Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de voormalige gemeente Strijen houdende regels omtrent toepassing verordening jeugdhulp Beleidsregels bij de toepassing van de Verordening Jeugdhulp gemeente Strijen 2018

[Deze regeling is vastgesteld door de voormalige gemeente Strijen.]

 

Het COLLEGE van BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de gemeente Strijen;

 

gezien het voorstel d.d. 31 juli 2018 inzake vaststelling Verordening Jeugdhulp gemeente Strijen, Nadere regels Jeugdhulp gemeente Strijen en de Beleidsregels gemeente Strijen

 

gelet op de artikelen 1:3 lid 4 en 4:81 Algemene wet bestuursrecht

 

 

 

B E S L U I T :

 

 

vast te stellen

 

Beleidsregels bij de toepassing van de Verordening Jeugdhulp gemeente Strijen

 

Artikel 1. Invulling van het onderzoek

  • 1.

    Indien de jeugdige of zijn ouder zich melden met een hulpvraag over opvoeden en opgroeien wordt ter invulling van artikel 6 lid 2.b. van de Nadere regels Jeugdhulp gemeente Strijen onderzoek gedaan naar de opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen door onderzoek te doen naar de ontwikkeling van de jeugdige, de opvoeding door de ouder(s) en bepalende factoren in de omgeving, met dien verstande dat indien van toepassing:

    • a.

      voor de ontwikkeling van de jeugdige voor zover nodig onderzoek wordt gedaan naar de:

      • 1.

        lichamelijke ontwikkeling (groei, eten, slapen bewegen, gezonde levensstijl);

      • 2.

        verstandelijke ontwikkeling (ontwikkeling op school en in de thuissituatie);

      • 3.

        emotionele ontwikkeling (thuis, op school, op straat);

      • 4.

        sociale ontwikkeling (psychische en gedragsontwikkeling).

    • b.

      voor de opvoeding door de ouder(s) voor zover nodig onderzoek wordt gedaan naar de

      • 1.

        basiszorg en veiligheid (veiligheid, aandacht, emotionele warmte, leermomenten, voeding, kleding, hygiëne, medische zorg en sociaal contact);

      • 2.

        opvoeding (de mate waarin vragen naar tevredenheid zijn op te lossen);

      • 3.

        beleving van het ouderschap (mate waarin de ouder zich competent voelt);

      • 4.

        onderlinge steun tussen de ouders ( de mate van saamhorigheid tussen de ouders).

    • c.

      voor de bepalende factoren in de omgeving voor zover nodig onderzoek wordt gedaan naar de gezinsomstandigheden (huisvesting, werk, basisbehoeften) en het sociaal netwerk.

    • d.

      Tijdens het onderzoek wordt vastgesteld of en zo ja welk probleem of problemen de jeugdige en/of de ouder heeft ten aanzien van het gestelde onder a, b en c.

 

  • 2.

    Zo nodig wordt het schema 'ontwikkelingsaspecten en omgevingsinteractie' van het Nederlands Centrum Jeugdgezondheidszorg gebruikt om te onderscheiden welke hulp, zorg en ondersteuning voortvloeit uit de vastgestelde problemen en stoornissen van de jeugdige dan wel normaliter behoort bij de leeftijdsfase van de jeugdige.

 

  • 3.

    Wanneer de ouders overbelast zijn of dreigen te raken, kan jeugdhulp worden ingezet tot dat deze (dreigende) overbelasting is opgeheven, met dien verstande dat:

    • a.

      de hulp, zorg en ondersteuning aan de jeugdige tijdelijk wordt uitgevoerd door een jeugdhulpaanbieder;

    • b.

      de (dreigende) overbelasting niet wordt veroorzaakt door het uitvoeren van maatschappelijke activiteiten buiten de dagelijkse hulp, zorg en ondersteuning aan de jeugdige, al dan niet in combinatie met een fulltime school- of werkweek. De ouder wordt geacht de dagelijkse hulp, zorg en ondersteuning met voorrang te bieden op het uitvoeren van maatschappelijke activiteiten.

Artikel 2. Algemeen dagelijkse Levensbehoeften (ADL) in het kader van persoonlijke verzorging

Met Algemeen Dagelijkse Levensbehoeften (ADL) in het kader van persoonlijke verzorging zoals genoemd in artikel 1 van de Verordening Jeugdhulp worden de activiteiten bedoeld, die gericht zijn op

het ondersteunen bij of het overnemen van activiteiten op het gebied van de persoonlijke verzorging in verband met een somatische, psychogeriatrische of psychiatrische aandoening of beperking, of een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke handicap, gericht op het opheffen van een tekort aan zelfredzaamheid. Hieronder wordt verstaan:

 

  • 1.

    hulp bij eten en/of drinken;

 

  • 2.

    persoonlijke hulp en toilet maken: mondverzorging, haarverzorging, scheren, nagels knippen, aankleden, hulp bij wassen en toiletbezoek;

 

  • 3.

    niet zijnde persoonlijke verzorging die verband houdt met de behoefte aan geneeskundige zorg of een hoog risico daarop.

Artikel 3. Weigering van een pgb

  • 1.

    Verstrekking van een voorziening in de vorm van een pgb vindt niet plaats indien is vastgesteld dat de jeugdige of zijn ouders problemen zal hebben met de aan een pgb verbonden taken en zij geen hulp kunnen ontvangen van de personen als genoemd in artikel 10 lid 1. sub a. van de Nadere regels.

 

  • 2.

    De problemen worden vastgesteld door middel een test, zoals de pgb-test van Per Saldo.

Artikel 4 . Inwerkingtreding, intrekking en citeertitel

  • 1.

    Deze beleidsregels treden in werking op de dag na de bekendmaking ervan en werken terug tot 1 juli 2018;

 

  • 2.

    De Beleidsregels Jeugdhulp gemeente Strijen, laatstelijk vastgesteld op 3 november 2015 wordt ingetrokken;

 

  • 3.

    Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels Jeugdhulp gemeente Strijen 2018.

 

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Strijen van 31 juli 2018.

de secretaris,

drs. M. Does MCM

de burgemeester,

drs. J.B. Waaijer

Naar boven