ORGANISATIEVERORDENING GRIFFIE ETTEN-LEUR 2019

De raad van de gemeente Etten-Leur

 

Gelet op artikel 107e van de Gemeentewet,

 

Gehoord de werkgeverscommissie op 10 december 2018;

 

Besluit:

 

vast te stellen de:

 

ORGANISATIEVERORDENING GRIFFIE ETTEN-LEUR 2019

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    griffie: de organisatie die valt onder de verantwoordelijkheid van de raad, bestaande uit de griffier en de onder zijn verantwoordelijkheid functionerende ambtenaren;

  • b.

    griffier: de op grond van artikel 107 van de Gemeentewet door de raad benoemde functionaris of diens plaatsvervangers.

  • c.

    werkgeverscommissie: een door de raad op grond van artikel 83 van de Gemeentewet ingestelde commissie waaraan de werkgeversfunctie van de griffie(r) is gedelegeerd.

  • d.

    ambtelijke organisatie: de ambtelijke organisatie als bedoeld in de Organisatiebesluit gemeente Etten-Leur 2016.

  • e.

    gemeentelijke rechtspositie: de rechtspositie van de ambtenaren van de ambtelijke organisatie.

 

Artikel 2 Organisatie van de griffie

De raad stelt op voorstel van de werkgeverscommissie, gehoord de griffier, de organisatiedoelstellingen en formatie van de griffie en de op de griffie aanwezige functies vast.

 

Artikel 3 Aansturing griffier

  • 1.

    De werkgeverscommissie is verantwoordelijk voor de aansturing van de griffier.

  • 2.

    De raad stelt op voorstel van de werkgeverscommissie een instructie vast, zoals bedoeld in artikel 107a van de Gemeentewet.

  • 3.

    De griffier handelt naar zijn instructie.

  • 4.

    De griffier legt verantwoording af aan de raad over het functioneren van de griffie op een door de werkgeverscommissie te bepalen wijze.

 

Artikel 4 Financiën

De raad stelt jaarlijks met het vaststellen van de programmabegroting het budget van de griffie vast.

 

Artikel 5 Ondersteunende faciliteiten

  • 1.

    De griffie maakt gebruik van de binnen de ambtelijke organisatie bestaande ondersteunende faciliteiten, met name op het terrein van het personeels-, informatie-, organisatie-, financieel-, automatiserings-, communicatie en huisvestingsbeheer en -beleid.

  • 2.

    Voorzover de ondersteunende functies werkzaamheden ten behoeve van de griffie uitvoeren handelen zij overeenkomstig de aanwijzingen van de griffier.

Artikel 6 Rechtspositie

  • 1.

    De bestaande gemeentelijke rechtspositie en de toekomstige wijzigingen daarvan zijn, nadat de werkgeverscommissie is gehoord, van overeenkomstige toepassing op de griffier en het overige griffiepersoneel.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid kan, indien de werkgeverscommissie van oordeel is dat een gemeentelijke rechtspositionele regeling voor de griffier en het overige griffiepersoneel onevenredig bezwarend is, de raad besluiten een gemeentelijke rechtspositionele regeling niet over te nemen en een andere regeling vast te stellen.

 

Artikel 7 Medezeggenschap

  • 1.

    De griffie voert samen met de ambtelijke organisatie een gemeenschappelijke ondernemingsraad als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de ondernemingsraden (WOR).

  • 2.

    De gemeentesecretaris / directeur geldt voor wat betreft de griffie als bestuurder in de zin van de WOR.

  • 3.

    Voorzover er in het overleg met de ondernemingsraad als bedoeld in artikel 23 van de WOR (hierna: de overlegvergadering) onderwerpen worden besproken die de griffie en/of het griffiepersoneel rechtstreeks of middellijk aangaan, vindt er voorafgaand aan de overlegvergadering overleg plaats tussen de griffier en de gemeentesecretaris/directeur. Indien dat door de griffier wenselijk wordt geacht, is de gemeentesecretaris/directeur gehouden om het standpunt van de griffier in de overlegvergadering kenbaar te maken.

  • 4.

    De griffier ontvangt een verslag van die overlegvergaderingen, waarin onderwerpen zijn besproken die de griffie en/of het griffiepersoneel rechtstreeks of middellijk aangaan.

  • 5.

    De voorgenomen rechtspositionele besluiten worden op de juiste manier voorgelegd aan het bevoegde medezeggenschapsorgaan.

 

Artikel 8 Onvoorziene omstandigheden

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, pleegt griffier voor zover nodig overleg met de voorzitter van de werkgeverscommissie.

 

Artikel 9 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als ‘Organisatieverordening griffie Etten-Leur 2019’.

Artikel 10 Inwerkingtreding en bekendmaking

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van bekendmaking.

De Organisatieverordening griffie 2015 wordt op diezelfde dag ingetrokken.

 

 

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 4 februari 2019

De raad voornoemd,

Dhr. drs. W.C.M. Voeten MBA

Mw. dr. M.W.M. de Vries

Griffier

voorzitter

 

TOELICHTING

 

Organisatieverordening griffie Etten-Leur 2019

 

Ingevolge artikel 107e, eerste lid, van de Gemeentewet, kan de raad regels stellen over de organisatie van de griffie. De raad is daarom bevoegd om een organisatieverordening ten aanzien van de griffie vast te stellen.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Dit artikel behoeft geen toelichting.

 

Artikel 2 Organisatie van de griffie

Het is van belang dat de raad stilstaat bij wat voor een soort griffie hij als ondersteuning wenst te hebben en dus welke functies hij wenst te zien ingevuld. In dat kader is het van belang de organisatiedoelstellingen te benoemen en de formatie van de griffie te bepalen. De raad besluit op voorstel van de werkgeverscommissie, nadat de griffier is gehoord.

 

Artikel 3 Aansturing griffier

De raad heeft de aansturing van de griffie neergelegd bij de werkgeverscommissie. Deze commissie is verantwoordelijk voor het voeren van functionerings- en beoordelingsgesprekken met de griffier. De raad kan verder op basis van de Instructie griffier, gebaseerd op artikel 107a, tweede lid, van de Gemeentewet, de griffier aansturen. De griffier legt als diensthoofd verantwoording af aan de werkgeverscommissie over het functioneren van de griffie.

 

Artikel 4 Financiën

Artikel 160, eerste lid, sub e van de Gemeentewet bepaalt dat het college bevoegd is te besluiten tot privaatrechtelijke rechtshandelingen. De raad mag dus niet over privaatrechtelijke handelingen beslissen, hij is er niet toe bevoegd. Er is in de Gemeentewet ook onvoldoende rekening mee gehouden dat de meeste gemeenteraden een eigen, zelfstandige, griffie zouden krijgen. Die kan niet functioneren zonder spullen aan te schaffen en allerlei andere privaatrechtelijke zaken (zoals het aangaan van een overeenkomst) te regelen. Alleen de beschikbaarstellig van het financiële budget kan de raad zelf doen. Vast staat dat de griffier geen privaatrechtelijke bevoegdheden van de raad gemandateerd kan krijgen, simpelweg omdat de raad die zelf niet heeft. Die bevoegdheden kunnen dus ook niet in de organisatieverordening van de griffie worden geregeld.

 

Artikel 5 Ondersteunende faciliteiten

Het gegeven dat de raad bevoegd gezag is over de medewerkers van de griffie neemt niet weg dat het voor de hand ligt dat door de griffie gebruik wordt gemaakt van binnen de ambtelijke organisatie bestaande ondersteunende faciliteiten, zoals de salarisadministratie en personeelsadviseurs, de financiële administratie, facilitaire zaken, communicatie en automatisering (o.a. de zogenaamde PIOFAH-functies).

Aangezien het vanwege de schaalgrootte van de gemeente Etten-Leur inefficiënt is om de ondersteunende faciliteiten onder te brengen bij de griffie, dienen de met de ondersteuning belaste ambtenaren in ieder geval bij de uitvoering van werkzaamheden ten behoeve van de griffie overeenkomstig de aanwijzigen van de griffier te handelen. Dit laat onverlet dat het college de ondersteunende ambtenaren kan aanspreken indien zij hun taken niet naar behoren vervullen.

Om een goed inzicht te krijgen in de kosten van de griffie is het belangrijk dat de gemaakte ondersteuningkosten aan het griffiebudget worden doorberekend.

 

Artikel 6 Rechtspositie

De raad is bevoegd gezag over de griffier en het griffiepersoneel. Daarmee is de raad tevens bevoegd om de rechtspositie van deze ambtenaren vast te stellen. De CAR is, als verplichte rechtspositie voor de sector gemeenten, ook op deze ambtenaren van toepassing is. Aangezien Etten-Leur een UWO-gemeente is, geldt dat ook de UWO verplicht de rechtspositie van de griffier en het griffiepersoneel bepaalt. Daarnaast kent de gemeente Etten-Leur ook nog lokale regelingen, tezamen is dit de Arbeidsvoorwaarden Regeling Etten-Leur (AVREL).

 

Het LOGA (brief Lbr. 02/78 CvA/LOGA 02/11) adviseert om de overige rechtspositionele voorschriften zoals die binnen de gemeente gelden en toekomstige wijzigingen daarin, van toepassing te verklaren op de griffier en het griffiepersoneel. Dat is met deze bepaling geregeld.

In het tweede lid is de mogelijkheid opgenomen van deze hoofdregel af te wijken, indien toepassing van de gemeentelijke rechtspositionele regeling voor de griffier en het overige griffiepersoneel onevenredig bezwarend zou zijn.

 

Op 1 januari 2020 treedt de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (Wnra) in werking. Deze nieuwe wet regelt dat voor de meeste ambtenaren het private arbeidsrecht gaat gelden. Dit heeft ook gevolgen voor de lokale rechtspositionele regelgeving. Wellicht zal deze verordening dan aangepast moeten worden.

 

Artikel 7 Medezeggenschap

Sinds de Wet dualisering gemeentebestuur (7 maart 2002) is de gemeenteraad formeel werkgever van de medewerkers van de griffie. Het college is formeel de werkgever voor het overige personeel. De ambtelijke organisatie en de griffie vormen dus twee aparte ondernemingen in de zin van de Wet op de ondernemingsraden (WOR). De rechtspersoon gemeente is de (enige) ondernemer. Als de griffie een eigen OR zou hebben, is niet de gemeentesecretaris/directeur, maar de griffier bestuurder in de zin van de WOR.

 

De griffie is echter te klein voor een eigen medezeggenschapsorgaan met alle wettelijke bevoegdheden. De WOR biedt de ondernemer met meer dan één onderneming de mogelijkheid om de medezeggenschap binnen de ondernemingen te combineren. Als er in de ondernemingen samen ten minste 50 personen werkzaam zijn, kan een gemeenschappelijke OR worden ingesteld (artikel 3 WOR). De ondernemingen worden dan beschouwd als één onderneming in de zin van de WOR. Dit is wenselijk wanneer de ondernemingen zo sterk met elkaar samenhangen dat de instelling van aparte ondernemingsraden minder effectief is of, zoals het geval is met de griffie, een van de ondernemingen te klein is voor de instelling van een eigen ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging (PVT). Ook is e.e.a. als wenselijk aan te merken wanneer er zaken aan de orde zijn die alle ondernemingen betreffen, zoals belangrijke investeringen (bijv. ingrijpende verbouwingen, milieuvoorzieningen, technologische voorzieningen). Tenslotte kunnen aangelegenheden aan de orde zijn die het personeelsbeleid of de arbeidsomstandigheden in alle ondernemingen betreffen.

 

In dit artikel wordt een gemeenschappelijke OR ingesteld.

Omdat de rechtspersoon gemeente bestaat uit meerdere bestuursorganen, dient niet alleen de raad, maar ook het college hiertoe afzonderlijk te besluiten.

 

Om praktische redenen is ervoor gekozen om de gemeentesecretaris/directeur ook v.w.b. de griffie als bestuurder in de zin van de WOR aan te merken. Om ingeval van bespreking van onderwerpen m.b.t. de griffie in de overlegvergadering de inbreng van de griffier te waarborgen, is bepaald dat de gemeentesecretaris/directeur en de griffier voorafgaand aan de overlegvergadering overleg voeren (lid 3). Dit overleg is in beginsel op overeenstemming gericht. Voor het geval er in het vooroverleg tussen de gemeentesecretaris/directeur en de griffier niet tot overeenstemming wordt gekomen, is bepaald dat de gemeentesecretaris directeur in voorkomende gevallen gehouden is het standpunt van de griffier kenbaar te maken.

 

Artikelen 8, 9 en 10

Deze artikelen behoeven geen toelichting.

 

Naar boven