Beleidsregel Parttime ondernemerschap gemeente Hoogeveen

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoogeveen;

Gelet op artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

besluit vast te stellen de Beleidsregel parttime ondernemerschap gemeente Hoogeveen.

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • a.

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoogeveen;

  • b.

    parttime ondernemer: zelfstandig ondernemer die maximaal 1000 uur per jaar zelfstandige activiteiten verricht;

  • c.

    klantmanager Bbz: een medewerker van de gemeente Hoogeveen belast met de uitvoering van de re-integratie.

Artikel 2 Algemeen

Niet alle ondernemers of startende ondernemers kunnen voldoen aan de voorwaarden van het Besluit Bijstandverlening Zelfstandigen 2004 (Bbz). Parttime ondernemerschap is een re-integratie instrument waarmee bijstandsgerechtigden met ondernemerszin aan het werk kunnen komen en uitkeringsonafhankelijk kunnen worden. In het kader van bijstandsverlening kan daarom, onder bepaalde voorwaarden, toestemming worden verleend om met behoud van Participatiewet-uitkering bedrijfs- of beroepsmatige activiteiten als parttime ondernemer te verrichten.

Artikel 3 Doelgroep

Uitkeringsgerechtigden met een arbeidsverplichting, die voor eigen rekening en risico zelfstandige werkzaamheden uitvoeren, waarbij het Besluit Bijstandverlening Zelfstandigen 2004 niet van toepassing is.

Artikel 4 Doel van de parttime werkzaamheden

Met de toestemming voor het verrichten van de parttime werkzaamheden als zelfstandige, wordt beoogd dat de belanghebbende weer geheel of gedeeltelijk uitkeringsonafhankelijk kan worden.

Artikel 5 Geen belemmering voor arbeid in loondienst

De bijstand is een vangnet. De parttime werkzaamheden als zelfstandige mogen geen belemmering vormen voor de re-integratie en het aanvaarden van arbeid in loondienst. De werkcoach zal proberen om de klant te bemiddelen naar werk in loondienst.

Artikel 6 Vooraf toestemming vragen

De beoordeling en de toestemming voor parttime ondernemerschap ligt bij de Klantmanager Bbz. Voordat de werkzaamheden zijn gestart dient er schriftelijk toestemming te worden gevraagd. Hiervoor dient een aanvraagformulier en een mini-ondernemingsplan te worden ingevuld.

Bij de beoordeling en het verlenen van toestemming wordt gekeken naar het mini-ondernemingsplan, de ondernemersvaardigheden en of aan de voorwaarden van artikel 7 wordt voldaan. Als er toestemming wordt verleend, wordt dit vastgelegd in een beschikking met daarin de rechten en plichten in verband met het parttime ondernemen.

Artikel 7 Duur van de toestemming

De toestemming wordt verleend voor een periode van maximaal een jaar. Jaarlijks wordt geëvalueerd of belanghebbende zich aan de voorwaarden, verplichtingen en afspraken kan houden en heeft gehouden. Daarnaast wordt beoordeeld of belanghebbende progressie heeft geboekt, waardoor belanghebbende (gedeeltelijk) uitkeringsonafhankelijk is geworden. 

Op basis hiervan wordt de toestemming voor Parttime ondernemerschap ingetrokken dan wel verlengd met een periode van maximaal een jaar.

Artikel 8 Voorwaarden

Als toestemming is verleend, moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan:

  • a.

    de werkzaamheden bedragen maximaal 20 uur per week;

  • b.

    van de uren wordt een administratie bij

  • c.

    er wordt aan de wettelijke vereisten voor de uitvoering van de werkzaamheden voldaan;

  • d.

    er wordt een deugdelijke boekhouding bijgehouden;

  • e.

    belanghebbende staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel;

  • f.

    er is geen sprake van concurrentievervalsing;

  • g.

    belanghebbende is geen langlopende verplichtingen aangegaan (of gaat deze aan) die snelle beëindiging van de zelfstandige activiteiten belemmeren;

  • h.

    belanghebbende blijft actief zoeken naar arbeid in loondienst met behulp van de werkcoach;

  • i.

    belanghebbende hanteert een aparte bedrijfsrekening voor de zelfstandige activiteiten;

  • j.

    belanghebbende maakt geen aanspraak op zelfstandigenaftrek, MKB-aftrek of startersaftrek.

Artikel 9 Verplichtingen

Naast de algemene verplichtingen die voortvloeien uit de Participatiewet dient belanghebbende iedere wijziging met betrekking tot de parttime werkzaamheden binnen 7 dagen te melden bij de klantmanager Bbz.

Artikel 10 Verrekening van inkomsten

De inkomsten worden voor 100% verrekend met de uitkering. Daarbij wordt rekening gehouden met gemaakte onkosten, tot een maximum van 50% van de bruto inkomsten. Voor de aftrek van onkosten wordt aangesloten bij de regels van de Belastingdienst.

De verrekening van inkomsten kan op 2 manieren, te weten:

  • a.

    door fictief een inkomstenkorting toe te passen op basis van prognoses. Achteraf wordt aan de hand van de jaarcijfers een herberekening gemaakt;

  • b.

    door maandelijks / per kwartaal aan de hand van de door de belanghebbende op te stellen verlies- en winstrekening de werkelijke inkomsten te korten.

Artikel 11 Definitieve vaststelling van het afgelopen jaar

Na afloop van het kalenderjaar dient belanghebbende een deugdelijke boekhouding en de belastingaangifte in te leveren, waarna de inkomsten definitief worden vastgesteld.

De deugdelijke boekhouding moet voldoen aan de criteria van de Belastingdienst en bestaat in ieder geval uit:

  • a.

    een kopie van de aangifte en aanslag inkomsten- en omzetbelasting; en

  • b.

    een jaarrekening inclusief balans, winst- en verliesrekening en toelichting; of

  • c.

    een kasboek inclusief een BTW-aangifte.

De boekhouding moet jaarlijks, na afloop van het boekjaar, vóór 1 april aan het college verstrekt worden. Belanghebbende kan schriftelijk verzoeken om uitstel van het inleveren van de boekhouding. Het verzoek moet worden onderbouwd met gegronde redenen.

Als na de definitieve vaststelling blijkt dat er teveel uitkering is verstrekt, wordt dit bedrag teruggevorderd met toepassing van artikel 58 van de Participatiewet.

Als er geen deugdelijke boekhouding wordt ingeleverd kan de volledige bijstand over het boekjaar waarop de toestemming betrekking heeft worden teruggevorderd.

Artikel 12 Aanslag Belastingdienst

Als over de netto winst nog belasting en premies verschuldigd zijn, is het mogelijk dat er een aanslag door de Belastingdienst wordt opgelegd. Hiervoor kan eventueel bijzondere bijstand worden verstrekt.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

Deze beleidsregels treden in werking op de dag na bekendmaking en werken terug tot en met 1 januari 2019.

 

Hoogeveen, 5 februari 2019

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van Hoogeveen,

secretaris, burgemeester,

Nanne Kramer Karel Loohuis

Algemene toelichting

Mensen die tijdelijk geen of onvoldoende inkomsten hebben voorzien van een inkomen of een aanvullend inkomen en bijstandsgerechtigden weer aan het werk helpen. Dat zijn de twee gemeentelijke kerntaken van de Participatiewet. De meeste mensen die aan het werk gaan doen dat in loondienst.

Een andere manier van mensen om uit de bijstand te komen is ondernemer te worden. Het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (Bbz) is daarbij een belangrijk middel. Onder zelfstandige wordt in dit verband verstaan iemand van 18 tot de AOW-gerechtigde leeftijd die een eigen bedrijf of zelfstandig beroep uitoefent. Daar qua inkomensvoorziening van afhankelijk is, voldoet aan de wettelijke vereisten voor de uitoefening daarvan en voldoet aan het urencriterium in art. 3.67 van de Wet Inkomstenbelasting 2001. De startende zelfstandige kan, als het inkomen uit het eigen bedrijf beneden bijstandsniveau ligt, gedurende maximaal 36 maanden een beroep doen op aanvullende inkomensondersteuning. Bovendien kan een startende zelfstandige aanspraak maken op een bedrijfskapitaal. Iedereen voldoet echter niet aan de voorwaarden van het Bbz. Vooral de levensvatbaarheidseis en het urencriterium zijn vaak te hoge drempels. Bij het ondersteunen van bijstandsgerechtigden ligt de focus vaak op uitstroom naar fulltime werken in loondienst en fulltime ondernemen. Er is echter nog een derde groep, die wij meer aandacht willen gaan geven: de bijstandsgerechtigden die voor eigen rekening en risico in beperkte omvang zelfstandige werkzaamheden gaan uitvoeren, maar geen zelfstandige zijn in de wettelijke zin van het woord. Voor deze groep worden verschillende termen gehanteerd, zoals marginaal zelfstandigen, deeltijdzelfstandigen, of parttime ondernemers. Om het verschil duidelijk te houden duiden wij deze mensen niet aan als zelfstandige, maar als parttime ondernemer. Over parttime ondernemerschap is niets vastgelegd in wet- en regelgeving. Gemeenten hebben hierbij dus hun eigen uitvoeringruimte. Wij vullen die in, met als uitgangspunt zo min mogelijk regels en beperkingen opleggen en alleen randvoorwaarden stellen.

Waarom parttime ondernemerschap in de bijstand bevorderen?

Parttime ondernemen biedt zowel bijstandsgerechtigden als de gemeente kansen. Een bijstandsgerechtigde die parttime onderneemt doet werkervaring en contacten op, wat de kansen op uitstroom vergroot. Dat kan een ingroeimogelijkheid zijn naar een Bbz-traject of een opstap naar een baan bij een werkgever. Parttime ondernemerschap is dus een re-integratie instrument, want het zorgt ervoor dat bijstandsgerechtigden (meer) aan het werk komen. Daarnaast zorgt parttime ondernemen voor lagere uitkeringslasten, wat positief is. Bovendien dragen kleine ondernemingen ook bij aan de lokale economie van de gemeente. Kortom: door parttime ondernemen in de bijstand te bevorderen willen wij meer mensen kansen bieden, uitstroom realiseren, uitkeringslasten besparen en de lokale economie versterken.

Een brede of een smalle doelgroep?

Parttime ondernemen kan breed of beperkt worden ingezet. De meest brede variant is dat iedereen in de bijstand die inkomsten buiten loondienst kan verwerven in aanmerking komt. Er kan ook gekozen worden voor een beperkte variant, bijvoorbeeld alleen mensen die niet langer dan een bepaalde periode bijstand ontvangen of uitsluitend bijstandsgerechtigden met een onderneming die het niet redden en zich daarom melden voor een bijstandsuitkering. Om het optimale effect te behalen is de keuze voor een brede doelgroep de meest voor de hand liggende. Uit onderzoek blijkt dat de belangstelling voor ondernemen afneemt, naarmate de duur van de uitkering toeneemt.

Uitvoering

Parttime ondernemerschap heeft raakvlakken met verschillende gemeentelijke disciplines: ondernemerschap, inkomen, re-integratie en financiële verplichtingen. Dat betekent dat verschillende disciplines betrokken moeten worden bij de regeling van parttime ondernemerschap. Het is belangrijk om na te denken over de vraag wie het initiatief neemt en te zorgen voor goede onderlinge afspraken en afstemming. Gezien de toetsing en de beoordeling van de activiteiten van de parttime ondernemer wordt aanbevolen de beoordeling van de aanvraag centraal te laten plaatsvinden bij de daartoe deskundige consulent met kennis van Bbz, jaarrekeningen en fiscale aangiften.

Naar boven