Gemeenteblad van Leusden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Leusden | Gemeenteblad 2019, 320225 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Leusden | Gemeenteblad 2019, 320225 | Beleidsregels |
Beleidsregels Kindpakket Leusden 2020
Het college van de gemeente Leusden,
H.W. de Graaf – Koelewijn
Directeur-secretaris
G.J. Bouwmeester
Burgemeester
Het kabinet, meer bepaald de voormalig staatssecretaris Klijnsma, heeft met ingang van 2017 structurele middelen beschikbaar gesteld ad € 85 miljoen. Dit is onderdeel van het plan “Kansen voor alle kinderen”.
Het doel van dit plan is om kinderen, die opgroeien in gezinnen met een laag inkomen, alle kansen te geven om mee te doen en om zich te ontwikkelen.
In deze beleidsregels worden de voorzieningen geregeld, die in het kader van dit plan in Leusden beschikbaar zijn. Het betreffen hier de voorzieningen die gekoppeld zijn aan het schooljaar, en dus per schooljaar kunnen worden aangevraagd en uitgekeerd.
Artikel 1 Algemene voorwaarden
De bijdragen zijn in hoofdzaak bedoeld voor schoolgaande kinderen. Dit zijn dan vrijwel alle kinderen vanaf 4 jaar. Daarom zijn de bijdragen gekoppeld aan het schooljaar, met uitzondering van het luiergeld.
Voor het overgrote deel gaat het om kinderen op de basisschool en in het voortgezet onderwijs. Kinderen die – op hun 16de – van het VMBO komen, moeten nog tot hun 18de onderwijs volgen, in de regel op een MBO. Dit omdat zij nog leerplichtig zijn. Ook deze kinderen worden gerekend tot de doelgroep, tot zij niet meer leerplichtig zijn of recht gaan krijgen op studiefinanciering. MBO-studenten, die nog geen 18 jaar zijn, kunnen ingevolge de Wsf enkel een reisproduct (OV-kaart) krijgen. Zij krijgen geen beurs of studielening.
Er kunnen kinderen zijn die hier buiten vallen, maar dat zullen slechts enkelen zijn, onder andere kinderen die thuis onderwijs krijgen van de ouders. Deze kinderen zullen aanmerkelijk minder schoolkosten hebben, die bovendien door de ouders zelf kunnen worden bepaald.
In bijzondere, of nijpende gevallen kan via het negende lid een toekenning volgen.
In het algemeen zijn de regelingen bedoeld voor alle kinderen die deel uitmaken van een huishouden met een gezamenlijk netto inkomen van niet meer dan 130% van de bijstandsnorm.
Ook kinderen uit gezinnen die een schuldregeling volgen, of die een stabilisatietraject (fase 1) volgen ter voorbereiding op een schuldregeling, horen erbij, ongeacht het inkomen. Het moet dan wel een regeling betreffen die wordt uitgevoerd door een schuldregelaar die lid is van de NVVK of door een advocaat, bewindvoerder of curator. Hierbij is het inkomen niet van belang: omdat zij een schuldregeling volgen, blijft er slechts een absoluut minimum over voor allerlei uitgaven voor de kinderen. Bij een schuldregeling (met name door een curator) moet het wel gaan om een regeling voor – geheel of mede – de persoonlijke schulden van de inwoner. Wanneer de schuldregeling uitsluitend betrekking heeft op de schulden van het (voormalige) bedrijf, behoort de inwoner niet tot de doelgroep.
De regelingen zijn bedoeld voor ten laste komende kinderen, zoals bedoeld in de Participatiewet. Dat is dan een “kind jonger dan 18 jaar voor wie aan de alleenstaande ouder of de gehuwde op grond van artikel 18 van de Algemene Kinderbijslagwet kinderbijslag wordt betaald, zal worden betaald of zou worden betaald indien artikel 7, tweede lid, van die wet niet van toepassing zou zijn.”.
Ook de Klijnsma gelden zelf zijn bedoeld voor kinderen van 0 tot 18 jaar.
Hieruit volgt, dat kinderen vanaf het moment dat zij 18 jaar worden, niet meer in aanmerking zouden komen voor deze regelingen. Maar als zij nog op school zitten (dat als voorwaarde wordt gesteld), dan kunnen zij geen uitkering krijgen en geen studiefinanciering (Wsf). Zij kunnen wel een bijbaantje hebben, maar dat kan elk kind vanaf 15 jaar. En zij maken aanspraak op een tegemoetkoming in de schoolkosten volgens de Wtos, maar ook dat kan (praktisch) elk schoolgaand kind. Deze regelingen zijn bedoeld als extra ondersteuning.
Wanneer het kind nog op school zit, dan maakt het feitelijk niet uit hoe oud het kind is. Zijn leven is hetzelfde als dat van zijn klasgenoten. Kinderen in de zesde klas van het VWO of Gymnasium worden in de loop van het schooljaar 18 jaar, en zouden dus buiten de doelgroep vallen. Ook kan een schoolgaand kind 18 jaar of ouder zijn als hij een keer is blijven zitten of als hij is doorgestroomd van HAVO naar VWO.
In hoofdzaak gaat het hier om kinderen in de zesde klas van het VWO of Gymnasium, met mogelijk een enkele Havist.
Met basis- en voortgezet onderwijs is tevens inbegrepen het Voortgezet Speciaal Onderwijs (VSO) en het PraktijkOnderwijs (PrO).
Binnen de afzonderlijke bepalingen worden nadere criteria gesteld, gericht op het doel van de specifieke voorziening.
De meeste vergoedingen zijn bedoeld voor schoolgaande kinderen, en zijn ook vaak gerelateerd aan het schooljaar. Het is dan ook handig om de vergoedingen aan het begin van het schooljaar toe te kennen, en dus om ook de aanvragen vóór het begin van het schooljaar in te dienen.
De Kledingpas wordt ambtshalve verstrekt aan alle kinderen van gezinnen die een Pw-uitkering ontvangen. De peildatum is 1 juli, zodat deze kinderen aan het begin van het nieuwe schooljaar over de pas zullen beschikken.
De overige vergoedingen kunnen niet ambtshalve worden verstrekt, omdat het bij de uitvoeringsorganisatie niet bekend is naar welke school elk kind gaat en in welke klas het kind zit.
Belanghebbenden kunnen alle regelingen via één aanvraagformulier tegelijk aanvragen, met uitzondering van de huiswerkbegeleiding en het luiergeld. Dit mag voor zich spreken. Deze twee regelingen kunnen op elk moment in het jaar worden aangevraagd.
De regelingen hoeven niet per se in één keer te worden aangevraagd. Het is voor te stellen, dat een bovenbouwscholier pas in de loop van het jaar een activiteit wil gaan doen, en dan pas een bijdrage wil aanvragen. Een aanvraag in één keer heeft wel de voorkeur.
Kleding voor kinderen is één van de grootste kostenposten voor ouders. Tegelijk is het waarschijnlijk ook één van de belangrijkste aandachtspunten voor de kinderen zelf. Via kleding kunnen kinderen zich onderscheiden, of juist niet uit de toon vallen. En uiteraard, kinderen groeien en hebben daardoor steeds weer nieuwe kleren nodig.
Er is een cadeaukaart beschikbaar, Fashioncheque, specifiek bedoeld voor besteding in kleding- en schoenenzaken. In Leusden is de Fashioncheque te gebruiken in 12 kleding- en schoenenwinkels. De cheque die aan de doelgroep wordt uitgereikt is alleen te besteden in Leusden en Amersfoort, niet elders in het land en ook niet bij webwinkels. Hiermee wordt beoogd om de Leusdense middenstand een impuls te geven. Om de doelgroep toch voldoende keuzes te geven, is de cheque ook in Amersfoort te besteden.
Artikel 5 Schoolkosten brugklassers
Kinderen die naar de middelbare school gaan, dus brugklassers, hebben spullen nodig die zij op de basisschool nog niet nodig hadden. Allereerst een schooltas, maar ook alle kleinere schoolspullen, zoals schrijfgerei, een rekenmachine enzovoort. Als tegemoetkoming in de kosten voor de aanschaf van deze spullen is voor brugklassers een bijdrage beschikbaar van € 100,-.
Het betreft een eenmalige bijdrage per kind. Dus een kind dat de brugklas over moet doen, kan niet nog eens een bijdrage krijgen.
Ook deze bijdrage wordt geleverd in de vorm van een Fashioncheque. Hiervoor is gekozen, omdat ook de Bruna-vestiging in Leusden is aangesloten bij de Fashioncheque. Kinderen kunnen dan schoolspullen kopen bij de Bruna en bij de HEMA.
Bij de aanvraag moet de ouder aantonen dat het kind inderdaad naar de brugklas gaat.
Er hoeven echter naderhand geen bewijsstukken te worden overlegd om aan te tonen dat er ook inderdaad schoolspullen zijn aangeschaft. De veronderstelling is, dat een brugklassers hoe dan ook deze spullen nodig heeft. Vanuit de school wordt dit immers verlangd. Veel scholen hebben ook een lijst opgesteld van schoolspullen die de nieuwe brugklasser behoort te hebben.
Daarnaast gaat het om een verzameling spullen, die per artikel weinig kosten, maar in totaal gemakkelijk boven de € 100,- kunnen komen. Het gaat te ver om van elk artikel van een paar euro’s de bonnetjes te overleggen.
Via Jeugdfonds de Boom kunnen kinderen een bijdrage krijgen voor b.v. de contributie voor een (sport)vereniging, een culturele activiteit, enz. Deze bijdrage is een toevoeging hierop.
Kinderen in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs (klassen 4, 5 en 6) verkeren in een levensfase waar mee kunnen doen met hun leeftijdgenoten cruciaal is voor hun ontwikkeling. Vanaf het vijftiende levensjaar is de “peer”-groep het belangrijkste referentiekader voor deze kinderen. Vanaf deze leeftijd beginnen kinderen ook meer zelfstandig dingen te doen.
Een kind dat niet mee kan doen, kan in een sociaal isolement terecht komen of een sociale achterstand oplopen, die moeilijk is in te halen. De activiteiten waar zij aan mee willen doen zijn vaak duurder dan de bijdrage die de Boom kan bieden. Het kan ook vaak gaan om activiteiten die niet door de Boom worden ondersteund, maar waar de jongeren wel mee bezig zijn.
Daarom wordt voor deze groep een bijdrage beschikbaar gesteld, te besteden aan eender welke activiteit dan ook. Het kan gaan om het bezoeken van een festival, een evenement, of een dagje ergens naar toe. De bijdrage kan ook worden gebruikt voor een abonnement (niet op een tijdschrift), b.v. voor het zwembad, een seizoenkaart, museumjaarkaart e.d.
Er wordt een bedrag beschikbaar gesteld van € 150,- per schooljaar. Het kind kan dit aan meerdere doelen, evenementen, enz. besteden op meerdere momenten, tot het bedrag van € 150,- is bereikt.
Het is bedoeld om het kind de mogelijkheid te geven om samen met vrienden of klasgenoten iets te doen, zodat hij niet thuis moet blijven, terwijl zijn vrienden allemaal naar het dance-festival of de voetbalwedstrijd zijn. Maar het gaat te ver om verificaties te vragen als bewijs dat hij met vrienden was. We gaan ervan uit, dat iemand niet zo snel in zijn eentje een festival bezoekt. En dan nog: het is ook niet erg als hij wel alleen ergens naar toe is geweest, b.v. een museum.
Uit de verificatiebepaling volgt, dat alleen die activiteiten kunnen worden vergoed waar ook een verificatie beschikbaar is. Hierdoor kunnen sommige activiteiten niet worden vergoed, b.v. bezoek aan de kermis. Omdat wij toch op de een of andere manier willen kunnen controleren of de bijdrage ook aan het doel is besteed, is dit een beperking die wij accepteren.
In de geest van het beoogde doel, namelijk meedoen, wordt coulant omgegaan met de verificatiebepaling. Het is niet zo belangrijk wat voor bonnetje men laat zien, als ze maar iets laten zien.
De ouder(s) kunnen vooraf een aanvraag indienen. Een toekenning blijft één schooljaar geldig en de bijdrage blijft gedurende dat schooljaar beschikbaar. Na overleg van een verificatie wordt het bedrag zo spoedig mogelijk uitgekeerd.
Kinderen die extra ondersteuning nodig hebben om voldoende onderwijsresultaten te halen kunnen gebruik maken van huiswerkbegeleiding of bijles. Voor minder draagkrachtige ouders is dit vaak niet betaalbaar, wat voor een vorm van kansenongelijkheid zorgt.
Omdat we willen dat kinderen (gelijke) kansen krijgen om zich te ontwikkelen, willen we ouders met een inkomen tot 130% van het sociaal minimum tegemoet komen in de kosten die zij hebben voor de bijles voor hun kinderen.
De bijdrage is niet voor PrO- en VSO-scholieren. In deze onderwijsvormen is al meer begeleiding aanwezig dan op reguliere scholen. Een extra bijdrage voor huiswerkbegeleiding wordt daarom niet nodig gevonden.
Uit de schoolrapporten moet blijken dat het kind achterblijft. Er moet een reëel risico zijn dat het kind blijft zitten. De bijdrage is dus niet bedoeld om het gemiddelde cijfer op te krikken of om één onvoldoende weg te poetsen.
De bijdrage wordt voor één schooljaar toegekend. De begeleiding beoogt, om het kind te leren structuur en zelfdiscipline bij te brengen, waardoor de begeleiding een eenmalige traject moet zijn, die overigens uit meerdere sessies kan bestaan.
De Klijnsmagelden zijn bedoeld voor kinderen van 0 tot 18 jaar. Dus ook voor baby’s. Voor deze allerkleinsten is maatschappelijke participatie nog geen thema. De behoeften van baby’s zijn nog basaal: voedsel, veiligheid en zich lekker voelen. Baby’s voelen zich lekker in een schone luier, maar voor de ouder(s) is dat wel een kostenpost. Daarom is deze tegemoetkoming beschikbaar. Volgens het Nibud zijn de kosten van luiers te stellen op € 24,- per maand.
Ouders kunnen een aanvraag indienen zodra de kosten zich voordien. De tegemoetkoming blijft beschikbaar tot het kind 3 jaar oud wordt, maar wordt steeds voor maximaal 12 maanden toegekend. Er moet dus jaarlijks een aanvraag worden ingediend. De reden is, dat de situatie kan veranderen: als het een alleenstaande ouder betreft, kan er sprake gaan zijn van een samenwoning. Of men kan zijn verhuisd, of het gezinsinkomen kan zijn gestegen, enzovoort.
Er hoeft geen bewijs te worden geleverd van aanschaf van de luiers en of het kind ook tot zijn derde jaar luiers draagt.
Deze bepaling dient om in de voorkomende gevallen, in het kader van maatwerk, toch een bijdrage toe te kennen. Het is beoogd om uitzonderingen mogelijk te maken, niet om als regel aan elke niet-rechthebbende een bijdrage toe te kennen. Daarom dient ook bij elke toepassing van de hardheidsclausule een motivering te worden geleverd.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2019-320225.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.