Verordening Bedrijveninvesteringszone (BIZ) gemeente Molenlanden 2019

De raad van de gemeente Molenlanden;

 

gelet op het bepaalde in de Gemeentewet;

 

gelet op artikel 1, eerste, derde en vierde lid, 2, eerste, tweede, derde, vijfde of zesde lid, 3, eerste lid en 7, eerste en vierde lid van de Wet op de bedrijveninvesteringszones (BIZ);

 

gezien de Uitvoeringsovereenkomst van 1 november 2016 gesloten met de Stichting ondernemersfonds BIZ Bedrijvenpark Gelkenes;

 

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de Verordening Bedrijveninvesteringszone (BIZ) gemeente Molenlanden 2019

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • BI-zone: het bij deze verordening aangewezen gebied in de gemeente waarbinnen de BIZ-bijdrage wordt geheven. [Het aangewezen gebied is vermeld op de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende kaart];

  • De wet: Wet op de bedrijveninvesteringszones.

  • Uitvoeringsovereenkomst: de tussen de voormalige gemeente Molenwaard en de Stichting ondernemersfonds BIZ Bedrijvenpark Gelkenes gesloten Uitvoeringsovereenkomst als bedoeld in artikel 7, derde lid, van de wet.

Artikel 2 Belastbaar feit en aard van de belasting

  • 1.

    Onder de naam 'BIZ-bijdrage' wordt jaarlijks een directe belasting geheven ter zake van binnen de bedrijveninvesteringszone gelegen onroerende zaken die niet in hoofdzaak tot woning dienen.

  • 2.

    De BIZ-bijdrage wordt geheven ter bestrijding van de kosten die zijn verbonden aan activiteiten in de openbare ruimte en op internet, die zijn gericht op het bevorderen van de leefbaarheid of de veiligheid in de bedrijveninvesteringszone of de ruimtelijke kwaliteit of de economische ontwikkeling van de bedrijveninvesteringszone.

Artikel 3 Belastingobject

Belastingobject is de onroerende zaak bedoeld in artikel 16 van de Wet waardering onroerende zaken, die niet in hoofdzaak tot woning dient.

Artikel 4 Belastingplicht

  • 1.

    De BIZ-bijdrage wordt geheven van de gebruiker, zijnde degene die bij het begin van het kalenderjaar al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht een in de bedrijveninvesteringszone gelegen belastingobject gebruikt.

  • 2.

    Voor de toepassing van dit artikel wordt:

  • a.

    gebruik door degene aan wie een deel van een belastingobject in gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruik door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven; degene die het deel in gebruik heeft gegeven, is bevoegd de BIZ-bijdrage als zodanig te verhalen op degene aan wie dat deel in gebruik is gegeven;

  • b.

    het ter beschikking stellen van een belastingobject voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruik door degene die dat belastingobject ter beschikking heeft gesteld; degene die het belasting object ter beschikking heeft gesteld is bevoegd de BIZ-bijdrage als zodanig te verhalen op degene aan wie dat belastingobject ter beschikking is gesteld;

  • 3.

    Indien een belastingobject bij het begin van het kalenderjaar geen gebruiker kent, wordt de van de gebruiker te heffen BIZ-bijdrage geheven van de eigenaar. Als eigenaar wordt aangemerkt degene die bij het begin van het kalenderjaar het genot krachtens eigendom, bezit of beperkt recht heeft van een in de bedrijven-investeringszone gelegen belastingobject.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

De BIZ-bijdrage wordt geheven naar een vast bedrag per belastingobject.

Artikel 6 Vrijstellingen

De BIZ-bijdrage wordt niet geheven van:

  • a.

    belastingobjecten die uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als bedrijfsmatig geëxploiteerde cultuurgrond voor de land- of bosbouw, daaronder mede begrepen de open grond, alsmede de ondergrond van glasopstanden, die bedrijfsmatig aangewend wordt voor de kweek of teelt van gewassen, zonder daarbij de ondergrond als voedingsbodem te gebruiken;

  • b.

    belasting objecten die uitsluitend bestemd zijn en voor in gebruik zijn als glasopstanden, die bedrijfsmatig worden aangewend voor de kweek of teelt van gewassen, voor zover de ondergrond daarvan bestaat uit de in onderdeel a bedoelde grond;

  • c.

    belastingobjecten die naast delen die dienen tot woning bestaan uit delen die in hoofdzaak zijn bestemd voor de openbare eredienst of voor het houden van openbare bezinningssamenkomsten van levensbeschouwelijke aard;

  • d.

    ongebouwde belastingobjecten die deel uitmaken van een op de voet van de Natuurschoonwet 1928 aangewezen landgoed dat voldoet aan de voorwaarden genoemd in artikel 8 van het Rangschikkingsbesluit Natuurschoonwet 1928;

  • e.

    belastingobjecten die uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als natuurterreinen, waaronder mede worden verstaan duinen, heidevelden, zandverstuivingen, moerassen en plassen, die worden beheerd door een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid welke zich uitsluitend of nagenoeg uitsluitend het behoud van natuurschoon ten doel stelt;

  • f.

    belastingobjecten die uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik als openbare landen waterwegen en banen voor openbaar vervoer per rail, een en ander met inbegrip van kunstwerken;

  • g.

    belastingobjecten die naast delen die dienen tot woning uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als waterverdedigings- en waterbeheersingswerken die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen;

  • h.

    belastingobjecten die naast delen die dienen tot woning uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als werken voor de zuivering van riool- en ander afvalwater en die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen;

  • i.

    belastingobjecten die uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als straatmeubilair, waaronder begrepen alle zodanige gebouwde eigendommen – niet zijnde gebouwen - welke zijn geplaatst voor het belang van het publiek, ten dienste van het verkeer of ter verfraaiing van de gemeente, zoals lichtmasten, verkeersinstallaties, standbeelden, monumenten, fonteinen, banken, abri's, hekken en palen;

  • j.

    belastingobjecten die uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als plantsoenen, parken en waterpartijen, die bij de gemeente in beheer zijn of waarvan de gemeente het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht;

  • k.

    belastingobjecten die naast delen die dienen tot woning uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als begraafplaatsen en urnentuinen;

  • l.

    belastingobjecten die uitsluitend bestemd en in gebruik zijn voor het geven van onderwijs, c1ub-en buurthuiswerk, de beoefening van sport, kunst of cultuur, of voor andere activiteiten van sociale of culturele aard en die worden beheerd door een vereniging of stichting die geen onderneming drijft;

  • m.

    belastingobjecten die uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn voor de publieke dienst ter zake van brandweerzorg, rampenbeheersing, crisisbeheersing, geneeskundige hulpverlening in de regio en de handhaving van de openbare orde en veiligheid.

  • n.

    gebouwen ten dienste van de openbare elektriciteitsvoorziening.

Artikel 7 Tarief BIZ-bijdrage

Het tarief van de BIZ-bijdrage bedraagt per belastingobject € 100,00.

Artikel 8 Wijze van heffing

De BIZ-bijdrage wordt jaarlijks bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 worden de aanslagen betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 10 Looptijd belastingheffing

De BIZ-bijdrage wordt ingesteld voor een periode van 5 jaar, omvattende de jaren 2017, 2018,2019, 2020 en 2021.

Artikel 11. Nadere regels door burgemeester en wethouders

Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen met betrekking tot de heffing en de invordering van de BIZ-bijdrage.

Artikel 12 Aanwijzing stichting

Stichting ondernemersfonds BIZ Bedrijvenpark Gelkenes wordt aangewezen als de stichting als bedoeld in artikel 7 van de wet.

Artikel 13 Buiten toepassing algemene subsidieverordening

Op de subsidie bedoeld in artikel 14 is de Algemene subsidieverordening van de voormalige gemeente Molenwaard niet van toepassing.

Artikel 14 Subsidievaststelling

  • 1.

    De subsidie voor de uitvoering van de activiteiten die zijn opgenomen in de uitvoeringsovereenkomst wordt verstrekt aan de in artikel 12 aangewezen Stichting ondernemersfonds BIZ Bedrijvenpark Gelkenes.

  • 2.

    De subsidie bedraagt maximaal het bedrag van de jaarlijks te ontvangen BIZ-bijdragen.

  • 3.

    Voor zover dit niet reeds is geschied in de uitvoeringsovereenkomst, kunnen burgemeester en wethouders nadere regels stellen met betrekking tot de verplichtingen van de subsidieontvanger.

Artikel 15. Inwerkingtreding

  • 1.

    De Verordening Bedrijveninvesteringszone Gelkenes 2018 wordt ingetrokken met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten, die zich voor 1 januari 2019 hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt, met terugwerkende kracht, in werking op 1 januari 2019.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2019.

Artikel 16 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Bedrijveninvesteringszone

(BIZ) gemeente Molenlanden 2019.

 

 

Bijlagen:

kaart gebiedsafbakening Bedrijveninvesteringszone Gelkenes

Uitvoeringsovereenkomst Bedrijveninvesteringszone Gelkenes

Service Level Agreement Bedrijveninvesteringszone Gelkenes

 

 

Vastgesteld in de openbare raadsvergadering op 5 februari 2019.

De griffier,

drs. M.A.J. Teunissen

De (wnd) voorzitter,

D.R. van der Borg

Naar boven