Gemeenteblad van Altena
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Altena | Gemeenteblad 2019, 3847 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Altena | Gemeenteblad 2019, 3847 | Beleidsregels |
Beleidsregel van de burgemeester van de gemeente Altena houdende regels omtrent gedoging zonder vereiste vergunningen Beleidsregel Tijdelijk gedogen van een horecabedrijf zonder de vereiste vergunningen Altena 2019
Op grond van de Drank- en Horecawet (hierna: Dhw) is het verboden om zonder een horecavergunning van de burgemeester het horecabedrijf of het slijtersbedrijf uit te oefenen. Op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Altena (hierna: APV) is het onder meer verboden om zonder exploitatievergunning van de burgemeester een openbare inrichting, zoals een horecabedrijf, te exploiteren. Dit betekent dat in beginsel een horecabedrijf pas open mag op het moment dat men beschikt over een horecavergunning en/of een exploitatievergunning.
Als een horecabedrijf zonder de vereiste vergunning(en) geopend is dan is er sprake van een of meer overtredingen.
Net als bij andere bestuursorganen rust op een burgemeester het ‘beginselplicht tot handhaving’. Dat wil zeggen dat tegen een overtreding in beginsel handhavend opgetreden moet worden.
Volgens vaste jurisprudentie moet in geval van een overtreding in eerste instantie worden bekeken of legalisering mogelijk is. Daarnaast zal er een belangenafweging moeten plaatsvinden, waaruit kan blijken dat er toch situaties zijn waarbij het wenselijk is om niet op te treden, ondanks het feit, dat (nog) niet aan de eisen wordt voldaan; er zijn bijzondere omstandigheden op grond waarvan van handhaving kan worden afgezien. Met andere woorden: de overtreding wordt gedoogd.
In de door de voormalige gemeenteraden van Aalburg, Werkendam en Woudrichem vastgestelde betreffende beleidsplannen staat dat het uitgangspunt bij gedogen is, dat alleen in bijzondere situaties waarbij aan specifieke voorwaarden is voldaan, gedoogd kan worden. Om te gedogen moet aan alle volgende voorwaarden worden voldaan:
Gedogen vindt uitsluitend actief (dus schriftelijk en onder voorwaarden) plaats. Dit betekent dat passief/stilzwijgend gedogen niet aanvaardbaar is. Bij actief gedogen is er sprake van een formele gedoogbeschikking conform de eisen die aan besluiten worden gesteld volgens de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb). Dit betekent onder meer dat aan de gedoogbeschikking een goede motivering ten grondslag ligt en dat er een zorgvuldige belangenafweging in op wordt genomen;
In de gedoogbeschikking worden altijd voorwaarden opgenomen waaraan dient te worden voldaan, wil de overtreder aanspraak blijven maken op de beschikking. Welke voorwaarden dit zijn is afhankelijk van de specifieke situatie in het betreffende geval. In de gedoogbeschikking wordt daarbij een einddatum genoemd;
Tegen een gedoogbeschikking kan bezwaar en beroep worden ingesteld.
Volgens de Awb mag de afhandeling van aanvragen om een horecavergunning (Dhw) en/of exploitatievergunning (APV) maximaal 8 weken duren. Daarbinnen moet een besluit worden genomen.
De termijn kan met eenzelfde periode van 8 weken worden verlengd. Veelal zal een dergelijke verlening noodzakelijk zijn, vanwege het vereiste Bibob-onderzoek.
Een horecabedrijf mag pas voor het publiek geopend zijn op het moment dat men beschikt over de vereiste horecavergunning (Dhw) en/of exploitatievergunning (APV). Dit zou betekenen dat het bedrijf – vanaf het moment van de bedrijfsovername of wijziging van de ondernemingsvorm totdat men beschikt over de vereiste vergunning(en) – gesloten zou moeten zijn.
Uit economisch en zakelijk oogpunt (‘de loop kan er uit gaan’) kan het voor de nieuwe ondernemer van belang zijn om het bedrijf geopend te kunnen hebben. Maar ook voor de gemeente kan het ongewenst zijn om een in bedrijf zijnde horecaonderneming tijdelijk te sluiten als er geen indicaties zijn om de aangevraagde vergunning(en) te weigeren. Daarnaast geldt dit ook voor andere overheden, omdat een tijdelijke sluiting tot gevolg kan hebben dat personeel (tijdelijk) zal worden ontslagen.
Op deze gronden kan de voortduring van de exploitatie expliciet gedoogd worden.
Daarom kan uitsluitend een gedoogbeschikking worden genomen indien er sprake is van of
In geval van overname van een horecabedrijf, welke meer dan een maand niet meer als zodanig in bedrijf is, wordt geen gedoogbeschikking afgegeven.
De burgemeester kan, in afwachting van de beslissing op de ingediende aanvra(a)g(en), in de hierboven gestelde situaties de ondernemer (rechtspersoon of natuurlijke perso(o)n(en)) toestaan alvast te beginnen met de exploitatie dan wel doorgaat met de exploitatie.
Om voor een gedoogbeschikking in aanmerking te komen moet de ondernemer in elk geval aan de volgende voorwaarden voldoen:
In geval aan alle vorenstaande voorwaarden wordt voldaan, dan kan een gedoogverklaring worden afgegeven. Het risico bestaat dat uit het onderzoek in het kader van de behandeling van de vergunningaanvra(a)g(en) de vergunning(en) zal (zullen) worden geweigerd. Gelijktijdig met de start van de procedure tot weigering van de vergunning(en), zal de gedoogverklaring worden ingetrokken. Dit houdt in dat de ondernemer de horeca-inrichting direct zal moeten sluiten. Als hij hier niet aan voldoet vindt handhaving plaats.
Aan een gedoogverklaring worden in beginsel de volgende voorschriften verbonden:
Een terras op openbaar terrein wordt op de eerste aanzegging ontruimd indien dit naar het oordeel van de burgemeester in het belang van de openbare orde en veiligheid of naar het oordeel van het college vereist is voor de uitvoering van werken van openbaar nut of bij bijzondere activiteiten of evenementen. In voornoemde gevallen acht de gemeente zich niet aansprakelijk voor hieruit voortvloeiende schade. Voor terrassen behorende bij het horecabedrijf gelden de openingstijden en verdere voorschriften genoemd in de betreffende, verleende vergunning, gebaseerd op de Horecanota, dan wel gebaseerd op daarvoor in de plaats tredende beleidsregels;
In het geval er sprake is van evenementen, festiviteiten of andere bijzondere omstandigheden van tijdelijke aard, kan de burgemeester de aanwezigheid van één of meer beveiligers, die voldoen aan het bepaalde in lid 7, in, dan wel in de directe omgeving van het horecabedrijf verplichten, indien hij dit naar zijn oordeel nodig acht ter voorkoming van hinder of overlast van bezoekers vóór, tijdens of na sluitingstijd;
De burgemeester houdt zich te zijner beoordeling het recht voor nadere voorschriften op te leggen.
Gedogen mag niet langer dan strikt noodzakelijk. Het is dus van belang aan een gedoogverklaring een termijn te stellen. De gedoogtermijn is afhankelijk van de voortgang van de beoordeling/onderzoek van de vergunningaanvra(a)g(en).
Als uit de beoordeling/ het onderzoek blijkt dat een advies van het landelijk bureau BIBOB gewenst is dan dient dit bureau binnen een bepaalde vastgestelde periode na indiening het advies uit te brengen.
In de gedoogverklaring wordt dan ook als termijn opgenomen, dat de verklaring komt te vervallen nadat een beslissing is genomen op de ingediende vergunningaanvra(a)g(en). Daarnaast wordt opgenomen dat de verklaring direct komt te vervallen, als degene aan wie de gedoogverklaring is verstrekt zich niet houdt aan de gestelde voorschriften. Dit houdt in dat de ondernemer de horeca-inrichting direct moet sluiten. Als hij hier niet aan voldoet vindt handhaving plaats via (spoedeisende) bestuursdwang (= sluiting).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2019-3847.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.