Leidraad invordering gemeentelijke belastingen

Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente ’s-Hertogenbosch, gelezen het voorstel van de gemeenteambtenaar belast met de invordering van gemeentelijke belastingen van 19 februari 2019 nr. 8730401;

besluit:

De leidraad invordering gemeentelijke belastingen, vastgesteld bij besluit van 19 februari 2019, nr. 8730401, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 25 september 2018, nr. 8321938, wordt gewijzigd als volgt:

 

Artikel 1

A. In artikel 8 wordt na het een nieuw gedachtenstreepje ingevoegd:

- Bekendmaking van de aanslag aan een rechtspersoon die (vermoedelijk) is opgehouden te bestaan;

B.Artikel 8.2 komt als volgt te luiden:

2. 8.2 Bekendmaking als de rechtspersoon (vermoedelijk) is opgehouden te bestaan

Als een rechtspersoon (vermoedelijk) is opgehouden te bestaan, is de wijze van bekendmaking van de belastingaanslag ter beoordeling aan de ontvanger. Bij deze beoordeling kunnen onder andere de volgende factoren een rol spelen:

- het recht waarnaar de rechtspersoon is opgericht;

- het belang van een snelle bekendmaking in verband met vrees voor onverhaalbaarheid.

C. Het opschrift van artikel 25a komt als volgt te luiden:

3. Artikel 25a Uitstel van betaling exitheffingen inkomstenbelasting

D. Na artikel 25a.1 worden twee nieuwe artikelen ingevoegd, luidende:

25b Uitstel van betaling exitheffingen vennootschapsbelasting

Deze bepaling is niet van toepassing voor de gemeente.

Artikel 25b.1 Beoordeling zekerheid bij uitstel van betaling ter zake van exitheffingen Deze bepaling is niet van toepassing voor de gemeente.

 

  • E.

    In artikel 26.2.12, derde alinea, sub B wordt 54 vervangen door: 55

     

F. Artikel 26.2.19 wordt als volgt gewijzigd:

1. 34 wordt vervangen door: 35

2. 81 wordt vervangen door: 75

 

G. Na artikel 33 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

4. Artikel 33a Aansprakelijkheid van begunstigden

Er zijn in deze leidraad op artikel 33a van de wet geen beleidsregels gemaakt.

 

H. Artikel 49.9 vervalt.

I. Artikelen 25.7.1, 25.7.3 em 25.7.4 worden naar aanleiding van het mandaatbesluit met nr. 8301227 als volgt gewijzigd:

1. "het college" wordt vervangen door: "de directeur van de sector Middelen en Dienstverlening".

2. "het college van de gemeente" wordt vervangen door: "de directeur van de sector Middelen en Dienstverlening".

 

5. Artikel II

1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2019.

2. Dit besluit wordt aangehaald als: Wijziging leidraad invordering gemeentelijke belastingen 1e halfjaar 2019.

 

's-Hertogenbosch, 19 februari 2019

 

Het college van burgermeester en wethouders,

De secretaris, mr. drs. I.A.M. Woestenberg

De burgemeester, drs. J.M.L.N. Mikkers

Toelichting

Artikel I, onderdelen A en B zien op het nieuwe tweede, derde en vierde lid van artikel 8 van de wet. Deze leden treden per 1 januari 2019 in werking via de Overige fiscale maatregelen 2019. Met deze wetswijziging wordt een alternatieve wijze voor bekendmaking van de aanslag geïntroduceerd. In de Leidraad wordt uitgewerkt welke factoren een rol kunnen spelen bij de keuze tussen de klassieke en de alternatieve wijze van bekendmaking als de rechtspersoon (vermoedelijk) is opgehouden te bestaan.

Artikel I, onderdeel C betreft een wijziging van het opschrift van artikel 25a. Artikel 25a is niet van toepassing voor de gemeente.

Artikel I, onderdeel D ziet op de invoeging van twee nieuwe artikelen: 25b en 25.b.1. De artikelen 25b en 25.b.1 zijn niet van toepassing voor de gemeente.

In artikel I, onderdeel E worden de forfaitaire bedragen voor boeken en leermiddelen aangepast naar de per 1 januari 2019 geldende bedragen.

In artikel I, onderdeel F wordt de normpremie ziektekostenverzekering voor een alleenstaande of alleenstaande ouder en de normpremie ziektekostenverzekering voor echtgenoten geactualiseerd naar de per 1 januari 2019 geldende bedragen.

Artikel I, onderdeel G houdt verband met het nieuwe artikel 33a van de wet dat per 1 januari 2019 in werking treedt. In de artikelsgewijze memorie van toelichting bij de Overige fiscale maatregelen 2019 is met betrekking tot artikel 33a van de wet toegezegd dat in andere situaties dan die in de memorie zijn genoemd waarin sprake is van samenlopende aanspraken van verschillende schuldeisers, geldt dat de Rijksleidraad zal bepalen wanneer de Belastingdienst afziet van aansprakelijkstelling. Op dit moment voorziet de Belastingdienst geen andere samenlopende aanspraken dan die in de memorie worden genoemd. Mocht de praktijk uitwijzen dat deze toch voorkomen, dan zal de Belastingdienst op dit punt alsnog begunstigend beleid maken.

Artikel I, onderdeel H laat artikel 49.9 vervallen. Artikel 49.9 ziet op overgangsrecht met betrekking tot aansprakelijkheidsprocedures op grond van tot 1 december 2002 geldend recht. Dergelijke procedures zijn niet meer aanhangig. Het overgangsrecht is daarmee overbodig. Mocht zich in de toekomst een situatie voordoen waarin artikel 49.9 wel van toepassing zou kunnen zijn, dan kan de aansprakelijk gestelde hierop een beroep blijven doen.

Artikel I, onderdeel I houdt verband met het collegebesluit van 17 september 2018 met registratienummer 8301227. In dit besluit is het mandaatbesluit 2016 onderdeel 3.1.8 uitgebreid met administratieve beroepen betalingsregeling en uitstel van betaling gemeentelijke belastingen. Het mandaat hiervoor is toegekend aan de directeur van de sector Middelen en Dienstverlening.

Artikel II regelt de datum van inwerkingtreding van de onderhavige wijzigingen.

 

Naar boven