Nadere regels onderwijsachterstandenbeleid Midden-Groningen 2020

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Midden-Groningen;

 

Overwegende dat:

- de gemeente Midden-Groningen het belangrijk vindt om de ontwikkelingskansen te vergroten en taal- en ontwikkelingsachterstanden bij (jonge) kinderen in de gemeente te bestrijden, zodat kinderen een goede start kunnen maken;

- de gemeente Midden-Groningen middelen ontvangt van het Rijk voor de uitvoering van een beleid om achterstanden bij jonge kinderen vroegtijdig te signaleren en te bestrijden;

- de hoogte van deze uitkering is gebaseerd op het aantal kinderen met een achterstand. In het Besluit Specifieke Uitkeringen Gemeentelijk Onderwijsachterstandenbeleid die vanaf 28-09-2018 geldt, is beschreven hoe de achterstandsscore en de hoogte van deze specifieke uitkering per gemeente wordt berekend;

- de gemeente de middelen moet inzetten om te voldoen aan een aantal wettelijke verplichtingen (Wpo). Deze zijn:

- het aanbieden van een voldoende aanbod van voorschoolse educatie;

- het maken van afspraken met schoolbesturen, houders van kindercentra en peuterspeelzalen over tenminste het definiëren en de werving van de doelgroep voor voorschoolse educatie, de toeleiding naar de voor- en vroegschoolse voorzieningen, het zorgdragen voor een doorlopende leerlijn naar vroegschoolse educatie en het behalen van resultaten bij de vroegschoolse educatie;

- in het besluit tevens kaders voor de besteding van de uitkering zijn vastgelegd;

- in deze nadere regels zijn de gemeentelijke kaders voor subsidieverlening binnen het onderwijsachterstandenbeleid vastgelegd. De subsidiering van voorschoolse educatie, zoals hierboven beschreven, is vastgelegd in de ‘Nadere regels peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente Midden-Groningen’ en maakt daarmee geen onderdeel uit van deze nadere regels.

 

besluit vast te stellen de Nadere regels onderwijsachterstandenbeleid Midden-Groningen 2020.

 

 

 

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

a. OAB: Onderwijsachterstandenbeleid;

b. Awb: Algemene wet bestuursrecht;

c. ASV: de Algemene Subsidieverordening Midden-Groningen 2019;

d. WPO: Wet op het primair onderwijs.

 

Artikel 2. Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

De gemeente stelt binnen het onderwijsachterstandenbeleid budget beschikbaar voor de volgende doelen:

a. indicering, werving en toeleiding van de doelgroep naar voorschoolse educatie;

b. realiseren van een aanbod van taal- en leesstimuleringsactiviteiten ten behoeve van de doelgroep onderwijsachterstandenbeleid;

c. het realiseren van de doorlopende leerlijn naar vroegschoolse educatie;

d. uitbreiding, instandhouding, kwaliteitsverbetering van het aanbod van voorschoolse educatie door scholing in VVE-programma’s;

e. pedagogische coaching VVE.

 

Artikel 3. Doelgroep

Subsidie kan uitsluitend worden verleend aan:

a. professionele organisaties die een bijdrage leveren aan het behalen van de doelen van het onderwijsachterstandenbeleid, zoals hierboven geformuleerd;

b. de subsidie voor indicering, werving en toeleiding wordt uitsluitend verstrekt aan de gemeenschappelijke gezondheidsdienst.

 

Artikel 4. Subsidieplafond

1. Het gemeentelijke budget voor onderwijsachterstandenbeleid wordt jaarlijks vastgesteld bij de bekendmaking van het subsidieplafond.

2. Het college kan dit plafond tussentijds wijzigen.

 

Artikel 5. Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

Voor subsidie komen de redelijk gemaakte kosten in aanmerking die direct verbonden zijn met de uitvoering van een activiteit als bedoeld in artikel 2.

 

Artikel 6. Weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in de artikelen 8 en 9 van de Algemene subsidieverordening worden aanvragen om (eenmalige) subsidies afgewezen, zodra het subsidieplafond voor (eenmalige) aanvragen bereikt is.

 

Artikel 7. Eindverantwoording van de subsidie

1. De subsidieaanvrager toont aan dat de activiteiten, als bedoeld in het eerste lid, zijn verricht en dat is voldaan aan de verplichtingen die verbonden zijn aan de subsidie door overlegging van een verslag van de gerealiseerde activiteiten voor 1 april van het jaar volgend op het jaar waarin de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, hebben plaatsgevonden. In dat verslag is per activiteit het aantal deelnemers vermeld.

2. Daarnaast wordt er een financieel verslag ingediend.

3. De aanbieder kan gevraagd worden uiterlijk 1 februari een overzicht van de prestatielevering over het voorgaande jaar in te dienen.

 

Artikel 8. Wijze van verdeling

1. Verstrekking van subsidie vindt plaats op volgorde van ontvangst van complete aanvragen, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

2. Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aangevulde aanvraag is ontvangen.

3. Indien het vastgestelde subsidieplafond dreigt te worden overschreden of wordt overschreden als gevolg van het aantal aanvragen dat op dezelfde dag wordt ontvangen, worden de aanvragen die op die dag ontvangen zijn, door middel van loting gerangschikt.

 

Artikel 9. Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen van het bepaalde in deze verordening afwijken of bepalingen buiten toepassing laten, voor zover toepassing ervan leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

 

Artikel 10. Inwerkingtreding en intrekking

1. Deze regeling treedt in werking op de eerste dag na algemene bekendmaking.

2. De Nadere onderwijsachterstandenbeleid Hoogezand-Sappemeer, de Nadere regels onderwijsachterstandenbeleid gemeente Slochteren en de Nadere regels onderwijsachterstandenbeleid gemeente Menterwolde worden ingetrokken met ingang van de in het eerste lid vermelde datum.

3. De regeling wordt aangehaald als: Nadere regels onderwijsachterstandenbeleid Midden-Groningen 2020.

 

 

 

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders op 10 december 2019.

De burgemeester,

De secretaris,

Naar boven