Gemeenteblad van Maasdriel
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Maasdriel | Gemeenteblad 2019, 52326 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Maasdriel | Gemeenteblad 2019, 52326 | Verordeningen |
Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen voor de gemeente Maasdriel
Hoofdstuk 2. Openstelling, orde en rust op de begraafplaats
Het is verboden met motorrijtuigen op de begraafplaats te rijden:
het is verboden op de begraafplaatsen: zich op hinderlijke wijze te gedragen, te colporteren of goederen voor verkoop aan te bieden, op enige wijze reclame te maken voor handel of bedrijf, op de graven te lopen of de begraafplaats te verontreinigen, dieren te begraven, iets te doen of na te laten dat in strijd is met de eerbied van de nagedachtenis van de overledene.
Herdenkingsbijeenkomsten, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats kunnen slechts plaatsvinden nadat deze tenminste zes werkdagen tevoren zijn gemeld aan de beheerder. Datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop deze zal plaatsvinden worden in overleg met de aanvrager door de beheerder vastgesteld.
Hoofdstuk 3. Voorschriften voor lijkbezorging
Artikel 6. Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf
Degene die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk twee dagen voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag, zon- en feestdagen gelden voor toepassing van de bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.
Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door gespecialiseerd personeel op aanwijzing namens of onder toezicht van de beheerder. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder kenbaar hebben gemaakt. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder te volgen.
Artikel 8. Over te leggen stukken
Begraving of bijzetting in een particulier graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke grafrusttermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende.
Hoofdstuk 4. Indeling en uitgifte van de graven
Artikel 10. Indeling graven en asbezorging
Het college bepaalt bij nader vast te stellen regels hoeveel lijken en hoeveel asbussen met of zonder urn er kunnen worden bijgezet in de particuliere graven en hoeveel verstrooiingen van as er op de particuliere graven kunnen plaatshebben. Het college bepaalt tevens de afmetingen en de uitgifteduur van de particuliere en de algemene graven. De uitgifteduur kan niet korter zijn dan de minimumtermijn vastgesteld in de Wet op de lijkbezorging.
Artikel 11. Aantal overledenen in de algemene graven
In de algemene graven kan een door het college te bepalen aantal lijken worden begraven.
Het college kan bij nader vast te stellen regels de algemene en particuliere graven onderverdelen in categorieën. Het college bepaalt voor de verschillende categorieën de situering en oppervlakte.
Het college kan aan de rechthebbende op een particulier graf vergunning verlenen tot het daarin voor eigen rekening doen aanbrengen van een grafkelder overeenkomstig de door het college te stellen voorwaarden.
Artikel 16. Overschrijving van verleende rechten
Na het overlijden van de rechthebbende kan het recht op een particulier graf worden overgeschreven op naam van een natuurlijk persoon of rechtspersoon, indien de aanvraag daartoe wordt gedaan binnen zes maanden na het overlijden van de rechthebbende. Indien de overleden rechthebbende in het graf dient te worden begraven, of indien de asbus met zijn resten in het graf dient te worden bijgezet, dient het verzoek tot overschrijving daaraan voorafgaand te worden gedaan.
Artikel 17. Afstand doen van graven
Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het particuliere graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doet het college schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.
Artikel 19. Onderhoud door de rechthebbende
Indien de rechthebbende nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het college de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende dertien weken ter beschikking van de rechthebbende en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.
De verwijdering vindt niet plaats dan nadat het college de rechthebbende door middel van een verklaring schriftelijk op de hoogte heeft gesteld van de toestand van de grafbedekking en de rechthebbende maximaal één jaar de gelegenheid te hebben geboden de grafbedekking te herstellen. Wanneer het adres van de rechthebbende niet bekend is maakt het college de verklaring bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord bekend. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht.
Het college kan de rechthebbende per aanschrijving verplichten een beschadiging aan de grafbedekking te herstellen binnen de door het college gestelde termijn indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het college het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt of indien de beschadiging van de grafbedekking gevaar oplevert voor derden.
Beplanting op een graf, die in een verwaarloosde staat verkeert of buiten de afmetingen van het graf komt, kan door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd. Linten, vazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende dertien weken ter beschikking gehouden van de rechthebbende of wanneer het een algemeen graf betreft, van de belanghebbende indien deze daartoe tevoren een aanvraag heeft ingediend bij de beheerder.
Artikel 21. Verwijdering grafbedekking na verstrijken van de termijn
Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking maakt het college ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd per brief aan de rechthebbende bekend. Wanneer het adres van de rechthebbende niet bekend is, maakt het college het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd door middel van een bij het graf te plaatsen bordje en bij de ingang van de begraafplaats bekend.
De rechthebbende kan binnen de in het tweede lid genoemde termijn bij het college ingediende schriftelijke verklaring aangeven, dat hij de grafbedekking weghaalt. Het college bevestigt schriftelijk dat de grafbedekking maximaal dertien weken na deze bevestiging verwijderd moet zijn, tenzij de rechthebbende met redenen omkleed om een later tijdstip verzocht heeft.
Hoofdstuk 6. Ruiming van graven, urnengraven en urnennissen
Artikel 22. Ruiming, bezorging van overblijfselen en as
Het voornemen van het college om een graf te ruimen wordt ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden per brief aan de rechthebbende of, wanneer het een algemeen graf betreft, aan de belanghebbende bekend gemaakt. Wanneer het adres van de rechthebbende of belanghebbende niet bekend is maakt het college het voornemen tot ruiming van het graf gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip van ruiming door middel van een bij het graf te plaatsen bordje en bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord bekend.
Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf kunnen gedurende de in het eerste lid bedoelde termijn bij de beheerder een aanvraag indienen om bij ruiming de menselijke resten, indien mogelijk, bijeen te doen brengen voor crematie of voor herbegraving elders. Nabestaanden van een overledene waarvan een asbus al of niet met een urn is bijgezet in een algemeen graf kunnen bij de beheerder een aanvraag indienen om deze ter beschikking te houden voor herbegraving of verstrooiing elders.
De rechthebbende van een particulier graf kan bij de beheerder een aanvraag indienen om de menselijke resten te doen verzamelen om deze opnieuw in dezelfde ruimte te doen plaatsen mits de geomorfologische omstandigheden dit toelaten en er sprake is van een minieme hoeveelheid stoffelijke resten dan wel om deze te cremeren of elders opnieuw te doen begraven. De rechthebbende op een particulier urnengraf of particuliere urnenis kan bij de beheerder een aanvraag indienen de asbus ter beschikking te houden om elders bij te zetten of om de as te doen verstrooien.
Het college kan bepalingen van deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover strikte toepassing daarvan leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.
Artikel 26. Intrekking oude regeling
De Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen 2010, vastgesteld op 16 december 2010, wordt ingetrokken op de datum van inwerkingtreding van deze verordening.
Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om ontheffing op grond van de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen 2010 is ingediend en voor het tijdstip van inwerkintreding van deze verordening niet op deze aanvraag is beslist, wordt deze verordening toegepast.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2019-52326.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.