Verordening op de vertrouwenscommissie, die de aanbeveling tot benoeming van de burgemeester voorbereidt

 

 

De raad van de gemeente Laren;

 

gelezen voorstel 2019/18 d.d. 4 februari 2019 van het presidium van de gemeenteraad van Laren inzake de verordening op de vertrouwenscommissie;

 

overwegende, dat een verordening dient te worden vastgesteld die de samenstelling en de werkwijze regelt van de vertrouwenscommissie die de aanbeveling voorbereidt tot benoeming van de nieuwe burgemeester voor Laren;

 

gelet op artikel 61, lid 2 en 3 en artikel 149 van de Gemeentewet, de ‘Handreiking burgemeesters, benoeming, herbenoeming, klankbordgesprekken en afscheid’ d.d. mei 2016 en de ‘Circulaire benoeming, klankbordgesprekken en herbenoeming burgemeester’ van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties d.d. 29 september 2017;

 

B E S L U I T :

 

Vast te stellen de navolgende verordening:

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • A.

    de minister: de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

  • B.

    de commissaris: de commissaris van de Koning in de provincie Noord-Holland;

  • C.

    de commissie: de vertrouwenscommissie, zijnde een bijzondere raadscommissie die is belast met de voorbereiding van de aanbeveling tot vervulling van de vacature burgemeester;

  • D.

    de raad: de gemeenteraad van Laren;

  • E.

    de secretaris: de secretaris van de commissie.

 

Artikel 2 Taak

  • 1.

    De commissie bereidt de aanbeveling tot benoeming van de burgemeester voor.

 

Artikel 3 Samenstelling commissie

  • 1.

    De commissie bestaat uit 5 leden, door de raad uit zijn midden benoemd.

  • 2.

    Indien de gemeenteraad niet heeft bepaald wie voorzitter en plaatsvervangend voorzitter van de commissie zijn, kiest de commissie deze uit haar midden.

  • 3.

    De gemeenteraad kan één of meer wethouders als adviseur toevoegen aan de commissie.

  • 4.

    De adviseur wordt uitgenodigd voor de vergaderingen van de commissie. Artikel 5, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.

 

Artikel 4 Ambtelijke ondersteuning

  • 1.

    De raadsgriffier is secretaris van de commissie en geeft uit dien hoofde ambtelijke ondersteuning aan de commissie.

  • 2.

    De raad kan bepalen dat een plaatsvervangend secretaris aan de commissie wordt toegevoegd.

 

Artikel 5 Vergaderingen

  • 1.

    De commissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter of tenminste 2 leden dit noodzakelijk acht(en). De commissie vergadert slechts indien meer dan de helft van het aantal leden aanwezig is.

  • 2.

    De voorzitter bepaalt de dag, het tijdstip en de plaats van de vergadering. De voorzitter roept de volgende personen schriftelijk tot de vergadering op:

    • a.

      de leden van de commissie;

    • b.

      de sollicitanten naar het ambt van burgemeester, elk voor zover met de betreffende sollicitant een gesprek plaats heeft.

  • 3.

    De in het tweede lid bedoelde oproeping geschiedt tenminste 5 dagen voorafgaand aan de vergadering. Indien bijzondere omstandigheden een spoedige bijeenkomst van de commissie vergen kan van de in de eerste volzin van dit lid bedoelde termijn worden afgeweken, doch geschiedt de oproeping ten minste 24 uren voorafgaand aan de vergadering.

 

Artikel 6 Gesprekken met de kandidaten

  • 1.

    De secretaris nodigt namens de voorzitter sollicitanten uit voor een gesprek met de commissie.

  • 2.

    De commissie treft daarbij de voorzieningen die nodig zijn ter bescherming van de privacy van de sollicitant. Elk overleg met derden, in welke vorm dan ook, is uitgesloten.

 

Artikel 7 Stemming

  • 1.

    De commissie besluit over de vaststelling van een concept aanbeveling bij meerderheid van stemmen, waarbij elk lid één stem heeft.

  • 2.

    Indien de stemmen staken, wordt het nemen van een beslissing uitgesteld tot de volgende vergadering. Is uitstel van de beslissing niet mogelijk of staken de stemmen ook in die volgende vergadering, dan worden de verschillende meningen in het in artikel 8 bedoelde verslag opgenomen.

 

Artikel 8 Verslag

  • 1.

    De commissie brengt over haar werkzaamheden ter voorbereiding op het doen van een aanbeveling schriftelijk een verslag van bevindingen uit aan de gemeenteraad en aan de commissaris van de Koning.

  • 2.

    Het verslag van bevindingen dat de commissie uitbrengt aan de raad en de commissaris van de Koning bevat in ieder geval:

    • a.

      een weergave van de wijze waarop de commissie haar werkzaamheden heeft verricht;

    • b.

      een concept aanbeveling van twee personen met een gemotiveerde weergave van de bevindingen van de commissie.

 

Artikel 9 Geheimhouding

  • 1.

    Op alle informatie van de commissie rust ingevolge de wet de verplichting tot geheimhouding, welke zich uitstrekt tot eenieder die van de informatie kennis draagt.

  • 2.

    De vergaderingen van de commissie zijn ingevolge de wet besloten. De voorzitter van de commissie wijst in elke vergadering op de geheimhoudingsplicht.

  • 3.

    Stukken die van de commissie uitgaan worden onder vermelding van “geheim” door de voorzitter en de secretaris ondertekend en verstuurd. Stukken bestemd voor de commissie worden onder vermelding van “geheim” gezonden aan de secretaris en aldaar bewaard tot het moment van archivering. De secretaris ziet er op toe dat de vertrouwelijkheid in deze procesgang wordt gegarandeerd.

  • 4.

    Aan degenen die geen lid zijn van de commissie wordt ingevolge de wet geen informatie verstrekt omtrent de inhoud van de stukken of het behandelde ter vergadering of in het gesprek.

  • 5.

    De commissie treft een voorziening met betrekking tot de wijze waarop de geheimhouding blijft gewaarborgd bij het beheer van bescheiden, het voeren van correspondentie en bij de bepaling van plaats en tijdstip van de gesprekken.

  • 6.

    De geheimhoudingsplicht blijft ingevolge de wet ook in het geval de commissie wordt ontbonden van kracht.

 

Artikel 10 Archivering

  • 1.

    De secretaris van de commissie draagt er zorg voor dat na afronding van de benoeming alle archiefbescheiden onverwijld in een envelop worden verzegeld en gerubriceerd als "geheim" en worden geplaatst in de daartoe aangewezen archiefruimte.

  • 2.

    De secretaris van de commissie draagt er zorg voor dat in het belang van een zorgvuldige overbrenging naar de gemeentelijke archiefbewaarplaats, als bedoeld in artikel 12 van de Archiefwet 1995, een verklaring van overbrenging, als bedoeld in artikel 9 van het Archiefbesluit 1995, wordt opgesteld voor archiefbescheiden waarvoor de wettelijke termijn is verstreken. In deze verklaring wordt melding gemaakt van het besluit tot toepassing van artikel 15, eerste lid, sub a, van de Archiefwet 1995 en de daarin gestelde beperkingen aan de openbaarheid, tot de archiefbescheiden 75 jaar oud zijn.

 

Artikel 11 Ontbinding

  • 1.

    Lopende een procedure tot benoeming is ontbinding van de commissie uitsluitend mogelijk met ingang van de dag volgend op die waarop door de minister van BZK aan de gemeenteraad bekend is gemaakt dat in de vacature is voorzien.

 

Artikel 12 Onvoorziene gevallen

  • 1.

    In alle gevallen waarin deze verordening dan wel de circulaire van de minister van BZK d.d. 29 september 2017 niet voorziet, beslist de commissie.

 

Artikel 13 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking en vervalt op de dag na de dag van installatie van de burgemeester.

 

  • 2.

    Deze verordening kan worden aangehaald als: `Verordening op de vertrouwenscommissie burgemeestersprocedure Laren 2019’.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Vastgesteld door de raad in zijn openbare vergadering van 5 maart 2019.

mw. C.J.E. Holtslag mw. drs. R. Kruisinga

griffier voorzitter

Naar boven