Verordening tot intrekking van de Brandbeveiligingsverordening Smallingerland 2012 en tot wijziging van de Algemene plaatselijke verordening Smallingerland 2013

De raad van de gemeente Smallingerland;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 18 januari 2019,

 

gelet op artikel 2.1, derde lid, van het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen, artikel 64, tweede lid, van de Wet veiligheidsregio’s en artikel 149 van de Gemeentewet,

 

B E S L U I T

 

Vast te stellen de volgende VERORDENING TOT INTREKKING VAN DE BRANDBEVEILIGINGSVERORDENING SMALLINGERLAND 2012 EN TOT WIJZIGING VAN DE ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING SMALLINGERLAND 2013.

Artikel I

De Brandbeveiligingsverordening Smallingerland 2012 wordt ingetrokken.

Artikel II  

De Algemene plaatselijke verordening Smallingerland 2013 wordt als volgt gewijzigd:

 

 

A

 

Aan artikel 1:1 wordt onderdeel p toegevoegd en komt te luiden:

 

  • p.

    ankeren: het doen of laten liggen van een vaartuig anders dan aan of op de oever, aan de oeverbescherming, aan of op een natuurlijke of een voor dit doel aangebrachte voorziening of aan een ander vaartuig;

 

B

 

Artikel 2:3 komt te luiden:

 

Artikel 2:3

 

Kennisgeving betogingen op openbare plaatsen

 

  • 1.

    Degene die het voornemen heeft op een openbare plaats een betoging te houden, waaronder begrepen een samenkomst als bedoeld in artikel 3, eerste lid van de Wet openbare manifestaties, geeft daarvan voor de openbare aankondiging en ten minste 48 uren voordat de betoging wordt gehouden, schriftelijk kennis aan de burgemeester.

  • 2.

    De kennisgeving bevat:

    • a.

      naam en adres van degene die de betoging houdt;

    • b.

      het doel van de betoging;

    • c.

      de datum waarop de betoging wordt gehouden en het tijdstip van aanvang en van beëindiging;

    • d.

      de plaats en, voor zover van toepassing, de route;

    • e.

      voor zover van toepassing, de wijze van samenstelling; en

    • f.

      maatregelen die degene die de betoging houdt zal treffen om een regelmatig verloop te bevorderen.

  • 3.

    Degene die de kennisgeving doet, ontvangt daarvan een bewijs waarin het tijdstip van de kennisgeving is vermeld.

  • 4.

    Als het tijdstip van de schriftelijke kennisgeving valt op een vrijdag na 12.00 uur, een zaterdag, een zondag of een algemeen erkende feestdag, wordt de kennisgeving gedaan uiterlijk op de werkdag die aan de dag van dat tijdstip voorafgaat vóór 12.00 uur.

  • 5.

    De burgemeester kan in bijzondere omstandigheden op verzoek een kennisgeving in behandeling nemen buiten deze termijn.

 

C

 

In artikel 2:25 wordt, onder vernummering van het tweede tot en met zevende lid tot derde tot en met achtste lid, een lid ingevoegd, luidende:

 

  • 2.

    Bij de indiening van de vergunningaanvraag worden de gegevens, bedoeld in artikel 2.3 van het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen, aangeleverd, voor zover voor het evenement een gebruiksmelding zou moeten worden gedaan op grond van artikel 2:1, eerste lid van het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen.

 

D

 

Artikel 2:44, eerste lid komt te luiden:

 

  • 1.

    Het is verboden op een openbare plaats inbrekerswerktuigen te vervoeren of bij zich te hebben.

 

E

 

Artikel 2:57, eerste lid onder b komt te luiden:

 

  • b.

    binnen de bebouwde kom op een openbare plaats indien de hond niet is aangelijnd; of

 

F

 

Artikel 2:62 komt te luiden:

 

Artikel 2:62

 

Loslopend vee

 

De rechthebbende op herkauwende of eenhoevige dieren of varkens die zich bevinden in een weiland of op een terrein dat niet van de weg is afgescheiden door een deugdelijke veekering, is verplicht ervoor te zorgen dat zodanige maatregelen getroffen worden dat dit vee die weg niet kan bereiken.

 

 

G

 

Artikel 4:1 komt te luiden:

 

Artikel 4:1

 

Begripsbepalingen

 

In deze afdeling wordt verstaan onder:

  • -

    collectieve festiviteit: festiviteit die niet specifiek aan één of een klein aantal inrichtingen is verbonden;

  • -

    gevoelige gebouwen: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1.1 van het Activiteitenbesluit milieubeheer;

  • -

    gevoelige terreinen: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1.1 van het Activiteitenbesluit milieubeheer;

  • -

    houder van een inrichting: degene die als eigenaar, bedrijfsleider, beheerder of anderszins een inrichting drijft;

  • -

    incidentele festiviteit: festiviteit of activiteit die gebonden is aan één of een klein aantal inrichtingen;

  • -

    inrichting: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1.1 van de Wet milieubeheer, met dien verstande dat de artikelen 4:2 tot en met 4:5 uitsluitend van toepassing zijn op inrichtingen type A of type B als bedoeld in het Activiteitenbesluit milieubeheer;

  • -

    onversterkte muziek: muziek die niet elektronisch is versterkt.

 

H

 

Artikel 4:2, eerste en tweede lid komt te luiden:

 

  • 1.

    De geluidsnormen als bedoeld in de artikelen 2.17, 2.17a, 2.19, 2.19a en 2.20 van het Activiteitenbesluit milieubeheer gelden niet voor door het college per kalenderjaar aan te wijzen collectieve festiviteiten gedurende de daarbij aan te wijzen dagen of dagdelen.

  • 2.

    De voorwaarden met betrekking tot de verlichting ten behoeve van sportbeoefening in de buitenlucht als bedoeld in artikel 3.148, eerste lid van het Activiteitenbesluit milieubeheer gelden niet voor door het college per kalenderjaar aan te wijzen collectieve festiviteiten gedurende de daarbij aan te wijzen dagen of dagdelen.

 

I

 

Artikel 4:3, eerste en tweede lid komt te luiden:

 

  • 1.

    Het is een inrichting toegestaan maximaal 12 incidentele festiviteiten per kalenderjaar te houden waarbij de geluidsnormen als bedoeld in de artikelen 2.17, 2.17a, 2.19, 2.19a en 2.20 van het Activiteitenbesluit milieubeheer niet van toepassing zijn, mits de houder van de inrichting ten minste twee weken voor de aanvang van de festiviteit het college daarvan in kennis heeft gesteld.

  • 2.

    Het is een inrichting toegestaan om tijdens maximaal 12 incidentele festiviteiten per kalenderjaar de verlichting langer aan te houden ten behoeve van sportactiviteiten waarbij artikel 3.148, eerste lid van het Activiteitenbesluit milieubeheer niet van toepassing is, mits de houder van de inrichting ten minste tien werkdagen voor de aanvang van de festiviteit het college daarvan in kennis heeft gesteld.

 

J

 

Artikel 4:10A, eerste lid onder e komt te luiden:

  • e.

    bebouwde kom: de bebouwde kom van de gemeente, vastgesteld ingevolge artikel 4.1, onder a van de Wet natuurbescherming.

 

K

 

Artikel 4:10B, tweede lid onder b tot en met g komt te luiden en aan het tweede lid wordt onderdeel h toegevoegd dat komt te luiden:

 

  • b.

    fruitbomen en windschermen om boomgaarden;

  • c.

    naaldbomen, kennelijk bedoeld om te dienen als kerstbomen, indien niet ouder dan twintig jaar;

  • d.

    kweekgoed

  • e.

    uit populieren of wilgen bestaande:

    • 1°.

      wegbeplantingen;

    • 2°.

      beplantingen langs waterwegen, en

    • 3°.

      eenrijige beplantingen langs landbouwgronden

  • f.

    uit populieren, wilgen, essen of elzen bestaande beplantingen die kennelijk zijn bedoeld voor de productie van houtige biomassa, indien zij:

    • 1°.

      ten minste eens per tien jaar worden geoogst;

    • 2°.

      bestaan uit minstens tienduizend stoven per hectare per beplantingseenheid, zijnde een aaneengesloten beplanting die niet wordt doorsneden door onbeplante stroken breder dan twee meter, en

    • 3°.

      zijn aangelegd na 1 januari 2013.

  • g.

    een houtopstand die gelegen is buiten de bebouwde kom, tenzij de houtopstand buiten de bebouwde kom is gelegen op erven of in tuinen dan wel de houtopstand een zelfstandige eenheid vormt die:

    • -

      ofwel een kleiner oppervlakte beslaat dan 10 are;

    • -

      ofwel bestaat uit rijbeplanting van 20 bomen of minder, gerekend over het totale aantal rijen;

  • h.

    een houtopstand die moeten worden geveld krachtens de Plantenziektenwet of krachtens en aanschrijving of last van het college, zulks onverminderd het bepaalde in artikel 4.10G.

 

L

 

Artikel 4.10C komt te luiden:

 

Aanvraag omgevingsvergunning vellen houtopstanden

 

Een aanvraag om een vergunning voor het vellen of te doen vellen van houtopstanden kan alleen worden aangevraagd door, namens of met toestemming van degene die krachtens zakelijk recht of krachtens een publiekrechtelijke bevoegdheid, gerechtigd is over de boom te beschikken.

 

 

M

 

Artikel 5:10 komt te luiden:

 

Artikel 5:10

 

Parkeren anders dan op de rijbaan

 

  • 1.

    Het is verboden een voertuig te parkeren op een door het college aangewezen, niet tot de rijbaan behorend weggedeelte.

  • 2.

    Het verbod is niet van toepassing op voertuigen die worden gebruikt voor werkzaamheden in opdracht van een bestuursorgaan of openbaar lichaam.

 

N

 

Aan artikel 5:12 wordt een derde lid toegevoegd en komt te luiden:

 

  • 3.

    Het is verboden op de door het college aangewezen plaatsen fietsen of bromfietsen langer dan een door het college vastgestelde periode onafgebroken te laten staan.

 

O

 

Artikel 5:13 komt te luiden:

 

Artikel 5:13

 

Inzameling van geld of goederen of leden- of donateurwerving

 

  • 1.

    Het is verboden zonder vergunning van het college een openbare inzameling van geld of goederen te houden of daartoe een intekenlijst aan te bieden, dan wel in het openbaar leden of donateurs te werven als daarbij te kennen wordt gegeven of de indruk wordt gewekt dat de opbrengst geheel of ten dele voor een liefdadig of ideëel doel is bestemd.

  • 2.

    Onder een inzameling als bedoeld in het eerste lid wordt mede verstaan het aanvaarden van geld of goederen bij het aanbieden van diensten of goederen, waartoe ook worden gerekend geschreven of gedrukte stukken, als daarbij te kennen wordt gegeven of de indruk wordt gewekt dat de opbrengst geheel of ten dele voor een liefdadig of ideëel doel is bestemd.

  • 3.

    Het verbod geldt niet voor een inzameling of werving die wordt gehouden in besloten kring.

  • 4.

    Op de vergunning is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing.

 

P

 

Aan artikel 5:25A wordt een zesde, zevende en achtste lid toegevoegd en komt te luiden:

 

Artikel 5:25A

 

Aanleggen en ankeren

 

  • 6.

    Het is verboden om in een door het college aangewezen gebied met een vaartuig aan te leggen of te ankeren.

  • 7.

    Het college kan van het verbod in het zesde lid ontheffing verlenen.

  • 8.

    Het college kan aan het aanleggen of ankeren nadere regels stellen in het belang van de openbare orde, de volksgezondheid, de veiligheid van goederen of personen, de milieuhygiëne en het uiterlijk aanzien van de gemeente.

 

Q

 

  • 1.

    In het opschrift van hoofdstuk 6 wordt ‘Straf-,’ vervangen door: ‘Sanctie-,’.

 

  • 2.

    Artikel 6:1 komt te luiden:

 

Artikel 6:1

 

Sanctiebepaling

 

  • 1.

    Overtreding van enig artikel van deze verordening en van de bij of krachtens enig artikel van deze verordening gegeven voorschriften en beperkingen wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie en kan bovendien gestraft worden met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

  • 2.

    In geval van overtreding van de krachtens artikel 3, derde lid, van de Wet veiligheidsregio’s gestelde regels kan het college een bestuurlijke boete opleggen van ten hoogste de geldboete, bedoeld in artikel 64, eerste lid, van de Wet veiligheidsregio’s.

 

R

 

Artikel 6:2, eerste lid, onderdeel d. komt te vervallen.

Artikel III Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening tot intrekking van de Brandbeveiligingsverordening Smallingerland 2012 en tot wijziging van de Algemene plaatselijke verordening Smallingerland 2013”.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 26 februari 2019.

voorzitter,

T. van Mourik

griffier,

G.J. Fokkema

Naar boven