Gemeenteblad van Súdwest-Fryslân
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Súdwest-Fryslân | Gemeenteblad 2019, 50119 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Súdwest-Fryslân | Gemeenteblad 2019, 50119 | Verordeningen |
Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen Súdwest-Fryslân 2018
Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
bewijs van grafrecht: de beschikking in de zin van de Algemene wet bestuursrecht waarin overeenkomstig de bepalingen van deze verordening door of namens het college een recht van gebruik op een algemeen graf of een uitsluitend recht op een particulier graf wordt uitgegeven, verlengd of overgeschreven;
Hoofdstuk 3 Voorschriften voor de lijkbezorging
Artikel 9 Openen en sluiten van een graf, bijzetten van een asbus, verstrooien van as
Het openen van een graf ter begraving en/of het bijzetten van een asbus en/of het verstrooien van as, het daarna sluiten van een graf en het bedienen van hulpmiddelen of het plaatsen van de vlinder op de vlinderrots vindt plaats door het personeel van de begraafplaats of door een derde op aanwijzing en onder toezicht van de beheerder.
Artikel 10 Over te leggen stukken / verlenging uitsluitend recht op een particulier graf
Begraving in een particulier graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn. Deze verlenging betreft een zodanige periode dat de dan resterende uitgiftetermijn tenminste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn. De aanvraag tot verlenging dient te zijn ondertekend door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door de nieuw aangewezen rechthebbende.
Artikel 17 Verlenging van termijnen uitsluitend recht op een particulier graf
Op aanvraag van een rechthebbende kunnen de in artikel 16 bedoelde termijnen worden verlengd. De aanvraag hiertoe dient, binnen twee jaar voor het verstrijken van de desbetreffende termijn, te worden gericht aan het college. Is een dergelijke aanvraag niet gedaan één jaar voor het verstrijken van de termijn waarvoor het graf is uitgegeven dan doet de houder van de begraafplaats hiervan schriftelijk bericht aan de rechthebbende. Wordt niet binnen drie maanden na die kennisgeving een aanvraag gedaan tot verlenging van het uitsluitend recht op een particulier graf dan wordt van deze mogelijkheid tot verlenging bij het graf én bij de ingang van de begraafplaats mededeling gedaan. Deze mededeling blijft aangeplakt tot het einde van de termijn waarvoor het uitsluitend recht op een particulier graf werd gevestigd.
Artikel 19 Overschrijving van een uitsluitend recht op een particulier graf
Het uitsluitend recht op een particulier graf kan op aanvraag van de rechthebbende worden overgeschreven aan een ander natuurlijk persoon of rechtspersoon. De aanvraag wordt gedaan door overlegging van een door de rechthebbende en de betrokken rechtsopvolger getekend bewijs van overdracht aan het college.
Indien de rechthebbende op een graf is overleden en in het betreffende graf begraven of bijgezet moet worden, wordt het uitsluitend recht op een particulier graf vóórdat de begraving of bijzetting plaatsvindt, overgeschreven op een natuurlijk persoon of rechtspersoon. Zolang geen overschrijving heeft plaatsgevonden, kan in een graf niet worden begraven, geen asbus worden bijgezet en geen as worden verstrooid.
In geval van overlijden van de rechthebbende er niet in het betreffende graf begraven of bijgezet moet worden, kan het uitsluitend recht op een particulier graf worden overgeschreven op naam van een natuurlijk persoon of rechtspersoon indien de aanvraag daartoe wordt gedaan binnen zes maanden na het overlijden van de rechthebbende.
Indien na zes maanden na het overlijden van de rechthebbende alsnog een aanvraag tot overschrijving wordt ingediend, kan het college het uitsluitend recht op een particulier graf overschrijven op naam van een natuurlijk persoon of rechtspersoon, tenzij dit recht betrekking heeft op een graf dat inmiddels is geruimd.
Artikel 20 Het beëindigen van een uitsluitend recht op een particulier graf
Artikel 21 Uitgifte van een algemeen graf en van een urnennis
Een recht op het gebruik van een algemeen graf wordt uitgegeven voor een periode van tien jaar. Deze termijn kan niet worden verlengd. Na verloop van deze termijn, die gaat lopen vanaf de datum van de laatste begraving of bijzetting in het desbetreffende graf, kan tot ruiming van het graf worden overgegaan. Ten hoogste twaalf maanden tot tenminste zes maanden voor het verstrijken van de termijn van uitgifte van een recht op gebruik op een algemeen graf wordt door de beheerder daarvan schriftelijk mededeling gedaan aan de gebruiker van dat graf wiens adres hem bekend is.
Een urnennis wordt beschikbaar gesteld voor een periode van tien, twintig of dertig jaar. Deze termijn kan, op aanvraag van de gebruiker, met tien jaar worden verlengd. Hiertoe dient binnen de lopende termijn van tien jaar een aanvraag tot verlenging bij het college te zijn ingediend. Het gebruik van een urnennis wordt verlengd met een bewijs van grafrecht.
Is binnen de in het derde lid bedoelde periode een aanvraag tot verlenging niet ingekomen en is de wettelijke termijn voor ruiming van een asbus na het verlopen van die termijn nog niet verlopen, dan wordt aangenomen dat daarmee de desbetreffende gebruiker toestemming heeft / hebben gegeven om tot ruiming van de asbus over te gaan. Waar mogelijk wordt de gebruiker wiens adres bij de beheerder bekend is hiervan voor de ruiming op de hoogte gesteld.
Artikel 25 Verwijdering van grafbedekking
De op of aan een particulier graf aanwezige grafbedekking wordt, na het beëindigen van het uitsluitend recht op een particulier graf als bedoeld in artikel 20 van deze verordening, door het college verwijderd. In de procedure over het verlengen of beëindigen van het uitsluitend recht op een particulier graf of over het vervallen verklaren daarvan wordt hierop gewezen.
Het algemene onderhoud aan een begraafplaats vindt uitsluitend plaats door of vanwege het college. De rechthebbende op een particulier graf of de gebruiker van een algemeen graf is hiervoor een vergoeding verschuldigd. Deze vergoeding is vastgelegd in en wordt ingevorderd op basis van de vigerende Verordening op de grafrechten.
De rechthebbende is verplicht de – door welke omstandigheid ook – aan een grafbedekking ontstane schade op eerste aanschrijving van het college te herstellen, indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het college het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt of de beschadiging van de grafbedekking gevaar oplevert voor derden.
Indien – door welke omstandigheid ook – een situatie ontstaat die gevaar oplevert voor het omvallen, wegzakken, verschuiven of inzakken van een grafdekking dan kunnen door burgemeester en wethouders direct maatregelen worden getroffen. De rechthebbende op een graf wordt hiervan zo spoedig mogelijk op de hoogte gesteld en verzocht die maatregelen te treffen om (vervolg)schade te voorkomen en tot herstel of vernieuwing van de grafbedekking over te gaan.
Indien binnen acht weken, te rekenen na de dag van aanschrijving als bedoeld in het derde lid, geen herstel of vernieuwing van de grafbedekking heeft plaatsgevonden dan is het college bevoegd tot, het op kosten van de rechthebbende, verwijdering en vernietiging van de desbetreffende grafbedekking over te gaan. Het college gaat tot het uitoefenen van één van deze bevoegdheden niet over dan nadat de rechthebbende hierop, binnen de termijn van acht weken, nadrukkelijk is gewezen.
Hoofdstuk 7 Het ruimen van graven, urnengraven en urnennissen
Artikel 27 Het ruimen van een graf, urnengraf of urnennis
Van de ruiming van een graf, urnengraf of urnennis wordt door het college tenminste één jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden per brief aan de rechthebbende of, wanneer het een algemeen graf betreft, aan de gebruiker bekend gemaakt. Wanneer de desbetreffende adressen niet bekend zijn maakt het college het voornemen tot ruiming van het graf of urnennis gedurende tenminste één jaar voorafgaande aan het tijdstip van ruiming door middel van een bij het graf te plaatsen bordje en bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord bekend. Hierbij wordt melding gemaakt van het gestelde in het vijfde lid van dit artikel.
Zolang het graf of de urnennis niet geruimd mag worden, blijft de rechthebbende of de gebruiker het eigendom houden van de in artikel 22 bedoelde grafbedekking maar ook beplantingen en andere voorwerpen. Al hetgeen wat op het graf geplaatst is, wordt geacht voor rekening en risico van de rechthebbende van een particulier graf of gebruiker van een algemeen graf te zijn aangebracht.
Hoofdstuk 9 In stand houden historische graven en opvallende grafbedekking
Hoofdstuk 10 Inrichting register
De administratie bevat gegevens van alle rechthebbenden en gebruikers met hun namen en adressen en aantekening van hun relatie tot de overledene. Dit register is niet openbaar doch de gegevens van rechthebbenden en gebruikers kunnen worden verstrekt aan derden, indien deze schade leiden door of als gevolg van de grafbedekking van die rechthebbenden en gebruikers.
Hoofdstuk 11 Overgangs- en slotbepalingen
Artikel 32 Overgangsbepalingen
Uitsluitende rechten op particuliere graven en vergunningen, verkregen op grond van de op grond van artikel 34 genoemde verordeningen, blijven van kracht, doch daarvan mag slechts gebruik worden gemaakt met inachtneming van de bij of krachtens deze verordening gestelde regels, voor zover die op deze rechten en vergunningen van toepassing kunnen worden gebracht.
Hij die handelt in strijd met de artikel 5, derde lid, artikel 6, eerste, tweede, vierde, vijfde en zesde lid of artikel 7 van deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie als bedoeld in het Wetboek van Strafrecht, en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.
Artikel 34 Intrekking en vervallen verklaring oude verordeningen
De Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats Wommels, vastgesteld op 7 november 2005 voorzover deze verordening ziet op het grondgebied van de voormalige gemeente Littenseradiel dat op grond van de Wet van 8 maart 2017 tot herindeling van de gemeenten Franekeradeel, het Bildt, Leeuwarden, Leeuwarderadeel, Littenseradiel, Menameradiel en Súdwest-Fryslân op 1 januari 2018 aan de gemeente Súdwest-Fryslân is toegevoegd, wordt vervallen verklaard.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2019-50119.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.