Gemeenteblad van Bunnik
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Bunnik | Gemeenteblad 2019, 73462 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Bunnik | Gemeenteblad 2019, 73462 | Verordeningen |
VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE BUNNIK 2019
De raad van de gemeente Bunnik;
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 18 december 2018.
Gelet op de artikelen 2.1.3, 2.1.4, eerste, tweede, derde en zevende lid, 2.1.5, eerste lid,
2.1.6, 2.1.7, 2.3.6, vierde lid, en 2.6.6, eerste lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en
de artikelen 3.8 , tweede lid en 5.4 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015;
burgers een eigen verantwoordelijkheid dragen voor de wijze waarop zij hun leven inrichten en deelnemen
aan het maatschappelijk leven; dat van burgers verwacht mag worden dat zij elkaar daarin naar
vermogen bijstaan; dat burgers die zelf, dan wel samen met personen in hun omgeving onvoldoende
zelfredzaam zijn of onvoldoende in staat zijn tot participatie, een beroep moeten kunnen doen op
ondersteuning door de gemeente, zodat zij zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kunnen blijven
het noodzakelijk is om regels vast te stellen ter uitvoering van het beleidsplan als bedoeld in artikel 2.1.2 van de wet met betrekking tot de ondersteuning bij de versterking van de zelfredzaamheid en participatie van personen met een beperking of met chronische psychische of psychosociale problemen, beschermd
wonen en opvang, en dat het noodzakelijk is om de toegankelijkheid van voorzieningen, diensten en
ruimten voor mensen met een beperking te bevorderen en daarmee bij te dragen aan het realiseren van
Besluit vast te stellen: de Verordening maatschappelijke ondersteuning Bunnik 2019
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
maatwerkvoorziening: op de behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van een persoon afgestemd geheel van diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen:1°. ten behoeve van zelfredzaamheid, daaronder begrepen kortdurend verblijf in een instelling terontlasting van de mantelzorger, het daarvoor noodzakelijke vervoer, alsmede hulpmiddelen,woningaanpassingen en andere maatregelen,2°. ten behoeve van participatie, daaronder begrepen het daarvoor noodzakelijke vervoer, alsmedehulpmiddelen en andere maatregelen,3°. ten behoeve van beschermd wonen en opvang;
Het college zorgt ervoor dat ingezetenen een beroep kunnen doen op kosteloze cliëntondersteuning, waarbij het belang van de cliënt uitgangspunt is.
Het college wijst de cliënt en zijn mantelzorger voor het onderzoek, bedoeld in artikel 2.3.2, eerste lid, van de wet, op de mogelijkheid gebruik te maken van gratis cliëntondersteuning.
Artikel 4 Vooronderzoek; indienen persoonlijk plan
Voor het gesprek verschaft de cliënt het college alle overige gegevens en bescheiden die naar het oordeel van het college voor het onderzoek nodig zijn en waarover hij redelijkerwijs de beschikking kan krijgen. De cliënt verstrekt in ieder geval een identificatiedocument als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage.
Het college onderzoekt in een gesprek tussen deskundigen en de degene door of namens wie de melding is gedaan, dan wel diens vertegenwoordiger en waar mogelijk met de mantelzorger of mantelzorgers en desgewenst familie, zo spoedig mogelijk en voor zover nodig:
het gewenste resultaat van het verzoek om ondersteuning; de mogelijkheden om op eigen kracht of met gebruikelijke hulp of algemeen gebruikelijke voorzieningen zijn zelfredzaamheid of zijn participatie te handhaven of te verbeteren, of te voorkomen dat hij een beroep moet doen op een maatwerkvoorziening;
de mogelijkheden om met gebruikmaking van een algemene voorziening, zoals opgenomen in het beleidsplan, bedoeld in artikel 2.1.2 van de wet, of door het verrichten van maatschappelijk nuttige activiteiten te komen tot verbetering van zijn zelfredzaamheid of zijn participatie, of te voorkomen dat hij een beroep moet doen op een maatwerkvoorziening;
de mogelijkheden om door middel van voorliggende voorzieningen of door samen met zorgverzekeraars en zorgaanbieders als bedoeld in de Zorgverzekeringswet en andere partijen op het gebied van publieke gezondheid, jeugdhulp, onderwijs, welzijn, wonen, werk en inkomen, te voorzien in de behoefte aan maatschappelijke ondersteuning;
Hoofdstuk 3 Afweging en voorwaarden maatwerkvoorzieningen
Artikel 8 Criteria voor een maatwerkvoorziening
Een cliënt komt in aanmerking voor een maatwerkvoorziening:
ter compensatie van de beperkingen in de zelfredzaamheid of participatie die de cliënt ondervindt, voor zover de cliënt deze beperkingen naar het oordeel van het college niet op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg of met hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk dan wel met gebruikmaking van algemeen gebruikelijke voorzieningen of algemene voorzieningen kan verminderen of wegnemen. De maatwerkvoorziening levert, rekening houdend met de uitkomsten van het in artikel 5 bedoelde onderzoek, een passende bijdrage aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld tot zelfredzaamheid of participatie en zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kan blijven, en/of;
ter compensatie van de problemen bij het zich handhaven in de samenleving van de cliënt met psychische of psychosociale problemen en de cliënt die de thuissituatie heeft verlaten, al dan niet in verband met risico’s voor zijn veiligheid als gevolg van huiselijk geweld, voor zover de cliënt deze problemen naar het oordeel van het college niet op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg of met hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk dan wel met gebruikmaking van algemene voorzieningen kan verminderen of wegnemen. De maatwerkvoorziening levert, rekening houdend met de uitkomsten van het in artikel 5 bedoelde onderzoek, een passende bijdrage aan het voorzien in de behoefte van de cliënt aan beschermd wonen of opvang en aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld zo zich snel mogelijk weer op eigen kracht te handhaven in de samenleving.
Het college kan een door hem daartoe aangewezen adviesinstantie om advies vragen als het dit
van belang acht voor de beoordeling van de aanvraag om een maatwerkvoorziening.
Artikel 11 Regels voor de bijdrage in de kosten van maatwerkvoorzieningen en algemene voorzieningen
Een cliënt is een bijdrage in de kosten verschuldigd:
voor gebruik van collectief vervoer, zoals regiotaxi, die bestaat uit de reguliere reizigersbijdrage per enkele reis voor maximaal 5 zones per rit tot een maximum van 778 zones per jaar geldt een korting op het tarief tot aan een reizigersbijdrage gelijk aan het geldende tarief van het reguliere openbaar vervoer voor degenen die niet in staat zijn om gebruik te maken van het openbaar vervoer;
voor een maatwerkvoorziening dan wel pgb, zolang de cliënt van de maatwerkvoorziening gebruik maakt of gedurende de periode waarvoor het pgb wordt verstrekt, overeenkomstig het Besluit maatschappelijke ondersteuning, en afhankelijk van het inkomen en vermogen van de cliënt en zijn eventuele echtgenoot.
De bijdrage, bedoeld in artikel 3.1, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 dan wel het totaal van de eigen bijdragen, is gelijk aan de kostprijs van de maatwerkvoorziening, tot aan ten hoogste € 17,50 per bijdrageperiode voor de cliënt of de gehuwde cliënten tezamen, tenzij overeenkomstig artikel 2.1.4, derde lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en hoofdstuk 3 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 en artikel 11 lid 9 van deze verordening.
De bijdrage voor een maatwerkvoorziening of pgb ten behoeve van een woningaanpassing voor een minderjarige cliënt is verschuldigd door de onderhoudsplichtige ouders, daaronder begrepen degene aan wie een gegrond verzoek op grond artikel 1:394 BW is toegewezen, en degene die anders dan als ouder samen met de ouder het gezag uitoefent over een cliënt.
Hoofdstuk 4 Persoonsgebonden budget en handhaving
Artikel 12 Persoonsgebonden budget voor voorzieningen Wmo 2015
bedraagt niet meer dan de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopst adequate voorziening in natura. Als de naturaverstrekking een tweedehands voorziening betreft, wordt de kostprijs daarop gebaseerd, met een looptijd gelijk aan de verkorte termijn waarop de voorziening technisch is afgeschreven, rekening houdend met onderhoud en verzekering. Als de naturaverstrekking een nieuwe voorziening betreft, wordt de kostprijs daarop gebaseerd, rekening houdend met een eventueel door de gemeente te ontvangen korting en rekening houdend met onderhoud en verzekering.
Artikel 15 Nieuwe feiten en omstandigheden, herziening, intrekking of terugvordering
Als het college een beslissing op grond van het tweede lid, onder a, heeft ingetrokken en de verstrekking van de onjuiste of onvolledige gegevens door de cliënt opzettelijk heeftplaatsgevonden, kan het college van de cliënt en degene die daaraan opzettelijk zijn medewerking heeft verleend, geheel of gedeeltelijk de geldswaarde vorderen van de ten onrechte genoten maatwerkvoorziening of het ten onrechte genoten pgb.
Hoofdstuk 5 Klachten, medezeggenschap en inspraak
Indien een cliënt een klacht heeft over de wijze waarop een medewerker van de gemeente of één van haar bestuursorganen zich jegens hem of een ander heeft gedragen in het kader van een melding of aanvraag als bedoeld in deze verordening, kan hij de klacht indienen bij het college. Deze klacht wordt behandeld volgens de in hoofdstuk 9 Algemene wet bestuursrecht beschreven procedure.
Artikel 18 Betrekken van ingezetenen bij het beleid
Het college stelt ingezetenen vroegtijdig in de gelegenheid voorstellen voor het beleid betreffende maatschappelijke ondersteuning te doen, advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende maatschappelijke ondersteuning, en voorziet hen van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen.
Hoofdstuk 6 Overige bepalingen
Artikel 19 Verhouding prijs en kwaliteit levering voorziening door derden
Artikel 21 Jaarlijkse waardering mantelzorgers
De jaarlijkse blijk van waardering voor mantelzorgers van cliënten in de gemeente bestaat uit:
Het college van burgemeester en wethouders stelt een privacyprotocol vast. Dit protocol moet
worden gevolgd door de medewerkers bij de hulpverlenende instanties en anderen die met de
Deze verordening in samenhang met de daarop gebaseerde regelingen en/of beleidsregels worden,
een keer per vier jaar, door het gemeentebestuur geëvalueerd. Het college zendt hiertoe aan de gemeenteraad een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de verordening in de praktijk.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2019-73462.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.