Beleidsregels voorschoolse educatie, peuterplaatsen en kinderopvang SMI 2019

In deze beleidsregels is vastgelegd op welke manier het college gebruik maakt van haar bevoegdheid op grond van artikel 12 van de Verordening voorschoolse educatie, peuterplaatsen en kinderopvang SMI Hollands Kroon (hierna: Verordening).

Artikel 1. Tegemoetkoming

  • 1.

    De tegemoetkoming als bedoeld in artikel 3 lid 1, artikel 4 lid 1 en artikel 5 lid 1 van de Verordening is afhankelijk van het meest actuele gezamenlijke verzamelinkomen van een volledig kalenderjaar, zoals vermeld in onderstaande Tarieventabel.

  • 2.

    Eventuele meerkosten voor een VE-, SMI- of peuterplaats zijn volledig voor rekening van de ouder(s)/verzorger(s).

  • 3.

    Bij een sterke daling van het inkomen ten opzichte van het toetsingsinkomen kan de houder voor SMI een verzoek indienen om voor de vaststelling van de tegemoetkoming uit te gaan van het actuele inkomen.

 

Tarieventabel 2019

 

 

Artikel 2. Vaste voet voorschoolse educatie

De hoogte van de vaste voet als bedoeld in artikel 3 lid 3 van de Verordening bedraagt € 432,90 per jaar.

 

Artikel 3. Maximum aantal uren voorschoolse educatie en peuterplaatsen

  • 1.

    De tegemoetkoming als bedoeld in artikel 3 lid 1 van de Verordening wordt verstrekt tot maximaal 10,5 uur per week.

  • 2.

    De tegemoetkoming als bedoeld in artikel 5 lid 1 van de Verordening wordt verstrekt tot maximaal 7 uur per week.

 

Artikel 4. Doelgroep voorschoolse educatie

De doelgroep voor voorschoolse educatie bestaat uit kinderen van ingezetenen van de gemeente Hollands Kroon, vanaf de leeftijd van 2,5 jaar tot de leeftijd dat zij naar het basisonderwijs gaan, die voldoen aan één of meerdere van de volgende kenmerken:

  • a.

    kinderen van wie de ouder(s)/verzorger(s) die belast zijn/is met de dagelijkse verzorging minder dan twee jaar vervolgonderwijs hebben/heeft genoten na het basisonderwijs;

  • b.

    kinderen van wie de ouder(s)/verzorger(s) die belast zijn/is met de dagelijkse verzorging niet meer dan 50% Nederlands spreekt tegen het gezin;

  • c.

    kinderen van wie de ouder(s)/verzorger(s) die belast zijn/is met de dagelijkse verzorging deelneemt/deelnemen aan een inburgeringstraject;

  • d.

    kinderen waarbij de pedagogisch medewerker op basis van een omgevingsanalyse risico bij het kind ziet met betrekking tot achterstand in één of meerdere ontwikkelingsgebieden (motorische ontwikkeling, sociaal-emotionele ontwikkeling, zelfredzaamheid) die van invloed zijn op de spraaktaal ontwikkeling. Dit kan berusten op andere factoren in het gezin of bij het kind.

 

Artikel 5. Doelgroep SMI

De doelgroep voor SMI bestaat uit kinderen van ouder(s) met lichamelijke, psychische en/of sociale problematiek, waarbij is vastgesteld dat een of meer van deze problematieken kinderopvang noodzakelijk maken voor een goede ontwikkeling van het kind.

 

Artikel 6. Doelgroep peuterplaatsen

De doelgroep voor peuterplaatsen bestaat uit kinderen van 2,5 jaar tot de leeftijd dat zij naar het basisonderwijs gaan, niet vallende onder de doelgroep voor voorschoolse educatie of SMI, waarvan de ouder(s)/verzorger(s) geen recht heeft/hebben op kinderopvangtoeslag.

 

Artikel 7. Indicatie doelgroep

  • 1.

    De doelgroep van voorschoolse educatie wordt geïndiceerd door het consultatiebureau van de GGD Hollands Noorden.

  • 2.

    De doelgroep van SMI wordt geïndiceerd door een wijkteammedewerker van Incluzio Hollands Kroon, eventueel in samenspraak met een jeugdarts van de GGD.

 

Artikel 8. Intrekking oude beleidsregels

Deze beleidsregels worden vastgesteld onder intrekking van de Beleidsregels voorschoolse educatie en kinderopvang SMI 2018.

 

Artikel 9. Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden op 1 januari 2019 in werking.

 

 

Vastgesteld d.d. 20 november 2018

Burgemeester en wethouders,

W. Eppinga J.R.A. Nawijn

secretaris burgemeester

Naar boven