Gemeenteblad van Horst aan de Maas
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Horst aan de Maas | Gemeenteblad 2019, 36794 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Horst aan de Maas | Gemeenteblad 2019, 36794 | Verordeningen |
Verordening van de gemeenteraad van Horst aan de Maas houdende bepalingen over maatschappelijke ondersteuning (Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Horst aan de Maas)
Bijlage van gemeentebladnummer 2019.014.B.
De raad van de gemeente Horst aan de Maas;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 7 januari 2019, gemeentebladnummer 2019.014.B.
gelet op het bepaalde in de Gemeentewet;
gelet op de artikelen 2.1.3, 2.1.4 eerste, tweede, derde en zevende lid, 2.1.5 eerste lid, 2.1.6, 2.1.7, 2.3.6 vierde lid en 2.6.6 eerste lid van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;
overwegende dat het noodzakelijk is om cliënten te ondersteunen als zij dusdanige beperkingen ondervinden bij hun maatschappelijke participatie en zelfredzaamheid dat zij niet op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg, met hulp van het sociale netwerk of met gebruikmaking van algemene voorzieningen hierin geheel of gedeeltelijk kunnen voorzien;
overwegende dat het noodzakelijk is om cliënten met psychische of psychosociale problemen en belanghebbenden die de thuissituatie hebben verlaten, al dan niet in verband met risico's voor hun veiligheid als gevolg van huiselijk geweld, te ondersteunen bij het zich handhaven in de samenleving als zij niet op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg, of met hulp van het sociale netwerk of met gebruikmaking van algemene voorzieningen hierin geheel of gedeeltelijk kunnen voorzien;
overwegende dat het noodzakelijk is om bij verordening regels te stellen met betrekking tot de invulling van de plicht tot ondersteuning;
Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Horst aan de Maas
In deze verordening wordt verstaan onder:
a. algemeen gebruikelijke voorziening: een voorziening waarvan, gelet op de omstandigheden, aannemelijk is dat de cliënt daarover, ook als hij geen beperkingen had, zou (hebben kunnen) beschikken;
b. andere voorziening: voorziening anders dan in het kader van de wet;
c. Besluit: Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Horst aan de Maas;
d. bijdrage in de kosten: bijdrage als bedoeld in artikel 2.1.4, eerste lid, van de wet;
e. budgetplan: door cliënt opgesteld plan waarin is opgenomen hoe het persoonsgebonden budget besteed wordt;
f. college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Horst aan de Maas;
g. gebruikelijke hulp: hulp die naar algemeen aanvaardbare opvattingen in redelijkheid mag worden verwacht van de echtgenoot, ouders, inwonende kinderen of andere huisgenoten;
h. hulpvraag: behoefte aan maatschappelijke ondersteuning als bedoeld in artikel 2.3.2, eerste lid, van de wet;
i. ingezetene: cliënt die zijn hoofdverblijf heeft in de gemeente Horst aan de Maas;
j. leefzorgplan: de weergave van de adviezen, verwijzingen en afspraken die in samenspraak met de cliënt zijn gemaakt naar aanleiding van zijn melding, alsmede de beoogde resultaten en de evaluatie daarvan;
k. maatwerkvoorziening: op de behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van een persoon afgestemd geheel van diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen:
l. mantelzorg: hulp ten behoeve van zelfredzaamheid, participatie, beschermd wonen, opvang, jeugdhulp, het opvoeden en opgroeien van jeugdigen en zorg en overige diensten als bedoeld in de Zorgverzekeringswet, die rechtstreeks voortvloeit uit een tussen personen bestaande sociale relatie en die niet wordt verleend in het kader van een hulpverlenend beroep;
m. onderzoek: onderzoek als bedoeld in artikel 2.3.2. vierde lid van de wet;
n. persoonlijk plan: plan waarin de cliënt de omstandigheden, als bedoeld in artikel 2.3.2, vierde lid, onderdelen a tot en met g van de wet, beschrijft en aangeeft welke maatschappelijke ondersteuning naar zijn mening het meest is aangewezen;
o. persoonsgebonden budget: bedrag waaruit namens het college betalingen worden gedaan voor diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen die tot een maatwerkvoorziening behoren, en die een cliënt van derden heeft betrokken;
p. professionele ondersteuning: ondersteuning die plaatsvindt door degene die voldoet aan de in de betreffende bedrijfstak, uit de cao blijkende, deskundigheidsvereisten waardoor sprake is van beroepsmatige, vakkundige ondersteuning;
q. uitvoeringsbesluit: Uitvoeringsbesluit Wmo 2015;
r. voorliggende voorziening: algemene voorziening of andere voorziening waarmee aan de hulpvraag wordt tegemoetgekomen;
s. vraagverhelderingsgesprek: een methodisch onderzoek als bedoeld in de wet waarbij de hulpvraag wordt onderzocht en alle levensdomeinen en evt. benodigde ondersteuning worden besproken;
t. wet: Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;
u. zaak: de voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten.
HOOFDSTUK 2: Melding, onderzoek en aanvraag
Het college onderzoekt in een gesprek tussen deskundigen en degene door of namens wie de melding is gedaan, dan wel de in eerste lid bedoelde personen, zo spoedig mogelijk en voor zover nodig:
de mogelijkheden om door middel van voorliggende voorzieningen of door samen met zorgverzekeraars en zorgaanbieders als bedoeld in de Zorgverzekeringswet en andere partijen op het gebied van publieke gezondheid, jeugdhulp, onderwijs, welzijn, wonen, werk en inkomen, te voorzien in de behoefte aan maatschappelijke ondersteuning;
HOOFDSTUK 3: Maatwerkvoorziening
Artikel 10. Criteria voor maatwerkvoorziening
Een cliënt komt in aanmerking voor een maatwerkvoorziening:
ter compensatie van de beperkingen, chronische psychische of psychosociale problemen, als gevolg waarvan cliënt niet voldoende in staat is tot zelfredzaamheid of participatie en voor zover de cliënt deze beperkingen naar het oordeel van het college niet kan verminderen of wegnemen
met gebruikmaking van andere voorzieningen.
De maatwerkvoorziening levert, rekening houdend met de uitkomsten van het in het voorgaande hoofdstuk bedoelde onderzoek, een passende bijdrage aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld tot zelfredzaamheid of participatie en zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kan blijven, en/of
ter compensatie van de problemen bij het zich handhaven in de samenleving van de cliënt met psychische of psychosociale problemen en de cliënt die de thuissituatie heeft verlaten, al dan niet in verband met risico's voor zijn veiligheid als gevolg van huiselijk geweld, voor zover de cliënt deze problemen naar het oordeel van het college niet kan verminderen of wegnemen
met gebruikmaking van algemene voorzieningen.
De maatwerkvoorziening levert, rekening houdend met de uitkomsten van het in het voorgaande hoofdstuk bedoelde onderzoek, een passende bijdrage aan het voorzien in de behoefte van de cliënt aan beschermd wonen of opvang en aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld zich zo snel mogelijk weer op eigen kracht te handhaven in de samenleving.
Artikel 11. Voorwaarden, verplichtingen en weigeringsgronden
Geen maatwerkvoorziening wordt verstrekt:
voor zover de aanvraag betrekking heeft op een voorziening die aan cliënt al eerder is verstrekt in het kader van enige wettelijke bepaling of regeling en de normale afschrijvingstermijn van de voorziening nog niet verstreken is, tenzij de eerder vergoede of verstrekte voorziening verloren is gegaan als gevolg van omstandigheden die niet aan de cliënt zijn toe te rekenen, of tenzij cliënt geheel of gedeeltelijk tegemoetkomt in de veroorzaakte kosten;
Geen woonvoorziening wordt verstrekt:
voor zover het voorzieningen in gemeenschappelijke ruimten betreft, anders dan automatische deuropeners, hellingbanen, het verbreden van gemeenschappelijke toegangsdeuren, het aanbrengen van drempelhulpen of vlonders of het aanbrengen van een opstelplaats bij de toegangsdeur van de gemeenschappelijke ruimte, met uitzondering van een voorziening voor verhuizing en inrichting;
Een cliënt kan voor een voorziening voor vervoer in natura of in de vorm van een persoonsgebonden budget in aanmerking komen wanneer beperkingen, chronische psychische problemen of psychosociale problemen het gebruik van een collectief systeem onmogelijk maken, dan wel een collectief systeem niet aanwezig is.
Artikel 13. Persoonsgebonden budget
De hoogte van het pgb is gebaseerd op het leefzorgplan en een door de cliënt opgesteld budgetplan. Daarin geeft hij aan hoe hij het persoonsgebonden budget gaat besteden. In ieder geval moet blijken dat de met het pgb te bieden ondersteuning veilig, doeltreffend en cliëntgericht is en dat de te bieden ondersteuning in redelijkheid geschikt is voor het doel waarvoor het pgb wordt verstrekt.
Het pgb tarief voor de maatwerkvoorzieningen begeleiding individueel, persoonlijke verzorging, dagbesteding, logeren, ondersteuning bij huishoudelijk werk en vervoer is niet hoger dan het maximale tarief van de maatwerkvoorziening in natura zoals vastgelegd in regionaal afgesloten raamcontracten met zorgaanbieders. Het pgb tarief voor de maatwerkvoorziening beschermd wonen is niet hoger dan het goedkoopste tarief van de maatwerkvoorziening in natura, zoals vastgelegd in de raamcontracten met zorgaanbieders die door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Venlo zijn afgesloten ten behoeve van de gehele regio Noord-Limburg. Voor de inzet van gediplomeerde zzp’ers bij de maatwerkvoorziening beschermd wonen bedraagt de hoogte van het pgb maximaal 90% van het tarief voor de goedkoopst passende voorziening in natura zoals vastgelegd in de hiervoor genoemde raamcontracten. Deze tarieven kunnen voorafgaand aan het opstellen van een budgetplan gecommuniceerd worden met de inwoner die het plan opstelt.
Voor bouwkundige woningaanpassingen, woonhulpmiddelen, rolstoelvoorzieningen en vervoershulpmiddelen wordt bij de vaststelling van de hoogte van het pgb rekening gehouden met:
de afschrijvingstermijn, binnen deze termijn wordt in de regel geen nieuw pgb verstrekt, tenzij hiervoor bijzondere gronden zijn. Voor bouwkundige woningaanpassingen wordt een afschrijvingstermijn van 15 jaar gehanteerd. Voor woonhulpmiddelen, rolstoelvoorzieningen en vervoershulpmiddelen 7 jaar (voor kinderen 5 jaar).
Als het leefzorgplan en budgetplan aantoonbaar maken dat een financiële compensatie voor ondersteuning door het eigen netwerk doelmatiger, efficiënter en tot effectievere zorgondersteuning leidt, dan is het verstrekken van een pgb voor het sociaal netwerk mogelijk. De hoogte van het persoonsgebonden budget voor dienstverlening kan opgebouwd zijn uit verschillende kostencomponenten zoals salaris, vervanging tijdens vakantie en verzekeringen. Het leefzorgplan is hierin uitgangspunt en leidend.
Het pgb uurtarief voor het inzetten van hulp uit het eigen sociaal netwerk is gelijk aan het wettelijk minimumloon zoals dat geldt op het moment van de pgb verstrekking. Bij een wijziging van het wettelijk minimumloon past de budgethouder de zorgovereenkomst tussen de budgethouder en zorgverlener daarop aan. Het pgb uurtarief voor het inzetten van niet-professionele hulp uit het eigen sociaal netwerk voor de voorziening beschermd wonen bedraagt 75% van het uurtarief voor professionele hulp, tot een door het college vast te stellen maximumbedrag.
Artikel 13.1 Keuze voor persoonsgebonden budget of zorg in natura
Bij de beoordeling van de motivering om een pgb te voeren wordt gekeken of:
Bij de beoordeling van de bekwaamheid om op verantwoorde wijze een pgb te voeren wordt gekeken of de aanvrager, al dan niet ondersteund vanuit zijn sociaal netwerk of diens vertegenwoordiger:
in voldoende mate op de hoogte is van rechten en plichten die aan een pgb zijn verbonden en in staat is om het opdrachtgeverschap en de daarbij behorende taken op zich te nemen. Dit zijn taken zoals het zoeken van een passende zorgaanbieder, het voeren van sollicitatiegesprekken, het opstellen van een correcte zorgovereenkomst die gelijk is aan het model van de Sociale Verzekeringsbank, het aansturen van de zorgverlener(s), het omgaan met eventuele ziekte van de zorgverlener(s), het voeren van de administratie, waaronder het accorderen van facturen, het bewaken van de kwaliteit en voortgang van de zorg en het signaleren van misbruik door de zorgaanbieder;
De hoogte van het pgb is gebaseerd op het leefzorgplan en budgetplan waarbij het leefzorgplan leidend is. In ieder geval moet blijken dat de met het pgb te bieden ondersteuning veilig, doeltreffend en cliëntgericht is en dat de te bieden ondersteuning in redelijkheid geschikt is voor het doel waarvoor het pgb wordt verstrekt.
Artikel 13.4 Kwaliteit maatwerkvoorziening pgb
Bij de beoordeling van de kwaliteit van een maatwerkvoorziening in de vorm van een pgb, wordt uitgegaan van de regionaal gestelde kwaliteitseisen voor zorg in natura, benoemd in het Programma van Eisen, behorend bij de inkoop van Wmo in de regio Noord-Limburg, door de Modulaire Gemeenschappelijke Regeling Sociaal Domein Limburg-Noord. Dat betekent dat ervan uit wordt gegaan dat de ondersteuning die geleverd wordt met inzet van een pgb een vergelijkbare kwaliteit heeft met ondersteuning die, met betrekking tot een gelijksoortig product, wordt ingekocht door middel van zorg in natura. Deze kwaliteitseisen gelden niet voor pgb’s voor het sociale netwerk.
Artikel 14. Nieuwe feiten en omstandigheden, herziening, intrekking of terugvordering
Onverminderd artikel 2.3.8 van de wet doet een cliënt aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden, waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze aanleiding kunnen zijn tot heroverweging van een beslissing als bedoeld in artikel 2.3.5 of 2.3.6 van de wet.
Als het college een beslissing op grond van het tweede lid, onder a, heeft ingetrokken en de verstrekking van de onjuiste of onvolledige gegevens door de cliënt opzettelijk heeft plaatsgevonden, kan het college van de cliënt en degene die daaraan opzettelijk zijn medewerking heeft verleend, geheel of gedeeltelijk de geldswaarde vorderen van de ten onrechte genoten maatwerkvoorziening of het ten onrechte genoten pgb.
Artikel 15. Controle en (her)onderzoek
HOOFDSTUK 5: Kwaliteit en veiligheid
Artikel 18. Verhouding prijs en kwaliteit levering voorziening door derden
HOOFDSTUK 7: Klachten, medezeggenschap en inspraak
Artikel 22. Betrekken van ingezetenen bij het beleid
In de Verordening cliëntenparticipatie Wmo, Wwb, Wsw en Wij zijn regels gesteld met betrekking tot de wijze waarop het college ingezetenen van de gemeente, waaronder in ieder geval cliënten of hun vertegenwoordigers, betrekt bij de voorbereiding van het beleid betreffende maatschappelijke ondersteuning en inspraak wordt verleend.
Het door het gemeentebestuur gevoerde beleid wordt binnen 4 jaar geëvalueerd. Het college zendt hiertoe aan de gemeenteraad een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van het beleidsplan en de verordening in de praktijk.
Artikel 25. Intrekking oude verordening en overgangsrecht
Een cliënt houdt recht op een lopende voorziening verstrekt op grond van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Horst aan de Maas zoals vastgesteld door de raad op 14 oktober 2014, 18 oktober 2016, 19 december 2017 of 4 september 2018, totdat het college een nieuw besluit heeft genomen.
Het beslissen op bezwaarschriften tegen een besluit op grond van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Horst aan de Maas zoals vastgesteld door de raad op 4 september 2018, geschiedt op grond van voornoemde verordening die ten aanzien van de betreffende zaak zijn rechtskracht behoudt.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2019-36794.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.