Wijzigen van de Algemene Plaatselijke Verordening, evenementen met Dieren, gemeente Amsterdam

De gemeenteraad van Amsterdam

 

Gezien de voordracht van burgemeester en wethouders van 6 november 2018 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 112);

Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet,

 

Besluit:

 

  • I.

    Kennis te nemen van de inspraak die heeft plaatsgevonden over het voornemen van het college om de Algemene Plaatselijke Verordening zo te wijzigen dat er bij een evenement met dieren altijd een vergunning nodig is en de nota van beantwoording die in verband met de ontvangen reactie en adviezen is opgesteld;

 

  • II.

    Vast te stellen de volgende

 

Verordening tot wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008, vastgesteld bij raadsbesluit van 20 augustus 2008 (Gemeenteblad 2008, afd. 3A, nr. 155/390), laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van PM (Gemeenteblad 2018, PM)

 

Artikel 1

Artikel 2.41, eerste lid, wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

 

  • 1.

    Artikel 2.40, eerste lid geldt niet voor eendaagse evenementen mits:

    • a.

      het aantal bezoekers op enig moment niet meer bedraagt dan 100 personen;

    • b.

      het evenement wordt gehouden tussen 09.00 en 23.00 uur;

    • c.

      het evenement niet plaatsvindt op de rijbaan of anderszins een belemmering vormt voor het verkeer of het scheepvaartverkeer;

    • d.

      het maximaal toelaatbare geluidsniveau van 70 dB(A) op de gevels van omringende woningen niet wordt overschreden;

    • e.

      ten hoogste twee kleine objecten worden geplaatst met een oppervlakte van minder dan 10 m2 per object;

    • f.

      op de weg geen alcoholhoudende drank bedrijfsmatig wordt verstrekt en geen etenswaren of andere goederen te koop worden aangeboden;

    • g.

      het evenement geen commercieel karakter heeft;

    • h.

      er bij het evenement geen dieren worden gebruikt los van de dieren die onderdeel uitmaken van de dagelijkse bedrijfsvoering en

    • i.

      sprake is van een aanwijsbare organisator.

 

  • III.

    Kennis te nemen van de volgende wijzigingen in de toelichting op de Algemene plaatselijke verordening (APV):

 

De toelichting op artikel 2.41 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

 

Artikel 2.41 Uitzondering vergunningplicht eendaagse evenementen

Kleinschalige evenementen vallen niet onder de vergunningplicht van artikel 2.40 mits wordt voldaan aan de in het eerste lid genoemde criteria.

Bedoeld is om de vergunningplicht niet te hanteren voor kleine evenementen die van weinig of geen invloed zijn op de omgeving, in beginsel vrijwel altijd worden toegestaan en waarvoor standaardvoorschriften kunnen gelden. De administratieve lasten voor de organisator worden hiermee gereduceerd evenals de bestuurlijke lasten voor het stadsdeel dat de evenementenvergunning namens de burgemeester verleent.

Eerste lid onder a: ‘op enig moment’ impliceert dat het denkbaar is dat er, gerekend over de hele duur van het evenement, in totaal meer dan 100 bezoekers zijn geweest mits deze maar niet allemaal op hetzelfde moment aanwezig zijn; onder ‘bezoekers’ worden ook ‘deelnemers’ verstaan.

Eerste lid onder b: als een evenement plaatsvindt op zondag vóór 13.00 uur is volgens de Zondagswet een ontheffing van de burgemeester nodig; ingeval bij het evenement zoals de wet dat formuleert ‘zonder strikte noodzaak gerucht wordt verwekt dat op een afstand van meer dan 200 meter van het punt van verwekking hoorbaar is’ is ook ná 13.00 uur ontheffing vereist; dit laatste zal geen rol spelen bij evenementen waarbij met een kennisgeving kan worden volstaan omdat in dat geval geen versterkte muziek ten gehore mag worden gebracht die een dergelijk bereik heeft.

Eerste lid onder c: zodra de rijbaan wordt afgezet voor een evenement is tenminste een tijdelijke verkeersmaatregel nodig; bij een klein evenement dat niet wordt gehouden in een drukke straat zal dit in het algemeen weinig problemen geven; vindt het evenement plaats op het trottoir dan wordt rekening gehouden met voldoende doorloopruimte voor passanten; als richtlijn wordt hierbij 1.50m aangehouden.0

Eerste lid onder d: deze norm wordt regelmatig gesteld bij vergunningplichtige evenementen waarbij versterkte muziek ten gehore wordt gebracht en verschaft helderheid indien handhaving toch nodig is. Een gevelbelasting van 70 dB(A) wordt als acceptabel beschouwd omdat hiermee, rekening houdend met een gemiddelde gevelisolatie van 20 dB(A), de verstaanbaarheid binnen in de woningen niet in het geding is.

Een overschrijding met 20 dB(A) van de geluidsnormen die de Wet milieubeheer kent voor geluidsbelasting, afkomstig van reguliere bedrijven, op de gevels van woningen wordt voor evenementen als acceptabel gezien het kortstondige en incidentele karakter ervan.

Eerste lid onder e: bedoeld worden objecten zoals een kleine partytent, waaronder wordt verstaan een aan één of meer zijden open tent met een maximaal vloeroppervlak van 10 m², een barbecuetoestel, een springkussen voor kinderen en dergelijke; om de kleinschaligheid van het evenement te waarborgen is het maximaal toegestane aantal voorwerpen op twee gesteld.

Eerste lid onder f: als dergelijke zaken wel te koop worden aangeboden is hiervoor toestemming nodig op grond van de Drank- en Horecawet respectievelijk de Verordening op de straathandel.

Eerste lid onder g: onder ‘commercieel’ wordt in dit verband verstaan het maken van reclame die is bedoeld om het evenement onder de aandacht te brengen van anderen dan buurtbewoners, verenigingsleden et cetera en die is gericht op het aantrekken van belangstellenden van buiten; dat laatste geeft het evenement een commercieel karakter en daarvoor blijft een vergunning verplicht.

Het is in de praktijk niet altijd gemakkelijk om aan te geven wanneer sprake is van buurtgebonden of verenigingsgebonden en wanneer niet meer. Relatief gemakkelijk is aan te geven wanneer dat wel het geval is: zo zal een barbecue zich meestal tot de eigen straat beperken en zal een klein buurtfestival waarschijnlijk een iets grotere radius hebben terwijl een roeiwedstrijd met name door leden van de roeivereniging en hun aanhang zal worden bezocht.

Onder de bepaling vallen eveneens kleinschalige evenementen met een besloten karakter waarvan het voor buitenstaanders duidelijk en zichtbaar moet zijn dat het evenement alleen toegankelijk is voor genodigden.

Eerste lid, onder h: als er bij een evenement dieren worden gebruikt die geen onderdeel uitmaken van de dagelijkse bedrijfsvoering (zoals bijvoorbeeld bij kinderboerderijen, kennels en maneges) dan moet kunnen worden vastgesteld of er wordt voldaan aan de voorschriften voor dierenwelzijn uit de Wet Dieren.

Het tweede lid benadrukt het belang dat de burgemeester tijdig in kennis wordt gesteld van het voornemen om een klein evenement te organiseren. Het betrokken stadsdeel en de hulpdiensten zijn op die manier op de hoogte waar en wanneer er iets in de openbare ruimte wordt georganiseerd.

Een termijn van minstens twee weken wordt hiervoor voldoende geacht.

De afwijkende termijn voor een evenement op het openbare water (derde lid) wordt ingegeven door de noodzaak om het scheepvaartverkeer door middel van de scheepvaartberichten ruimschoots van te voren op de hoogte te stellen.

De voorschriften die de burgemeester kan stellen in verband met een ordelijke en veilig verloop van een evenement of ter voorkoming van hinder en overlast voor derden kunnen zowel algemene voorschriften zijn die betrekking hebben op alle kleine evenementen als specifieke voorschriften die zijn toegesneden op bepaalde categorieën evenementen zoals barbecues of buurtfestivals.

 

 

Indien nodig kan het evenement in het belang van openbare orde, gezondheid en veiligheid of in geval van uitvoering van werkzaamheden in de openbare ruimte worden verboden (vijfde lid). Samenloop met gelijktijdige andere gebeurtenissen in de openbare ruimte of slechte ervaringen met een eerder evenement worden hier als voorbeeld genoemd.

De in het zesde lid bedoelde beperkingen kunnen zowel gelden voor gebieden of straten waarin slechts beperkt of helemaal geen evenementen mogen plaatsvinden als voor bepaalde periodes in het jaar waarvoor dit het geval is. Deze beperkingen worden per stadsdeel vastgesteld.

Handelen in strijd met het verbod als bedoeld in het zevende lid is een overtreding van de APV en is als zodanig strafbaar gesteld in artikel 6.1.

 

  • IV.

    Te bepalen dat deze verordening wordt gepubliceerd in het Gemeenteblad en op de dag na de publicatie in werking treedt.

 

 

Aldus besloten door de gemeenteraad voornoemd

in zijn vergadering op 14 februari 2019.

De voorzitter

Femke Halsema

De raadsgriffier

Marijke Pe

Naar boven