Wijzigingsverordening Re-integratieverordening Participatiewet Ede 2015

De raad van de gemeente Ede;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, zaaknummer 106086;

gelet op artikel 10b van de Participatiewet

besluit vast te stellen de: Wijzigingsverordening Re-integratieverordening Participatiewet Ede 2015

Artikel I  

De Re-integratieverordening Participatiewet Ede 2015 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Het vierde lid komt te luiden;

    4. Het college kan de volgende voorzieningen aanbieden aan personen die behoren tot de doelgroep:

    • a.

      voorzieningen gericht op re-integratie met als doel het verkrijgen van algemeen geaccepteerde arbeid:

      • -

        aanbodversterking (artikel 6)

      • -

        participatieplaats gericht op re-integratie (artikel 7)

      • -

        werkstage (artikel 8)

      • -

        proefplaatsing (artikel 9)

      • -

        detacheringsbaan (artikel 10)

      • -

        uitstroompremie (artikel 11)

      • -

        ondersteuning bij leer-werktraject jongere (artikel 13)

      • -

        scholing (artikel 14)

      • -

        persoonlijke ondersteuning (artikel 15)

      • -

        zelfstandig beroep (artikel 16)

    • b.

      voorzieningen gericht op participatie in de Edese samenleving door het uitvoeren van onbetaalde werkzaamheden, mantelzorg of vrijwilligerswerk:

      • -

        participatieplek gericht op mee doen (artikel 17)

    • c.

      voorziening gericht op de werkgever die een persoon uit de doelgroep een dienstverband biedt voor een door het college nog nader te bepalen minimale duur

      • -

        loonkostensubsidie gericht op re-integratie (artikel 18)

      • -

        no-riskpolis (artikel 19)

  • 2.

    Onder vernummering van de leden 5 tot en met 7 naar 6 tot en met 8 wordt een vijfde lid toegevoegd, luidend:

    5. Het college biedt beschut werk aan een persoon van wie is vastgesteld dat deze alleen in een beschutte omgeving onder aangepaste omstandigheden mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft. Dit onder de restricties en voorwaarden die genoemd staan in artikel 12.

B

Artikel 12 komt als volgt te luiden:

Artikel 12 Beschut werk

  • 1.

    Het college biedt beschut werk aan naar de gebleken behoefte en tot maximaal het aantal geraamde werkplekken dat bij ministeriële regeling per kalenderjaar aan de gemeente wordt opgelegd.

  • 2.

    Het college organiseert zo veel mogelijk beschutte werkplekken bij een reguliere werkgever waaronder begrepen de gemeente zelf. De beschut werkplek is maatwerk en afgestemd op de mogelijkheden en omstandigheden van de persoon.

  • 3.

    De voorzieningen loonkostensubsidie, no-riskpolis, fysieke aanpassingen van de werkplek of de werkomgeving, dan wel uitsplitsing van taken of aanpassingen in de wijze van werkbegeleiding, werktempo of arbeidsduur staan open voor personen met een beschut werkplek.

  • 4.

    Het college biedt een persoon als bedoeld in artikel 4, vijfde lid, binnen een door het college ingerichte voorziening beschut werk tijdelijk een beschut werkplek aan als een beschut werkplek bij een reguliere werkgever binnen een termijn van zes maanden niet kan worden aangeboden. Het college biedt in deze zes maanden aanbodversterking aan als bedoeld in artikel 6 met als doel het verwerven van een beschut werkplek bij een reguliere werkgever te bevorderen. Blijkt binnen deze periode komen vast te staan dat beschut werk niet meer passend is dan vindt doorgeleiding plaats naar arbeidsmatige dagbesteding als bedoeld in de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015.

  • 5.

    Als het maximum aan jaarlijks geraamde werkplekken is bereikt wordt tot 1 januari van het volgende kalenderjaar een overbruggingsperiode gehanteerd. Het college biedt een persoon als bedoeld in artikel 4, vijfde lid, die deel uitmaakt van de doelgroep van de Participatiewet, gedurende de overbruggingsperiode een participatieplek gericht op meedoen aan als bedoeld in artikel 17 van deze verordening. De participatieplek is maatwerk en afgestemd op de mogelijkheden van de persoon.

  • 6.

    Als de dienstbetrekking bij een reguliere werkgever van een persoon bedoeld als in artikel 4, vijfde lid, wordt beëindigd biedt het college ambtshalve dan wel op zijn verzoek een nieuwe beschut werkplek aan overeenkomstig het tweede lid van dit artikel en met inachtneming van het vierde lid van dit artikel. Blijkt komen vast te staan dat een passende dienstbetrekking enkel -en met uitsluiting van reguliere werkgevers- binnen de voorziening beschut werk aangeboden te kunnen worden dan biedt het college een beschut werkplek aan binnen de voorziening. Blijkt komen vast te staan dat beschut werk niet meer passend is dan vindt doorgeleiding plaats naar arbeidsmatige dagbesteding als bedoeld in de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015.

  • 7.

    Het college stelt bij besluit nadere regels vast over de begeleidingsvergoeding.

Artikel II.  

Deze wijzigingsverordening treedt in werking op de achtste dag na die van bekendmaking.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 14 februari 2019, zaaknummer 106086.

De raad voornoemd,

de griffier,

dr. G.H. Hagelstein

de voorzitter,

mr. L.J. Verhulst

Naar boven