Artikel I
A
Artikel 2:9 lid 2 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:
- 2.
Geen subsidie kan worden verstrekt voor zover het initiatief bestaat uit een straatfeest, barbecue, jubileum of reprise en daarmee naar het oordeel van het college naar haar aard vergelijkbare activiteiten. Indien de activiteit een open en toegankelijk karakter heeft en bijdraagt aan de sociale leefbaarheid en diversiteit in de wijk, kan subsidie worden verstrekt. Eten en drinken worden niet gesubsidieerd.
B
Na hoofdstuk 5 Specifieke nadere regels cultuur wordt de zinsnede paragraaf 1 ingevoegd en deze komt te luiden:
Paragraaf 1 Specifieke nadere regels Cultuursubsidies
Artikel 5:4 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:
Artikel 5:4 Criteria
- 1.
Voor een jaarlijkse subsidiebijdrage amateurkunst gelden de volgende criteria:
- -
de organisatie heeft een rechtsvorm en bestaat minimaal één jaar (inschrijving KvK) en;’
- -
de organisatie heeft een doelstelling op het gebied van zelf kunst maken (kunstbeoefening), hetgeen blijkt uit de statuten en;
- -
er is sprake van bewijsbaar professionele artistieke leiding (zie schema) en;
- -
er vindt minimaal tweemaal per jaar een openbaar optreden in Breda plaats en;
- -
er is sprake van contributie betalende leden/ deelnemers (zie schema) en;
- -
er is sprake van non-profit organisaties voor muziek (vocaal/instrumentaal), dans en theater, beeldende kunst en multimedia/audiovisueel (fotografie/film/video/digitaal) en;
- -
er is sprake van een bijdrage aan het stedelijk cultuurklimaat in Breda.
Schema amateurkunst:
Discipline
|
Aantal leden
|
Artistieke leiding
|
Aantal voorstellingen
|
Maximaal bijdrage
|
Theater/dans/beweging
|
Minimaal 10
|
CV
Artistiek leider/
Regisseur
|
2
|
€ 5.000,-
|
Zang
|
Minimaal 20
|
CV
dirigent
|
2
|
€ 5.000,-
|
Kamerkoren
|
Minimaal 10
|
CV
dirigent
|
2
|
€ 5.000,-
|
Muziek: harmonie/ fanfare/orkesten
|
Minimaal 20 per onderdeel
|
CV
dirigent
|
2
|
€ 6.500,- per onderdeel
|
Wijkinitiatieven cultuur
|
Minimaal 15 betalende deelnemers per
activiteit
|
CV artistiek leider of i.s.m. culturele instelling
|
2
|
€ 2.500,-
|
- 2.
Voor een project subsidiebijdrage uit het fonds Cultuur en Cultureel erfgoed gelden de volgende criteria:
- a.
de projecten moeten voldoen aan één of meer van de volgende doelstellingen:
- -
het vergroten van de cultuurparticipatie van Bredanaars, met name van die groepen die hier nog niet of nauwelijks in participeren;
- -
het vergroten van het aanbod van artistieke (top) kwaliteit;
- -
het verbeteren van het culturele productieklimaat van Breda;
- -
het stimuleren van talentontwikkeling, deskundigheidsbevordering in de sector;
- -
het verbinden van cultuur met andere sectoren;
- b.
en daarnaast moeten de projecten voldoen aan de volgende criteria:
- -
tenminste 50 % van de begroting van het project is afkomstig uit andere inkomstenbronnen zoals landelijke en/of provinciale cultuurfondsen;
- -
de aanvrager dient samen te werken met lokale en/of bovenlokale partijen, zowel financieel als inhoudelijk.
Artikel 5:5 komt te vervallen.
Artikel 5:6 wijzigt in artikel 5:5 en aan artikel 5:5 worden de leden 4 en 5 toegevoegd:
Artikel 5:5 Procedure
- 4.
De aanvragen voor amateurkunst dienen jaarlijks voor 1 oktober worden ingediend.
- 5.
De maximale bijdrage voor een project subsidiebijdrage uit het fonds Cultuur en Cultureel erfgoed bedraagt € 20.000,- per jaar.
Na artikel 5:5 wordt paragraaf 2 toegevoegd en deze komt te luiden:
Paragraaf 2 Specifieke nadere regels excellente projecten en makersregeling
Artikel 5:6 definities
- •
Excellente projecten: zijn projecten die van belang zijn voor de stad en dragen bij op (inter)nationaal niveau aan de culturele uitstraling van Breda en worden met rijks- of provinciale bijdrage van de provincie Noord-Brabant gehonoreerd; deze projecten hebben aantoonbare artistieke en zakelijke kwaliteit, zakelijke en substantieel publieksbereik; dit blijkt uit de publieksinkomsten.
- •
Makersregeling: deze regeling steunt professionele culturele makers of collectieven bij de ontwikkeling van hun beroepspraktijk.
Artikel 5:7 voor wie
- 1.
Subsidies als bedoeld in deze paragraaf kunnen worden aangevraagd door alle culturele instellingen, initiatiefnemers, individuele makers of collectieven gevestigd in Breda.
- 2.
Subsidies als bedoeld in deze paragraaf kunnen worden aangevraagd door professionele makers die vanuit een artistieke invalshoek een project realiseren in Breda in samenwerking met een culturele instelling, initiatief, vereniging en/of amateurs.
Artikel 5:8 wat
- 1.
Subsidies als bedoeld in deze paragraaf voor excellente projecten worden verstrekt om het initiatief een impuls te geven; een initiatief dat de potentie heeft om door te kunnen ontwikkelen naar een hoger kwalitatief niveau of om door te kunnen ontwikkelen naar de Culturele Hoofdstructuur van Breda. Hiervoor dient het project:
- a.
bij te dragen aan landelijk en/of provinciaal onderscheidend aanbod in Breda;
- b.
vernieuwing en innovatie met zich mee te brengen ten opzichte van reeds bestaand cultureel aanbod in Breda.
- 2.
Subsidies als bedoeld in deze paragraaf voor de makers, bedoeld in artikel 5:8 lid 2 worden verstrekt om het culturele makers- en productieklimaat van Breda te stimuleren. Hiervoor dient de maker:
- a.
zich te richten op talent, experiment, vernieuwing en actualiteit;
- b.
zich te richten op culturele projecten met een beperkte financiële omvang en uitvoering/ presentatie in 2019.
Deze makersregeling staat open voor alle kunstdisciplines, interdisciplinaire projecten en crossovers.
Artikel 5:9 criteria
- 1.
Om in aanmerking te komen voor een subsidiebijdrage voor excellente projecten CultuurBreda 2019 dient de aanvrager te voldoen aan de volgende criteria:
- a.
ten minste 50 % van de begroting van het project is afkomstig uit andere inkomstenbronnen zoals landelijke en/of provinciale cultuurfondsen;
- b.
er is sprake van aantoonbare landelijke en/of provinciale topkwaliteit;
- c.
samen te werken met lokale en bovenlokale partijen, zowel financieel als inhoudelijk;
- d.
het evenement c.q. de activiteit heeft een meerjarenperspectief;
- e.
het evenement c.q. de activiteit behoort niet tot de reguliere taken/activiteiten van een lokale culturele organisatie.
- 2.
Om in aanmerking te komen voor subsidie voor de makersregeling CultuurBreda 2019 dient de aanvrager te voldoen aan de volgende criteria:
- a.
ten minste 10 % van de begroting is afkomstig uit andere inkomstenbronnen;
- b.
de artistieke kwaliteit binnen het project is geborgd;
- c.
de zakelijke kwaliteit binnen het project is geborgd;
- d.
het project draagt bij aan de pluriformiteit van kunst en cultuur binnen de gemeente Breda;
artikel 5:10 procedure
- 1.
aanvragen voor een subsidiebijdrage voor excellente projecten en de makersregeling CultuurBreda 2019 kunnen het gehele jaar 2019 worden ingediend, maar moeten minimaal zes weken voor aanvang van het project worden ingediend.
- 2.
Een aanvraag moet worden ingediend met gebruikmaking van het daartoe door het college vastgestelde formulier.
- 3.
Een subsidie voor excellente projecten CultuurBreda 2019 bedraagt maximaal € 50.000,-.
- 4.
Het subsidieplafond 2019 voor excellente projecten CultuurBreda 2019 bedraagt € 150.000,-
- 5.
Een subsidie voor de makersregeling CultuurBreda 2019 bedraagt maximaal € 5.000,-.
- 6.
Het subsidieplafond 2019 voor de makersregeling CultuurBreda 2019 bedraagt € 50.000,-
C
Artikel 8:4 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:
Artikel 8:4 Wat
Eenmalige subsidie kan worden verstrekt voor uitsluitende volgende activiteiten c.q. maatregelen:
Artikel 8:5 lid 1 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:
Artikel 8:5 Breedtesportevenementen
- 1.
Onder breedtesportevenementen vallen:
- •
Schoolsporttoernooien waarvan er maximaal twee toernooien per sport per jaar voor subsidie in aanmerking komen;
- •
Side-events van Bredase topsportevenementen met minimaal 100 Bredase deelnemers aan de tot het side-event behorende activiteit
Artikel 8:7 komt te vervallen.
Artikel 8:8 wordt gewijzigd in artikel 8:7.
Artikel 8:9 wordt gewijzigd in artikel 8:8.
Artikel 8:10 wordt gewijzigd in artikel 8:9.
Artikel 8:11 wordt gewijzigd in artikel 8:10.
Artikel 8:12 wordt gewijzigd in artikel 8:11
Artikel 8:13 wordt gewijzigd in artikel 8:12 en komt als volgt te luiden:
Artikel 8:12 Wat
Eenmalige subsidie kan worden verstrekt voor uitsluitend de volgende activiteiten c.q. maatregelen:
- 1.
investeringen in buitensportvelden:
- a.
aanpassing van een bestaand buitensportveld;
- b.
aanleg van een nieuw buitensportveld;
- 2.
investeringen in kleedwasaccommodaties:
- a.
aanpassing c.q. uitbreiding van een bestaande kleedwasaccommodatie;
- b.
bouw van een nieuwe kleedwasaccommodatie.
(subsidiabel zijn activiteiten welke direct bijdragen aan de verbetering van de sportfunctie met in het
bijzonder die maatregelen die nodig zijn om ervoor te zorgen dat het buitensportveld aan de
inrichtingseisen van de betreffende sportbond voldoet. Activiteiten die indirect bijdragen aan het
verbeteren van de sportfunctie zijn niet subsidiabel. Denk daarbij bijvoorbeeld aan activiteiten c.q.
maatregelen gericht op een tribune, dug-outs, kassagebouw, clubhuis/ kantine, materialenberging
en het ‘grijs’ en ‘groen’ binnen de accommodatie.)
artikel 8:14 wordt gewijzigd in artikel 8:13.
Artikel 8:15 wordt gewijzigd in artikel 8:14 en komt als volgt te luiden:
Artikel 8:14 Tranches
Jaarlijks gelden voor het aanvragen van subsidie de volgende indieningstermijnen:
- •
voor uitkering subsidie in 2019: uiterste indiening aanvraag op 28 februari 2019;
- •
voor uitkering subsidie in 2020: uiterste indiening aanvraag op 31 mei 2019;
- •
voor uitkering subsidie in 2021: uiterste indiening aanvraag op 31 mei 2020 en
- •
voor uitkering subsidie in 2022: uiterste indiening aanvraag op 31 mei 2021.
Artikel 8:16 wordt gewijzigd in artikel 8:15 en komt als volgt te luiden:
Artikel 8:15 Voorwaarden
- 1.
Sportverenigingen kunnen slechts éénmalig per drie jaar (dagtekening datum beschikking toekenning subsidie) een beroep doen op de subsidie op grond van artikel 8:13.
- 2.
Bij de verdeling van subsidies krijgen voorrang, aanvragen/ aanvragers:
- -
die aantonen dat aan alle geldende wetgeving wordt voldaan;
- -
die de kernactiviteit van de desbetreffende vereniging faciliteren;
- -
die aansluiten bij demografische ontwikkelingen of ondercapaciteit die uitwijzen dat er op termijn noodzaak is voor extra capaciteit voor de desbetreffende sport zoals uitgewezen in het rapport Capaciteitsonderzoek gemeente Breda 2017;
- -
die invulling geven aan veiligheidseisen of functionaliteiten die niet aan de landelijke richtlijnen voldoen;
- -
waarvan de investering ten goede komt aan de samenwerking of fusie met een andere vereniging (dan wel of niet zelfde sportsoort) of aan internationaal georiënteerde projecten die een economische bijdrage leveren aan de stad;
- -
die extra aandacht hebben voor verduurzaming van betreffende sportaccommodatie;
- -
die extra aandacht hebben voor toegankelijkheid voor mindervaliden;
- -
die adequaat inspelen op maatschappelijke ontwikkelingen;
- -
met een robuuste bedrijfsvoering en een toekomstige blik.
- 3.
Aanvragen voor subsidie moeten zijn voorzien van:
- -
de balans en jaarrekening van de laatste twee boekjaren;
- -
duiding van de aanwezige financiële reserve;
- -
meerjarenbegrotingsoverzicht met minimaal een begroting voor de eerstkomende twee jaar;
- -
ontwikkelingsoverzicht van het ledenbestand (spelende leden), respectievelijk aantal verenigingsteams;
- -
stichtingskostenraming, voorzien van een open begroting welke inzicht biedt in de detailactiviteiten en kosten;
- -
projectplan, inclusief tijdsplan, detailbegroting risico analyse (t.b.v. veiligheid en omgevingsoverlast), plattegronden en offertes van de planvorming, aansluitend op de kwaliteitseisen/ normering die gesteld worden door de desbetreffende sportbond en gemeentelijke kaders en richtlijnen, een (beoogde) tijdsplanning, afgestemd met de gemeente Breda;
- -
plattegronden en offertes van de planvorming, aansluitend op de kwaliteitseisen/ normering die gesteld worden door de betreffende sportbond en gemeentelijke richtlijnen;
- -
een (beoogde) tijdsplanning, afgestemd met de afdeling Vastgoed van de gemeente Breda.
- 4.
De subsidie bedraagt maximaal één derde van de door het college aanvaardbaar en noodzakelijk geachte kostenbestanddelen op de begroting.
- 5.
Het bedrag van de totale investering bedraagt minimaal € 15.000,-. De subsidie per aanvraag bedraagt (in beginsel) minimaal € 5.000,- en bedraagt maximaal € 250.000,-. Subsidie wordt berekend op basis van de begroting, inclusief BTW. Het college behoudt zich het recht voor om af te wijken van het maximum per subsidieaanvraag.
- 6.
De subsidie is aanvullend op andere (bovenlokale) subsidiemogelijkheden. Opeenstapeling van gemeentelijke subsidies is in beginsel niet toegestaan.
- 7.
Er wordt geen subsidie verstrekt voor horeca gerelateerde investeringen zoals sportkantines of voorzieningen/ meerkosten ten behoeve van reclame-uitingen.
- 8.
In geval van herstructurering van een buitensportcomplex is het mogelijk om positief af te wijken van de subsidie op grond van artikel 8:13.
Artikel 8:17 wordt gewijzigd in artikel 8:16.
Artikel 8:18 wordt gewijzigd in artikel 8:17.
Artikel 8:19 wordt gewijzigd in artikel 8:18.
Artikel 8:18 lid 1 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:
Artikel 8:18 Aanvullende weigeringsvoorwaarden
- 1.
Het college kan een subsidieaanvraag afwijzen, indien:
- •
de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd al in uitvoering zijn genomen;
- •
de aanvrager niet beschikt over een gezonde financiële positie en ledenbestand;
- •
de aanvrager niet beschikt over een meerjarig beleidsplan;
- •
de aanvrager niet beschikt over voldoende vrijwilligers om de vereniging toekomstgericht te houden;
- •
de aanvraag geen brede basis heeft in de buurt, wijk of dorp in de breedtesport;
- •
de aanvrager niet samenwerkt met andere (maatschappelijke) partijen;
- •
geen activiteiten ontplooid worden voor kwetsbare groepen in de samenleving;
- •
de plannen niet aansluiten bij de toekomstige gebiedsontwikkeling;
- •
ingediende offertes niet overeenkomen met beeldvorming die het college heeft over de marktconforme prijshantering.
Artikel 8:20 wordt gewijzigd in artikel 8:19.
Paragraaf 3: Specifieke nadere regels sportcoaches komt te vervallen.
Artikel 8:21, artikel 8:22, artikel 8:23, artikel 8:24 en artikel 8:25 komen te vervallen.