Beleidsregel ‘Wet aanpak woonoverlast’ gemeente Almelo

De burgemeester van de gemeente Almelo;

 

Gelet op het bepaalde in artikel 151d van de Gemeentewet en artikel 2:79 van de Algemeen Plaatselijke Verordening gemeente Almelo,

 

besluit:

 

vast te stellen de Beleidsregels “Wet aanpak woonoverlast gemeente Almelo”

 

Luidende als volgt:

 

 

Deel I: juridische / technische onderbouwing

Inleiding

Jaarlijks krijgen gemeente, politie en woningcorporaties vele meldingen van inwoners van Almelo die overlast ervaren van hun buren of buurtgenoten. Dit varieert van geluidsoverlast tot rotzooi in de tuin. In sommige gevallen gaat het om ernstige overlast die zorgt voor stress en slapeloosheid bij bewoners zodat het een negatief effect heeft op hun dagelijkse leven. Om een beeld te geven van de omvang; in 2017 kreeg de politie in Almelo 725 meldingen van geluidsoverlast en 391 meldingen van burengerucht. In totaal dus meer dan 1.100 meldingen die te relateren zijn aan woonoverlast. Met name bij koopwoningen waren tot op heden de mogelijkheden beperkt om de overlast adequaat te bestrijden. Met name de wet Victoria (art 174a Gemeentewet) bleek geen effectief middel vanwege de strenge toepassingsvoorwaarden.

 

1 juli 2017 is art. 151d van de gemeentewet, de wet aanpak woonoverlast in werking getreden waarmee de burgemeester een nieuw instrument heeft gekregen om grip te krijgen op het aanpakken van structurele overlast. Deze wet maakt mogelijk dat de gemeenteraad een bevoegdheid aan de burgemeester toekent om een gedragsaanwijzing op te leggen aan de veroorzakers van ernstige en herhaaldelijke vormen van overlast. Dat betekent dat de veroorzaker bepaald gedrag moet staken of actie moet ondernemen om een overlastsituatie ongedaan te maken. Bij niet-naleving van de gedragsaanwijzing krijgt de overlastgever een dwangsom opgelegd, of kan de burgemeester als ultimum remedium overgaan tot het toepassen van bestuursdwang om een overlastsituatie te stoppen.

 

In Almelo wordt de wet woonoverlast vastgelegd in artikel 2:79 van de APV. De beleidsregels geven kaders en handvatten voor de toepassing van het APV-artikel. Verder zijn in de beleidsregels procesafspraken opgenomen voor de uitvoering van de wet woonoverlast. Het betreffen afspraken tussen partners die betrokken zijn bij het aanpakken van woonoverlast, zoals de gemeente, politie en woningcorporaties.

 

Juridisch kader

Het juridisch kader voor het toepassen van de wet aanpak woonoverlast is artikel 151d van de gemeentewet:

  • 1.

    De raad kan bij verordening bepalen dat degene die een woning of een bij die woning behorend erf gebruikt of tegen betaling in gebruik geeft aan een persoon die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen is ingeschreven, er zorg voor draagt dat door gedragingen in of vanuit die woning of dat erf of in de onmiddellijke nabijheid van die woning of dat erf geen ernstige en herhaaldelijke hinder voor omwonenden wordt veroorzaakt.

  • 2.

    De in artikel 125, eerste lid, bedoelde bevoegdheid tot oplegging van een last onder bestuursdwang wegens overtreding van het in het eerste lid bedoelde voorschrift wordt uitgeoefend door de burgemeester. De burgemeester oefent de bevoegdheid uit met inachtneming van hetgeen daaromtrent door de raad in de verordening is bepaald en slechts indien de ernstige en herhaaldelijke hinder redelijkerwijs niet op een andere geschikte wijze kan worden tegengegaan.

 

  • 3.

    Onverminderd de laatste volzin van het tweede lid kan de last, bedoeld in de eerste volzin van dat lid, een verbod inhouden om aanwezig te zijn in of bij de woning of op of bij het erf. Het verbod geldt voor een periode van tien dagen. De artikelen 2, tweede lid, en vierde lid, aanhef en onder a en b, 5, 6, 8, eerste lid, aanhef en onder a en b, 9 en 13 van de Wet tijdelijk huisverbod zijn van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de burgemeester bij ernstige vrees voor verdere overtreding de looptijd van het verbod kan verlengen tot ten hoogste vier weken.

 

De toepassing is beschreven in artikel 2:79 van de Algemeen Plaatselijke Verordening van de gemeente Almelo:

  • 1.

    Degene die een woning of een bij die woning behorend erf gebruikt, of tegen betaling in gebruik geeft aan een persoon die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen is ingeschreven, draagt er zorg voor dat door gedragingen in of vanuit die woning of dat erf of in de onmiddellijke nabijheid van die woning of dat erf geen ernstige en herhaaldelijke hinder voor omwonenden wordt veroorzaakt.

  • 2.

    Als de burgemeester een last onder dwangsom of onder bestuursdwang oplegt naar aanleiding van een schending van deze zorgplicht kan hij daarbij aanwijzingen geven over wat de overtreder dient te doen of na te laten om verdere schending te voorkomen. De burgemeester stelt beleidsregels vast over het gebruik van deze bevoegdheid.

  • 3.

    De last kan in ieder geval worden opgelegd bij ernstige en herhaaldelijke:

    • a.

      geluid- of geurhinder;

    • b.

      hinder van dieren;

    • c.

      hinder van bezoekers of personen die tijdelijk in een woning of op een erf aanwezig zijn;

    • d.

      overlast door vervuiling of verwaarlozing van een woning of een erf;

    • e.

      intimidatie van derden vanuit een woning of een erf.

 

Doel en reikwijdte van het toepassen van de wet aanpak woonoverlast

Het opleggen van een gedragsaanwijzing geldt voor de feitelijke gebruikers van een woning en kan daarmee zowel huurders als eigenaren betreffen. Ook illegale onderhuurders of krakers vallen onder de bepaling. De gemeente heeft hiermee een extra instrument om woonoverlast effectief aan te pakken met als doel:

1. Een omgeving waar het veiliger en prettiger wonen is.

2. Toename van de leefbaarheid

3. Een daadkrachtige gemeente

4. Vergroting van de veiligheidsbeleving

5. Het terugdringen van schade door overlast en verloedering levert een besparing op

 

Ultimum remedium

Alleen als er geen geschiktere manier meer voor handen is om overlast tegen te gaan kan de burgemeester gebruik maken van zijn of haar bevoegdheid om een gedragsaanwijzing op te leggen. De burgemeester zal in zijn of haar besluit steeds moeten motiveren dat er geen alternatief instrument voor handen was om de overlast aan te pakken. Dossieropbouw is hierbij van wezenlijk belang, aangezien daaruit blijkt dat andere instrumenten zijn geprobeerd zonder gewenst resultaat.

 

Begripsbeschrijvingen

De volgende begrippen die worden gebruikt in artikel 151d van de Gemeentewet en in artikel 2:79 van de APV van de gemeente Almelo moeten als volgt worden begrepen:

  • 1.

    Woonoverlast: ernstige en herhaaldelijke hinder, in welke vorm dan ook, die naar algemene maatstaven in het maatschappelijke verkeer als ernstig valt te kwalificeren, veroorzaakt in of vanuit de woning of een bij de woning behorend erf of in de nabijheid daarvan. Zo mogelijk wordt deze hinder gestaafd met feitelijke gegevens op basis van herhaaldelijke waarnemingen en/of metingen

  • 2.

    Gebruiker van een woning: diegene die de woning en/of het bijbehorende erf feitelijk bewoont

  • 3.

    Omwonenden: personen die nabij het adres wonen van waaruit woonoverlast wordt veroorzaakt

  • 4.

    Onmiddellijke nabijheid: een straal van 100 meter of minder vanaf de plaats van waaruit de overlast wordt veroorzaakt

  • 5.

    Gedragsaanwijzing: een aanwijzing in de vorm van een last onder bestuursdwang of last onder dwangsom waarin staat welke gedraging(en) moet(en) worden beëindigd dan wel moet(en) worden opgevolgd en binnen welke termijn

  • 6.

    Intimidatie: iemands gedrag beïnvloeden door hem angst aan te jagen door te dreigen met negatieve gevolgen. Deze gevolgen kunnen bijvoorbeeld lichamelijk geweld betreffen, maar ook andere negatieve gevolgen zijn denkbaar

  • 7.

    Ultimum Remedium: als er geen andere meer geschikte manier is om de overlast tegen te gaan kan de burgemeester gebruik maken van de bevoegdheid om een gedragsaanwijzing op te leggen. In het besluit zal gemotiveerd moeten worden aangetoond dat geen alternatief instrument meer voor handen was om de overlast aan te pakken

  • 8.

    APV: de Algemeen Plaatselijke Verordening van de gemeente Almelo

  • 9.

    Zorgplicht: de gemeenteraad heeft in de APV bepaald dat diegene die een woning of een bij de woning behorend erf gebruikt, er zorg voor dient te dragen dat door gedragingen in of rondom de woning of dat erf geen ernstige hinder voor omwonenden wordt veroorzaakt

  • 10.

    Tijdelijk huisverbod: mocht de gerichte gedragsaanwijzing niet leiden tot het gewenste effect kan de burgemeester overgaan tot het opleggen van een tijdelijk huisverbod. Binnen het brede palet van het opleggen van een gedragsaanwijzing moet het uitvaardigen van een tijdelijk huisverbod worden gezien als een laatste redmiddel dat bijdraagt aan het tegengaan van de woonoverlast

 

Deel II: beoogde uitvoering van de wet woonoverlast

Stappenplan voor de toepassing van de wet woonoverlast.

De gemeente heeft een regisserende rol in de aanpak van woonoverlast, maar er zijn veel instanties en organisaties die betrokken kunnen zijn, zoals de politie, woningcorporaties, bemoeizorg, GGZ en andere hulpverlenende instanties. De toepassing van de wet woonoverlast is één van de instrumenten om woonoverlast aan te pakken. Om ervoor te zorgen dat de toepassing van de wet woonoverlast niet op zichzelf staat, maar onderdeel is van een breder palet aan maatregelen om overlast te bestrijden wordt deze opgenomen in de Almelose aanpak voorkomen escalatie (AVE). Daarnaast zijn zowel binnen de gemeente Almelo als bij betrokken instanties een aantal functionarissen geschoold als contact functionaris die weten wat van hen wordt verwacht bij het behandelen van een overlastdossier.

 

Aan de hand van een stappenplan beoordeelt een contact functionaris of de wet woonoverlast kan worden toegepast en op welke wijze;

Stap 1. Melding / Signalering van overlast

Stap 2. Vastleggen van de melding en verrijken van de informatie

Stap 3. Beoordeling van de melding

Stap 4. Toepassen van artikel 2:79 APV; bestuurlijke gedragsaanwijzing als uiterste maatregel

 

Stap 1. Melding / Signalering van overlast

Meldingen en signalen van (ernstige) woonoverlast kunnen de gemeente via verschillende wegen bereiken. Bewoners kunnen overlast rechtstreeks bij de gemeente Almelo melden via de gemeentelijke website of het Klant Contact Centrum (KCC). Ook kunnen meldingen of signalen binnen komen via een stadsdeel coördinator, een wijkcoach of een gemeentelijke BOA. Daarnaast kunnen meldingen of signalen gemeld worden via één van de betrokken instanties, zoals de politie, woningcorporaties of één van de hulpverlenende instanties.

Bij niet alle meldingen of signalen zal er sprake zijn van ernstige en herhaaldelijke overlast. Allereerst zal de functionaris of de instantie waar de melding binnen komt de melding zelf in behandeling nemen om te kijken wat al is ondernomen om de overlast tegen te gaan en vervolgens proberen deze overlast binnen de eigen organisatie aan te pakken. Als duidelijk is dat interventies op vrijwillige basis niet werken en maatregelen binnen de eigen organisatie niet afdoende zijn wordt de gemeente verzocht om regie te voeren op de casus.

 

Stap 2. Vastleggen van de melding en verrijken van de informatie

Een contactfunctionaris binnen de gemeente Almelo zal de melding in behandeling nemen. Hij of zij zal de melding registreren en zal contact opnemen met mogelijk betrokken instanties om de informatie te verrijken en het dossier compleet te maken. Op basis van het dossier wordt de aard en omvang van de overlast vastgesteld.

Om te komen tot een goede beoordeling is een gedegen dossier nodig met beschrijvingen van klachten, meldingen, waarnemingen, registraties en sfeerrapportages. Een sfeerrapportage kan bijvoorbeeld beeldmateriaal bevatten van een melder die de overlast in beeld heeft gebracht. Daarnaast is een overzicht nodig van betrokken bewoners en functionarissen die betrokken zijn. En als laatste een overzicht van genomen maatregelen en het resultaat daarvan. Het is van belang om een zo compleet mogelijk dossier te hebben om de melding zo objectief mogelijk te kunnen beoordelen. Indien gewenst organiseert de contact functionaris een overleg met betrokken organisaties om informatie op te halen en te bespreken.

 

Stap 3. Beoordeling van de melding

De contactfunctionaris beoordeelt op basis van het dossier en het contact met betrokken instanties of er sprake is van ernstige en structurele overlast, als bedoeld in artikel 2:79 APV. Daarna beoordeelt de contactfunctionaris of de betrokken instanties zelf hebben geprobeerd om de overlastsituatie aan te pakken. En hij of zij zal beoordelen of eerst minder zware maatregelen zijn toegepast. Dit kan in een vrijwillig kader zijn (buurtbemiddeling, mediaton, aanspreken op gedrag etc.) of gedwongen kader (waarschuwing, boete, civiele procedure).

Per situatie zal beoordeeld worden welke maatregelen en interventies ingezet moeten worden en welke instanties betrokken moeten worden. De contactfunctionaris zorgt voor afstemming tussen de partijen, contact met betrokken bewoners en het monitoren van afspraken. Op het moment dat de contact functionaris beoordeelt dat er sprake is van ernstige en herhaaldelijke overlast en minder zware maatregelen niet hebben geleid tot een gewenst resultaat zal hij of zij adviseren om artikel 2:79 APV toe te passen als ultimum remedium.

 

Stap 4. Toepassing van art 2:79 APV

Als stap 2 en 3 de toepassing van de wet aanpak woonoverlast rechtvaardigen heeft de burgemeester de bevoegdheid om een gedragsaanwijzing op te leggen in de vorm van een last onder bestuursdwang of een last onder dwangsom. In een schriftelijke waarschuwing aan de veroorzaker van de overlast wordt aangegeven welke handelingen hij of zij moet doen of nalaten om de overlast te doen stoppen. Deze gedragsaanwijzing is een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb art. 5:32). De burgemeester geeft in de waarschuwing aan een last onder dwangsom op te leggen indien de veroorzaker van de overlast geen gehoor geeft aan de gedragsaanwijzing. Mocht dat onvoldoende effect hebben kan de burgemeester overgaan tot het opleggen van een last onder bestuursdwang om de overlastsituatie te kunnen beëindigen. Als uiterste maatregel kan de burgemeester overgaan tot het uitvaardigen van een tijdelijk huisverbod voor de duur van maximaal 10 dagen, te verlengen tot maximaal 4 weken.

In de gedragsaanwijzing moet duidelijk en concreet worden beschreven welke handelingen moeten worden uitgevoerd of gestaakt en binnen welke termijn. Daarnaast dient de gedragsaanwijzing deugdelijk te worden gemotiveerd en wordt aangegeven wat de gevolgen zijn van het niet opvolgen van de gedragsaanwijzing.

De veroorzaker wordt in de gelegenheid gesteld om een zienswijze in te dienen tegen de opgelegde gedragsaanwijzing.

 

Toezicht en handhaving

Het toezicht op de naleving van de opgelegde last is belegd bij de politie en de gemeentelijke BOA’s.

Psychische of psychiatrische aandoening

Bij de keuze voor de aanpak van de overlastsituatie en het al dan niet opleggen van een gedragsaanwijzing wordt ernstig rekening gehouden of een overlastveroorzaker kampt met een psychische of psychiatrische aandoening. Onderdeel van de eerder genoemde AVE is de aanpak van personen met verward gedrag. In dit soort situaties is er nauwe samenwerking tussen de gemeente, politie, hulpverlening en andere betrokken partijen om passende zorg te bieden en zo de overlast te beëindigen.

In acute situaties kan de burgemeester op basis van een geneeskundige verklaring besluiten tot een in bewaringstelling (IBS) op grond van de wet Bopz. In 2020 zal deze wet worden vervangen door de wet Verplichte GGZ. In een situatie die minder spoedeisend is kan de betrokken hulpverlening een procedure tot een rechtelijke machtiging (RM) opstarten. Op basis van een geneeskundige verklaring besluit een rechter of de veroorzaker van de overlast gedwongen kan worden opgenomen.

Hoogte last onder dwangsom

De hoogte van de dwangsom bedraagt maximaal 500 euro per keer dat niet wordt voldaan aan de last, tot een maximum van 2.500 euro. De burgemeester kan te allen tijde besluiten om de opgelegde last onder dwangsom om te zetten naar een bestuursdwang, bijvoorbeeld in de vorm van een tijdelijk huisverbod.

Verantwoording burgemeester

De burgemeester doet jaarlijks verslag aan de gemeenteraad over de toepassing van artikel 2:79 APV in de jaarlijkse veiligheidsrapportage.

Inwerkingtreding

De beleidsregels treden in werking op de dag nadat deze bekend zijn gemaakt.

Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als de Beleidsregels Wet aanpak woonoverlast gemeente Almelo.

Aldus vastgesteld door de burgemeester van de gemeente Almelo op d.d. 18 december 2018.

Arjen Gerritsen

Naar boven