Verordening tot wijziging van de Verordeninig Roerende zaakbelasting Molenlanden 2019 (1e wijziging)

De raad van de gemeente Molenlanden,

 

gelezen het voorstel van het college over bovenstaand onderwerp;

 

gelet op artikel 149 en 221 van de Gemeentewet;

 

besluit

 

vast te stellen de verordening tot wijziging van de Verordening roerende-zaakbelastingen 2019 (1e wijziging)

 

Artikel I

Artikel 7 wordt gelezen als volgt:

Artikel 7 Belastingtarieven

  • 1.

    Het tarief van de belasting is een percentage van de heffingsmaatstaf:

    • a.

      bij de gebruikersbelasting 0,1524 %;

    • b.

      bij de eigenarenbelasting

      • i.

        voor roerende zaken die in hoofdzaak tot woning dienen 0,1073 %;

      • ii.

        voor roerende zaken die niet in hoofdzaak tot woning dienen 0,1831 %.

  • 2.

    Het bedrag van de belasting wordt per belastingaanslag naar beneden afgerond op gehele euro's.

  • 3.

    Indien de heffingsmaatstaf beneden de € 12.000,00 blijft wordt geen belasting geheven.

  • 4.

    Voor bedragen tot € 9 ,- wordt geen aanslag opgelegd.

  • 5.

    Voor de toepassing van het vorige lid wordt het totaal van op een aanslagbiljet verenigde verschuldigde belastingen of heffingen aangemerkt als één bedrag.

Artikel II

Artikel 9 wordt gelezen als volgt:

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet een aanslag worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2.

    In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in negen gelijke termijnen of zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden min één in het kalenderjaar waarin de aanslagen worden opgelegd overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste drie en ten hoogste negen bedraagt. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3.

    De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel III

Artikel 13 wordt gelezen als volgt:

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Verordening roerende-zaakbelastingen Molenlanden 2019.

Artikel IV
  • 1.

    Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

  • 2.

    De bepalingen die op grond van deze verordening worden gewijzigd blijven van toepassing op belastbare feiten die zich voor de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing hebben voorgedaan.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2019.

 

 

Vastgesteld tijdens de openbare raadsvergadering gemeente Molenlanden,

gehouden op 5 februari 2019.

de griffier,

drs. M.A.J. Teunissen

de voorzitter,

D.R. van der Borg (wnd.)

Naar boven