Gemeente Heerlen - Beleidsregel van de burgemeester van Heerlen inzake handhavingsbeleid vergunningplicht autoverhuur Heerlen. (Handhavingsbeleid Vergunningplicht Autoverhuur Heerlen 2019)

Inleiding

Met het vaststellen van het Aanwijzingsbesluit ‘Vergunningplicht Autoverhuur Heerlen 2019’ is de autoverhuurbranche in de gemeente Heerlen aangewezen als vergunningplichtige bedrijfsactiviteit als bedoeld in artikel 3:48 van de Algemene Plaatselijke Verordening Heerlen 2012.

Ten behoeve van het toezicht en handhaving op de vergunningplicht is het van belang handhavingsbeleid vast te stellen. Inzichtelijk wordt gemaakt welke bestuurlijke stappen gezet worden indien er niet voldaan wordt aan de vergunningplicht of de vergunningvoorschriften.

Artikel 1: Exploitatie zonder exploitatievergunning

 

De bedrijfsactiviteit autoverhuur mag niet plaatsvinden zolang er geen exploitatievergunning is verleend. Er is in ieder geval sprake van illegale exploitatie indien:

  • wordt geëxploiteerd terwijl nog geen vergunning is verleend;

  • wordt geëxploiteerd terwijl de vergunning is inge¬trokken of geweigerd;

  • wordt geëxploiteerd zonder geldige inschrijving in het Handelsregister;

  • wordt geëxploiteerd nadat de exploitatievergunning is vervallen.

Exploitatie zonder

vergunning

Bestuurlijke stap

1e constatering

Exploitant dient de exploitatie onmiddellijk te

staken en er volgt een schriftelijke waarschuwing

 

2e constatering

Sluiting voor onbepaalde tijd

 

 

 

De vergunninghouder is te allen tijde verantwoordelijk voor de exploita¬tie van het bedrijf. De vergunning wordt dan ook ver¬leend aan degene die hem aanvraagt (of aan degene namens wie een vergunning is aangevraagd). De vergunninghouder is verplicht elke wijziging in de zeggenschap (bijvoorbeeld doordat een vennoot toetreedt tot de vennootschap of een eenmanszaak een besloten vennootschap wordt) uiterlijk binnen één week te melden bij de gemeente. Wordt niet tijdig een wijziging gemeld wordt in beginsel een waarschuwing gegeven. Afhankelijk van het dossier kan ambtshalve de gewijzigde exploitatie gedoogd worden of een tijdelijke sluiting opgelegd worden tot het moment dat besloten is op de vereiste nieuwe vergunningaanvraag.

 

Indien na een melding of de bestuurlijke waarschuwing niet binnen een maximale termijn van één week een volledige vergunningaanvraag is ingediend ontstaat een situatie die gelijk is aan het exploiteren zonder vergunningen. De onderneming wordt dan met een bestuurlijke last gesloten voor onbepaalde tijd.

 

Artikel 2: Schijnbeheer

Er is sprake van schijnbeheer als niet de op de exploitatievergunning vermelde exploitant en/of beheerder feitelijk zeggenschap heeft over (en leiding geeft aan) het bedrijf maar een persoon of meerdere personen die niet als zodanig op de vergunning staan vermeld terwijl dit wel vereist was. Onder schijnbeheer worden die situaties verstaan waarbij de feitelijke eigenaar bewust op de achter¬grond blijft en de feitelijke situatie niet overeen komt met de papieren werkelijkheid. Dit vormt een ernstig gevaar voor de openbare orde en veiligheid en is kenmerkend voor ondermijnende criminaliteit. Tegen schijnbeheer wordt dan ook streng opgetreden. Het intrekken van de exploitatievergunning is de enige passende maatregel.

Er is geen sprake van schijnbeheer indien de vergunninghouder een commanditaire vennootschap waarbij de commandiet niet op de vergunning vermeld is als zijnde exploitant of beheerder. Bij een besloten vennootschap of naamloze vennootschap worden enkel de bestuurders en aandeelhouders zoals vermeld in het uittreksel van de Kamer van Koophandel als exploitant op vergunning opgenomen.

 

Schijnbeheer

Bestuurlijke stap

Constatering

Intrekken van de exploitatievergunning

 

 

Artikel 3: Exploiteren niet conform aan de vergunning verbonden voorschriften

Aan de exploitatievergunning zijn voorschriften verbonden. Als wordt geconstateerd dat de opgelegde voorschriften niet worden nageleefd is in beginsel de eerste stap een bestuurlijke waarschuwing. Indien blijkt dat ook na het geven van een waarschuwing niet voldaan wordt aan de voorschriften is de volgende stap het opleggen van een last onder dwangsom (met inachtneming van de voorbereidingsprocedure)

 

Indien uit het dossier, en ondersteund met een bestuurlijke rapportage van de politie, blijkt dat de exploitant en/of diens beheerders doelbewust voorschriften niet naleven om zodoende criminaliteit te faciliteren wordt de stap van waarschuwen of een last onder dwangsom overgeslagen. Het faciliteren van criminaliteit vormt een zeer ernstig gevaar voor de openbare orde en veiligheid waartegen streng opgetreden wordt. In die gevallen wordt dan ook direct overgegaan tot het intrekken van vergunning.

 

 

 

Niet naleven

vergunningvoorschriften

Bestuurlijke stap

1e constatering

Schriftelijke waarschuwing

 

2e constatering

Last onder dwangsom, € 5.000

 

3e constatering

Verbeuren dwangsom

 

4e constatering

Sluiting voor de duur van 3 maanden

 

5e constatering

Intrekken exploitatievergunning

 

 

Niet naleven vergunningvoorschriften –

faciliteren criminaliteit

Bestuurlijke stap

1e constatering

Intrekken exploitatievergunning

 

 

Artikel 4: Slecht levensgedrag

Uitgangspunt is dat een exploitant en de beheerders niet in enig op¬zicht van slecht levensgedrag zijn. Verwacht wordt dat de exploitant personeel aanstelt en de leiding over zijn bedrijf in handen geeft van personen aan wie deze leiding kan worden toevertrouwd.

Voor de definitie van slecht levensgedrag wordt aangesloten op de op bepalingen uit artikel 8, eerste lid sub b en c, en tweede lid van de Drank- en Horecawet alsmede de bijhorende jurisprudentie.

 

Wanneer wordt geconstateerd dat de exploitant of diens beheerders in enig opzicht van slecht levensgedrag is/zijn, wordt de exploitatievergunning ingetrokken dan wel gewijzigd door de beheerder van het vergunningaanhangsel te verwijderen.

 

Indien er meer dan tweemaal wordt geconstateerd dat bijgeschreven beheerders van slecht levensgedrag zijn wordt de exploitant niet geacht in staat te zijn zorg te dragen voor een deugdelijke bedrijfsvoering. Dit vormt eveneens een ernstig gevaar voor de openbare orde en veiligheid en heeft als gevolg dat de exploitatievergunning wordt ingetrokken. De vergunning kan eveneens worden ingetrokken als de exploitant meer dan tweemaal een verzoek indient tot beschrijving, zoals bedoeld in artikel 3:50 APV, van een beheerder die van slecht levensgedrag blijkt te zijn.

 

 

Strafbare feiten exploitant

Bestuurlijke stap

1e constatering

Intrekken exploitatievergunning

 

Strafbare feiten beheerder

Bestuurlijke stap

1e constatering

Beheerder verwijderen van exploitatie-

vergunning

 

2e constatering

Beheerder verwijderen van exploitatie-

vergunning en opleggen exploitant van een last onder bestuursdwang

 

3e constatering

Intrekken exploitatievergunning

 

 

Artikel 5: Strafbare feiten in of vanuit het pand

 

De aanwijzing van de autoverhuurbranche als vergunningplichtige bedrijfsactiviteit is kort gezegd gebaseerd op het ernstige risico op de structurele aantasting van de openbare orde door criminele invloeden op de branche. Van onderne¬mers wordt verwacht dat zij ervoor zorgen dat in hun bedrijf geen strafbare feiten plaatsvinden. Onder strafbare feiten worden in ieder geval (niet limitatief) verstaan:

  • heling;

  • illegale kansspelen;

  • ondergronds bankieren;

  • verboden wapenbezit;

  • mensenhandel;

  • tewerkstellen van illegalen;

  • (laten) inbouwen van verborgen ruimten in voertuigen dan wel ruimten bedoeld goederen / middelen te onttrekken aan het ambtelijk toezicht;

  • het voorhanden hebben van verboden stoffen als bedoeld in de Opiumwet.

 

Strafbare feiten

Bestuurlijke stap

1e constatering

Sluiting voor de duur van 3 maanden

 

2e constatering

Sluiting voor de duur van 6 maanden 

 

3e constatering

Sluiting en intrekken exploitatievergunning

 

 

Gelet op het ondermijnende en/of georganiseerde karakter van dergelijke strafbare feiten en de impact daarvan op de openbare orde, veiligheid en de leefbaarheid wordt hier streng tegen opgetreden. In beginsel wordt uitgegaan van een sluiting voor de duur van 3 maanden. Indien de feiten en omstandigheden dusdanig ernstig zijn kan tot een langere sluitingsduur besloten worden.

 

Artikel 6: Ernstige (gewelds)incidenten

Ingevolge artikel 174 Gemeentewet is de burgemeester onder meer belast met het toezicht op voor het publiek openstaande gebouwen en daarbij behorende erven. Hierbij is de bevoegdheid toegekend om bij de uitoefening van het toezicht bevelen te geven die voor de bescherming van de veiligheid en gezondheid noodzakelijk zijn. Indien er sprake is van een ernstig incident en/of verstoring van de openbare orde dan wel dreigende ernstige verstoring dan kan zonder voorafgaande stappen de inrichting gesloten worden. De duur van de sluiting is in eerste instantie vier weken. Deze periode wordt gebruikt om nader onderzoek te (laten) doen naar de gebeurtenissen en de mogelijke directe of indirecte betrokkenheid van de exploitant of diens beheerders. Indien na de eerste periode van 4 weken de openbare orde en veiligheid nog niet of onvoldoende hersteld is en/of de dreiging nog niet weggenomen, wordt de sluitingsduur met een nader te bepalen tijd verlengd.

 

Indicatoren (niet limitatief) op basis waarvan in ieder geval een ernstig incident wordt aangenomen:

  • geweldsincident waarbij een of meerdere personen ernstig letsel hebben opgelopen;

  • het gebruik, of dreigen daarmee, van (vuur)wapens;

  • schietincident (ook zonder dat daarbij gewonden zijn gevallen);

  • steekincident;

  • het aantal betrokken personen bij het incident (hoe meer personen betrokken hoe ernstiger)

  • (in)directe betrokkenheid van de exploitant en/of beheerders en/of overig personeel waarbij sprake is van verwijtbaarheid of verwijtbaar nalaten.

 

Artikel 7: Geen vertrouwen (meer) in de exploitant

Wanneer de exploitatie heeft geleid tot al ernstige incidenten of wanneer de ondernemer of zijn personeel bij deze incidenten op een ontoelaatbare wijze be¬trokken zijn geweest of op enigerlei wijze verwijtbaar hebben gehandeld kan besloten worden dat intrekking van de exploitatievergunning vereist is om de openbare orde en veiligheid structureel te beschermen.

Het vertrouwen in de exploitant kan eveneens geschaad worden door twijfels over het gebruik van de vergunning en/of de financiering van de onderneming. Indien misbruik van de verleende exploitatievergunning en/of financiering van de onderneming (witwassen) wordt vermoed, wordt de aan de hand van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob) de verleende vergunning aan een nieuwe toets onderworpen. Indien er een ernstige mate of minder ernstige mate van gevaar wordt geconstateerd is de bestuurlijke stap dat de vergunning wordt ingetrokken. Dit gelet de gevoeligheid van de branche voor criminele invloeden.

 

Artikel 8: Afwijkingsbevoegdheid

Het bevoegd gezag heeft bij de besluitvorming over te treffen maatregelen een inherente afwijkingsbevoegdheid. De stappen in onderhavige sanctiestrategie gelden echter als strikt uitgangspunt. Enkel als de feiten en omstandigheden hiertoe overtuigend aanleiding geven kan worden afgeweken de uitgangspunten.

 

Artikel 9: Citeertitel

Dit handhavingsbeleid kan worden aangehaald als “Handhavingsbeleid Vergunningplicht Autoverhuur Heerlen 2019”.

 

 

Aldus besloten door de burgemeester van de gemeente Heerlen op 25 februari 2019,

De wnd. burgemeester van Heerlen,

E.G.M. Roemer

Naar boven