Wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Bronckhorst 2016

De raad van de gemeente Bronckhorst;

 

gelezen het voorstel van het college van b en w van 12 februari 2019;

 

besproken in de commissievergadering van 14 februari 2019;

 

gelet op ; artikel 2.1, derde lid, van het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen, artikel 64, tweede lid, van de Wet veiligheidsregio’s en artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet;

Besluit:

  • I.

    De “Brandbeveiligingsverordening Bronckhorst 2013” in te trekken.

  • II.

    De Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Bronckhorst 2016 als volgt te wijzigen:

  • 1.

    Artikel 2:25 Evenementenvergunning wordt vervangen door:

    Artikel 2:25 B1 Evenementenvergunning

    • 1.

      Het is verboden zonder of in afwijking van een vergunning van de burgemeester een evenement te organiseren.

    • 2.

      Bij de indiening van de vergunningaanvraag worden de gegevens, bedoeld in artikel 2.3 van het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen, aangeleverd.

    • 3.

      Een evenement mag niet in afwijking van de vergunning worden gehouden.

    • 4.

      Een vergunning is niet nodig voor een wedstrijd op of aan de weg, in situaties waarin voorzien wordt door artikel 10 juncto 148, van de Wegenverkeerswet 1994.

    • 5.

      Op de aanvraag is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

  • 2.

    Het opschrift van hoofdstuk 6, het opschrift van artikel 6.1 en artikel 6.1 worden vervangen door:

    Hoofdstuk 6. Sanctie-, overgangs- en slotbepalingen

    Artikel 6:1 Sanctiebepaling

    • 1.

      Overtreding van het bij of krachtens de in deze verordening opgenomen artikelen bepaalde en de op grond van artikel 1:4 daarbij gegeven voorschriften en beperkingen wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

    • 2.

      In geval van overtreding van de krachtens artikel 3, derde lid, van de Wet veiligheidsregio’s gestelde regels kan het college een bestuurlijke boete opleggen van ten hoogste de geldboete, bedoeld in artikel 64, eerste lid, van de Wet veiligheidsregio’s.

III. Inwerkingtreding

De intrekking van de “Brandbeveiligingsverordening Bronckhorst 2013” en de wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Bronckhorst 2016” treden in werking op de dag na die van de op de in deze gemeente voorgeschreven wijze van bekendmaking.

 

Aldus besloten door de raad van de gemeente Bronckhorst in zijn openbare vergadering van 21 februari 2019,

de griffier,

E.G. Bunt

de voorzitter,

M. Besselink

Artikelsgewijze toelichting:

Artikel 2:25B1 Evenementenvergunning

Toelichting lid 2:

Op grond van artikel 2.1 van het Besluit is het onder bepaalde omstandigheden verboden om zonder of in afwijking van een gebruiksmelding bij het bevoegd gezag een plaats of gedeelte daarvan in gebruik te nemen of te gebruiken, tenzij daarvoor een evenementenvergunning vereist is in het kader waarvan de gegevens, bedoeld in artikel 2.3 van het Besluit, overlegd moeten worden. Gemeenten kunnen er dus voor kiezen om in hun APV te bepalen dat bedoelde gegevens bij de aanvraag van een evenementenvergunning overlegd moeten worden. Op grond van artikel 2.1, derde lid, van het Besluit hoeft dan geen afzonderlijke gebruiksmelding meer gedaan te worden. Hiertoe is een nieuw, facultatief tweede lid aan artikel 2:25 van de APV toegevoegd.

Artikel 2:25 B2 Klein evenement

Jaarlijks vinden in de gemeente Bronckhorst meer dan 400 evenementen plaats. Voor de meeste evenementen is een evenementenvergunnning nodig voordat het evenement kan plaatsvinden. Voor een aantal evenementen volstaat het indienen van een melding. In de wijziging van de Algemene Plaatselijke verordening worden de uitgangspunten voor meldingsplichtige evenementen aangepast zodat er meer evenementen meldingsplichtig worden. De basis voor de aanpassing is dat bij deze evenementen het niet waarschijnlijk is dat het evenement leidt tot risico’s voor de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu. Voor deze evenementen is het niet nodig om deze evenementen vooraf te beoordelen. Een melding, eventueel met standaard voorschriften is voldoende voor deze evenementen.

 

In de wijziging van de Algemene Plaatselijke verordening worden de uitgangspunten voor meldingsplichtige evenementen aangepast zodat er meer evenementen meldingsplichtig worden. De basis voor de aanpassing is dat bij deze evenementen het niet waarschijnlijk is dat het evenement leidt tot risico’s voor de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu. Voor deze evenementen is het niet nodig om deze evenementen vooraf te beoordelen. Een melding, met voorschriften is voldoende voor deze evenementen.

 

De nieuwe beoordelingscriteria gaan uit van een risicogerichte benadering. Daarbij wordt afhankelijk van de activiteiten beoordeeld welke activiteiten leiden tot een verhoogd risico en daardoor vooraf een beoordeling van het evenement plaats moet vinden. Door voorschriften te verbinden aan de meldingsplichtige activiteit worden eventuele risico’s verder ingeperkt. Deze voorschriften zijn voor alle evenementen gelijk.

 

  • 1.

    Geen vergunning is vereist voor een klein evenement, indien:

    • a.

      het aantal gelijktijdig aanwezigen niet meer bedraagt dan 250 personen;

      Risico’s bij evenementen worden mede bepaald door de aanwezigheid van veel personen of personen met tegenstrijdige belangen (zoals bij voetbalwedstrijden). Het publiek bij kleinschalige evenementen is vaak gericht op het bezoeken van het evenement voor vermaak. Bij de evenementen die in de gemeente Bronckhorst plaats vinden zijn op dit moment geen tegenstrijdige belangen. Als na het indienen van de melding signalen bij de gemeente binnen komen dat er tegenstrijdige belangengroepen een evenement bezoeken kan hier direct naar worden gehandeld door:

       

      • -

        afstemming met de organisatie en de politie over het treffen van maatregelen

      • -

        te besluiten dat het geen klein evenement betreft omdat vermoed wordt dat de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu in gevaar komt. Hierdoor is een evenementenvergunning nodig waarbij een beoordeling plaatsvindt van het evenement, eventueel met advies van Politie en de Veiligheids Regio Noord- en Oost Gelderland.

      • -

        in het uiterste geval het verbieden van het evenement

    • Hoe groter het aantal bezoekers dat een evenement gelijktijdig bezoekt hoe groter de risico’s zijn voor de bezoekers. Dit komt doordat de kans dat tegenstrijdige belangengroepen (of personen) elkaar treffen groter wordt, maar vooral doordat de ruimte om eventueel te kunnen vluchten wordt beperkt door het aantal aanwezige personen. Het is lastig om aan te geven bij welk aantal gelijktijdig aanwezige bezoekers het onwaarschijnlijk is dat het evenement leidt tot risico’s voor de openbare orde en de openbare veiligheid. Voor deze wijziging wordt voorgesteld om deze grens te plaatsen op maximaal 250 gelijktijdig aanwezige bezoekers. Deze grens is bepaald door de evenementen die in 2016 hebben plaatsgevonden te beoordelen op het aantal aanwezige personen en de activiteiten die er plaatsvonden. (zie voor een overzicht van alle evenementen met minder dan 250 personen bijlage 1).

    • b.

      er geen ontheffing nodig is voor het verstrekken van zwak-alcoholhoudende drank (Drank- en Horecawet, artikel 35)

      Voor het verstrekken van alcoholische dranken is een Drank- en Horecavergunning (horecabedrijven) nodig of een ontheffing Drank- en Horeca (evenementen). Het verkrijgbaar zijn van alcoholische dranken kan leiden tot een verhoogd risico door onacceptabel gedrag van personen door bijvoorbeeld het verschuiven van persoonlijke grenzen. Daarom wordt als voorwaarde opgenomen dat voor evenementen waar alcoholische dranken worden verstrekt altijd een evenementenvergunning nodig is.

       

      Door het opnemen van deze voorwaarde kunnen de gemeente en de politie preventief toetsen of het verantwoord is om het evenement door te laten gaan.

       

    • c.

      het evenement geheel of gedeeltelijk plaatsvindt in een gebouw waarbij gedurende het evenement niet meer dan 50 personen gelijktijdig in het gebouw aanwezig zijn, tenzij er voor het gebouw een melding brandveilig gebruik is ingediend die ook van toepassing is voor het desbetreffende evenement;

      Voor een evenementen die plaats vinden in een gebouw waarbij meer dan 50 mensen gelijktijdig aanwezig zijn moet een melding worden ingediend op grond van het Bouwbesluit. Als er een melding is ingediend, waarbij ook het desbetreffende evenement is beschreven, dan is er geen aanvullende melding nodig. Voor de beoordeling van de melding en de activiteiten zijn de rechtstreeks werkende voorschriften van het Bouwbesluit van toepassing.

       

      Voor evenementen waarbij er geen melding is ingediend op grond van het Bouwbesluit is een aanvullende beoordeling nodig. Doordat een evenement in een dergelijk gebouw een verhoogd risico geeft, is een preventieve toets noodzakelijk, waarbij naast een evenementenvergunning ook een melding brandveilig gebruik nodig is. Deze wordt voor deze eenmalige (vaak jaarlijks) terugkerende evenement meegenomen bij de beoordeling van de evenementenvergunning.

       

    • d.

      het evenement niet geheel of gedeeltelijk plaats vindt in een tijdelijk bouwwerk (zoals bijvoorbeeld een tent) waarvoor:

      • i.

        een gebruiksvergunning nodig is op grond van de Brandbeveiligingsverordening 2013; of,

      • ii.

        zodra het Besluit brandveilig gebruik overige plaatsen in werking is getreden, een gebruiksvergunning of gebruiksmelding nodig is op grond van dit besluit;

    • Evenementen die plaatsvinden in een tijdelijk bouwwerk zoals een tent (gebouw dat geen bouwwerk is op grond van het bouwbesluit) waarbij meer dan 100 personen gelijktijdig aanwezig zijn, moeten een vergunning op grond van de Brandbeveiligingsverordening Bronckhorst 2013 zijn verleend. Onder de 100 personen wordt er vanuit gegaan dat er voldoende mogelijkheden zijn om uit een tijdelijk bouwwerk te kunnen ontvluchten op het moment dat het nodig is.

       

      Naar verwachting treedt op 1 januari 2018 het Besluit brandveilig gebruik overige plaatsen in werking. In dit besluit is opgenomen dat er melding ingediend moet worden op het moment dat er meer dan 50 personen gelijktijdig in een tent aanwezig kunnen zijn. Zodra dit besluit in werking treedt vervalt de Brandveiligheidsverordening.

       

      Voor evenementen waar meer personen in een tijdelijk bouwwerk worden toegelaten is een aanvullende beoordeling nodig, vooral op brandveilig gebruik. Doordat een evenement in een tijdelijk bouwwerk een verhoogd risico geeft, is een preventieve toets noodzakelijk, waarbij naast de evenementenvergunning ook een gebruiksvergunning of melding nodig is. Deze wordt voor het evenement meegenomen bij de beoordeling van de evenementenvergunning.

       

    • e.

      het evenement niet geheel of gedeeltelijk plaatsvindt op de openbare weg zoals genoemd in de Beleidsnota GVVP en plaats vindt op de route’s:

      • i.

        Werken- en transport

      • ii.

        Bereikbaarheid sociaal en economische voorzieningen

      • iii.

        Recreatief

    • Als een evenement plaatsvindt op de openbare weg is voor alle evenementen een tijdelijke verkeersmaatregel nodig. Het organiseren van een evenement op de openbare weg is niet in alle gevallen een belemmering voor het verkeer. De meeste evenementen vinden niet plaats op doorgaande wegen maar op secundaire wegen waar vooral lokaal verkeer plaats vindt. Tevens zijn er evenementen met een route waarbij de weg intensiever gebruikt wordt maar waar het gewone verkeer geen of weinig last van heeft (vierdaagse of kaartleesroute’s) Voor deze evenementen is het niet nodig om een evenementen vergunning te vragen. Wel moet daarvoor een tijdelijke verkeersmaatregel worden genomen.

       

      Procesmatig verandert dit de huidige werkwijze niet. Bij het indienen van de melding en de tijdelijke verkeersmaatregel worden beide toestemmingen beoordeeld en verwerkt. De melding en de tijdelijke verkeersmaatregel worden (als deze via internet worden aangevraagd) automatisch afgehandeld.

       

    • f.

      tijdens het evenement niet één of meerdere van de volgende activiteiten plaatsvinden:

      • i.

        Auto- en motorsport of demonstratie, met uitzondering van evenementen waarbij de activiteit uitsluitend over de openbare weg gaat en er geen tijdelijke verkeersmaatregelen hoeven te worden genomen.

      • ii.

        Vliegshow (ook met modelvliegtuigen)

      • iii.

        Één of meerdere (kermis)attractietoestellen op het evenemententerrein worden geplaatst. waarbij onder attractietoestel wordt verstaan: inrichting ter voortbeweging van personen, die bestemd is voor vermaak of ontspanning en die aangedreven wordt door een niet-menselijke energiebron

      • iv.

        (Traditioneel) schieten onderdeel uitmaakt van het evenement. Waarbij onder schieten wordt verstaan: al dan niet door een schutterij of schuttersgilde georganiseerd (vogel)schieten op een stilstaande of bewegend doel

      • v.

        Een evenement waarbij muziek te horen is, kan overlast veroorzaken voor de omgeving. Bij evenementen mag enige overlast voor omwonenden worden verwacht maar deze moet vooral bij meldingsplichtige evenementen voor de omgeving acceptabel zijn. Daarom is opgenomen dat er geen versterkt geluid (waaronder muziek) tijdens het evenement ter horen worden gebracht. Door het uitsluiten van muziekevenementen worden omwonden bij deze evenementen in de gelegenheid gesteld om tegen een vergunning bezwaar in te dienen.

Tijdens het evenement kunnen er activiteiten plaatsvinden die leiden tot een verhoogd risico voor bezoekers oplevert of waarbij overlast ontstaat voor omwondenden. Voor evenementen waarbij dergelijke activiteiten plaats vinden is een evenementenvergunning nodig. De activiteiten die het hier betreft zijn:

 

  • i.

    Evenementen waarbij met auto’s of motoren een demonstratie wordt gegeven of een wedstrijd in welke vorm dan ook wordt georganiseerd brengen een verhoogd risico op ongevallen met zich mee. Het gaat hier niet om evenementen zoals toertochten met motoren, auto’s, tractoren of andere gemotoriseerd verkeer waarbij de normale verkeersregels blijven gelden.

  • ii.

    Vliegshows met gemotoriseerde luchtvaartvoertuigen brengen een verhoogd risico op ongevallen met zich mee. Deze vormen van evenementen moeten daarom een aanvraag indienen waarbij deze risico’s kunnen worden beoordeeld en voorschriften opgenomen kunnen worden om de risico’s te beperken.

  • iii.

    Evenementen waar kermisattracties worden geplaatst brengen een verhoogd risico op ongevallen met zich mee door de attracties die worden geplaatst maar ook door het jongere publiek dat afkomt op deze evenementen. Daarom is het nodig dat deze activiteiten vooraf preventief worden getoetst.

  • iv.

    Er gelden voor het schieten specifieke regels en ook de locatie en schietrichting is van een grote invloed of het evenement verantwoord plaats vindt. Daarom is het nodig dat deze activiteiten preventief worden getoetst.

  • v.

    Evenementen waarbij muziek te horen is, kan overlast veroorzaken voor de omgeving. Bij evenementen mag enige overlast voor omwonenden worden verwacht maar deze moet vooral bij meldingsplichtige evenementen voor de omgeving acceptabel zijn. Daarom is hier een geluidsnorm opgenomen van 60 dB(A) bij geluidsgevoelige gebouwen. Een geluidsnorm van 60 dB(A) wordt over het algemeen beleefd als indringend en komt overeen met de werking van een airconditioning, wasmachine, vaatwasser of een normale conversatie. Door het uitsluiten van muziekevenementen worden omwonden bij deze evenementen in de gelegenheid gesteld om tegen een vergunning van de gemeente bezwaar in te dienen.

Naar boven