Verordening tot tweede wijziging van de "Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Smallingerland 2019"

De raad van de gemeente Smallingerland;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;

 

overwegende dat wijzigingen in de landelijke wetgeving aanpassing noodzakelijk maakt;

 

BESLUIT:

 

  • I.

    vast te stellen de Verordening tot tweede wijziging van de "Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Smallingerland 2019"

De Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Smallingerland 2019 wordt als volgt gewijzigd:

 

1. Artikel 1.1 lid 1 sub d.

bijdrage als bedoeld in artikelen 2.1.4, eerste lid, van de wet;’ vervangen door ‘bijdrage als bedoeld in de artikelen 2.1.4 en 2.1.4a van de wet;

 

2. Artikel 3.5.1 lid 8 en 9 worden omgenummerd naar 10 en 11 en de toegevoegde leden 8 en 9 luiden als volgt:

  • 8.

    De hoogte van een pgb voor vervoer bij gebruik van eigen auto, voor zover niet algemeen gebruikelijk, bedraagt € 0,19 per kilometer (conform belastingsystematiek) met een maximale omvang van 1500 km per jaar.

  • 9.

    Wanneer collectief vervoer niet passend is, wordt de hoogte van het pgb voor lokaal vervoer gebaseerd op basis van de werkelijke kosten van het vervoer, echter met een maximum van het tarief dat de gemeente verschuldigd is aan vervoerder in geval van gecontracteerd vervoer. De totale hoogte van het pgb wordt mede gebaseerd op de omvang van maximaal 1500 km per jaar.

3. Artikel 4.1 wordt ingetrokken en vervangen door.

  • 1.

    Een cliënt is een bijdrage in de kosten verschuldigd voor een maatwerkvoorziening of pgb, zolang de cliënt van de maatwerkvoorziening gebruik maakt of gedurende de periode waarvoor het pgb wordt verstrekt.

  • 2.

    De bijdragen voor maatwerkvoorzieningen of pgb zijn gelijk aan de kostprijs, tot aan ten hoogste € 19,00 per maand voor de ongehuwde cliënt of de gehuwde cliënten tezamen, tenzij overeenkomstig artikel 2.1.4a, vijfde lid, van de wet of hoofdstuk 3 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 geen of een lagere bijdrage is verschuldigd.

  • 3.

    De kostprijs van een:

    • a.

      individuele maatwerkvoorziening wordt bepaald door een aanbesteding, na consultatie in de markt of na overleg met de aanbieder;

    • b.

      PGB is gelijk aan de hoogte van de in de beschikking opgenomen hoogte van het PGB.

  • 4.

    In afwijking van artikel 2.1.4a, vierde lid, van de wet bedraagt de hoogte van de eigen bijdrage voor de maatwerkvoorziening voor collectief vervoer € 1,00 instaptarief vermeerderd met € 0,10 per kilometer.

  • 5.

    In de gevallen, bedoeld in de Wmo 2.1.4. 4b, tweede lid, wordt de bijdrage voor een individuele maatwerkvoorziening (Zorg in natura of PGB) door het Centraal Administratie Kantoor vastgesteld en geïnd.

  • 6.

    De bijdrage voor een individuele maatwerkvoorziening ten behoeve van een woningaanpassing voor een minderjarige cliënt is verschuldigd door de onderhoudsplichtige ouders, daaronder begrepen degene tegen wie een op artikel 394 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek gegrond verzoek is toegewezen, en degene die anders dan als ouder samen met de ouder het gezag uitoefent over de minderjarige cliënt.

Aldus vastgesteld door de gemeenteraad in zijn vergadering van 10 december 2019

de griffier,

Gert-Jan Fokkema

de voorzitter,

Jan Rijpstra

TOELICHTING OP DE VERORDENING

 

Artikel 1.1 lid 1 sub d:

Deze toelichting wordt geschrapt.

 

Artikel 3.5.1 wordt aangevuld met:

De hoogte van een pgb voor vervoer bij gebruik van eigen auto, voor zover niet algemeen gebruikelijk, bedraagt € 0,19 per kilometer (conform belastingsystematiek) met een maximale omvang van 1500 km per jaar. Of een voorziening als algemeen gebruikelijk aangemerkt kan worden, moet dit getoetst worden aan de criteria die hiervoor zijn opgenomen in het 'Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Smallingerland 2019'.

 

Wanneer collectief vervoer niet passend is, wordt de hoogte van het pgb voor lokaal vervoer gebaseerd op basis van de werkelijke kosten van het vervoer, echter met een maximum van het tarief dat de gemeente verschuldigd is aan vervoerder in geval van gecontracteerd vervoer. Dit tarief wordt na onderhandeling in het kader van de aanbesteding vervoer bepaald. De totale hoogte van het pgb wordt mede gebaseerd op de omvang van maximaal 1500 km per jaar.

 

De omvang (vervoersbundel) wordt op maat vastgesteld op basis van de aard van de beperking, de vervoersbehoefte en het gebruik van andere vervoersvoorzieningen, met een maximum omvang van 1500 km per jaar.

 

Artikel 4.1 wordt ingetrokken en vervangen door:

De gemeente kiest ervoor om een eigen bijdrage te heffen, voor maatwerkvoorzieningen en pgb’s en voor bij verordening aangewezen voorzieningen het abonnementstarief van maximaal € 19,00 geldt (artikel 11 (nieuw)). Het CAK stelt de eigen bijdrage vast en int deze. De wet maakt een uitzondering voor het collectief vervoer, zowel in de vorm van een maatwerkvoorziening als in de vorm van algemene voorziening. Het collectief vervoer valt niet onder het abonnementstarief. Cliënten betalen in plaats daarvan per taxirit een instaptarief van € 1,00 en € 0,10 per kilometer. De maximale bijdrage van € 19,00 per maand geldt niet voor niet AOW-gerechtigde meerpersoonshuishoudens. Voor die groep was de eigen bijdrage al op nihil vastgesteld (zie het vierde lid van artikel 3.8 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015).

Naar boven