Intrekken en vaststellen van een aantal beleidsregels minimabeleid, gemeente Amsterdam

Burgemeester en wethouders van Amsterdam

 

Brengen ter algemene kennis dat zij in hun vergadering van 29 januari 2019 hebben besloten:

 

  • 1.

    In te stemmen met de wijzigingen in de Beleidsregels Participatie minimakinderen, dit betreft de leeftijd van het kind in de begripsomschrijvingen. Naar aanleiding van het B&W besluit van 11 september 2018 is de leeftijd voor voorschoolse educatie verlaagd van 2,5 naar 2 jaar.

  • 2.

    In te stemmen met de wijzigingen in de Beleidsregels Regeling Tegemoetkoming kosten openbaar vervoer voor mantelzorgers, het betreft het verlengen van de aanvraagperiode tot en met 31 december 2019. Dit naar aanleiding van een evaluatie van de regeling waaruit blijkt dat de regeling bijdraagt aan een belangrijke doelstelling om financiële belemmeringen om mantelzorg te verlenen (deels) weg te nemen.

  • 3.

    Vast te stellen de vernieuwde beleidsregels:

    • a.

      Participatie minimakinderen

    • b.

      Regeling Tegemoetkoming kosten openbaar vervoer voor mantelzorgers

  • 4.

    In te trekken de oude beleidsregels:

    • a.

      Participatie minimakinderen vastgesteld bij besluit van B&W van 6 augustus 2018, Gemeenteblad, nummer 169587;

    • b.

      Regeling Tegemoetkoming kosten openbaar vervoer voor mantelzorgers vastgesteld bij besluit van B&W van 4 april 2017.

  • 5.

    Te bepalen dat de besluiten onder 3 en 4 worden gepubliceerd in het Gemeenteblad, op de dag na publicatie in werking treden en terug werken tot 1 januari 2019.

 

Beleidsregels Participatie minimakinderen

 

Het betreft hier beleidsregels voor de volgende onderdelen:

Scholierenvergoeding, Reiskostenvergoeding, PC-voorziening en Kindbonnen .

Deze maken deel uit van het Kindpakket van de gemeente Amsterdam.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1.

    In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    • a)

      Aanvraagperiode: een periode die jaarlijks door het college wordt vastgesteld.

    • b)

      Aanvrager: de ouder(s) of verzorger(s) van een tot de doelgroep behorend kind;

    • c)

      College: het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Amsterdam;

    • d)

      Fiscaal inkomen: het brutoloon met daarbij gerekend belaste vergoedingen;

    • e)

      IOAW: Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

    • f)

      Kind: het kind of stiefkind of pleegkind tot 18 jaar dat op moment van aanvraag op hetzelfde adres woont als de aanvrager en waarvoor kinderbijslag wordt ontvangen zoals bedoeld in de Algemene Kinderbijslagwet, of zal worden ontvangen vanaf het eerstvolgende kwartaal of waarvoor een pleegkindvergoeding wordt ontvangen;

    • g)

      Scholier: het kind van de aanvrager in de leeftijd van 2 jaar of ouder dat voor het schooljaar of een deel daarvan is ingeschreven, of naar verwachting zal zijn ingeschreven, op een (Voor)school en op 30 september van het schooljaar waarop de aanvraag betrekking heeft de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt;

    • h)

      Peildatum: 31 december van het jaar dat voorafgaat aan het jaar van aanvraag;

    • i)

      Verstrekkingsjaar: het jaar waarop de vergoeding of voorziening betrekking heeft;

    • j)

      PC-vaardigheidsbewijs: een op schrift gestelde verklaring over bewezen vaardigheden in het bedienen van, en het werken met een PC-voorziening, afgegeven door een door het college aangewezen organisatie;

    • k)

      Referte-jaar: het laatste volledige kalenderjaar dat voorafgaat aan het jaar van aanvraag:

    • l)

      Schooladres: het adres van het schoolgebouw waar de scholier het merendeel van zijn opleiding volgt;

    • m)

      Schooljaar: een periode van 12 maanden zoals jaarlijks door de minister van Onderwijs, Cultuur en wetenschap (OCW) wordt vastgesteld;

    • n)

      Woonadres: het adres in de gemeente Amsterdam waar de aanvrager en scholier op de datum van aanvraag staan ingeschreven in de Basis Registratie Personen (BRP);

    • o)

      Zone: geografisch afgebakend gebied zoals bepaald in het Besluit personenvervoer 2000.

    • p)

      Voorschool: de Voorschool is een opvangvoorziening waar kinderen tussen 2 en 4 jaar spelend leren.

  • 2.

    Voorzover begrippen niet in lid 1 zijn gedefinieerd, worden zij in deze beleidsregels gebruikt in dezelfde betekenis als in de Participatiewet.

Artikel 2 Juridische grondslag

Het College kent een Scholierenvergoeding, Reiskostenvergoeding en PC-voorziening toe op grond van artikel 35 van de Participatiewet aan aanvragers ten behoeve van Scholieren indien zij voldoen aan de voorwaarden genoemd in deze beleidsregels. Het College kent Kindbonnen toe op grond van artikel 108 van de Gemeentewet aan aanvragers ten behoeve van kinderen indien zij voldoen aan de voorwaarden genoemd in deze beleidsregels.

Artikel 3 Omschrijving Scholierenvergoeding, Reiskostenvergoeding, PC-voorziening en Kindbonnen

  • 3.1.

    De Scholierenvergoeding houdt in:

    • a)

      een door het College noodzakelijk geachte vergoeding voor kosten verbonden aan de Voorschool, of voor kosten in een Schooljaar die verbonden zijn aan de deelname aan onderwijs, cultuur en sport;

    • b)

      een vergoeding per Scholier bij deelname aan het voortgezet onderwijs en bij deelname aan het basis onderwijs of Voorschool,

  • 3.2

    De Reiskostenvergoeding houdt in:

    • a)

      een door het College noodzakelijk geachte vergoeding voor reiskosten in een Schooljaar, ten behoeve van Scholieren bij deelname aan het voortgezet onderwijs;

  • 3.3

    De PC-voorziening houdt in:

    • 1.

      Voor de Scholier die naar verwachting in het Verstrekkingsjaar de overstap zal maken van het basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs, of deze overstap al heeft gemaakt en niet eerder een PC-voorziening heeft ontvangen:

      • a)

        een draagbare computer, verstrekt door een door het College aangewezen organisatie;

      • b)

        een eenmalige vergoeding als tegemoetkoming voor een eenjarig internetabonnement;

      • c)

        een cursus voor een PC-vaardigheidsbewijs bij een door het College aangewezen organisatie.

    • 2.

      Voor de Scholier in het basisonderwijs die op de aanvraagdatum de leeftijd van 10,11 of 12 jaar heeft:

      • e)

        een eenmalige bon voor de aanschaf van een device (tablet,laptop,etc.) naar eigen keuze uit aanbod van een aanbieder waarmee de gemeente een overeenkomst heeft afgesloten;

      • f)

        een cursus voor een PC-vaardigheidsbewijs bij een door het college aangewezen organisatie.

  • 3.4

    De Kindbonnen houden in: een tegoed voor de aanschaf van kleding of speelgoed bij een jaarlijks door het college te bepalen instelling.

Artikel 4 Voorwaarden voor verstrekking

Om in aanmerking te komen dient de Aanvrager:

  • a)

    op de datum van de aanvraag met een kind op hetzelfde Woonadres te staan ingeschreven;

  • b)

    op de datum van de aanvraag te beschikken over een burgerservicenummer (BSN);

  • c)

    op de Peildatum, of op de datum van aanvraag in geval van een minnelijke schuldregeling of een opgelegde schuldregeling op grond van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen, niet over een vermogen te hebben beschikt dat hoger was dan het op de peildatum geldende bedrag ingevolge artikel 34 lid 3 Participatiewet en

  • d)

    over het refertejaar, of op de datum van aanvraag in geval van een minnelijke schuldregeling of een opgelegde schuldregeling op grond van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen, over een minimuminkomen te beschikken genoemd in artikel 6 van deze beleidsregels.

Artikel 5 Aanvullende voorwaarden

  • 5.1

    De Reiskostenvergoeding wordt verstrekt ten behoeve van de Scholier aan het voortgezet onderwijs die aantoonbaar reiskosten maakt in verband met het onderwijs.

    Deze reiskosten zijn aanwezig omdat de scholier ten minste drie zones met het openbaar vervoer moet reizen vanaf het Woonadres om het schoolgebouw te bereiken. Hierbij wordt uitgegaan van de kortste afstand tussen de dichtstbijzijnde haltes bij het Woon- en het Schooladres.

  • 5.2

    Voorafgaand aan de uitlevering van de PC of de uitreiking van de bon voor de aanschaf van een device, dient de aanvrager een PC-vaardigheidsbewijs van het betreffende Kind aan het College te hebben overgelegd.

  • 5.3

    Om in aanmerking te komen voor de Kindbonnen dient het Kind te beschikken over een geldige Stadspas.

Artikel 6 Inkomensbepalingen

  • 6.1

    Voor het bepalen van de hoogte van het inkomen worden op de Peildatum de volgende doelgroepen onderscheiden:

    • a)

      de alleenstaande ouder met een kind jonger dan 18 jaar;

    • b)

      de gehuwden met een kind jonger dan 18 jaar.

  • 6.2

    Onder een minimuminkomen wordt verstaan:

    • a)

      een fiscaal gezinsinkomen, dat minder dan, of gelijk is aan, 120% van de afhankelijk van de gezinssituatie van toepassing zijnde bruto IOAW jaarnorm of

    • b)

      120% van de AOW norm voor personen van de pensioen gerechtigde leeftijd, of

    • c)

      een fiscaal gezinsinkomen dat hoger is dan 120% van die normen, maar waarvan dat meerdere is aangewend ter aflossing van een schuldenlast in het kader van een minnelijke schuldregeling bij de Gemeentelijke Kredietbank of een opgelegde schuldregeling op grond van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen.

  • 6.3

    In het refertejaar zijn 2 toetsinkomens van toepassing:

    • a)

      voor huishoudens onder de pensioengerechtigde leeftijd het inkomen zoals vermeld in artikel 6, het tweede lid onder a of c.

    • b)

      voor huishoudens met de pensioengerechtigde leeftijd het inkomen zoals vermeld in artikel 6, tweede lid onder b of c. Voor gezinnen waarvan de ene partner op datum aanvraag de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt, maar de andere nog niet, zal het hoogste toetsinkomen worden toegepast.

  • 6.4

    Indien door wijziging in de gezinssituatie ten aanzien van de aanvrager in de loop van het refertejaar twee of meer minimuminkomensniveaus van toepassing zijn, stelt het college naar evenredigheid een individueel minimuminkomensniveau vast.

  • 6.5

    Indien over een refertejaar of een deel daarvan, een inkomenstoets en vermogenstoets in het kader van een gemeentelijke regeling heeft plaatsgevonden en daarbij is vastgesteld dat het inkomen niet hoger is dan het relevante toetsbedrag, wordt het inkomen en het vermogen over het refertejaar of een deel daarvan, niet opnieuw getoetst.

  • 6.6

    Het inkomensniveau in het jaar voorafgaand aan het refertejaar is van toepassing indien de gegevens over het refertejaar redelijkerwijs niet beschikbaar zijn. Hetzelfde geldt voor het vermogensniveau op de peildatum.

Artikel 7 Uitsluitingsbepalingen

  • 7.1

    Geen Scholierenvergoeding, Reiskostenvergoeding en PC-voorziening worden verstrekt ten behoeve van een Kind dat de Beroeps Begeleidende Leerweg (BBL) volgt, tenzij het Kind niet werkt maar een onbetaalde stage volgt.

  • 7.2

    Geen Reiskostenvergoeding ingevolge deze beleidsregels wordt toegekend indien de Scholier aanspraak maakt of kan maken op een voorziening krachtens een gemeentelijke regeling of een andere voorliggende voorziening.

  • 7.3

    Geen PC-voorziening wordt verstrekt aan het gezin waartoe de scholier behoort als volgens deze regeling of voorgaande Amsterdamse gemeentelijke regelingen al een PC-voorziening is verstrekt in de 4 schooljaren voorafgaand aan het schooljaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • 7.4

    Geen PC-voorziening wordt verstrekt aan het gezin waartoe de scholier behoort als een PC-voorziening is verstrekt op het basisonderwijs in het jaar voorafgaand aan het schooljaar waarop de aanvraag betrekking heeft. Eerst in het schooljaar volgend op het schooljaar waarop de aanvraag betrekking heeft kan aan het gezin waartoe de scholier behoort een PC-voorziening worden verstrekt, mits 7.3 niet van toepassing is.

  • 7.5

    Geen PC-voorziening wordt verstrekt indien de Scholier een aangepaste computer nodig heeft.

Artikel 8 Aanvraagprocedure

  • 8.1

    De aanvraag van een vergoeding wordt uitsluitend in de Aanvraagperiode gedaan door indiening van een door het College vastgesteld formulier. Het formulier wordt ambtshalve of op aanvraag toegestuurd of kan worden gedownload van de website van de gemeente Amsterdam. Tevens kan een aanvraag digitaal worden ingediend.

  • 8.2

    Indien het voor een juiste beoordeling van de aanvraag noodzakelijk is, is het College bevoegd de Aanvrager om aanvullende informatie te verzoeken. De Aanvrager is desgevraagd verplicht de benodigde bescheiden te overleggen.

Artikel 9 Uitbetaling scholierenvergoeding middels declaratie

  • 9.1

    Uitbetaling van de Scholierenvergoeding vindt plaats na een toekennend besluit op een aanvraag op basis van een door het College voorgeschreven declaratie.

  • 9.2

    Declaraties kunnen tot het eind van het schooljaar worden ingediend.

  • 9.3

    Indien de declaratie niet voor het eind van het Schooljaar wordt ontvangen door het College, komt de aanvrager niet voor toekenning in aanmerking.

Artikel 10 Verstrekking Kindbonnen

  • 10.1

    De Kindbonnen worden jaarlijks verstrekt in een door het College vastgestelde periode. Na deze periode worden Kindbonnen die zijn toegekend maar niet afgehaald, ondanks een geboden herstelmogelijkheid, niet meer uitgereikt, tenzij iedere verwijtbaarheid ontbreekt.

Artikel 11 Hardheidsclausule

In bijzondere omstandigheden kan worden afgeweken van de bepalingen in deze

beleidsregels, als toepassing daarvan onredelijke gevolgen heeft gezien de doelstelling van de regeling.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking op de dag na publicatie in het Gemeenteblad.

 

TOELICHTING

Binnen de Participatie wet is de mogelijkheid om categoriale bijzondere bijstand te verstrekken beperkt tot een collectieve aanvullende zorgverzekering of in de vorm van een tegemoetkoming in de kosten van de premie van een dergelijke verzekering. Wel kan het college binnen de wettelijke kaders van de individuele bijzondere bijstand groepen aanwijzen waarvan vaststaat dat zij door de bijzondere omstandigheden waarin zij verkeren, daadwerkelijk specifieke, noodzakelijke kosten hebben.

Door gebruik te maken van groepskenmerken kan maatwerkondersteuning worden geboden in de vorm van individuele bijzondere bijstand en kunnen uitvoeringskosten worden beperkt. De Scholierenvergoedingen (Scholierenvergoeding, Reiskostenvergoeding en PC-voorziening) zijn voorzieningen die hieraan voldoen.

De uitbreiding van de doelgroep PC-voorziening trad in werking met ingang van schooljaar 2017-2018.

De uitbreiding van de doelgroep Scholierenvergoeding met kinderen van 2,5 tot 4 jaar trad in werking op 1 januari 2018. Vanaf 1 januari 2019 wordt de leeftijd verlaagd van 2,5 naar 2 jaar.

Steekproefsgewijze controle zal plaatsvinden bij aanvragers op de daadwerkelijk gemaakte kosten, boven een bepaald bedrag of op basis van risicoprofielen, kort nadat het bedrag is uitgekeerd.

 

Beleidsregels Regeling Tegemoetkoming kosten openbaar vervoer voor mantelzorgers

Artikel 1: Begripsomschrijving

  • 1.

    In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    • a)

      aanvrager: de alleenstaande, de alleenstaande (ouder) of het gezin;

    • b)

      AOW: Algemene ouderdomswet;

    • c)

      college: het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Amsterdam;

    • d)

      fiscaal inkomen: het brutoloon met daarbij gerekend belaste vergoedingen;

    • e)

      IOAW: Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

    • f)

      mantelzorg: zorg en ondersteuning gegeven aan een naaste (partner, ouder, kind, vriend, buur, kennis) die chronisch ziek is en/of een beperking heeft. De zorg en ondersteuning is langdurig, intensief en onbetaald en wordt gegeven vanuit een persoonlijke band tussen mantelzorger en verzorgde;

    • g)

      mantelzorger: de persoon die mantelzorg verleent;

    • h)

      oudere: degene, die de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt;

    • i)

      peildatum: 31 december van het jaar dat voorafgaat aan het jaar van aanvraag;

    • j)

      pensioengerechtigde leeftijd: leeftijd, waarop recht op ouderdomspensioen ontstaat zoals bedoeld in artikel 1 onder i Algemene Ouderdomswet (AOW);

    • k)

      refertejaar: het laatste volledige kalenderjaar dat voorafgaat aan het jaar van aanvraag;

    • l)

      verzorgde: de persoon die mantelzorg ontvangt;

    • m)

      vrijwilliger: de persoon die werk verricht in enig georganiseerd verband, onverplicht en onbetaald ten behoeve van anderen of de samenleving;

    • n)

      woonadres: het adres in de gemeente Amsterdam waar de aanvrager of de verzorgde op de datum van aanvraag staat ingeschreven in de Basis Registratie Personen (BRP).

  • 2.

    De overige begrippen in deze beleidsregels worden gebruikt in dezelfde betekenis als in de Participatiewet.

Artikel 2: Toekenning

Het college kent een tegemoetkoming in de kosten van openbaar vervoer toe aan

mantelzorgers indien zij voldoen aan de voorwaarden genoemd in deze beleidsregels.

Artikel 3: Omschrijving tegemoetkoming in de kosten van openbaar vervoer

De tegemoetkoming in de kosten van openbaar vervoer houdt in:

  • -

    een periodiek te laden saldo op een OV-chipkaart;

  • -

    de hoogte van het saldo wordt in uitvoeringsbeleid vastgelegd.

Artikel 4: Voorwaarden voor verstrekking

Om in aanmerking te komen dient de aanvrager:

  • a)

    op de datum van de aanvraag ingeschreven te zijn in de Basisregistratie Personen van de gemeente Amsterdam;

  • b)

    op de datum van de aanvraag te beschikken over een Burgerservicenummer;

  • c)

    op de peildatum niet over een vermogen te hebben beschikt dat hoger was dan het op de peildatum geldende bedrag ingevolge artikel 34 lid 3 Participatiewet;

  • d)

    over het refertejaar over een minimuminkomen te hebben beschikt genoemd in artikel 5 van deze beleidsregels;

  • e)

    mantelzorger te zijn conform de aangegeven definitie van mantelzorg in artikel 1.g;

  • f)

    op de datum van aanvraag 18 jaar of ouder te zijn, doch de pensioengerechtigde leeftijd nog niet te hebben bereikt;

  • g)

    te beschikken over een persoonlijke OV-chipkaart;

  • h)

    een afstand te moeten overbruggen van tenminste 3 kilometer tussen het woonadres van de aanvrager het adres van de verzorgde.

Artikel 5: Inkomensbepalingen

  • 5.1

    Voor het bepalen van de hoogte van het inkomen worden op de peildatum de volgende doelgroepen onderscheiden:

    • a)

      de alleenstaande;

    • b)

      de alleenstaande ouder met een kind jonger dan 18 jaar;

    • c)

      de gehuwden.

  • 5.2

    Onder een minimuminkomen wordt verstaan:

    • a)

      een fiscaal gezinsinkomen, dat minder dan, of gelijk is aan, 120% van de aankelijk van de gezinssituatie van toepassing zijnde bruto IOAW jaarnorm of

    • b)

      voor personen met de pensioengerechtigde leeftijd 120% van de AOW norm, of

    • c)

      een fiscaal gezinsinkomen dat hoger is dan 120% van die normen, maar waarvan dat meerdere is aangewend ter aflossing van een schuldenlast in het kader van een minnelijke schuldregeling bij de Gemeentelijke Kredietbank of een opgelegde schuldregeling op grond van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen.

  • 5.3

    In het refertejaar zijn 2 toetsinkomens van toepassing:

    • a)

      voor huishoudens onder de pensioengerechtigde leeftijd het inkomen zoals vermeld in artikel 5, het tweede lid onder a of c.

    • b)

      voor huishoudens met de pensioengerechtigde leeftijd het inkomen zoals vermeld in artikel 5, tweede lid onder b of c.

      Voor gezinnen waarvan de partner op datum aanvraag de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt is het hoogste toetsinkomen van toepassing.

  • 5.4

    Indien door wijziging in de gezinssituatie ten aanzien van de aanvrager in de loop van het refertejaar twee of meer minimuminkomensniveaus van toepassing zijn, stelt het college naar evenredigheid een individueel minimuminkomensniveau vast.

  • 5.5

    Indien over een refertejaar of een deel daarvan, een inkomenstoets in het kader van een gemeentelijke regeling heeft plaatsgevonden en daarbij is vastgesteld dat het inkomen niet hoger is dan het relevante toetsbedrag, wordt het inkomen over het refertejaar of een deel daarvan, niet opnieuw getoetst.

  • 5.5

    Het inkomensniveau in het jaar voorafgaand aan het refertejaar is van toepassing indien de gegevens over het refertejaar redelijkerwijs niet beschikbaar zijn. Hetzelfde geldt voor het vermogensniveau op de peildatum.

Artikel 6: Uitsluitingsbepalingen

  • 6.1

    Geen tegemoetkoming in de kosten van openbaar vervoer wordt verstrekt ten behoeve van vrijwilligers.

  • 6.2

    Geen tegemoetkoming wordt verstrekt aan een mantelzorger als al 3 mantelzorgers voor dezelfde verzorgde een tegemoetkoming ontvangen.

  • 6.3

    Geen tegemoetkoming wordt verstrekt aan een mantelzorger die reeds een tegemoetkoming ontvangt voor een andere verzorgde.

  • 6.4

    Geen recht op compensatie bestaat in geval van diefstal of verlies van de persoonlijke OV-chipkaart of in het geval van saldo lading op een verlopen of geblokkeerde kaart.

  • 6.5

    Geen tegemoetkoming wordt verstrekt voor de periode vóór de datum van aanvraag.

Artikel 7: Aanvraagperiode en aanvraagprocedure

  • 7.1

    De aanvraag van een vergoeding wordt uitsluitend in de aanvraagperiode, te weten van 1 januari 2017 tot en met 31 december 2019, gedaan door indiening van een door het college vastgesteld formulier. Het formulier wordt ambtshalve of op aanvraag toegestuurd of kan worden gedownload van de website van de gemeente Amsterdam.

  • 7.2

    Indien het voor een juiste beoordeling van de aanvraag noodzakelijk is, is het college bevoegd de mantelzorger om aanvullende informatie te verzoeken. De mantelzorger is desgevraagd verplicht de gevraagde informatie te verstrekken.

Artikel 8: Inlichtingenplicht

  • 8.1

    De mantelzorger stelt het college onmiddellijk van alle feiten en omstandigheden op de hoogte waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij aanleiding kunnen zijn voor de wijziging van de toekenning.

  • 8.2

    De inlichtingenverplichting in het eerste lid geldt niet indien die feiten en omstandigheden door het college zelf kunnen worden vastgesteld.

Artikel 9: Intrekking en terugvordering

  • 9.1

    Het college kan een besluit, genomen op grond van deze beleidsregel, geheel of gedeeltelijk intrekken indien de mantelzorger onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt, terwijl de mantelzorger wist, of redelijkerwijs had kunnen weten dat deze onvolledig of onjuist waren en tot een ander besluit zouden hebben geleid.

  • 9.2

    Indien een besluit is ingetrokken kan op basis daarvan een reeds uitbetaalde vergoeding worden teruggevorderd;

  • 9.3

    Indien een vergoeding abusievelijk ten onrechte of tot een te hoog bedrag aan de mantelzorger is uitbetaald, kan dit worden teruggevorderd.

Artikel 10: Hardheidsclausule

In bijzondere omstandigheden kan worden afgeweken van de bepalingen in deze

beleidsregels, als toepassing daarvan onredelijke gevolgen heeft gezien de doelstelling van

de regeling.

Artikel 11: Inwerkingtreding

De beleidsregels treden in werking op de dag na publicatie in het Gemeenteblad en

werken gelet op de verlenging van de pilot terug tot 1 januari 2019.

 

Toelichting op de Beleidsregels Regeling tegemoetkoming kosten openbaar vervoer voor mantelzorgers

 

Algemeen:

Mantelzorgers in Amsterdam, die 3 kilometer of meer moeten reizen van hun woonadres

naar het adres van de verzorgde, een inkomen tot 120% van het sociaal minimum hebben

en vermogen dat de grens genoemd in de Participatiewet niet overschrijdt, kunnen gebruik

maken van de Regeling tegemoetkoming kosten openbaar vervoer voor mantelzorgers.

Deze tegemoetkoming draagt bij aan verlaging van de reiskosten die mantelzorgers

maken.

De regeling wordt uitgevoerd als een pilot, die loopt van 1 januari 2017 tot en met 31

december 2019. De pilot had aanvankelijk een duur van 2 jaar, maar is met een jaar verlengd.

Uit een evaluatie van de regeling blijkt dat de regeling bijdraagt aan een belangrijke doelstelling om financiële belemmeringen om mantelzorg te verlenen (deels) weg te nemen. Gelet op de aanwijzingen voor de effectiviteit van de regeling en het maatschappelijk belang van een goed ondersteuningsaanbod voor mantelzorgers wordt de regeling in 2019 gecontinueerd.

Met de voorgelegde beleidsregels is de regeling nader uitgewerkt en zijn begrippen

verduidelijkt.

 

Artikel 4:

4.f Pensioengerechtigden worden van de regeling uitgesloten, aangezien deze groep

reeds gebruik kan maken van de regeling gratis OV, zoals uitgevoerd door GVB. Met dit

abonnement kunnen ouderen gedurende de gehele dag en op alle lijnen van GVB gratis

met bus, tram en metro reizen. Zij zijn op deze wijze voldoende gecompenseerd in te

maken reiskosten in verband met het verlenen van mantelzorg.

4.g De aanvrager dient te beschikken over een persoonlijke OV-chipkaart. Deze moet voor

eigen rekening worden aangeschaft en de aanvrager dient het nummer van de kaart door te

geven aan de gemeente.

 

Artikel 6:

6.1 Vrijwilligers worden van de regeling uitgesloten. De gangbare definitie van

vrijwilligerswerk is “werk dat in enig georganiseerd verband, onverplicht en onbetaald

wordt verricht ten behoeve van anderen of de samenleving”. Mantelzorg valt buiten

de definitie van vrijwilligerswerk. Het vindt plaats in een informele setting, dat wil

zeggen in familieverband, vrienden- of kennissenkring. In die zin ontbreekt het

georganiseerd verband. Het onverplichte karakter is in de beleving van mantelzorgers

vaak evenmin aanwezig, de verplichting wordt op z'n minst sterk gevoeld vanuit morele

overwegingen(bron site VNG).

6.2 en 6.3. Er wordt per verzorgde maximaal aan 3 mantelzorgers een tegemoetkoming

verstrekt. Mantelzorg gaat om intensieve zorg, vandaar dat een restrictie aan het aantal

mantelzorgers per verzorgde is gesteld. Om dezelfde reden is opgenomen dat een

mantelzorger slechts voor één verzorgde de tegemoetkoming kan aanvragen.

6.4 Het is de eigen verantwoordelijkheid van een mantelzorger om te zorgen dat de

gemeente beschikt over het juiste OV-chipkaartnummer dan wel om het saldo van een

oude kaart over te laten zetten op een nieuwe kaart.

6.5 Er bestaat geen recht op toekenning met terugwerkende kracht

 

 

Burgemeester en wethouders voornoemd,

 

Femke Halsema,

burgemeester

 

Peter Teesink,

gemeentesecretaris

Naar boven