Gemeenteblad van Laarbeek
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Laarbeek | Gemeenteblad 2019, 38968 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Laarbeek | Gemeenteblad 2019, 38968 | Beleidsregels |
Beleidsregels aanvraag, uitkering en overige verplichtingen Laarbeek 2019
Het college van burgemeester en wethouders van Laarbeek,
Gelet op de artikelen 4:5 en 6:2 a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), de artikelen 9, 13, 18, 23, 27, 28 41, 44, 52, 53a en 57 van de Participatiewet (Pw) en de artikelen 14, 16a, 37 en 37a van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) en Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ):
De beleidsregels aanvraag, uitkering en overige verplichtingen Laarbeek 2019 worden als volgt ingevuld:
Artikel 1 Niet behandelen van een aanvraag
Indien de aanvraag of een van de daarbij behorende gegevens of bescheiden in een vreemde taal is gesteld en een vertaling daarvan voor de beoordeling van de aanvraag of voor de voorbereiding van de beschikking noodzakelijk is, besluit het college de aanvraag niet te behandelen, mits de aanvrager de gelegenheid heeft gehad binnen een door het college gestelde termijn de aanvraag met een vertaling aan te vullen.
Indien de aanvraag of een van de daarbij behorende gegevens of bescheiden omvangrijk of ingewikkeld is en een samenvatting voor de beoordeling van de aanvraag of voor de voorbereiding van de beschikking noodzakelijk is, besluit het college de aanvraag niet te behandelen, mits de aanvrager de gelegenheid heeft gehad binnen een door het college gestelde termijn de aanvraag met een samenvatting aan te vullen.
Artikel 2 Ingangsdatum bijstand na afgewezen voorliggende voorziening
Als een voorliggende voorziening wordt afgewezen en belanghebbende zich binnen 14 dagen na ontvangst van de afwijzing meldt om een uitkering aan te vragen, dan wordt de ingangsdatum voor de uitkering vastgesteld op de aanvraagdatum van de voorliggende voorziening. Ook als er voorschotten zijn verstrekt maar deze worden teruggevorderd.
Voor de effectuering van de budgetteringsplicht hoeft geen machtiging gevraagd te worden van de belanghebbende maar heeft wel de voorkeur. Zodra de budgetteringsverplichting door middel van een beschikking is opgelegd, gaat het college pas over tot rechtstreekse betaling van bijvoorbeeld de maandelijkse huur- en energierekeningen van de belanghebbende aan de desbetreffende schuldeisers door middel van inhoudingen op de uitkering.
Artikel 6 Bewijsopdracht en aanbod tot huisbezoek
Het college maakt gebruik van zijn bevoegdheid, zoals bedoeld in artikel 53a, tweede lid van de Participatiewet, na individuele afweging.
Artikel 7 Verlaging algemene bijstand wegens ontbreken woonkosten
Het college stelt de norm, als bedoeld in de artikelen 20 en 21 van de Participatiewet ingevolge artikel 27 van de Participatiewet, lager vast voor zover de belanghebbende lagere algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan heeft dan waarin de norm voorziet als gevolg van zijn woonsituatie, waaronder begrepen het niet aanhouden van een woning.
Artikel 8 Verlaging algemene bijstand schoolverlaters
Het college stelt voor de belanghebbende die recent de deelname heeft beëindigd aan onderwijs of een beroepsopleiding, de norm gedurende zes maanden na het tijdstip van die beëindiging lager vast, indien voor het onderwijs of de beroepsopleiding aanspraak bestond op studiefinanciering op grond van de Wet studiefinanciering 2000 of op een tegemoetkoming in de onderwijsbijdrage en de schoolkosten op grond van hoofdstuk 4 van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten.
Artikel 9 Ingangsdatum normwijziging bij verblijf in inrichting
De hoofdregel is dat de ingangsdatum van het verblijf in een inrichting de ingangsdatum voor de normwijziging is.
Artikel 11 Verrekening van bij aanvraag verstrekte voorschotten
Indien bijstand wordt verleend over een periode waarover met toepassing van artikel 52, eerste lid van de Participatiewet een voorschot is verleend, wordt deze bijstand zonder machtiging van de belanghebbende verrekend met dit voorschot.
Artikel 13 Het kunnen volgen van onderwijs
Wanneer een jongere wel over een startkwalificatie beschikt, beoordeelt het college in hoeverre het volgen van onderwijs de kansen van de jongere op de arbeidsmarkt vergroot. Nemen deze kansen door het volgen van een opleiding toe, dan wordt redelijkerwijs van een belanghebbende verwacht dat hij verder studeert, mits hij daar ook de capaciteiten voor heeft. Het beschikken over een startkwalificatie laat onverlet dat een belanghebbende uit 's Rijks kas bekostigd onderwijs kan volgen en in verband daarmee aanspraak maakt op studiefinanciering aangezien een vervolgopleiding in beginsel van toegevoegde waarde moet worden geacht met betrekking tot de kansen van belanghebbende op de arbeidsmarkt, ook al beschikt hij over een startkwalificatie.
Artikel 15 Tijdelijke ontheffing van een verplichting als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdelen a en c van de Participatiewet
Zorgtaken/mantelzorg worden als dringende redenen aangemerkt, voor zover hiermee geen rekening kan worden gehouden door middel van een voorziening als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel a van de Participatiewet.
Een tijdelijke ontheffing, zoals bedoeld in het tweede lid, wordt gerelateerd aan de omvang van de mantelzorg. Het bestaan, de omvang en de duur van de mantelzorg dient te blijken uit een WMO-indicatiebesluit of een AWBZ-indicatiebesluit. Indien een indicatiebesluit niet voorhanden is dient een indicatiebesluit waaruit de noodzaak tot mantelzorgverlening blijkt alsnog te worden verkregen via medewerking van de verzorgde persoon. Ontheffing wordt slechts voor een door het college vast te stellen periode verleend, maximaal te bepalen op de duur zoals benoemd in het indicatiebesluit.
Een tijdelijke ontheffing, zoals bedoeld in het vierde lid, heeft de duur van maximaal 12 maanden. Indien de tijdelijke ontheffing afloopt wordt door het college onderzocht of de tijdelijke ontheffing voor een periode van maximaal 12 maanden voortgezet moet worden of dat de verplichtingen in artikel 9, eerste lid, onderdelen a en c weer gehandhaafd moeten worden.
Artikel 16 Bijstand en het vervullen van alternatieve straffen
Het college beoordeelt per individueel geval wat het vervullen van de alternatieve straf betekent voor de verplichtingen in het kader van de arbeidsinschakeling. Hoofdregel is dat het vervullen van een alternatieve straf niet de arbeidsinschakeling mag belemmeren.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2019-38968.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.