Wijziging Nadere regels en beleidsregels sociaal domein 2019 (1e wijziging)

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk;

 

gezien de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 10 december 2018, zaaknummer 18/2198 WMO 2015 (ECLI:NL:CRVB:2018:3838);

 

gelet op Titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

besluit:

 

  • I.

    de Nadere regels en beleidsregels sociaal domein 2019 te wijzigen als volgt:

     

    Artikel 11 komt te luiden:

     

    Artikel 11 . Omvang hulp bij het huishouden

    De omvang van de hulp bij het huishouden wordt vastgesteld met toepassing van onderstaande tabel:

     

    Activiteiten

    Aantal minuten

    Maximale frequentie

    Toelichting

    Broodmaaltijden bereiden

    15 minuten

    1 x per dag

     

    Maaltijden koken

    30 minuten

    1 x per dag

    Enkel in een huishouden met kleine kinderen

    Licht en zwaar huishoudelijk werk

    105 uur per jaar

    nvt

    Conform norm Utrecht wordt voor lichte en zware taken 105 uur per jaar verstrekt

    Textielverzorging

    60 minuten bij een eenpersoonshuishouden en 90 minuten bij een meerpersoonshuishouden

     

     

    Verzorgen van kinderen

    Maximaal 40 uur

     

     

    Organisatie huishouden

    60 minuten

     

     

    Advies, instructie, aanleren

    30 minuten

    Maximaal 6 weken

    Tijdelijkheid van belang

    Psychosociale hulp

    30 minuten

     

     

    Algemene meerkosten

     

     

     

    Aanwezigheid kinderen

    15 minuten

    Per kind van 6 jaar of jonger

     

    Intensief gebruik of hoge vervuilingsgraad

    60 minuten

     

    Ook door ziekte (chemo, stoma etc.)

    Specifieke problematiek

    60 minuten

     

    Ter opvang korting meest kwetsbaren

     

  • II.

    te bepalen dat de wijziging in werking treedt op 25 maart 2019.

 

Bodegraven, 5 februari 2019.

 

Burgemeester en wethouders van Bodegraven-Reeuwijk,

 

de secretaris,

drs. J.G. de Jager

 

de burgemeester,

mr. C. van der Kamp

 

 

Toelichting

 

Artikel 11. Omvang hulp bij het huishouden

 

Op 10 december 2018 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan over het beleid hulp bij het huishouden zoals we dat in onze gemeente voeren. Althans uit de uitspraak blijkt dat het rapport van de gemeente Utrecht om te kunnen komen tot een objectieve en onafhankelijke onderbouwing van het beleid niet toepasbaar is op het beleid zoals we dat als gemeente voerde. Met ingang van 25 maart 2019 wordt het beleid rondom de hulp bij het huishouden daarom aangepast. Met ingang van deze datum wordt op het vlak van de lichte en zware huishoudelijke taken het beleid zoals Utrecht dat voert vanaf 2015 gehanteerd als het beleid van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk. Dat wil zeggen dat de gemeente een norm van 105 uur per jaar hanteert voor de lichte en zware taken. Het rapport van KPMG Plexus en Bureau HHM wordt daarvoor als objectieve onafhankelijke onderbouwing gehanteerd. Voor alle andere normen die in artikel 11 worden genoemd geldt het protocol van het CIZ als objectieve onafhankelijke onderbouwing.

 

De norm van 105 uur per jaar wordt om praktische, administratieve redenen aan de inwoner toegekend met een norm van 125 minuten per week. De huidige contractering laat het niet toe om met een jaarurennorm te werken waardoor declaratie door de aanbieder op onoverkomelijke problemen stuit. Met een indicatie van 125 minuten per week wordt de inwoner niet tekort gedaan.

 

Met ingang van 1 januari 2015 is bij de invoering van de Wmo 2015 in het kader van de hulp bij het huishouden een tabel opgenomen in de nadere regels en beleidsregels waarin normen voor de indicatiestelling worden genoemd. Conform regionale contractering biedt de gemeente Bodegraven-Reeuwijk hulp bij het huishouden aan als een maatwerkvoorziening. Contractueel is daarbij afgesproken dat gestreefd wordt naar een schoon en leefbaar huis waarbinnen in ieder geval zorg wordt gedragen voor het licht en zwaar huishoudelijk werk, de was, de maaltijden en het ramen zemen aan de binnenkant.

 

De tabel voor 2019 met de daarbij genoemde onderbouwing ziet er daarmee als volgt uit:

 

Activiteiten

Aantal minuten, gebaseerd op de omvang van de woning

Maximale frequentie

Norm CIZ protocol, gebaseerd op de omvang van de leefeenheid + omvang van de woning

Resultaat onderzoek Utrecht

Broodmaaltijden bereiden

 

 

15 minuten

Niet onderzocht

Maaltijden koken

 

 

30 minuten

Niet onderzocht

Licht en zwaar huishoudelijk werk

 

 

 

104,9 uur per jaar

Textielverzorging

 

 

60 tot 90 minuten per week

Niet onderzocht

Verzorgen van kinderen

 

 

Maximaal 40 uur

Niet onderzocht

Organisatie huishouden

60 minuten

In afwijking van CIZ protocol

30 minuten

Niet onderzocht

Advies, instructie, aanleren

 

Maximaal 6 weken

30 minuten

Niet onderzocht

Psychosociale hulp

 

 

30 minuten

Niet onderzocht

Algemene meerkosten

 

 

 

 

Aanwezigheid kinderen

15 minuten

Per kind van 6 jaar of jonger

 

Niet onderzocht

Intensief gebruik of hoge vervuilingsgraad

60 minuten

 

 

Niet onderzocht

Specifieke problematiek

60 minuten

 

 

Niet onderzocht

 

Voor de inhoudelijke werkzaamheden wordt aangesloten bij de werkzaamheden zoals Utrecht en het CIZ-protocol die verwoorden.

 

Licht huishoudelijk werk:

Stof afnemen droog, nat afnemen en opruimen.

 

Zwaar huishoudelijk werk:

Basis: stofzuigen, dweilen, badkamer schoonmaken, keukenblok schoonmaken en bed verschonen.

 

Incidenteel: Raambekleding wassen/schoonmaken, meubels schoonmaken, radiatoren reinigen, keukenapparatuur schoonmaken, binnen- en bovenzijde keukenkastjes afnemen, deuren, deurposten en tegelwanden afnemen, ramen zemen en trap stofzuigen.

 

 

Was:

Kleding en linnengoed sorteren en wassen in wasmachine.

Centrifugeren, ophangen, afhalen, dan wel drogen in droogmachine.

Vouwen, strijken bovenkleding, opbergen.

 

Ten slotte: het is te allen tijde van belang om voor ogen te houden dat er in deze nadere regels en beleidsregels wordt gesproken van een kadering waarin ‘regulier toe te passen normen’ zijn verwoord. Met behulp van het individuele gesprek wordt een afweging gemaakt in relatie tot die normen. Individuele afwijkingen zijn altijd mogelijk, mits beargumenteerd vanuit de feitelijk geconstateerde noodzakelijk geachte aspecten.

Naar boven