Beleidsregel Schuldhulpverlening gemeente Moerdijk

Het college van de gemeente Moerdijk, in zijn vergadering van 29 januari 2019

 

gelet op artikel artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht

artikel 2 en artikel 3 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening

 

vast te stellen de :

 

BELEIDSREGEL

Beleidsregel Schuldhulpverlening gemeente Moerdijk

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • 1.

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Moerdijk;

  • 2.

    inwoner: ingezetene die op grond van de Wet basisregistratie personen bij een gemeente is ingeschreven;

  • 3.

    schuldhulpverlening: het ondersteunen bij het vinden van een adequate oplossing gericht op de aflossing van schulden indien redelijkerwijs is te voorzien dat een natuurlijke persoon niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden of indien hij in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen, alsmede de nazorg;

  • 4.

    aanvrager: persoon die zich tot het college heeft gewend voor schuldhulpverlening.

  • 5.

    de Wet: Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs).

Artikel 2 Doelgroep gemeentelijke schuldhulpverlening

  • 1.

    Alle inwoners, behalve zelfstandigen, van de Gemeente Moerdijk van 18 jaar en ouder kunnen zich tot het college wenden voor schuldhulpverlening.

  • 2.

    Inwoners jonger dan 18 jaar of ondernemers die te maken hebben met bedrijfsschulden, kunnen zich wenden voor informatie en advies op gebied van schuldenproblematiek.

Artikel 3 Aanbod schuldhulpverlening

1. Het college verleent aan aanvrager schuldhulpverlening indien het college schuldhulpverlening noodzakelijk acht. Indien de noodzaak niet aanwezig wordt geacht door het college, kan een aanvraag worden geweigerd.

2. Het aanbod schuldhulpverlening kan uit de volgende onderdelen bestaan:

  • informatie-en adviestraject;

  • schuldhulpverleningstraject met als mogelijke onderdelen:

  • betalingsregeling

  • crisisinterventie

  • budgetbeheer

  • budgetcoaching

  • herfinanciering

  • schuldregeling

  • nazorg

3. Het college verleent aan verzoeker schuldhulpverlening, gebaseerd op de uitgangspunten zoals neergelegd in het beleidsplan integrale armoede en schuldhulpverlening 2018-2022. Of de gemeente schuldhulpverlening aanbiedt en de vorm waarin de gemeente schuldhulpverlening aanbiedt, is van meerdere factoren afhankelijk en kan dus per situatie verschillen. De factoren die een rol kunnen spelen zijn o.a.:

  • a.

    aard c.q. omvang van de schulden;

  • b.

    inkomsten en uitgaven;

  • c.

    psychosociale situatie of verslavingsproblematiek;

  • d.

    houding en gedrag van verzoeker;

  • e.

    woonsituatie;

  • f.

    een eventueel eerder gebruik van schuldhulpverlening.

4. Op grond van artikel 3 lid 4 van de Wet kan een vreemdeling slechts in aanmerking komen voor schuldhulpverlening, indien hij een ingezetene is die rechtmatig in Nederland verblijf houdt in de zin van artikel 8, onder a tot en met e en l, van de Vreemdelingenwet 2000.

5. Het college acht het van belang om naast de inkoop van externe professionele schuldhulpverlening zelf regie te voeren op het traject.

6. Het college kan voorwaarden stellen bij het doen van een aanbod schuldhulpverlening aan aanvrager. Voorwaarden, die gesteld kunnen worden, zijn;

  • a.

    het aanvaarden van flankerende hulpverlening, die door het college noodzakelijk wordt geacht om te komen tot een duurzaam resultaat van de schuldhulpverlening. Het college verwacht dat de aanvrager hierin een gemotiveerde en actieve houding aanneemt;

  • b.

    het opleggen van de verplichting tot het openen van een basisbankrekening, indien de aanvrager niet beschikt over een betaalrekening op eigen naam en zonder debetstand bij een reguliere bank;

  • c.

    het liquideren van vermogensbestanddelen.

Artikel 4 Verplichtingen

  • 1.

    Aanvrager doet aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op schuldhulpverlening, zowel bij de aanvraag als gedurende de looptijd van het schuldhulpverleningstraject.

  • 2.

    Aanvrager is verplicht om alle medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is gedurende de aanvraagperiode en tijdens het schuldhulpverleningstraject. De medewerking bestaat onder andere uit:

    • a.

      het nakomen van afspraken gedurende de aanvraagperiode en het schuldhulpverleningstraject;

    • b.

      het niet aangaan van nieuwe financiële verplichtingen;

    • c.

      het verrichten van maximale inspanningen om zoveel mogelijk aflossingscapaciteit te creëren door het inkomen te vergroten, inzetten van beschikbaar vermogen en het verminderen van uitgaven. Deze aflossingscapaciteit dient te worden ingezet om schulden af te lossen;

    • d.

      het verrichten van voldoende inspanningen om de financiële vaardigheden te vergroten en waar nodig gebruik te maken van een aanbod voor begeleiding en/of training;

    • e.

      eventuele bezittingen te gelde maken indien zij vermogen opleveren of indien hiermee kosten worden verminderd;

    • f.

      het op orde brengen en houden van de financiële huishouding en administratie zodanig dat er geen nieuwe schulden ontstaan.

Artikel 5 Afwijzings- en/of beëindigingsgronden

  • 1.

    Onverminderd de overige bepalingen in deze beleidsregel, besluit de gemeente om een aanvraag af te wijzen, dan wel lopende schuldhulpverlening te beëindigen, indien de verzoeker niet of onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals neergelegd in artikel 4.

  • 2.

    Onverminderd de overige bepalingen in deze beleidsregels, kan het college besluiten tot afwijzing dan wel beëindiging van de schuldhulpverlening indien:

    • a.

      het schuldhulpverleningstraject succesvol is afgerond;

    • b.

      aanvrager zijn beschikbare aflossingscapaciteit niet wil gebruiken voor de aflossing van schulden;

    • c.

      De inkomens- woon-, of leefsituatie van de verzoeker dermate onzeker is dat door dak- en thuisloosheid die samenhangt met OGGZ-problematiek, of opname in een instelling, of detentie dat schuldhulpverlening (nog) niet mogelijk is;

    • d.

      op grond van – zo later is gebleken – onjuiste gegevens schuldhulpverlening aan aanvrager is toegekend, terwijl indien dit ten tijde van de besluitvorming bekend was geweest bij het college, een andere beslissing zou zijn genomen;

    • e.

      de aanvrager intimiderend, dreigende/of agressief gedrag vertoont jegens medewerkers van de gemeente;

    • f.

      aanvrager in staat is om zijn schulden zelf te regelen dan wel in staat is de schulden zelfstandig te beheren;

    • g.

      de geboden hulpverlening, gelet op de persoonlijke omstandigheden van aanvrager, niet (langer) passend is;

    • h.

      de schuldhulpverlening door het college niet (langer) noodzakelijk wordt geacht;

    • i.

      aanvrager een gezamenlijke huishouding voert met een niet rechtmatig in Nederland verblijvende partner en/of kinderen;

    • j.

      aanvrager bezig is met een echtscheidingsprocedure en nog geen bewijs kan overleggen dat er een verzoek tot echtscheiding is ingediend bij de rechtbank;

    • k.

      de verzoeker gedurende het schuldverleningstraject fraude pleegt, zoals bedoeld in artikel 3, derde lid, Wgs;

    • l.

      aanvrager niet langer inwoner is van de gemeente Moerdijk;

  • 3.

    Alvorens te besluiten tot afwijzing dan wel beëindiging van schuldhulpverlening op grond van lid 1 en lid 2 sub b van dit artikel, wordt aanvrager een redelijke termijn geboden om alsnog, binnen de gestelde termijn, de gevraagde medewerking te verlenen of informatie te verstrekken.

Artikel 6 Hernieuwde aanvraag na beëindiging traject

  • 1.

    Het college kan afzien van het aanbod schuldhulpverlening indien minder dan zes maanden voorafgaande aan het verzoek een schuldhulpverleningstraject voortijdig is afgebroken.

  • 2.

    Het college kan afzien van aanbod het schuldhulpverlening indien minder dan een jaar voorafgaande aan het verzoek een schuldregeling (in het 120 dagen model) voortijdig is afgebroken.

  • 3.

    Het college kan afzien van het aanbod schuldhulpverlening indien minder dan twee jaar voorafgaande aan het verzoek een schuldbemiddeling of WSNP voortijdig is beëindigd of een saneringskrediet niet volledig is afgelost.

  • 4.

    Het college kan afzien van het aanbod schuldhulpverlening indien minder dan 6 maanden voorafgaande aan het verzoek:

    • een schuldregeling vanwege fraude tijdens het traject voortijdig is beëindigd;

    • achteraf fraude is vastgesteld binnen het schuldregelingstraject;

    • door belanghebbende een schuldregeling succesvol is afgerond (zowel minnelijk als wettelijk).

Artikel 7 Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden

  • 1.

    Het college kan in bijzondere gevallen gemotiveerd afwijken van de bepalingen in deze regeling, indien onverkorte toepassing daarvan aanleiding geeft of zou leiden tot disproportionele onredelijkheid of onbillijkheid.

  • 2.

    In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college.

Artikel 8 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze beleidsregel treedt in werking op ……(datum noemen of dag na bekendmaking)

  • 2.

    De beleidsregel Schuldhulpverlening gemeente Moerdijk, vastgesteld op 18 april 2017, wordt ingetrokken met ingang van inwerkingtreding van deze beleidsregel. Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel Schuldhulpverlening gemeente Moerdijk

 

 

Inleiding algemeen

In maart 2018 heeft de gemeenteraad het beleidsplan “Armoede en Schuldhulpverlening 2018-2022” vastgesteld. In dit beleidsplan zijn de uitgangspunten van de gemeente Moerdijk neergelegd op het terrein van armoede en schuldhulpverlening. Deze beleidsregels zijn een nadere concretisering hiervan. De inwoner weet hierdoor wat de voorwaarden zijn voor toelating tot de gemeentelijke schuldhulpverlening en waaraan hij zich dient te houden en de gemeente op haar beurt weet welke verplichtingen zij aan de burger mag opleggen en wanneer zij de toegang tot de schuldhulpverlening kan weigeren of beëindigen. Het is van belang om te benadrukken dat de beëindiging en afwijzing van de aanvraag de toegang tot de gemeentelijke schuldhulpverlening, in concreto de schuldregeling betreft. Afhankelijk van de situatie blijft de inzet van Informatie & Adviesgesprekken en doorverwijzing naar ketenpartners mogelijk.

De gemeentelijke schuldhulpverlening valt per 1 juli 2012 onder het regime van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Artikel 1. Begripsbepalingen

Dit artikel is gebaseerd op artikel 1 van de Wgs.

Artikel 2. Doelgroep gemeentelijke schuldhulpverlening

Conform de visie staat schuldhulpverlening in beginsel open voor alle inwoners van de gemeente Moerdijk van 18 jaar en ouder. Met uitzondering van de zelfstandigen, welke doorverwezen worden naar het besluit bijstandsverlening zelfstandigen (BBZ). Het Bbz is een voorliggende voorziening waarbij de levensvatbaarheid van een onderneming wordt onderzocht. Blijkt de onderneming niet levensvatbaar, dan is beëindiging van de onderneming en een stabiel inkomen genereren uit arbeid of een uitkering aanvragen de oplossing. Daarmee staat de weg naar schuldhulpverlening open.

Artikel 3. Aanbod schuldhulpverlening

In lid 1 is aangegeven dat het college schuldhulpverlening verleent indien het college schuldhulpverlening noodzakelijk acht. Op deze manier wordt enerzijds recht gedaan aan het beleidsmatige uitgangspunt van de eigen verantwoordelijkheid. Daar waar de burger in staat moet worden geacht om de (dreigende) schuldenproblematiek zelf aan te pakken en te regelen, kan schuldhulpverlening achterwege blijven. Anderzijds wordt middels dit lid, evenals lid 3, recht gedaan aan het beleidsmatige uitgangspunt dat schuldhulpverlening selectief en gericht ingezet dient te worden. Daar waar sprake is van een schuldenpakket dat zich niet laat regelen in combinatie met een niet-regelbare verzoeker, kan een aanvraag worden geweigerd.

Lid 2: Dit artikel toont de kern van schuldhulpverlening nieuwe stijl: een gerichte en selectieve toepassing van schuldhulpverlening. Het gaat om maatwerk. De inzet van producten kan per situatie verschillen. In lid Lid 3: van dit artikel worden 6 factoren genoemd die bepalen in welke mate de gemeente één of meerdere producten schuldhulpverlening aanbiedt:

a. aard c.q. omvang van de schulden;

b. inkomsten en uitgaven;

c. psychosociale situatie of verslavingsproblematiek;

d. houding en gedrag van verzoeker;

e. woonsituatie;

f. een eventueel eerder gebruik van schuldhulpverlening.

Lid 4: Op dit artikel is artikel 3 lid 4 van de Wgs van toepassing.

Lid 5: Het college vindt het van belang vanuit haar integrale verantwoordelijkheid zelf regie te voeren op de schuldhulpverlening en daar waar zij dat nodig acht primaire en secundaire schuldhulpverlening in zal zetten.

Artikel 4. Verplichtingen

Met dit artikel wordt de eigen verantwoordelijkheid van aanvrager voorop gesteld. Het behoort tot de verantwoordelijkheid van mensen zelf om tijdig de benodigde informatie te geven (lid 1) en medewerking te verlenen (lid 2). Dit zowel in de fase van aanvraag als gedurende de looptijd van een traject.

Wat betreft de verplichting tot medewerking is in lid 2 een aantal verplichtingen benoemd. Dit is geen limitatieve opsomming. Het college hecht er sterk aan dat aanvrager zich maximaal inspant om door middel van het verwerven van meer inkomen de aflossingscapaciteit te vergroten. Kan verzoeker meer uren gaan werken dan verwacht het college daartoe de bereidheid en de inzet. Het college zal er op toe zien dat aanvrager deze mogelijkheden benut.

Artikel 5. Afwijzings- en/of beëindigingsgronden

In dit artikel wordt beschreven wanneer schuldhulpverlening kan worden geweigerd.

Indien verzoeker niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals neergelegd in artikel 4, leden 1 en 2, kan het college besluiten om schuldhulpverlening te weigeren. Alvorens schuldhulpverlening op grond van artikel 6 lid 1 en lid 2 sub b te weigeren of beëindigen wordt, conform lid 3, verzoeker eenmaal een termijn geboden om alsnog, de gevraagde medewerking te verlenen of informatie te verstrekken. De termijn die aan verzoeker wordt gesteld is in dit artikel bewust niet benoemd. De termijn dient een redelijke te zijn conform de Awb. Wat redelijk is, hangt samen met het type verplichting.

Het college heeft de bevoegdheid beëindiging, maar niet de verplichting. Dit geeft het college met name ruimte om van een beëindiging af te zien, indien elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt.

Komt verzoeker ook gedurende deze termijn zijn verplichting niet na, dan kan het college besluiten tot beëindiging van de schuldhulpverlening. In het kader van eigen verantwoordelijkheid vereist het opleggen van deze termijn maatwerk.

Van de 12 gronden zoals benoemd , verdienen de gronden onder g. en h. bijzondere aandacht. Daar waar de gemeente Moerdijk wil staan voor een selectieve en gerichte toepassing van schuldhulpverlening, kan dat betekenen dat schuldhulpverlening wordt beëindigd indien de vorm van hulpverlening niet langer aansluit bij de persoonlijke omstandigheden van aanvrager. Zie in dat licht ook een duidelijk link met artikel 3 lid 3 van deze beleidsregels. Die persoonlijke omstandigheden variëren in aard en duur. Hier is dan ook sprake van maatwerk en dient de casemanager schuldhulpverlening van gemeente Moerdijk (casemanager) dit goed te motiveren in de beschikking.

Artikel 6. Hernieuwde aanvraag na beëindiging eerder traject

Ook dit artikel is geformuleerd als een zogenaamde “kan”-bepaling. Het college heeft de bevoegdheid tot weigering van een hernieuwde afvraag, maar niet de verplichting. Dit geeft het college met name ruimte om van een beëindiging af te zien, indien elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt. Bij het bepalen of een persoon al eerder gebruik heeft gemaakt van schuldhulpverlening telt de verleende schuldhulpverlening c.q. de contacten daaromtrent vóór de inwerkingtreding van deze beleidsregels ook mee.

Artikel 7. Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden

Dit artikel geeft ruimte aan het college om in afwijking van het gestelde in artikel 5 lid 2 sub j een aanvrager toch toe te laten (lid 1) en in onvoorziene (lid 2) gevallen af te wijken van de regels zoals neergelegd in deze regeling.

Lid 1 geldt in het bijzonder met het oog op personen met verslavingsproblemen en/of psychosociale problemen die de omstandigheden die bepalend waren voor het ontstaan of onbetaald laten van de schulden, onder controle hebben gekregen. Dit moet blijken uit door verzoeker getroffen, aantoonbare maatregelen. Een beroep op de hardheidsclausule vereist in het algemeen dat aanvrager van een zekere (persoonlijke) ontwikkeling en een structurele gedragsverandering blijk geeft die zich uitbetaalt in het feit dat hij de situatie die hem in financiële problemen heeft gebracht onder controle heeft. Het is daarbij nodig dat een aanvrager over een langere periode laat zien dat de ingezette positieve ontwikkelingen bestendig zijn om van een structureel karakter te kunnen spreken. Hierbij geldt dat is vereist dat de omstandigheden onder controle zijn gekregen die destijds ook ten grondslag lagen aan het ontstaan en onbetaald laten van de schulden, het zogenaamde causaal verband.

Artikel 8 Artikel 8 Inwerkingtreding

Dit artikel behoeft geen verdere toelichting.

Aldus besloten in de openbare vergadering van het college, gehouden op……………...

De secretaris,

……………………,

De burgemeester,

…………….

Bijlage 1 Toelichting

Naar boven