Gemeenteblad van Diemen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Diemen | Gemeenteblad 2019, 69335 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Diemen | Gemeenteblad 2019, 69335 | Overige besluiten van algemene strekking |
Preventie- en handhavingsplan alcohol 2019 - 2022
1.1 Aanleiding en voorgeschiedenis
Op 1 januari 2014 is de Drank- en Horecawet (DHW) gewijzigd en is de leeftijdsgrens voor het bezit van alcoholhoudende drank verhoogd van 16 naar 18 jaar. Met deze wetswijziging werden gemeenten verplicht om een preventie- en handhavingsplan alcohol op te stellen. Op 14 maart 2014 heeft de gemeenteraad van Diemen het preventie- en handhavingsplan alcohol 2014 – 2016 vastgesteld. Omdat de resultaten van de GGD gezondheidsmonitor pas in 2017 beschikbaar kwamen, is dit beleid in 2017 en 2018 ongewijzigd voortgezet.
Artikel 43a van de Drank- en Horecawet regelt waaraan het preventie- en handhavingsplan moet voldoen. Hierin is het volgende geregeld:
De gelijktijdige vaststelling met het gezondheidsbeleid dient voor de onderlinge afstemming van beide beleidsstukken. Tegelijkertijd met de vaststelling van dit preventie- en handhavingsplan wordt de gezondheidsnota met nog één jaar omdat de gemeente Diemen in 2020 een integrale nota gaat vaststellen voor het beleid in het sociale domein.
1.3 Opzet preventie- en handhavingsplan alcohol
Het preventie- en handhavingsplan alcohol bestaat uit twee delen, namelijk dit voorliggend beleidskader en een uitvoeringsprogramma. Hiervoor is gekozen vanwege de rolverdeling tussen gemeenteraad en college van burgemeester en wethouders. De gemeenteraad stelt vanuit haar kader stellende taak dit beleidskader vast. Het uitvoeringsprogramma wordt vervolgens door het college van burgemeester en wethouders vastgesteld.
Het huidige alcoholgebruik in Diemen, gerelateerd beleid en de evaluatie van het huidige preventie- en handhavingsplan alcohol bepalen de richting van het beleidsuitgangspunten voor dit beleid. Deze bouwstenen zijn beschreven in hoofdstuk 2.
In hoofdstuk 3 is de doelstelling voor de komende jaren benoemd. Daarnaast zijn er zes resultaten benoemd die ertoe moeten leiden dat de doelstelling wordt behaald. Van deze resultaten is op hoofdlijnen beschreven welke acties worden ondernomen om die resultaten te behalen.
De concrete uitwerking van de acties om de gestelde resultaten te behalen, zijn terug te vinden in het uitvoeringsprogramma.
Om tot nieuw beleid te komen, is eerst her bestaande beleid geëvalueerd. Na een interne evaluatie is het beleid met verschillende stakeholder geëvalueerd. Partijen zoals de Koninklijke Horeca Nederland, sportclubs, detailhandel, Arkin GGZ, jongerenraad Diemen en politie zijn om input gevraagd en we hebben een dialoogbijeenkomst gehouden. Tijdens die bijeenkomst zijn tevens de bouwstenen voor het nieuwe beleid aangedragen door de stakeholders. Deze input is verwerkt tot een conceptplan dat nog tweemaal aan de stakeholders is voorgelegd voor feedback, op- en aanmerkingen.
2.1 Belang van alcoholmatigingsbeleid
Het gebruik van alcohol is een belangrijke oorzaak van ziekte en sterfte. Verslaving, stress, overlast, (huiselijk) geweld zijn veelvoorkomend bij alcoholmisbruik. Ouders van en/of sleutelfiguren voor jongeren kunnen ten aanzien van alcoholgebruik een negatief voorbeeld zijn of negatieve grenzen stellen voor jongeren. Dat kan tot zorgelijke situaties leiden, aangezien de impact van alcohol extra schadelijk is voor het functioneren van de jongere. Hoe vroeger jongeren beginnen met alcohol des te groter de schade op latere leeftijd en de kans dat ze verslaafd raken. Daarom is het belangrijk om te voorkomen dat jeugdigen gaan gebruiken of om op z’n minst het gebruik zo lang mogelijk uit te stellen. Uit onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat kinderen van ouders die duidelijke grenzen stellen, later beginnen met drinken, minder zwaar drinken (ongeacht hun persoonlijkheid) en minder snel vriendschappen aangaan met drinkende vrienden. Kinderen van ouders die geen grenzen stellen, beginnen juist eerder met drinken.
Uit de gezondheidsmonitor van de GGD blijkt dat 13% van de volwassenen in Diemen zware en/of overmatige drinker is (meting 2016). Dat komt neer op zo’n 2.500 inwoners. Daarmee drinken zij overigens evenveel als in de rest van de regio en Nederland. Het aantal overmatige drinkers is in Diemen ten opzichte van 2010 niet veranderd.
In Diemen Zuid is zo’n 15% zware en/of overmatige drinker. Daarmee behoort het tot een van de wijken met de hoogste percentages overmatige drinkers in de regio.
8% van de inwoners van Diemen heeft in 2015 wel eens onder invloed van drank auto gereden. Ook dit verschilt niet van de rest van de regio en is onveranderd ten opzichte van 2010. Mannen doen dit twee keer zoveel als vrouwen.
Inwoners van Nederlandse herkomst drinken vaker dan inwoners van niet-Nederlandse herkomst. Bij zware drinkers is dat 15% tegenover 2% en bij overmatig drinken 13% ten opzichte van 1%. Andere demografische factoren spelen volgens de gezondheidsmonitor geen rol bij het alcoholgebruik. Bij de gezondheidsmonitor van 2010 bleek daarentegen nog dat de hoog opgeleide vrouwen bovengemiddeld dronken.
Eén op de drie inwoners van Diemen die teveel drinken, is van plan dat te minderen. Dit biedt mogelijkheden voor het alcoholmatigingsbeleid.
Meer gegevens uit de gezondheidsmonitor zijn terug te vinden in de bijlagen.
In 2013 heeft de gemeenteraad de ‘Gezondheidsnota 2013 – 2017’ vastgesteld. Deze is mede vanwege het wachten op de resultaten uit de gezondheidsmonitor verlengd. Tegelijkertijd met de vaststelling van dit preventie- en handhavingsplan wordt de gezondheidsnota met nog één jaar omdat de gemeente Diemen in 2020 een integrale nota gaat vaststellen voor het beleid in het sociale domein. De huidige gezondheidsnota richt zich op verschillende gezondheidsaspecten, variërend van psychosociale gezondheid tot gezonde leefomgeving en het terugdringen van gebruik van genotsmiddelen waaronder alcohol. Ten tijde van het vorige preventie- en handhavingsplan was deze nota één jaar oud. De doelen en voorgenomen acties uit beide plannen komen daarom grotendeels overeen.
2.3.3 Integraal handhavingsbeleid
De visie op handhaving, prioritering en handhavingsstrategie liggen vast in het ‘Integraal VTH beleid gemeente Diemen 2017 en 2018’ (hierna: VTH beleid). Dit beleid is gericht op het gehele spectrum van vergunningverlening, toezicht en handhaving. Aanvankelijk was het beleid vastgesteld voor de periode 2015 – 2018, maar het is tussentijds gewijzigd waardoor het in 2017 voor twee jaar is vastgesteld. Jaarlijks wordt er een uitvoeringsprogramma opgesteld waarin de handhavingsstrategie wordt vertaald in concrete acties en inzet.
De prioritering voor verschillende overtredingen van de Drank- en Horecawet, die bij totstandkoming van het vorige preventie- en handhavingsbeleid zijn bepaald, zijn grotendeels overgenomen. In enkele gevallen is er bij vaststelling van het VTH beleid door actuele inzichten een andere prioriteit aan overtredingen toegekend.
In het preventie- en handhavingsplan alcohol en het integraal handhavingsbeleid is vooral bepaald hoe de gemeente toeziet en handhaaft. In het ‘Horecasanctiebeleid Diemen 2017’ is bepaald welke sancties na verschillende type overtredingen worden opgelegd. Dit varieert van eerst waarschuwen bij lichte overtredingen tot vrijwel directe sluiting wanneer een horecabedrijf geopend is nadat een vergunning is ingetrokken of geweigerd.
2.3.5 Drank en horecaverordening
Begin 2014, kort vóór vaststelling van het vigerende preventie- en handhavingsplan alcohol, heeft de gemeenteraad de ‘Drank en horecaverordening Diemen 2014’ (hierna: horecaverordening) vastgesteld. Hierin staan voornamelijk regels over alcoholverstrekking bij zogenaamde paracommerciële inrichtingen zoals sportclubs. Deze regels hebben betrekking op de schenktijden en het houden van bijeenkomsten van persoonlijke aard.
Bij vaststelling van de verordening hebben de sportverenigingen aangegeven dat strenge regels voor alcoholverstrekking overbodig zijn en zij zelf hun maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen door in hun bestuursreglementen afspraken te borgen over verantwoorde alcoholverstrekking. Voorlichting over verantwoord alcoholgebruik is ook een van de voorgenomen acties uit het geldende preventie- en handhavingsplan alcohol
2.4 Evaluatie huidig preventie- en handhavingsplan
De doelstelling uit het ‘Preventie- en handhavingsplan alcohol 2014 – 2016’ luidde:
“Het terugbrengen van overmatig alcoholgebruik van met name jongeren door een integrale aanpak door middel van cursussen, vroegsignalering en handhaving.”
Uit de gezondheidsmonitor blijkt dat het aantal zware en overmatige drinkers ongeveer gelijk is gebleven. Wanneer we slechts naar die cijfers kijken, kan worden geconcludeerd dat de doelstelling niet is behaald. Echter is er wel een nuance aan te brengen ten aanzien van de cijfers. Het grootste deel van de zware en overmatige drinkers komt uit Diemen Zuid, daar waar de studentencampus zit welke de laatste jaren is gegroeid. Ondanks deze groei van het aantal studenten is het aandeel zware en overmatige drinkers gelijk gebleven. Bovendien wordt hierbij nog opgemerkt dat het aandeel overeenkomst met landelijke cijfers.
De belangrijkste conclusie uit de evaluatie en aanbevelingen voor het nieuwe beleid zijn de volgende:
Volledige verslaglegging van de evaluatie is terug te vinden in bijlage I.
De doelstelling voor de komende jaren luidt als volgt:
“In 2022 is het percentage overmatige en zware drinkers teruggedrongen door een integrale aanpak op het gebied van preventie, voorlichting en handhaving en gezamenlijk met stakeholders”
Ondanks dat het overmatig drankgebruik in Diemen niet afwijkt van de rest van Nederland, blijft het doel dit terug te dringen. Om de doelgroepen nog effectiever en efficiënter te bereiken, is samenwerking met stakeholders van groot belang. Daar waar de focus afgelopen periode nog lag op het verbeteren van het naleefgedrag van alcoholverstrekkers, ligt de focus de komende periode op het creëren van bewustwording bij de inwoners van Diemen.
3.2 Te realiseren resultaten en uitgangspunten uitvoeringsprogramma
Om de doelstelling te behalen worden hieronder een aantal subdoelstellingen benoemd. Per subdoelstelling worden richtinggevende kaders gesteld voor de uit te voeren acties. Deze richtinggevende kaders worden in het uitvoeringsprogramma van burgemeester en wethouders, in overleg met de stakeholders, nader ingevuld.
De gemeente maakt in 2019 afspraken met paracommerciële instellingen over terugkerende voorlichting van bestuurders, vrijwilligers en leden over de effecten van alcoholgebruik en de regels voor alcoholverstrekking. De paracommerciële instellingen organiseren deze voorlichting met ondersteuning van gemeente. Doelstelling is om 100% van de besturen van de paracommerciële instellingen en 70% van de barvrijwilligers deel te laten nemen.
Tijdens de evaluatie is opgemerkt dat de samenstelling van het bestuur van verenigingen en stichtingen regelmatig wijzigt. Door deze wijzigingen moet er permanent worden geïnvesteerd in bewustwording over alcoholgebruik in de kantines/clubhuizen. Uit de inventarisatie van de bestuursreglementen is gebleken dat een aantal verenigingen hun bestuursreglement pas drie of vier jaar na de wetswijziging van 2014, waarop de leeftijdsgrens is verhoogd van 16 naar 18, heeft gewijzigd. Voor wat betreft de bewustwording kan hier nog winst worden behaald.
Naast wisseling van de bestuursleden, vinden er ook wisselingen plaats bij de barvrijwilligers. Het instrueren van hen moet daarom ook als doorlopend proces worden opgepakt. Omdat bij de sportverenigingen veel ouders en jongeren komen, liggen hier kansen om hen te bereiken met voorlichting over de effecten van alcoholgebruik.
De gemeente zal hierin voornamelijk een faciliterende rol vervullen en met de sportclubs/sportraad afspraken maken over de uitvoering.
De aanpak vroegsignalering alcoholmisbruik is belegd bij Arkin GGZ. De afgelopen jaren is ingezet op training van hulpverleners en informatievoorziening aan potentiële cliënten en hun omgeving/mantelzorgers. Daarnaast is ingezet op het verzorgen van informatie, advies en ondersteuning aan verwijzers, gericht op verdere hulpverlening voor mensen met verslavingsproblematiek. De verslavingsconsulent is aanwezig in de huisartsenpraktijken in Diemen Noord en Zuid. Jaarlijks worden meerdere algemene casuïstiekbesprekingen gevoerd in het Brede Hoed team (consultatie en adviesfunctie). Dit alles wordt gecontinueerd voor de periode 2019 – 2022 met specifieke aandacht op kwetsbare groepen, zoals laagopgeleide mannen, ouderen en studenten.
De leeftijd waarop wordt gestart met het drinken van alcohol stijgt (landelijk beeld). De GGD heeft geconstateerd dat het starten met voorlichting op de basisschool te vroeg is. Sinds 2015 wordt daarom geen voorlichting meer gegeven over alcohol op basisscholen. De voorlichting zal zich voornamelijk gaan richten op studenten en pubers. In de subsidieafspraken met Arkin worden afspraken gemaakt over voorlichting op de campus (tevens in het Engels) en een inloopspreekuur over middelengebruik.
De gemeente gaat een voorbeeldfunctie vervullen als het gaat om alcoholverstrekking door intern de dialoog aan te gaan over alcoholverstrekking bij activiteiten die door, namens of met substantiële bijdrage van de gemeente worden georganiseerd. Uitgangspunt hierbij is een alcoholmatigingsbeleid met het stimuleren van alternatieven voor alcohol.
De gemeente Diemen organiseert regelmatig bijeenkomsten en evenementen waarbij alcohol wordt geschonken (of verstrekt een substantiële subsidie om de bijeenkomst of evenement te organiseren). Om het goede voorbeeld te geven wordt de alcoholverstrekking bij deze activiteiten opnieuw tegen het licht gehouden. Daarbij wordt kritisch beoordeeld of alcoholverstrekking bij al die activiteiten gewenst en passend is. Voor de activiteiten waar na deze beoordeling nog alcohol geschonken wordt, vervult de gemeente (of de gesubsidieerde partners) een voorbeeldrol voor alcoholverstrekkers voor wat betreft maatregelen op het gebied van bewustwording en naleving. Tevens worden alternatieven voor alcohol gestimuleerd.
De horecabranche kent een redelijk verloop. Bij het verlenen van nieuwe horecavergunningen worden ondernemers in het intakegesprek uitgebreid geïnformeerd over de geldende regels. Daarnaast ontvangen zij een map voor het bewaren van de vergunningen en met informatiesheets over de belangrijkste regels. De kracht van de boodschap zit hem in herhaling. Daarom worden afspraken met KHN gemaakt over het regelmatig onder aandacht brengen van belangrijke of gewijzigde regels en de effecten van alcoholgebruik.
KHN heeft aangegeven ook een faciliterende rol te willen vervullen na geconstateerde overtredingen. Omdat bestuurlijke handhaving hoofdzakelijk niet op sanctioneren is gericht maar op het verbeteren van naleefgedrag trekken gemeenten en KHN daar gezamenlijk in op. Dit houdt in dat er gezamenlijk gesprekken met (structurele) overtreders gevoerd worden over het verbeteren van het naleefgedrag. Daarnaast kan KHN ondersteunen bij het verbeteren van het naleefgedrag.
Bij de evaluatie is aangegeven dat er regelmatig sprake is van (hinderlijk) drankgebruik van hangjongeren. De meest opvallende locatie waar dat plaatsvindt is winkelcentrum Kruidenhof. Aanvullend op de effecten op de gezondheid is hier sprake van effecten op de leefomgeving waarvan derden direct hinder kunnen ondervinden. Omdat het drankgebruik hier ook de leefomgeving raakt, krijgt dit prioriteit in de handhaving (ten opzichte van drankgebruik in de horeca).
Een integrale afweging op het gebied van toezicht en handhaving vindt plaats in het VTH-beleid. In dat beleid zijn de risico’s van een breed scala aan handhavingstaken bepaald. Het risico wordt bepaald door “kans maal effect”. De hoogte van het risico bepaalt de prioriteit voor het toezicht en de handhaving op die handhavingstaak. Hoe hoger het risico, des te hoger de prioriteit. De prioriteitenstelling geeft richting aan de inzet van mensen, middelen, de frequenties van toezicht en handhaving en de aspecten waarop tijdens handhavingsbezoeken wordt gelet.
In onderstaande tabel zijn de prioriteiten van de overtredingen van de Drank- en Horecawet benoemd. In bijlage IV is een nadere toelichting op deze prioritering terug te vinden.
Burgemeester en wethouders stellen jaarlijks een uitvoeringsprogramma vast. Daarin worden bovenstaande methoden vertaald naar aantallen controles.
De benodigde inzet voor toezicht op de Drank- en horecawet is mede afhankelijk van de preventieve maatregelen die alle stakeholders treffen op het gebied van alcoholmatiging en de effecten daarvan. Daarom worden die stakeholders betrokken voor de invulling, conform de uitgangspunten uit het VTH-beleid, van het uitvoeringsprogramma (voor zover het de DHW en alcoholgerelateerde overtredingen betreft).
Tijdens de periode van uitvoering van het vorige beleid zijn veel horecabedrijven gecontroleerd. Dit was in het kader van deze nieuwe toezichtstaak nodig om inzicht te krijgen in het naleefgedrag. Nu hierover meer inzicht is, kan er risicogerichter worden toegezien op basis van opgedane kennis.
Het preventie- en handhavingsplan wordt in het vierde kwartaal van 2022 geëvalueerd. In het uitvoeringsprogramma staat per te behalen resultaat beschreven hoe de monitoring en tussentijdse bijsturen plaatsvindt. Resultaten van die monitoring en effecten van de bijsturing, worden meegenomen bij de evaluatie.
Bijlage I Verslag evaluatie ‘Preventie – en handhavingsplan alcohol 2014 – 2016’
In 2014 heeft de gemeenteraad van Diemen het “Preventie- en handhavingsplan alcohol 2014 – 2016” (hierna: preventie- en handhavingsplan) vastgesteld. Omdat medio 2017 actuele informatie uit de GGD Gezondheidsmonitor beschikbaar zou komen, is begin 2017 besloten dit beleid met nog één jaar te verlengen.
Bij het vaststellen van de nota is bepaald om het beleid te evalueren. Ten behoeve van de evaluatie is de uitvoering gemonitord. In deze evaluatie worden conclusies getrokken over het behalen van de doelstelling en de te realiseren resultaten. Daarnaast wordt teruggekeken op de uitvoering.
De doelstelling uit het preventie- en handhavingsplan luidt:
“Het terugbrengen van overmatig alcoholgebruik van met name jongeren door een integrale aanpak door middel van cursussen, vroegsignalering en handhaving.”
Uit de gezondheidsmonitor blijkt dat het aantal zware en overmatige drinkers ongeveer gelijk is gebleven. Wanneer we slechts naar die cijfers kijken, kan worden geconcludeerd dat de doelstelling niet is behaald. Echter is er wel een nuance aan te brengen ten aanzien van de cijfers. Het grootste deel van de zware en overmatige drinkers komt uit Diemen Zuid, daar waar de studentencampus zit welke de laatste jaren is gegroeid. Ondanks deze groei van het aantal studenten is het aandeel zware en overmatige drinkers gelijk gebleven. Bovendien wordt hierbij nog opgemerkt dat de percentages overeenkomen met landelijke cijfers.
De evaluatie van het beleid is in twee fasen uitgevoerd. In eerste instantie zijn intern gegevens over de resultaten en uitvoering in kaart gebracht. Aan de hand hiervan hebben we gesprekken gevoerd en een bijeenkomst gehouden met stakeholders zoals Koninklijke Horeca Nederland (KHN), vertegenwoordigers van de sportclubs en detailhandel, Arkin basis GGZ en de jongerenraad Diemen (of is bij afwezigheid anderszins input opgehaald).
In hoofdstuk vier van dit evaluatieverslag staat beschreven in welke mate de resultaten uit het preventie- en handhavingsplan zijn gerealiseerd. Hoofdstuk 5 beschrijft de uitvoering van het beleid over de afgelopen jaren. Deze beschrijving van de resultaten en de uitvoering zijn onderwerp van gesprek geweest in de bijeenkomst met de stakeholders. Hoofdstuk 6 beschrijft hoe de stakeholders terugkijken op het beleid. De conclusies en aanbevelingen voor het nieuwe beleid staan in hoofdstuk 7.
Voor het behalen van de doelstelling zijn zeven te realiseren resultaten benoemd. In de onderstaande tabel is aangegeven welke resultaten zijn behaald.
5 Beschrijving uitvoering ‘Preventie- en handhavingsplan alcohol 2014 – 2016’
In het preventie- en handhavingsplan zijn de volgende vier preventieve acties opgenomen:
1. Continueren aanpak (vroeg)signalering alcoholmisbruik
De aanpak vroegsignalering alcoholmisbruik is belegd bij Arkin/Jellinek. De afgelopen jaren is ingezet op training van hulpverleners en informatievoorziening aan potentiële cliënten en hun omgeving/mantelzorgers. Daarnaast op het verzorgen van informatie, advies en ondersteuning aan verwijzers, gericht op verdere hulpverlening voor mensen met verslavingsproblematiek. De verslavingsconsulent is aanwezig in de huisartsenpraktijken in Diemen Noord en Zuid. Jaarlijks worden meerdere algemene casuïstiekbesprekingen gevoerd. In 2017 zal, met input vanuit de gezondheidsmonitor, bekeken worden welke kwetsbare groepen specifieke aandacht behoeven.
2. Continueren voorlichting alcoholgebruik
De leeftijd waarop gestart wordt met het drinken van alcohol stijgt (landelijk beeld). De GGD heeft geconstateerd dat het starten met voorlichting op de basisschool te vroeg is. Sinds 2015 wordt daarom geen voorlichting meer gegeven over alcohol op basisscholen. Het jongerenwerk voor de oudere doelgroep is voornamelijk gericht op activering en participatie en minder op voorlichting. Wel komt het onderwerp ter sprake in de puberkring (voor pubers) en de pubercursus (voor ouders).
3. Handhaving leeftijdsgrenzen
De gemeente heeft een paracommerciële verordening vastgesteld waarover partners uitgebreid zijn geïnformeerd. Daarnaast is er een preventie- en handhavingsplan, op basis waarvan controles plaatsvinden.
4. Voorlichting en handhaving sportverenigingen
In samenspraak met de acht sportverenigingen met een eigen accommodatie zijn duidelijke afspraken gemaakt over alcoholgebruik (en roken).
Omdat het bevorderen van naleefgedrag begint met kennis van regelgeving, zijn de volgende acties in het kader van communicatie bepaald:
Alle verstrekkers zoals hierboven genoemd zijn geïnformeerd over de gewijzigde wetgeving op het gebied van alcoholverstrekking. Een groep die onvoldoende is geïnformeerd en later nog geïnformeerd wordt, zijn de evenementenorganisatoren (inclusief organisatoren buurtfeesten).
Met de instellingen zoals genoemd bij punt 2 (voornamelijk buurthuizen) zijn vergunningprocedures doorlopen om de alcoholverstrekking te legaliseren.
Op de website van de gemeente staat informatie over de drank- en horecavergunning en ontheffing voor bij evenementen. Regels, die gelden voor verstrekkers die niet over een vergunning hoeven te beschikken, zijn niet op de website terug te vinden. Voor de horeca is er één aanspreekpunt die de intakegesprekken voert, vragen beantwoord en de horeca-overleggen organiseert.
Daarnaast is er veel tijd geïnvesteerd in het onder de aandacht brengen van de regelgeving tijden de intakegesprekken om een nieuwe drank- en horecavergunning.
In het preventie- en handhavingsplan is op basis van een risicoanalyse een prioritering in het toezicht bepaald. Die prioritering bepaalt het aantal controles bij de verschillende drankverstrekkers. In onderstaande tabel is weergegeven hoeveel controles jaarlijks gepland waren en hoeveel er daadwerkelijk zijn uitgevoerd.
Doordat de aantallen van te houden controles zijn vastgelegd in het preventie- en handhavingsplan, was er formeel gezien beperkt mogelijkheid tot bijsturen bij tussentijdse wijziging van inzichten. Desondanks hebben we, na opgedane ervaring met het toezicht op de Drank- en Horecawet in 2014 en 2015, voor 2016 en 2017 een aangepaste verdeling van de controles begroot.
* Cijfers 2014 hebben betrekking op de periode 1 juli – 31 december.
** Het aantal overtredingen na een hercontrole is nihil.
*** Leeftijdscontroles zijn allemaal uitgevoerd bij evenementen.
Toelichting op de cijfers over toezicht
Het aantal uitgevoerde controles in 2014 is achtergebleven op het begroot aantal controles. De reden hiervan is voornamelijk dat toezicht op de Drank- en Horecawet nieuw was voor de gemeente en is geïnvesteerd in implementatie en verankering van processen.
In 2015 is een inhaalslag gemaakt met controles. In dat jaar is tevens een inhaalslag gemaakt met het verlenen/verlengen van exploitatievergunningen. Daardoor zijn controles bij met name paracommerciële instellingen naar achteren geschoven. Anders zou direct handhavend opgetreden moeten worden, omdat de nieuwe exploitatievergunningen nog niet waren verleend. Het aantal uitgevoerde integrale controles (met andere handhavingspartners) is dat jaar achtergebleven op het aantal geplande controles. De reden daarvan is dat er minder controles per geplande controleavond uitgevoerd konden worden dan de 9 á 10 die waren gepland. In plaats daarvan zijn extra controles bij supermarkten en droge horeca opgepakt. De controles op leeftijdscontroles zijn voornamelijk uitgevoerd bij evenementen (kermis, Diemer Festijn, Loswalfestival en festivals in Diemerbos). Bij overtredingen moet vaak worden opgetreden in groepen. Dat leidt weer snel tot incidenten in het kader van openbare orde en veiligheid.
In 2016 zijn twee integrale controlerondes gehouden. Daarnaast is er tweemaal met een ROC-klas een ronde met basiscontroles gehouden. In 2016 is aansluiting gezocht bij HALT voor het doorzenden van minderjarigen die met alcohol betrapt worden. Over feesten van persoonlijke aard bij paracommerciële instellingen is in 2016 slechts één melding ingediend. Dit is een opvallend gegeven omdat bij het horecaoverleg wordt aangegeven dat dit vaak voorkomt (vanaf 2018 worden deze meldingen, na een oproep hiertoe in het horecaoverleg overigens vaker gedaan). In 2017 is het toezicht op de paracommerciële instellingen geïntensiveerd.
Het aantal benodigde waarschuwingen (voornamelijk voor overtredingen van administratieve aard) en opgelegde lasten en boetes is in 2016 afgenomen ten opzichte van 2015. Het aantal geconstateerde overtredingen bij een hercontrole is nihil. Uit deze cijfers kan worden opgemaakt dat het naleefgedrag goed is.
Omdat het toezicht op de Drank- en Horecawet nieuw is voor gemeenten sinds de wetswijziging van 1 januari 2013, was er nog geen beeld van de tijdsbesteding van de controles. In het preventie- en handhavingsplan is een schatting gemaakt van het aantal uur. Op basis van de uitvoering kan nu nauwkeuriger worden gesteld hoeveel tijd de verschillende controles kosten. Dat is weer belangrijke input voor het nieuwe uitvoeringsprogramma. Onderstaande tabel geeft het aantal uur per type controle weer.
In de bijeenkomst met de stakeholders zijn de volgende punten genoemd die op dit moment goed gaan:
Het verbeterde naleefgedrag wordt onderschreven. Daarnaast wordt benoemd dat er geen grote overtredingen zijn geconstateerd en dat overtredingen vaak na eerste aanschrijving door gemeente worden opgelost. Waar intern al de conclusie werd getrokken dat het met het naleefgedrag doorgaans wel goed zit, is dit in deze bijeenkomst beaamd.
De volgende verbeterpunten zijn aangedragen:
Vanuit de alcoholverstrekkers (voornamelijk horeca) wordt de vraag gesteld of de integrale controles, waarbij horecabedrijven steekproefsgewijs worden gecontroleerd door verschillende instellingen (naast gemeente ook bijvoorbeeld politie en belastingdienst), effectief zijn gebleken. Tevens pleiten zij voor gerichte controles op basis van concrete signalen.
Aanwezigen vragen zich af of er voldoende wordt gecontroleerd op alcohol bij de (hang)jeugd op straat. Daarbij worden een aantal concrete “hotspots” genoemd waar onder andere gebruik van alcohol (en drugs) tot overlast van de jongeren leidt. De controles hebben voornamelijk plaatsgevonden bij de alcoholverstrekkers. Controles op leeftijdsgrenzen hebben vooral plaatsgevonden op evenementen. De openbare ruimte is inderdaad onderbelicht geweest.
De gemeente heeft over de afgelopen jaren nul meldingen ontvangen van paracommerciële instellingen dat zij een feest van persoonlijke aard gaan houden (dit is viermaal per jaar per instelling toegestaan). Daarentegen is bekend dat de bijeenkomsten wel worden gehouden (is ook op gehandhaafd). Vanuit de paracommerciële instellingen wordt aangegeven dat onvoldoende duidelijk is hoe men dit had moeten melden. De gemeente heeft daarover bij vaststelling van de horecaverordening wel gecommuniceerd. Herhaling van die informatie is echter wel achterwege gebleven.
Aan aanwezigen is gevraagd welke rol zij zien om een bijdrage te leveren aan het beleid. Zij zien vooral een belangrijke rol weggelegd in het overdragen en delen van kennis over alcoholverstrekking. Mede vanwege het aantal nieuwe horecaondernemers en de wissende samenstellingen van besturen van paracommerciële instellingen ‘verdwijnt’ kennis over verantwoord alcoholgebruik. Partijen geven ook periodiek met de gemeente om tafel te willen over dit thema.
7 Conclusies en uitgangspunten voor de toekomst
Conclusie 1: Inzicht verkregen in naleefgedrag en verbetering daarvan
Afgelopen jaar is gewerkt aan het verkrijgen van inzicht in het naleefgedrag. Daar waar nodig is dat naleefgedrag, mede door bewustwording en handhaving, verbeterd. Vanwege het beperkte toezicht dat de NVWA voorheen uitvoerde, ontbrak dit inzicht. Uit het aantal controles is op te maken dat er een goed inzicht is verkregen. Het afnemend aantal geconstateerde overtredingen, toont een verbeterd naleefgedrag aan. Met dit verkregen inzicht en een doorgaans goed naleefgedrag kunnen we stellen dat de basis op orde is.
Aanbeveling 1: Gerichter toezicht
Vanuit het verkregen inzicht kunnen we het toezicht effectiever en efficiënter inrichten voor de toekomst. Daarbij worden de volgende uitgangspunten gehanteerd:
Conclusie 2: nadruk lag afgelopen periode sterkt op kennis over regelgeving en handhaving
Kijkend naar de te behalen resultaten uit het beleid en de accenten in de uitvoering, is de conclusie dat de nadruk lag op het investeren in bekendheid over regels rondom alcoholgebruik- en verstrekking en de handhaving op die regels. Het resultaat is een prima naleefgedrag dat zeker voortgezet moet worden. Nog beter zou het zijn als jonge drinkers of overmatige drinkers respectievelijk niet of minder drinken uit eigen beweging.
Aanbeveling 2: verleg de focus van toezicht naar preventie
Gelet op conclusie 1 en 2 wordt aanbevolen om meer in te zetten op bewustwording en gedragsverandering om zo het alcoholgebruik terug te dringen. Dit sluit ook aan bij wat de stakeholders hebben aangegeven: meer sturen op eigen verantwoordelijkheid. Hier liggen ook kansen omdat één op de drie personen in Diemen die te veel drinkt heeft ook aangegeven dit te willen minderen. Tevens kan worden gekeken of er extra inspanning wordt geleverd in Diemen Zuid aangezien daar het aandeel overmatig en zware drinkers het grootst is.
Hierbij moet wel worden opgemerkt dat dit ook passen binnen de prioritering van alle thema’s uit de gezondheidsnota. Wanneer alcoholgebruik daarin niet een van de aandachtthema’s is, ligt het niet voor de hand om daar meer op in te zetten.
Conclusie 3: Statisch en eenzijdig beleid
Het beleid dat voor meerdere jaren geldt, kent hele gedetailleerde acties op uitvoeringsniveau waarop tussentijds moeilijk bij te sturen was. Hierbij wordt vooral gedoeld op de uitvoeringsacties in het toezicht. Daarnaast hebben stakeholders aangegeven weinig van het beleid te hebben ervaren, terwijl tijdens de bijeenkomst met de stakeholders wel een betrokkenheid bij het thema naar voren kwam en partijen zelfs een rol in de uitvoering willen vervullen.
Aanbeveling 3: Raad stelt kaders vast die worden uitgewerkt in gezamenlijk gedragen uitvoeringsprogramma
Om het beleid dynamischer te houden wordt aanbevolen om de gemeenteraad een kaderstellend preventie- en handhavingsplan alcohol te laten vaststellen dat wordt uitgewerkt in een uitvoeringsprogramma dat door het college van burgemeester en wethouders wordt vastgesteld (of meerdere uitvoeringsprogramma’s, bijvoorbeeld jaarlijks). Dit sluit ook beter aan bij de rolverdeling tussen raad (kaderstellend) en college (uitvoerend). Daarbij wordt aanbevolen om stakeholders te betrekken bij het opstellen en herzien van het uitvoeringsprogramma en waar mogelijk zelfs een rol te geven in de uitvoering.
Conclusie 4: Bewustwording bij alcoholverstrekkers verdient continue aandacht
Zowel vertegenwoordigers van de paracommerciële instellingen als KHN geven aan dat er continue aandacht moet zijn voor informatie over de regels rondom alcoholverstrekking. Vanwege het verloop in horecaondernemers en wisselende samenstellingen van besturen van paracommerciële instellingen, gaat er kennis verloren.
Dat de bewustwording bij de paracommerciële instellingen aandacht verdient, blijkt tevens uit het feit dat een aantal van hen pas laat na de wetswijziging hun bestuursreglement hebben aangepast. Tevens is gebleken dat er door de paracommerciële instellingen geen meldingen zijn ingediend van feesten die men moet melden, terwijl bekend is dat die wel zijn gehouden.
Uit de inventarisatie van de bestuursreglementen (bijlage II) blijkt dat de paracommerciële instellingen ook verschillende maatregelen treffen, waarin ze mogelijk nog van elkaar kunnen leren. Waar de één zich beperkt door de standaardbepalingen uit het modelreglement van NOC * NSF, treft een ander aanvullende maatregelen.
Aanbeveling 4: Werk samen met partners aan kennisoverdracht en bewustwording
KHN heeft reeds aangeboden een rol te willen spelen met betrekking tot de kennisoverdracht over regels om zo bij te dragen aan een beter bewustzijn. Met de paracommerciële instellingen kunne andere afspraken worden gemaakt om dit gezamenlijk op te pakken.
Bijlage II Inventarisatie bestuursreglementen paracommercie
* TVDZ is geen paracommerciële instelling maar heeft een commerciële uitbater van de horeca. Zij zijn daarom gebonden aan de regels voor een commercieel horecabedrijf en beschikken niet over een bestuursreglement.
Bijlage III Info alcoholgebruik uit gezondheidsmonitor “Gezondheid in beeld”
Bron: https://www.ggd.amsterdam.nl/beleid-onderzoek/gezondheidsmonitors/amstelland-gm2016/
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2019-69335.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.