonder personeel en € 15,15 voor een persoon uit het sociaal netwerk.

 

Omschrijving individuele voorzieningen (jeugd)

eenheid

frequentie

Pgb-tarief 100%

Inclusief btw

Toelichting

Vaktherapie

stuks

Totaal binnen geldigheidsduur beschikking

 

€ 68,78

Maximaal 15 stuks (sessies)

Jeugdhulp ambulant regulier GGZ (middel)

stuks

per maand

€ 313,88

Maximale indicatieduur is 6 maanden, waarbij gedurende deze indicatieduur maximaal 2 stuks mogen worden ingezet.

 

 

 

 

 

Jeugdhulp ambulant regulier GGZ (zwaar)

stuks

per maand

€ 313,88

Maximale indicatieduur is 6 maanden, waarbij gedurende deze indicatieduur maximaal 3 stuks mogen worden ingezet.

 

 

 

 

 

Jeugdhulp ambulant specialistisch GGZ (licht)

stuks

per maand

€ 387,40

Maximale indicatieduur is 12 maanden, waarbij gedurende deze indicatieduur maximaal 5 stuks mogen worden ingezet.

 

 

 

 

 

Jeugdhulp ambulant specialistisch GGZ (midden)

stuks

per maand

€ 420,08

Maximale indicatieduur is 12 maanden, waarbij gedurende deze indicatieduur maximaal 9 stuks mogen worden ingezet.

 

 

 

 

 

Jeugdhulp ambulant specialistische opvoedondersteuning (midden)

stuks

per maand

€ 703,84

Maximale indicatieduur is 12 maanden, waarbij gedurende deze indicatieduur maximaal 8 stuks mogen worden ingezet.

 

 

 

 

 

Jeugdhulp ambulant specialistisch LVB (midden)

stuks

per maand

€ 969,43

Maximale indicatieduur is 12 maanden, waarbij gedurende deze indicatieduur maximaal 6 stuks mogen worden ingezet.

 

 

 

 

 

Jeugdhulp ambulant specialistisch GGZ (zwaar)

stuks

per maand

 

€ 564,43

Maximale indicatieduur 12 maanden, waarbij gedurende deze indicatieduur maximaal 7 stuks mogen worden ingezet.

 

 

 

 

 

Jeugdhulp ambulant specialistische opvoedondersteuning (zwaar)

stuks

per maand

 

€ 918,95

Maximale indicatieduur is 12 maanden , waarbij gedurende deze indicatieduur maximaal 6 stuks mogen worden ingezet.

 

 

 

 

 

Jeugdhulp ambulant specialistisch LVB (zwaar)

stuks

per maand

€ 1.612,81

Maximale indicatieduur is 12 maanden, waarbij gedurende deze indicatieduur maximaal 5 stuks mogen worden ingezet.

 

 

 

 

 

Diagnostiek en behandeling van ernstige enkelvoudige dyslexie

stuks

Totaal binnen geldigheidsduur beschikking

€ 5.212,08

Diagnose maximaal € 850,00.

 

 

 

 

 

Jeugdhulp ambulant specialistisch groep (middel)

dagdeel (4 uur)

per week

 

€ 68,88

5 dagdelen per week buiten schooltijd of 9 dagdelen onder schooltijden per week als vervanging van school. Maximale indicatieduur is 12 maanden.

 

 

 

 

 

Jeugdhulp ambulant specialistisch groep (zwaar)

dagdeel (4 uur)

per week

€ 86,65

5 dagdelen per week buiten schooltijd of 9 dagdelen onder schooltijden per week als vervanging van school. Maximale indicatieduur is 12 maanden.

 

 

 

 

 

Diagnostiek

uur

Totaal binnen geldigheidsduur beschikking

€ 117,00

Maximaal aantal te indiceren uren is 20.

 

 

 

 

 

Controle psychofarmaca

stuks

Totaal binnen geldigheidsduur beschikking

€ 65,00

1 stuks is 30 minuten. Maximale indicatieduur 12 maanden.

 

 

 

 

 

Ambulante spoedhulp Jeugd 0-18

stuks

Totaal binnen geldigheidsduur beschikking

€ 2.309,56

De beschikkingsduur is maximaal 4 weken. Er is geen verlenging mogelijk.

 

 

 

 

 

Ambulante spoedhulp Jeugd 18-23

stuks

Totaal binnen geldigheidsduur beschikking

€ 2.309,56

De beschikkingsduur is maximaal 4 weken. Er is geen verlenging mogelijk.

 

 

 

 

 

Zelfstandig leven Jeugd - groepsbegeleiding (middel)

Dagdeel (4 uur)

€ 41,33

Maximale indicatieduur is 12 maanden.

 

 

 

 

 

Zelfstandig leven Jeugd – groepsbegeleiding (zwaar)

dagdeel (4 uur)

€ 53,12

Maximale indicatieduur is 12 maanden.

 

 

 

 

 

Zelfstandig leven Jeugd - individueel

uur

€ 52,20

Maximale indicatieduur is 12 maanden.

 

 

 

 

 

Zelfstandig leven Jeugd - Persoonlijke verzorging

uur

 

€ 47,40

 

Pleegzorg

etmaal

week

€ 41,29

Maximaal 7 etmalen per week.

 

 

 

 

 

Pleegzorg crisis

etmaal

week

€ 41,29

Maximaal 7 etmalen per week.

 

 

 

 

 

Gezinshuis

stuks

per maand

€ 4.016,52

Maximale indicatieduur is 12 maanden.

 

 

 

 

 

Logeren Jeugd

etmaal

per week/maand/totaal binnen geldigheidsduur beschikking

 

€ 193,75

Maximaal 104 etmalen per jaar.

 

 

 

 

 

Begeleiding naar zelfstandig wonen (verblijf excl. behandeling)

stuks

per maand

€ 2.294,63

Maximale indicatieduur is 12 maanden.

 

 

 

 

 

Pgb-tarief vervoer bij Jeugdhulp ambulant specialistisch groep en Jeugdhulp ambulant specialistisch

De kilometerafstand is gebaseerd op de enkele reisafstand vanuit de woon- of schoollocatie van de jeugdige (afstandsberekening locatie cliënt naar locatie aanbieder). Afstandsberekening is conform de kortste route ingevolge een digitale routeplanner.

groepsvervoer zonder rolstoel reisafstand minder dan 5 km

etmaal

per week en per maand inrichten

€ 11,49

maximaal 5 etmalen per week

 

 

 

 

 

  • 1.

    groepsvervoer zonder rolstoel reisafstand van 5 tot 10 km

  • 2.

    groepsvervoer met rolstoel reisafstand minder dan 5 km

etmaal

per week en per maand inrichten

€ 16,23

maximaal 5 etmalen per week

 

 

 

 

 

  • 1.

    groepsvervoer zonder rolstoel reisafstand van 10 tot 20 km

  • 2.

    groepsvervoer met rolstoel reisafstand van 5 tot 10 km

  • 3.

    Individueel vervoer met of zonder rolstoel reisafstand tot 10 km

etmaal

per week en per maand inrichten

€ 25,72

maximaal 5 etmalen per week

 

 

 

 

 

  • 1.

    groepsvervoer zonder rolstoel reisafstand van 20 tot 30 km

  • 2.

    groepsvervoer met rolstoel reisafstand van 10 tot 20 km

  • 3.

    Individueel vervoer met of zonder rolstoel reisafstand van 10 tot 20 km

   

etmaal

per week en per maand inrichten

€ 44,20

maximaal 5 etmalen per week

 

 

 

 

 

  • 1.

    groepsvervoer zonder rolstoel reisafstand vanaf 30 km

  • 2.

    groepsvervoer met rolstoel reisafstand van vanaf 20 km

  • 3.

    Individueel vervoer zonder rolstoel reisafstand vanaf 20 km

 

etmaal

per week en per maand inrichten

€ 63,43

maximaal 5 etmalen per week

Pgb-tarief vervoer bij overige individuele voorzieningen

 

Vervoer Jeugd zonder rolstoel

etmaal

per week en per maand inrichten

€ 13,21

maximaal 5 etmalen per week

 

 

 

 

 

Vervoer Jeugd met rolstoel

etmaal

per week en per maand inrichten

€ 16,76

maximaal 5 etmalen per week

 

 

 

 

 

Omschrijving maatwerkvoorzieningen (Wmo)

eenheid

frequentie

Pgb-tarief 100%

Toelichting

 

 

 

 

 

Logeren Wmo

etmaal

per week/maand/

totaal binnen geldigheidsduur beschikking

€ 64,00

Maximaal 52 etmalen per jaar.

 

 

 

 

 

Ondersteuning zelfstandig leven (middel)

stuks

per maand

€ 331,50

Maximale indicatieduur is 12 maanden. Indien aangetoond kan worden dat meerdere doelstellingen bereikt zijn, en er nog reële leerdoelen zijn, is een verlenging van maximaal 6 maanden mogelijk.

 

 

 

 

 

Ondersteuning zelfstandig leven (zwaar)

stuks

per maand

€ 790,26

Maximale indicatieduur is 6 maanden.

 

 

 

 

 

Ondersteuning zelfstandig leven (extra)

uur

Totaal binnen geldigheidsduur beschikking

€ 55,20

Maximale indicatieduur is 4 maanden en maximaal te indiceren uren is 68.

 

 

 

 

 

Ondersteuning zelfstandig leven – dagbesteding

dagdeel (4 uur)

   

per week/ maand

€ 37,93

Maximaal 7 dagdelen per week

   

Vervoer Wmo zonder rolstoel

etmaal

per week en per maand inrichten

€ 13,21

maximaal 5 etmalen per week

 

 

 

 

 

Vervoer Wmo met rolstoel

etmaal

per week en per maand inrichten

€ 16,76

maximaal 5 etmalen per week

 

 

 

 

 

Ondersteuning Zelfstandig Leven-ADL

uur

 

€ 30,60

 

 

 

 

 

 

Omschrijving maatwerkvoorzieningen Beschermd wonen (Wmo)

eenheid

frequentie

Pgb-tarief 100%

Toelichting

 

 

 

 

 

Ondersteuning Zelfstandig Leven - Plus

stuks

maand

 

€ 1.420,55

Maximale indicatieduur is 12 maanden.

 

 

 

 

 

Ondersteuning Wonen, midden exclusief wooncomponent

stuks

maand

 

€ 1.740,84

 

 

 

 

 

 

Ondersteuning Wonen midden, ambulant, inclusief huisvesting

stuks

maand

€ 2.560,73

 

 

 

 

 

 

Ondersteuning Wonen, midden inclusief wooncomponent

stuks

maand

 

€ 2.734,33

 

 

 

 

 

 

Beschermd Wonen- licht

stuks

maand

€ 3.028,54

 

 

 

 

 

 

Beschermd Wonen

stuks

maand

 

€ 3.383,07

 

 

 

 

 

 

Ondersteuning Wonen, midden exclusief wooncomponent in ouderinitiatief

stuks

maand

€ 2.600,00

 

 

 

 

 

 

Ondersteuning Wonen PLUS, exclusief wooncomponent in ouderinitiatief

stuks

maand

€ 3.250,00

 

 

 

 

 

 

Omschrijving maatwerkvoorziening maatschappelijke deelname en werk (Wmo)

eenheid

frequentie

Pgb-tarief 100%

 

Dagbesteding middel

stuks

maand

€ 500,00

Maximale indicatieduur is 12 maanden. Maximaal 2 keer verlenging met een half jaar mogelijk.

 

 

 

 

 

Omschrijving maatwerkvoorziening huishoudelijke ondersteuning (Wmo)

eenheid

frequentie

Pgb-tarief 100%

 

Zie inleidende toelichting!

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Huishoudelijke ondersteuning

stuks

per 4 weken

€ 216,32

 

 

 

 

 

 

Huishoudelijke ondersteuning extra 1

stuks

per 4 weken

€ 294,98

 

 

 

 

 

 

Huishoudelijke ondersteuning extra 2

stuks

per 4 weken

€ 349,06

 

 

 

 

 

 

Omschrijving individuele voorzieningen jeugd

Regionaal

eenheid

frequentie

Pgb-tarief 100%

 

Pgb-tarief geldend bij CAO Gehandicaptenzorg

 

Jeugdhulp Verblijf (middel)

€ 200,00

Maximaal 7 etmalen per week.

 

 

 

 

 

Jeugdhulp Verblijf (middelzwaar)

€ 220,00

Maximaal 7 etmalen per week.

 

 

 

 

 

Jeugdhulp Verblijf (zwaar)

€ 235,00

Maximaal 7 etmalen per week.

 

 

 

 

 

Jeugdhulp Verblijf (extra zwaar)

€ 335,00

Maximaal 7 etmalen per week.

 

 

 

 

 

Pgb-tarief geldend bij CAO GGZ

 

Jeugdhulp Verblijf (middel)

€ 195,00

Maximaal 7 etmalen per week.

 

 

 

 

 

Jeugdhulp Verblijf (middelzwaar)

€ 275,00

Maximaal 7 etmalen per week.

 

 

 

 

 

Jeugdhulp Verblijf (zwaar)

€ 335,00

Maximaal 7 etmalen per week.

 

 

 

 

 

Jeugdhulp Verblijf (extra zwaar)

€ 485,00

Maximaal 7 etmalen per week.

 

 

 

 

 

Pgb-tarief geldend bij CAO Jeugdzorg

 

Jeugdhulp Verblijf (middel)

€ 140,00

Maximaal 7 etmalen per week.

 

 

 

 

 

Jeugdhulp Verblijf (middelzwaar)

€ 165,00

Maximaal 7 etmalen per week.

 

 

 

 

 

Jeugdhulp Verblijf (zwaar)

€ 195,00

Maximaal 7 etmalen per week.

 

 

 

 

 

Jeugdhulp Verblijf (extra zwaar)

€ 200,00

Maximaal 7 etmalen per week.

 

Omschrijving traplift

eenheid

frequentie

Tarief 100%

 

 

traplift recht

stuks

€ 1.239,04

 

 

 

 

 

 

traplift met bocht(en)

stuks

€ 3.407,36

 

 

 

 

 

 

all-in onderhoud aan traplift recht/met bocht(en)

stuks

€ 111,77 per jaar.

 

€ 894,16

 

Het pgb voor all-in onderhoud wordt voor de eerste 8 jaar na plaatsing ineens toegekend.

 

 

 

 

 

 

Naar boven