Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Sittard-Geleen houdende regels omtrent naamgeving en nummering Verordening naamgeving en nummering Sittard-Geleen 2019

DE RAAD VAN DE GEMEENTE SITTARD-GELEEN,

 

gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d 19 december 2018;

 

gelet op art. 6 van de Wet basisregistratie adressen en gebouwen (Stb. 2017 nr. 311) en de artikelen 108, eerste lid, 147, en 149 van de Gemeentewet

 

BESLUIT:

 

Vast te stellen de onderstaande verordening naamgeving en nummering Sittard-Geleen en de daarbij behorende toelichting;

 

VERORDENING NAAMGEVING EN NUMMERING SITTARD-GELEEN

Artikel 1. Definities

  • 1.

    In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

    • -

      pand;

    • -

      verblijfsobject/ ligplaats/standplaats;

    • -

      adres/nummeraanduiding;

    • -

      openbare ruimte;

    • -

      woonplaats;

      dat wat daaronder wordt verstaan in de Wet basisregistratie adressen en gebouwen (hierna: Wet BAG).

  • 2.

    In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verder verstaan onder:

    • a.

      afgebakend terrein: een terrein met een kunstmatige of natuurlijke afbakening, waarop zich geen verblijfsobjecten bevinden en dat betreedbaar en/of afsluitbaar is;

    • b.

      nummeraanduiding: dat wat daaronder wordt verstaan in de Wet BAG, met dien verstande dat deze bestaat uit een of meer Arabische cijfers, al dan niet met toevoeging van een letter- of cijfercombinatie, en ook betrekking kan hebben op een afgebakend terrein;

    • c.

      rechthebbende: een ieder die krachtens eigendom of een beperkt zakelijk recht of een persoonlijk recht zodanig beschikking heeft over een onroerende zaak dat hij naar burgerlijk recht bevoegd is om in die zaak te handelen zoals in de verordening is voorgeschreven, alsmede de beheerder.

Artikel 2. Naamgeving woonplaatsen en openbare ruimte

  • 1.

    Burgemeester en wethouders stellen de grens en de naam van een of meer woonplaatsen vast en kunnen deze in wijken en buurten verdelen conform de eisen die het Centraal Bureau voor de Statistiek aan deze indeling verbindt.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kennen per woonplaats namen toe aan delen van de openbare ruimte en zo nodig aan gemeentelijke gebouwen en bouwwerken.

  • 3.

    Onder vaststellen, verdelen en toekennen als bedoeld in het eerste en tweede lid wordt tevens begrepen het wijzigen en intrekken daarvan.

  • 4.

    Burgemeester en wethouders kunnen het grondgebied van de gemeente nader verdelen in stadsdelen; een stadsdeel kan bestaan uit een of meerdere woonplaatsen, wijken en/of buurten.

  • 5.

    Aan een stadsdeel kan een omschrijving al dan niet met cijfer worden toegekend.

Artikel 3. Nummering objecten

  • 1.

    Burgemeester en wethouders stellen de lig- en standplaatsen vast.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kennen nummeraanduidingen toe aan verblijfsobjecten, lig- en standplaatsen.

  • 3.

    Zij bepalen de afbakening van panden, verblijfsobjecten, lig- en standplaatsen.

  • 4.

    De toekenning of afbakening, bedoeld in het tweede en derde lid, kan ook op voor personen toegankelijke objecten, niet zijnde verblijfsobjecten, dan wel op afgebakende terreinen worden toegepast.

  • 5.

    Onder vaststellen, toekennen en bepalen als bedoeld in het eerste tot en met vierde lid wordt tevens begrepen het wijzigen en intrekken daarvan.

Artikel 4. Aanbrengen aanduiding

  • 1.

    De door burgemeester en wethouders aan de openbare ruimte of een gedeelte daarvan toegekende namen, bedoeld in artikel 2, worden door of in opdracht van de gemeente blijvend zichtbaar en in voldoende aantallen ter plaatse aangebracht.

  • 2.

    De door burgemeester en wethouders aan een object toegekende nummers, bedoeld in artikel 3, tweede en vierde lid, worden daaraan op doeltreffende wijze aangebracht.

  • 3.

    Het is eenieder die daartoe niet bevoegd is verboden namen aan de openbare ruimte of delen daarvan, dan wel nummers aan een pand of verblijfsobject, lig- of standplaats, of afgebakend terrein, toe te kennen door deze op zichtbare wijze aan te brengen.

Artikel 5. Gedoogplicht naamaanduiding

  • 1.

    Als burgemeester en wethouders het nodig oordelen dat de door hen toegekende aanduidingen, bedoeld in artikel 2, tweede lid, aan een bouwwerk, gebouw, muur, paal, schutting of een andere soort terreinafscheiding worden aangebracht, draagt de rechthebbende er zorg voor dat de hier bedoelde aanduidingen vanwege of op verzoek en overeenkomstig de aanwijzingen van burgemeester en wethouders worden aangebracht, onderhouden, gewijzigd of verwijderd.

  • 2.

    Als burgemeester en wethouders het nodig oordelen een naamaanduiding, waarop de vervallen naam is doorgehaald, gedurende ten hoogste een jaar naast de naamaanduiding met de nieuwe naam te handhaven laat de rechthebbende dit toe.

  • 3.

    De rechthebbende draagt er zorg voor dat de in het eerste en tweede lid bedoelde aanduidingen vanaf de openbare weg duidelijk leesbaar blijven.

Artikel 6. Aanbrengplicht nummeraanduiding

  • 1.

    Tenzij burgemeester en wethouders anders hebben besloten, draagt de rechthebbende van een object er zorg voor dat de nummers, bedoeld in artikel 3, tweede lid, worden aangebracht overeenkomstig het krachtens artikel 7 bepaalde.

  • 2.

    De rechthebbende draagt er zorg voor dat de nummers binnen twee weken na kennisgeving van het besluit van burgemeester en wethouders zijn aangebracht.

  • 3.

    Als een verblijfsobject, lig- of standplaats, of afgebakend terrein nog niet gereed is gekomen, wordt het nummer binnen twee weken na het gereedkomen daarvan aangebracht.

  • 4.

    Als burgemeester en wethouders het nodig oordelen een nummeraanduiding, waarop het vervallen nummer is doorgehaald gedurende ten hoogste een jaar naast de nummeraanduiding met het nieuwe nummer te handhaven laat de rechthebbende dit toe of geeft de rechthebbende daaraan uitvoering.

  • 5.

    Burgemeester en wethouders kunnen de in het tweede en derde lid genoemde termijnen verlengen.

Artikel 7. Nadere regels

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen over het proces en de wijze van:

    • a.

      naamgeving en begrenzing van woonplaatsen, wijken, buurten en stadsdelen;

    • b.

      naamgeving en begrenzing van de openbare ruimte;

    • c.

      nummering van verblijfsobjecten, lig- en standplaatsen, en afgebakende terreinen;

    • d.

      opmaak van formulieren, besluiten en verklaringen.

  • 2.

    De nadere regels zijn niet strijdig met het Convenant inzake postcodes.

Artikel 8. Handhaving

  • 1.

    Overtreding van artikel 4, tweede en derde lid, artikel 5 en artikel 6, eerste tot en met vierde lid, wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.

  • 2.

    Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening is belast de in het mandaatbesluit genoemde toezichthouder(s).

Artikel 9. Inwerkingtreding

De verordening treedt in werking op de datum van bekendmaking.

Artikel 10. Vervallen oude regels

Met de inwerkingtreding van deze verordening vervallen alle eerdere gemeentelijke regels en voorschriften voor het benoemen van delen van de openbare ruimte en het nummeren van de daaraan liggende objecten.

Artikel 11. Overgangsbepaling

  • 1.

    Namen en nummers die op grond van de in artikel 10 genoemde regels en voorschriften aan objecten zijn toegekend, blijven na inwerkingtreding van deze verordening bestaan.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen in afwijking van het eerste lid besluiten dat de op grond van de in het eerste lid genoemde regels en voorschriften aangebrachte namen en nummers binnen een door hen te bepalen termijn moeten worden vervangen door namen en nummers die voldoen aan de bij of krachtens deze verordening gestelde voorschriften.

Artikel 12. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening naamgeving en nummering Sittard-Geleen 2019.

 

Aldus besloten door de raad der gemeente Sittard-Geleen in zijn openbare vergadering van 7 februari 2019

De Griffier,

Drs. J. Vis

De voorzitter,

drs. G.J.M. Cox

TOELICHTING Verordening naamgeving en nummering (adressen)

 

a Stelsel van basisregistraties

Het Nederlandse kabinet heeft een aantal (basis) registraties aangewezen, waarvan de Nederlandse overheid meent dat daarin met een gerust hart alle vitale gegevens over burgers, bedrijven en instellingen gecentraliseerd kunnen worden opgeslagen. De verantwoordelijken voor het stelsel gaan ervan uit dat deze zogeheten "authentieke gegevens" een dermate hoge kwaliteit zullen hebben, dat de overheid deze gegevens zonder enig verder onderzoek in haar werk zal kunnen gebruiken. Een van de meest belangrijke concepten achter dit idee is de verplichte terugmelding. Op het moment dat een afnemer van gegevens uit een basisregistratie twijfelt aan de betrouwbaarheid van de gegevens mag er van worden afgeweken mits deze twijfel, over de betrouwbaarheid van de gegevens, is teruggemeld aan de bronhouder van de gegevens. De gegevens krijgen een aantekening en de bronhouder zal vervolgens en onderzoek instellen. Op deze manier wordt er een zelfreinigend systeem gecreëerd. Op de laatste pagina is een tabel opgenomen van de basisregistraties.

Een van die basisregistraties is de Wet basisregistratie adressen en gebouwen (hierna: Wet BAG) waarvan de uitvoering bij de gemeente berust. Hierna volgt een uiteenzetting van die Wet BAG waarin regels zijn vastgelegd over het benoemen van woonplaatsen, het toekennen van straatnamen (openbare ruimte) en het toekennen van adressen. In onderstaand overzicht een overzicht van aantallen. Aangegeven is of het een verplichte BAG-registratie is.

 

Gemeente Sittard-Geleen (BAG toestand aug-2018)

aantal woonplaatsen

13

 *)

aantal openbare ruimten

1.897

 *)

aantal adressen

53.459

 *)

aantal ligplaatsen

16

 *)

aantal standplaatsen

179

 *)

aantal panden

60.501

 *)

aantal CBS Wijken

37

 

aantal stadsdelen

5

 

 

 

 

*) verplicht gegeven in de BAG-registratie

 

b Belang van naamgeving en nummering (adressen)

Adressen vervullen een essentiële functie in het maatschappelijk verkeer. Niet alleen voor dienstverlenende instanties als politie, brandweer, posterijen en ambulancebedrijven, maar ook voor bijvoorbeeld de makelaardij, de advocatuur, het notariaat en het bedrijfsleven. Zij kunnen veelal hun werkzaamheden niet uitvoeren zonder goed sluitende informatie over adressen. Ook de burger heeft belang bij goede adressering van zijn woonverblijf. Hij wenst in brede zin vindbaar te zijn. Adressen vervullen binnen het openbaar bestuur eveneens een wezenlijke functie. Enerzijds is een groot deel van de overheidsregistraties geordend (toegankelijk) op alfanumerieke volgorde van adressen. Anderzijds zijn adressen van wezenlijke betekenis voor het koppelen en maken van selecties uit deze registraties. Het benoemen van delen van de openbare ruimte (straatnamen) en het toekennen van nummers aan verblijfsobjecten (huisnummers/adressen) is een taak die de gemeente met extra zorg omgeven.

 

c Wet BAG 1-7- 2018

Met ingang van 1 juli 2018 is de wet BAG – en de daarop gebaseerde regelgeving - op een aantal onderdelen aangepast. Als gevolg daarvan zullen gemeenten een aantal aanpassingen moeten doorvoeren in hun mandaatregeling en de in het kader van de uitvoering van de Wet BAG gebruikte gemeentelijke standaarddocumenten. Tegen deze achtergrond is van de gelegenheid gebruik gemaakt om de Modelverordening naamgeving en nummering van de VNG als uitgangspunt te nemen. De modelverordening is op wetstechnisch vlak aangepast aan de gewijzigde Wet BAG. Daarnaast zijn er tekstuele en redactionele verbeteringen doorgevoerd die ertoe strekken de bepalingen duidelijker, korter of beter leesbaar te maken of uniformering aan te brengen in de formulering. De bronhouders hebben de verantwoordelijkheid om de kwaliteit van de registratie conform de eisen in wet- en regelgeving te garanderen. Ter ondersteuning hiervan worden er, middels bijvoorbeeld het Kadaster Kwaliteitsdashboard BAG, centraal instrumenten beschikbaar gesteld. Het kwaliteitsmanagement BAG, belegd bij het Kadaster, controleert op deze ondergrens en kan in actie komen zodra de datakwaliteit van de BAG structureel onder druk staat.

 

d Algemene wet bestuursrecht

Het toekennen van een naam of nummer (adressen) op grond van de verordening is een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Het besluit zal aan de formele en materiële eisen van de Awb moeten voldoen. Op grond van de Awb is het mogelijk tegen een besluit een bezwaarschrift in te dienen bij het besluitende bestuursorgaan. Tevens staat de mogelijkheid open om een beroepschrift in te dienen bij de sector bestuursrecht van de arrondissementsrechtbank.

Met name ten aanzien van naamgeving kan de vraag rijzen of er wel sprake is van een besluit. Deze vraag kan bevestigend worden beantwoord indien het besluit zich richt op bepaalde, concreet aanwijsbare objecten en het besluit gebaseerd is op een publiekrechtelijke regeling die een gedoogplicht inhoudt voor de rechthebbende op onroerende zaken in verband met het op deze objecten aanbrengen van naam- en nummerborden. Op grond van deze verordening zal derhalve sprake zijn van een besluit tot naamgeving of nummering. Ook wijziging of intrekking van een naam of nummer of het afwijzen van een verzoek daartoe valt binnen de reikwijdte van de AWB. Indien een aanvraag voor een naam of een nummering moet worden afgewezen of een besluit tot naamgeving of nummering een belanghebbenden zou treffen, moet worden bezien of artikel 4:7 dan wel 4:8 van de AWB van toepassing is. Deze artikelen houden de verplichting in de aanvrager of belanghebbende te horen voordat het besluit wordt genomen.

 

e Regelen van de gevolgen

Bij het gebruik van de bevoegdheid tot naamgeving en nummering moet het college rekening houden met het belang van vooral bewoners en bedrijven. Wijziging van een naam of een nummer treft immers de belangen van bewoners en bedrijven. In bepaalde gevallen kan er sprake zijn van een gemeentelijke gehoudenheid tot regeling van de gevolgen van de wijzigingsbesluiten. Een aantal punten is hierbij van belang:

1. Tussen het besluit tot wijziging en de uitvoering van de wijziging dient voldoende tijd te liggen, zodat de bewoners en de bedrijven zich op de gewijzigde naam of het veranderde nummer kunnen voorbereiden. Hoe langer deze periode is, hoe minder de gemeenten gehouden is tot compenserende maatregelen. Het verdient aanbeveling in een vroeg stadium contact op te nemen met de betrokken bewoners en bedrijven. De Algemene wet bestuursrecht (Awb) kent deze verplichting op grond van artikel 4:8.

2. Voor de gevallen waarin de gemeente gehouden kan worden tot het vergoeden van de gemaakte kosten, is geen algemene norm aan te geven waaruit de hoogte of de vorm van de vergoeding kan worden afgeleid.

3. Indien de wijziging bewoners betreft en er een korte voorbereidingsperiode geldt, is het beschikbaar stellen van een aantal adreswijzigingkaarten in de meeste gevallen een redelijke vorm van schadeloosstelling.

4. Bedrijven die ook bij een voorbereidingsperiode van een jaar onredelijk in hun belangen worden getroffen, kunnen een aanspraak maken op vergoeding van een deel van de kosten die ze maken. Daarbij zijn de volgende aspecten te overwegen:

a. De bevoegdheid van de gemeente om tot wijziging te besluiten;

b. Het maatschappelijk risico dat een bedrijf dientengevolge is toe te rekenen, waarbij de keuze voor vermelding van het adres op verpakkingsmateriaal, winkelruiten, markiezen, bedrijfsauto’s of productieonderdelen geacht worden tot het ondernemersrisico te behoren;

c. De lengte van de voorbereidingsperiode;

d. De specifieke aspecten van het bedrijf;

e. De voorraad naar buiten gerichte kantoorbescheiden en andersoortige productieonderdelen die niet tot het ondernemingsrisico zijn te rekenen;

f. De actualiteit van de onder punt e genoemde zaken;

g. Het gemiddelde gebruik of de omzet per tijdsperiode van de onder punt e genoemde zaken;

h. De mogelijkheid tot bedrijfseconomische en fiscale afschrijving van de onder punt e genoemde zaken.

 

 

ARTIKELSGEWIJZE Toelichting Verordening naamgeving en nummering (adressen)

 

Artikel 1 definities

Omdat de wijziging van de Wet BAG per 1 juli 2018 ertoe leidt dat de wet voortaan niet meer van ‘basisregistraties’ maar van ‘basisregistratie’ spreekt en de definitie van ‘ligplaats’ in de wet wijzigt, moet ook artikel 1 van de Verordening naamgeving en nummering (adressen) daarop aangepast worden. Begrippen die niet in de Wet BAG voorkomen of daarvan afwijken, worden in deze verordening nog wel afzonderlijk gedefinieerd.

 

Artikel 2 naamgeving woonplaatsen en openbare ruimte

Het eerste lid regelt het vaststellen en begrenzen van de woonplaats(en). Het totale grondgebied van de gemeente moet in een of meer woonplaatsen worden opgedeeld. Dit betekent, dat de gemeente-grens altijd samenvalt met de woonplaatsgrenzen. Verder biedt het eerste lid de mogelijkheid om woonplaatsen te verdelen in wijken en buurten. In het kader van de Volkstelling 1971 is tussen gemeenten, de provinciale planologische diensten en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) een gebiedsindeling overeengekomen, die wordt aangeduid met de term CBS wijk- en buurtindeling. Deze indeling werd noodzakelijk geacht, omdat op provinciaal en landelijk niveau behoefte bestond aan inzicht in de onderverdeling van het gemeentelijk grondgebied. Sinds 1971 heeft het echter ontbroken aan systematisch interbestuurlijk overleg waardoor onduidelijkheid kon ontstaan over de te hanteren wijk- en buurtindeling. De minister van Economische Zaken is voornemens zijn coördine-rende rol inzake wijk- en buurtindeling te reactiveren, maar dat heeft nog niet geleid tot nadere bijhoudingsregels. Gemeenten doen er voorlopig verstandig aan - bij het opdelen van een woonplaats in wijken en buurten - de CBS-voorschriften inzake de wijk- en buurtindeling uit 1970 aan te houden. Een buurt is daarbij het laagste regionale niveau en deel van een wijk. Soms komt een buurt overeen met een wijk, maar het kan ook voorkomen dat er in één wijk meerdere buurten zijn. In sommige gevallen komt het ook voor dat een buurt (gedeelten van) meerdere wijken omvat.

 

Het tweede lid regelt het per woonplaats benoemen van openbare ruimte. In de Wet BAG zijn geen bepalingen opgenomen over de grenzen van benoemde delen van de openbare ruimte. Daar is in de verordening wel voor gekozen om te voorkomen dat delen van de openbare ruimte, onbedoeld, een dubbele naam krijgen of deels geen naam krijgen vanwege onduidelijkheid over de begrenzingen. Voor de meeste gemeenten is het vastleggen van begrenzingen van benoemde delen van de openbare ruimte al dagelijkse praktijk. Verder is in het tweede lid de naamgeving van gemeentelijke gebouwen en bouwwerken meegenomen. Deze taak kan, naast de naamgeving van woonplaatsen en de openbare ruimte, aan de Commissie voor de naamgeving worden opgedragen. Het derde lid opent de mogelijkheid om de gemeente onder te verdelen in stadsdelen.

 

Met de wettelijke regeling inzake de naamgeving van de openbare ruimte komt een einde aan discussies over de naamgeving van rijkswegen en provinciale wegen. De Wet BAG schrijft namelijk voor dat alle verblijfsobjecten van een nummer moeten zijn voorzien en dat geldt dus ook voor bijvoorbeeld benzinestations, restaurants of hotels die alleen via een rijks- of provinciale weg zijn te bereiken. Nummers kunnen alleen worden uitgegeven als zij worden gerelateerd aan een door het college vastgestelde naam aan een deel van de openbare ruimte. Gemeenten moeten derhalve ex artikel 6 van de Wet BAG voor rijks- en provinciale wegen een naambesluit nemen. Gemeenten moeten hier verstandig met hun bevoegdheid omgaan. In dit soort gevallen kan worden aangesloten bij de al jaren door veel gemeenten toegepaste werkwijze, waarbij de naamgeving louter wordt gebaseerd op het nummer en het type weg. Bijvoorbeeld door de A3 in een bepaalde woonplaats de naam <Rijksweg A3> toe te kennen. Daarmee blijft de A-nummering in tact en ook het type weg (rijksweg) blijft onveranderd. (E-aanduidingen moeten niet in de naamgeving van rijkswegen worden betrokken.) Zo kan ook bijvoorbeeld de provinciale weg N999 de naam <Provinciale weg N999> worden toegekend. Ook hier blijft het type weg en de N-nummering volledig in tact. Tot op heden hebben gemeenten zich aan deze werkwijze gehouden.

 

Anders ligt dat bij de naamgeving van rivieren en wateren van internationale betekenis. Na ampel beraad is besloten over de naamgeving van dit soort openbare buitenruimten geen regels op te nemen in de verordening. Er bestaat voor de gemeente immers geen enkele aanleiding of noodzaak

 

 

tot het herbenoemen van deze rivieren en wateren. Het behoeft bovendien geen nadere uitleg dat het tot onoverzichtelijke situaties leidt als bijvoorbeeld een rivier per woonplaats een andere naam krijgt toebedeeld. Het toekennen van nummeringen aan een object of plaats dient te worden gekoppeld aan de naam van de openbare ruimte naast voornoemde rivieren en wateren. Als zich de bijzondere situatie al mocht voordoen om een naam van een rivier of water van internationale betekenis te wijzigen, dan kan dat niet eerder plaatsvinden dan na gehouden overleg met het bestuursorgaan die dat aangaat.

Het 3e lid bepaalt, dat onder de termen bepalen, vaststellen, verdelen en toekennen, zoals bedoeld in het eerste en twee lid, tevens het wijzigingen of intrekken daarvan omvat. Deze passage is opgenomen, omdat hierover in het verleden problemen zijn gerezen.

 

Artikel 3 nummering objecten

Het 1e en 2e lid regelen het vaststellen van standplaatsen en ligplaatsen en het toekennen van nummers aan verblijfsobjecten, ligplaatsen, standplaatsen en afgebakende terreinen. Hier is niet voor de term huisnummer gekozen, omdat bij afgebakende terreinen, lig- en standplaatsen niet kan worden gesproken van huis. Vandaar dat de term nummeraanduiding wordt gebruikt.

Een burger kan overigens een aanvraag voor een nummeraanduiding bij burgemeester en wethouders indienen. Deze aanvraag zal in de regel zijn aan te merken als een verzoek van een belanghebbende om een besluit te nemen in de zin van artikel 1:3, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb). Op de afwikkeling van de aanvraag zijn de hoofdstuk 3 en 4 van de Awb van toepassing (zie hierover ook de algemene toelichting). De strekking van het derde lid spreekt voor zich en behoeft geen verdere toelichting.

Het 4e lid regelt, dat het eerste tot en met het derde lid ook kan worden toegepast op andere betreedbare en afsluitbare objecten - zoals bijvoorbeeld afgebakende terreinen - als het college dat nodig oordeelt.

Het 5e lid bepaalt dat onder de termen vaststellen, verdelen en toekennen, zoals bedoeld in het eerste en twee lid, tevens het wijzigingen of intrekken daarvan omvat. Deze passage is opgenomen, omdat hierover in het verleden problemen zijn gerezen.

 

Artikel 4 aanbrengen aanduiding

De toegekende namen moeten overeenkomstig de wens van het college worden aangebracht. De kosten daarvan komen voor rekening van de gemeente. De in het eerste lid vervatte zinsnede ‘in voldoende aantallen ter plaatse’ verdient nadere toelichting. Onder dit begrip wordt verstaan, dat een verkeersdeelnemer bij het oprijden van een kruising van wegen, door in voldoende aantallen aangebrachte naamborden, zonder omkijken en in een oogopslag de naam van de dwarsstraat moet kunnen lezen. Dit betekent doorgaans dat op alle hoeken van de kruising borden dienen te worden aangebracht.

Het 2e lid bepaalt dat een object of plaats of terrein een door het college toegekend nummer ook feitelijk moet dragen. Het college wordt de mogelijkheid geboden toe te zien op de naleving van het aanbrengen van nummers. Met het oog op de dienstverlening is het immers noodzakelijk dat de nummers, die door het college zijn toegekend, ook ter plaatse terug zijn te vinden. Voor de hieraan verbonden kosten wordt verwezen naar de algemene toelichting.

Het 3e lid verbiedt een ieder die daartoe niet is bevoegd, namen toe te kennen aan delen van de openbare ruimte door naamborden zichtbaar ter plaatse aan te brengen. Het komt steeds vaker voor dat burgers - om de meest uiteenlopende redenen - een straatnaambord in de tuin plaatsen of aan de onroerende zaak bevestigen. Dat geeft veelal verwarring met de door de gemeente toegekende namen aan de openbare ruimte. Het derde lid geeft de gemeente de bevoegdheid om hiertegen op te treden. Voor de goede wordt erop gewezen dat het iedereen vrij staat om een naam toe te kennen aan zijn onroerende zaak, zolang dat geen verwarring geeft met de door de gemeente toegekende namen aan de openbare ruimte.

Het 4e lid verbiedt een ieder die daartoe niet is bevoegd nummers toe te kennen aan onroerende zaken die privé bezit zijn door deze op zichtbare wijze aan te brengen. Het aanbrengen van zelf gekozen nummers door eigenaren, gebruikers of beheerders aan objecten, plaatsen en terreinen is

de laatste decennia hand over hand toegenomen. Bovendien is bij de invoering van de Wet BAG ook gebleken dat nummers vaak zijn verdwenen. Ook worden nummers soms zo abstract vormgegeven dat zij niet meer aan het criteria van doeltreffendheid, zoals bedoeld in het tweede lid, voldoen. Deze criteria kunnen worden uitgewerkt in de uitvoeringsvoorschriften, zoals bedoeld in artikel 7.

 

Artikel 5 gedoogplicht naamaanduiding

Vanuit een weloverwogen algemeen maatschappelijk belang dienen naamborden door of namens de gemeente ter plaatse goed zichtbaar en in voldoende mate te worden aangebracht. Veelal is het noodzakelijk om naamborden te bevestigen aan gebouwgevels, terreinafscheidingen of aan paaltjes die op privé-terrein worden geplaatst. De betrokken rechthebbenden zijn verplicht dat toe te laten. Het artikel houdt verder rekening met de omstandigheid dat de borden niet door de gemeente zelf, maar op verzoek van de gemeente door derden worden aangebracht.

Het 2e lid geeft de gemeente de mogelijkheid om een bord met de oude (doorgehaalde) naam enige tijd te handhaven naast een bord met de nieuwe naam. Op deze wijze wordt voorkomen dat zij, die niet van de herbenoeming op de hoogte zijn, hun bestemming niet kunnen vinden.

Het 3e lid is opgenomen om te voorkomen dat de leesbaarheid/zichtbaarheid van een aangebracht naambord door bijvoorbeeld hoog opschietend groen, zonnescherm of reclamebord wordt belemmerd. Vandaar dat is bepaald dat de rechthebbende ervoor dient te zorgen dat de bedoelde borden vanaf de openbare weg leesbaar blijven.

 

Artikel 6 aanbrengplicht nummeraanduiding

Met betrekking tot dit artikel wordt gewezen op het feit dat het aanbrengen van nummerborden per gemeente verschillend is geregeld. Sommige gemeenten brengen de nummers zelf aan. Het aanbrengen van de nummers wordt echter ook uitbesteed of overgelaten aan de aannemer. Bijvoorbeeld als onderdeel van het uitvoeren van een bouwwerk. Ten slotte wordt het ook vaak aan de rechthebbende opgedragen om de nummers, conform de gemeentelijke voorschriften, aan te brengen. In de verordening is gekozen voor een formulering waarbij de rechthebbende het nummer dient aan te brengen, tenzij het college anders besluit. Het laatste zal vaak het geval zijn bij nieuwbouwprojecten, waarbij een uniform uitgevoerde nummering wenselijk wordt geacht. Het verdient aanbeveling de verantwoordelijkheid voor het aanbrengen van een nummer in de tekst van het nummerbesluit te regelen.

In het 2e en 3e lid is bepaald dat het door het college toegekende nummer binnen een bepaalde termijn moet zijn aangebracht. Voor gevallen waarin het object nog niet is voltooid, moet het nummer vier weken na de voltooiing zijn aangebracht.

Het 4e lid biedt de gemeente de mogelijkheid om een bord met het oude (doorgehaalde) nummer enige tijd te handhaven naast een bord met het nieuwe nummer. Op deze wijze wordt voorkomen dat zij, die niet van de hernummering op de hoogte zijn, hun bestemming niet kunnen vinden. Het handhaven van het oude (doorgehaalde) nummer wordt soms bij omvangrijke of ingewikkelde vernummering toegepast.

Het 5e lid geeft het college de mogelijkheid de in het 2e en 3e lid genoemde termijnen te verlengen.

 

Artikel 7 nadere regels

Het 1e lid biedt de mogelijkheid om uitvoeringsvoorschriften vast te stellen ten aanzien van naamgeving en nummering. Deze uitvoeringsvoorschriften zijn gericht op vast gemeentelijk beleid. Dat kan van belang zijn bij beroeps- en bezwaarprocedures. De uitvoeringsvoorschiften kunnen bepalingen bevatten met betrekking tot de bestuurlijke, taalkundige en inhoudelijke aspecten van de naamgeving, alsmede bepalingen over de wijk- en buurtindeling, de toekenning van nummers, de wijze van nummeren, de uitvoering en plaatsing van borden en voorschriften van administratief-organisatorische aard. Ook kunnen modellen worden voorgeschreven voor verklaringen, besluiten en formulieren.

Het 2e lid bepaalt dat de uitvoeringsvoorschriften niet in strijd mogen zijn met het postcodeconvenant.

 

Artikel 8 handhaving

Het opleggen van verplichtingen, zoals vervat in de verordening, heeft alleen zin wanneer deze verplichtingen bij nalatigheid of overtreding kunnen worden afgedwongen, zodra deze worden overtreden. Het is gebruikelijk aan lichte overtredingen een geldboete van de eerste categorie te verbinden.

In het 2e lid is bepaald dat in een mandaatregeling wordt geregeld, die op de naleving van de bepalingen in de verordening moet toezien. Dat kan bijvoorbeeld de afdeling of dienst Bouwtoezicht zijn. De laatste jaren wordt dit toezicht steeds vaker opgedragen aan de afdeling waaraan de bijhouding van de BAG is opgedragen. In de mandaatregeling wordt dit nader bepaald.

 

Artikel 9 inwerkintreding

Dit artikel regelt de inwerkingtreding van de verordening.

 

Artikel 10 vervallen oude regels

Dit artikel regelt het vervallen van de oude bepalingen. De strekking van dit artikel spreekt voor zich.

Zo zijn bepalingen over de straatnaamgeving en huisnummer in deze gemeente nu opgenomen in de in de Algemene plaatselijke verordening (Apv) , Afdeling 10 in de artikelen 5:38 t/m 5:41

 

Artikel 11 overgangsregeling

Het principe van het benoemen van de openbare ruimte en het nummeren van verblijfsobjecten, ligplaatsen, standplaatsen en afgebakende terreinen dateert al uit de vorige eeuw. In de loop der jaren zijn veel opvolgende voorschriften van kracht geweest. Het is niet zinvol bij de invoering van de verordening te eisen dat alle nummers in de gemeente dienen te worden aangepast aan de nieuwe uitvoeringsvoorschriften, zoals vervat in artikel 7. Nummers die onder het oude regime tot stand zijn gekomen, blijven gehandhaafd. Het college heeft wel de mogelijkheid om aanpassing van de nummers te eisen.

 

Artikel 12 citeerartikel

Omdat de term huisnummer in principe geen juiste term is voor het nummeren van verblijfsobjecten, afgebakende terreinen, standplaatsen en ligplaatsen en de term straatnaam geen juiste term is voor plantsoenen, wegen e.d., is gekozen voor de nieuwe citeertitel Verordening naamgeving en nummering (adressen).

 

Overzicht van basisregistraties Nederland:

 

Naam basisregistratie

Beheerder/bronhouder(s)

Omschrijving

Adressen en gebouwen

(BAG)

Gemeenten:

Burgemeester en Wethouders

De BAG (Basisregistratie Adressen en Gebouwen) bevat gemeentelijke basisgegevens van alle adressen en gebouwen in een gemeente. Kopieën van al deze gegevens zijn verzameld in een Landelijke Voorziening ( BAG LV). Het Kadaster beheert de BAG LV en stelt de gegevens beschikbaar aan organisaties met een publieke taak, instellingen, bedrijven en particulieren. De Minister van BZK is systeemverantwoordelijk voor de BAG.

 

Topografie (BRT)

Kadaster

De basisregistratie Topografie bestaat uit digitale topografische bestanden op verschillende schaalniveaus (schaal: 1:10.000, 1:50.000, 1:100.000, 1:250.000, 1:500.000 en 1:1.000.000). Het Kadaster is houder van de Basisregistratie Topografie (BRT). Deze verzameling topografische bestanden is beschikbaar als open data. Dat betekent dat het Kadaster deze gegevensbestanden kosteloos en met minimale leveringsvoorwaarden ter beschikking stelt

 

Kadaster (BRK)

Kadaster

De basisregistratie Kadaster bestaat uit de kadastrale registratie en de Kadastrale Kaart. Veel afnemers gebruiken de kadastrale gegevens als basis voor hun eigen werkprocessen. Het Kadaster fungeert dus eigenlijk al lange tijd als basisregistratie. De producten van het Kadaster blijven beschikbaar via Mijn Kadaster en de andere kanalen. Met andere basisregistraties zullen directe koppelingen worden gelegd om ook gegevens van andere registraties op te kunnen nemen in de kadastrale registratie en op kadastrale producten

 

Grootschalige topografie

(BGT)

Gemeenten, Provincies,

Waterschappen, Min. van EZ

Min. van Defensie, Rijkswater-

staat, ProRail

De Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) is een digitale kaart van Nederland waarop gebouwen, wegen, waterlopen, terreinen en spoorlijnen eenduidig zijn vastgelegd. De kaart is op 20 centimeter nauwkeurig en bevat veel details, zoals je die in de werkelijkheid ook ziet. Denk aan bomen, wegen, gebouwen, kortom: de inrichting van de fysieke omgeving.

 

Ondergrond (BRO)

Gemeenten, Provincies, Waterschappen en Ministerie van EZ en I&M (RWS)

Het gebruik van bodem- en ondergrondgegevens bij de overheid en particuliere organisaties is de laatste decennia sterk toegenomen, zowel kwalitatief als kwantitatief. Deze gegevens spelen een cruciale rol op uitvoerend niveau, maar zijn ook van belang bij het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. Daarbij valt onder meer te denken aan het inpassen van de gevolgen van klimaatverandering zoals de stijging van de zeewaterspiegel en bodemdaling. Andere voorbeelden zijn het gebruik van informatie in de ruimtelijke ordening, bij ondergronds bouwen, koude-warmteopslag of de opslag van CO2. Met de Basisregistratie Ondergrond (BRO) beoogt de overheid de informatievoorziening sterk te verbeteren door publieke gegevens over de ondergrond op gestandaardiseerde wijze voor zowel de overheid als andere partijen ter beschikking te stellen

 

Personen (BRP)

Gemeenten

De Basisregistratie Personen (BRP) bevat persoonsgegevens over alle ingezetenen van Nederland en over personen die niet in Nederland wonen – of hier slechts kort verblijven – maar die een relatie hebben met de Nederlandse overheid, de ‘niet-ingezetenen’.

 

Handelsregister (NHR) 

Kamer van Koophandel

Het Handelsregister is de basisregistratie van alle rechtspersonen en ondernemingen in Nederland

 

Voertuigen (BRV)

Rijksdienst voor Wegverkeer

In de Basisregistratie Voertuigen (BRV) staan gegevens van voertuigen, kentekenbewijzen en personen aan wie het kentekenbewijs is afgegeven. Uit de registratie verstrekt de RDW (Dienst Wegverkeer) informatie aan overheden, burgers en bedrijven.

 

Inkomen (BRI)

Rijksbelastingdienst

In de Basisregistratie Inkomen staat van ongeveer 13 miljoen burgers het verzamelinkomen of het belastbaar jaarloon. Overheidsorganisaties gebruiken de BRI om toeslagen, subsidies of uitkeringen te bepalen. Voor burgers gebruikt de Belastingdienst in plaats van de BRI, het begrip “geregistreerd inkomen”. Vanaf 1 juni 2015 kunnen burgers hun geregistreerd inkomen raadplegen op Mijn Overheid.

   

Waardering Onroerende zaken (WOZ)

Gemeenten

De gegevensverzameling voor de Basisregistratie WOZ bestaat naast het authentieke gegeven “vastgestelde waarde” (WOZ-waarde) ook uit de gegevens die nodig zijn om deze waarde aan zowel een onroerende zaak te relateren als aan een belanghebbende. Voor het relateren van de WOZ-waarde aan een onroerende zaak is er aan de ene kant de (van een BAG-adres afgeleide) aanduiding van een onroerende zaak en aan de andere kant de koppeling aan kadastrale percelen en/of adressen en aan BAG verblijfsobjecten, standplaatsen, ligplaatsen en/of panden. Verder wordt vastgelegd voor welke belanghebbende de WOZ-waarde van betekenis is. De NAW-gegevens van deze belanghebbende zijn vastgelegd mede door een relatie naar de BRP of het Handelsregister. Er zijn ook belanghebbenden die niet in één van deze registraties zijn vastgelegd.

 

Registratie Niet Ingezeten (RNI)

Belastingdienst, Sociale verzekeringsbank (SVB), uitkeringsinstituut  Werknemersverzekeringen (UWV), CAK en Min. ban Buitenlandse zaken

De RNI is bedoeld voor personen in het buitenland die een relatie hebben met de Nederlandse overheid. Ook mensen die korter dan 4 maanden in Nederland wonen kunnen zich inschrijven in de RNI.

RvIG schrijft zelf geen mensen in en wijzigt geen persoonsgegevens in de RNI. Inschrijven in de RNI kan bij de 19 RNI-loketten verspreid over Nederland.

Deze loketten kunnen verder de persoonsgegevens wijzigen, inzage geven in persoonsgegevens, afschriften en uittreksels verstrekken.

 

 

Naar boven