Artikel 1. Begripsbepaling
In deze nadere regels en bijbehorende toelichting wordt verstaan onder:
a. Apv: Algemene plaatselijke verordening.
b. Openbare plaats: hetgeen in artikel 1 van de Wet openbare manifestaties daaronder wordt verstaan.
c. Weg: weg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994.
d. Openbaar plein: elke open ruimte, waarop een openbare weg uitkomt of meerdere openbare wegen samenkomen, en waar de plaatsgesteldheid het mogelijk maakt dat het verkeer en andere activiteiten er tezamen georganiseerd worden.
e. Voetgangersgebied: weggedeelte alleen bestemd voor het gebruik door voetgangers, waarbij het door voetgangers te gebruiken gebied de volle breedte van de weg beslaat en het gebied een nadrukkelijk openbaar karakter heeft.
f. Openbare inrichting: de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was logies wordt verstrekt of dranken worden geschonken of rookwaren of spijzen voor directe consumptie worden verstrekt of bereid. Onder een openbare inrichting wordt in ieder geval verstaan: een hotel, restaurant, pension, café, cafetaria, snackbar, discotheek, buurthuis of clubhuis.
Onder openbare inrichting wordt tevens verstaan een bij deze inrichting behorend terras en andere aanhorigheden.
g. Terras: een buiten de besloten ruimte van de openbare inrichting liggend deel daarvan waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie kunnen worden verstrekt.
h. Gevelterras: een terras dat direct aan de gevel van de openbare inrichting is gelegen.
i. Terrasschotten: schotten die worden gebruikt voor de afbakening van een terras dan wel als windscherm.
j. Terrasmeubilair: de voorwerpen die in de openbare ruimte mogen worden geplaatst ten behoeve van de exploitatie van het terras. Hieronder vallen stoelen, banken, (sta-)tafels, parasols, terrasafscherming (terrasschotten, bloembakken ),menu- borden, uitklapborden, staande asbakken, vrijstaande heaters en sfeerelementen.
k. Horecaondernemer: de exploitant van de openbare inrichting.
|
Artikel 1. Begripsbepaling
In deze nadere regels en bijbehorende toelichting wordt verstaan onder:
1. Apv: Algemene plaatselijke verordening.
2. Gevelterras: een terras dat direct aan de gevel van de openbare inrichting is gelegen.
3. Openbaar plein: elke open ruimte, waarop een openbare weg uitkomt of meerdere openbare wegen samenkomen, en waar de plaatsgesteldheid het mogelijk maakt dat het verkeer en andere activiteiten er tezamen georganiseerd worden.
4. Openbare inrichting:
a. een hotel, restaurant, pension, café, cafetaria, snackbar, discotheek, buurthuis of clubhuis:
b. elke andere voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was logies wordt verstrekt of dranken worden geschonken of rookwaren of spijzen voor directe consumptie ter plaatse worden verstrekt of bereid;
Onder openbare inrichting wordt mede verstaan een buiten de besloten ruimte van de openbare inrichting liggend deel daarvan waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie ter plaatse kunnen worden verstrekt.
5. Openbare plaats: hetgeen in artikel 1 van de Wet openbare manifestaties daaronder wordt verstaan.
6. Terras: een buiten de besloten ruimte van de openbare inrichting liggend deel daarvan waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie ter plaatse worden verstrekt. Hieronder vallen terrasmeubilair en terrasschotten.
7. Terrasmeubilair: de voorwerpen die in de openbare ruimte mogen worden geplaatst ten behoeve van de exploitatie van het terras. Hieronder vallen stoelen, banken, (sta-)tafels, parasols, terrasafscherming (terrasschotten, bloembakken), menuborden, uitklapborden, staande asbakken, vrijstaande heaters en sfeerelementen.
8. Terrasschotten: schotten die worden gebruikt voor de afbakening van een terras dan wel als windscherm.
9. Voetgangersgebied: weggedeelte alleen bestemd voor het gebruik door voetgangers, waarbij het door voetgangers te gebruiken gebied de volle breedte van de weg beslaat en het gebied een nadrukkelijk openbaar karakter heeft.
10. Weg: weg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994.
|